Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Algemene bepaling
Indien en voor zover bedingen in overeenkomsten waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, afwijken van de bepalingen zoals die luiden in deze algemene voorwaarden, dan prevaleren die bedingen uit de overeenkomst.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
VBKO: de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oever- werken, gevestigd te Leidschendam;
Forfaitaire reparatievergoeding: de eventueel bij overeenkomst vastgestelde vergoeding per week, welke huurder aan verhuurder verschuldigd is voor de kosten van reparatie en onderhoud, alsmede van verbruiks-goederen ten behoeve van het huurobject, voor zover deze kosten ten laste van verhuurder komen;
Huurprijs: de huurprijs per week, gebaseerd op het totale aantal per week te werken uren;
Enkele huurprijs: de vast te stellen huurprijs per week gebaseerd op het gebruik van het huurobject
bij werken met enkele ploeg;
Tijd van aanvoer: de tijd die ligt tussen het vertrek van het huurobject vanuit de ligplaats en de aankomst op de plaats van het werk;
Tijd van afvoer: de tijd die ligt tussen het einde van het werk en de aankomst van het huurobjectop de door partijen overeengekomen plaats;
Huurtermijn: de tijd die ligt tussen het vertrek van het huurobject van de ligplaats, dan wel de datum die daarvoor bij overeenkomst is bepaald en de teruglevering van het huurobject;
De overeenkomst: de tussen partijen gesloten overeenkomst waarbij deze algemene bepalingen op de overeenkomst van toepassing worden verklaard.
Artikel 2. Huurprijs
1. In de huurprijs zijn niet begrepen de kosten van zeeklaar maken, de transportkosten en de premie van de transportverzekering van het huurobject voor de heen- en terugreis, noch de kosten van de werk- en ligverzekering, bediening, brandstoffen, smeermiddelen, reparatie en onderhoud, kortom niets wat tot het in bedrijf nemen en houden van het huurobject behoort.
2. De huurprijs is over de gehele huurtermijn, mede over feestdagen, ten volle verschuldigd, ook indien - door welke oorzaak ook - het huurobject niet gebruikt kan worden, respectievelijk niet gebruikt wordt, behoudens in de gevallen genoemd in de leden 4, 5, en 6 van dit artikel en artikel 3 lid 2 van deze algemene voorwaarden, alsmede behoudens het geval dat het niet kunnen gebruiken te wijten is aan opzet of grove schuld van de verhuurder.
3. Een dag of een gedeelte van een dag wordt voor de bepaling van de huurprijs gerekend als één vijfde van een week.
4. De enkele huurprijs is verschuldigd:
a. gedurende de tijd van aan- en afvoer;
b. gedurende de in het expertiserapport vastgestelde reparatietijd;
c. over het tijdverlies dat ontstaat doordat de huurder niet aan de verplichting van het tweede lid van artikel 7 heeft voldaan.
5. De helft van de enkele huurprijs is verschuldigd wanneer ten gevolge van:
a. de aaneengesloten zomervakantie niet met het huurobject wordt gewerkt;
b. Kerstdagen of Nieuwjaarsdag, voor zover niet vallende op een zaterdag of zondag, alsmede ten gevolge van stilligdagen aansluitende aan Kerstdagen of Nieuwjaarsdag die dienen ter overbrugging naar het weekeinde, niet met het huurobject wordt gewerkt.
6. De huurprijs, dan wel enkele huurprijs, is niet verschuldigd gedurende de tijd dat door vorst en/of ijsgang niet met het huurobject gewerkt kan worden.
7. De gevallen zoals genoemd in de leden 4, 5 en 6 van dit artikel laten de overige verplichtingen van huurder onverlet.
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Artikel 3. Aansprakelijkheid
1. Alle schaden in de ruimste zin van het woord aan het huurobject overkomen of rechtstreeks aan het huurobject toegebracht, ook molestschade met inbegrip van schade als gevolg van oorlogs- of stakersmolest, en schaden door het huurobject toegebracht aan derden, zowel aan personen als aan zaken, inclusief milieuverontreiniging in de ruimste zin van het woord, ongeacht het feit of daarvoor gehele of gedeeltelijke verzekering kan worden verkregen, voor rekening en
risico van huurder. Huurder zal verhuurder vrijwaren voor alle aanspraken door derden ter zake van hiervoor genoemde schaden. Huurder zal in geen geval aansprakelijk zijn voor bedrijfsschade en/of winstderving door verhuurder te lijden en/of geleden.
2. Niettegenstaande de in lid 1 van dit artikel genoemde aansprakelijkheid van de huurder, zal de huurder niet aansprakelijk zijn indien hij bewijst dat de schade is veroorzaakt door een gebrek in of aan het huurobject, dat hem niet toegerekend kan worden, en hij alles redelijkerwijs heeft gedaan om de schade te vermijden, respectievelijk te beperken. In dat
geval zal de verhuurder aansprakelijk zijn en zal de verhuurder huurder vrijwaren voor alle aanspraken van derden. Verhuurders’ aansprakelijkheid voor schade aan derden zal echter beperkt zijn tot een bedrag gelijk aan de enkele huurprijs vermenigvuldigd met de maximaal bepaalde huurtermijn, welke bij de overeenkomst door partijen is vastgesteld, met dien verstande dat het aantal weken waarmee de enkele huurprijs wordt vermenigvuldigd nooit minder dan 13 weken en nooit meer dan 26 weken zal zijn. De huurder zal dan voor zover hij het huurgenot van het huurobject ontbeert, geen huurprijs verschuldigd zijn. Indien in dat geval huurder het huurgenot voor een langere periode dan zeven werkdagen heeft ontbeerd, heeft hij het recht om de huurovereenkomst met een opzegtermijn van vijf werkdagen op te zeggen, zulks in afwijking van hetgeen over opzeggingstermijnen is bepaald in de door partijen gesloten overeenkomst. Verhuurder zal in geen geval aansprakelijk zijn voor bedrijfsschade en/of winstderving door huurder te lijden en/of geleden.
Artikel 4. Verzekering en betaling van assurantiepenningen
1. Huurder zal het huurobject ten genoegen van verhuurder, doch voor rekening en risico van huurder verzekeren. De verzekeringspolis(sen) zal (zullen) mede ten name van verhuurder worden gesteld. Huurder zal verhuurder tijdig op de hoogte brengen van de verzekeringsvoorwaarden respectievelijk van de polis door hem in het bezit te stellen van een bewijs van verzekering en premiebetaling.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, kan verhuurder het huurobject te zijnen name, doch voor rekening en risico van huurder verzekeren. De verzekeringspolis(sen) zal (zullen) dan mede te name van huurder worden gesteld. Huurder is alsdan verplicht de premie op eerste aanvraag van verhuurder te voldoen. Verhuurder brengt huurder van de verzekeringsvoorwaarden respectievelijk van de polis, tijdig op de hoogte, dor hem in het bezit te stellen van een bewijs van verzekering en premiebetaling.
3. De te sluiten verzekering(en) dient (dienen) in elk geval de volgende risico’s te dekken:
x. xxxxxx aan het huurobject en schade door het huurobject aan derden toegebracht, zowel persoons- als zaakschaden;
b. de aansprakelijkheid voor schaden aan derden, zowel persoons- als zaakschaden, voor zover niet gedekt door a.;
c. schaden door achtergebleven oorlogstuig, voor zover niet gedekt door x., hetzij aan het huurobject overkomen, hetzij door derden geleden;
d. schade veroorzaakt door milieuverontreiniging in de ruimste zin van het woord.
4. In de verzekeringspolis zal worden bepaald, dat ingeval van schade, de betreffende uitkering van assuradeuren zal worden voldaan aan de partij die heeft zorggedragen voor herstel van de opgetreden schade en/of schadeloos stelling van de schadelijdende partij.
5. Indien de verhuurder niet tevens eigenaar van het huurobject is, brengt de verhuurder de huurder hiervan tijdig op de hoogte en zullen de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde verzekeringspolissen mede ten name van de eigenaar worden gesteld.
6. Indien de verhuurder de verzekering heeft afgesloten, heeft hij in geval van geschil over de afrekening met assuradeuren de vrijheid om dadingen of schikkingen aan te gaan. De huurder zal echter pas aan de aangesloten dadingen of schikkingen gebonden zijn nadat hij daarmee akkoord is gegaan.
Artikel 5. Schade
1. Huurder is verplicht alle schaden onmiddellijk aan verhuurder te melden. Alle nadelige gevolgen ontstaan uit het niet voldoen aan deze bepaling, komen ten laste van de huurder.
2. Wanneer het huurobject verloren gaat of in zodanige toestand verkeert dat het volgens de polisvoorwaarden als verloren wordt beschouwd, is de huurder verplicht- behoudens in geval van het bepaalde in artikel 3, lid 2 van deze algemene voorwaarden - een rente op jaarbasis te betalen, gelijk aan het promessedisconto van de Nederlandse Bank vermeerderd met 2%, over de uit te keren assurantiepenningen, voor zolang en voor zover deze schade niet is afgewikkeld met assuradeuren. De huurder is niet gerechtigd om zich tegen betaling van de verzekeringssom het huurobject toe te eigenen.
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Artikel 6. Reparatie en onderhoud
1. De huurder is verplicht om het huurobject gedurende de huurtermijn op zijn kosten te onderhouden in een goede staat van onderhoud en bedrijfswaardigheid. Verhuurder heeft te allen tijde het recht om het huurobject te inspecteren of te doen inspecteren en huurder verbindt zich om de door verhuurder hiertoe aangewezen personen toegang tot het huurobject te verlenen.
2. De huurder is verplicht om na afloop van het werk het huurobject aan verhuurder terug te leveren in dezelfde staat van onderhoud, waarin huurder bij aanvang van de huurtermijn het huurobject in ontvangst heeft genomen, dan wel de daartoe nodige reparatiekosten, die op de in artikel 7 van deze algemene voorwaarden beschreven wijze zijn vastgesteld, te betalen.
3. Gebreken en slijtage aan het huurobject, als ook manco’s van inventaris, gedurende de huurtermijn ontstaan, zullen voor rekening van huurder worden hersteld en/of aangevuld, tenzij het slijtage aan delen van het huurobject betreft, welke gedurende hun levensduur niet plegen te worden vernieuwd. Hierbij wordt van het principe uitgegaan dat, wanneer bij afloop van de huurtermijn blijkt, dat delen moeten worden vervangen, gelet moet worden op de toestand, waarin die delen zich bij de aanvang van de huurtermijn bevonden en dat eventuele verbetering van nieuw voor oud bij vervanging door nieuwe voorwerpen ten koste van de huurder door de verhuurder behoort te worden vergoed en dat, wanneer delen door slijtage en dergelijke gedurende het gebruik zijn achteruitgegaan, doch nog in bruikbare toestand zijn, door de huurder aan verhuurder een billijke vergoeding voor de slijtage gedurende de huurtermijn kan worden betaald, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de toestand waarin de delen zich bij de aanvang van de huurtermijn bevonden.
Artikel 7. Expertise
1. Teneinde de in artikel 6 gestelde bepalingen te effectueren, zal de toestand van het huurobject met inventaris en reservedelen, zowel bij de aanvang van de huurtermijn als na afloop van de huurtermijn, worden vastgesteld door expertise, terwijl bij de laatste expertise tevens zal worden vastgesteld, welke reparaties en vervangingen noodzakelijk zijn, wat hiervan de kosten zijn, en welke betalingen naar aanleiding van ge-bleken of te verrichten vervangingen door huurder aan verhuurder, respectievelijk door verhuurder aan huurder, zullen moeten worden gedaan. ij expertise zal tevens de tijd, welke voor het uitvoeren der reparaties nodig zal zijn, worden aangegeven.
2. Huurder is verplicht zodanige maatregelen te nemen, dat zo min mogelijk tijd tussen het terugleveren van het huurobject en het opnemen van het huurobject door de expert(s) zal verlopen.
3. De expertise kan op tweeërlei wijze geregeld worden zoals hieronder in de leden 4 en 5 is aangegeven. Partijen kunnen bij hun overeenkomst nader aangeven volgens xxxx in de leden 4 en 5 beschreven systeem zij de expertise zullen laten geschieden. Ontbreekt een dergelijke bepaling, dan geldt systeem A. Alsdan zullen partijen alsnog ten spoedigste omtrent de te benoemen expert beslissen en wanneer zij in der minne hieromtrent niet kunnen overeenkomen dan zal de expert
op eenvoudig verzoek van de meest gerede partij worden aangewezen, zoals hieronder in systeem A onder i. wordt aangegeven.
4. Systeem A luidt als volgt:
a. de expertise geschiedt door een expert, in de overeenkomst hiertoe aan te wijzen;
b. deze expert zal van zijn bevindingen een rapport opmaken en ondertekenen en daarvan een afschrift aan ieder der partijen doen toekomen;
c. wanneer geen der partijen binnen 14 dagen na ontvangst van dit rapport schriftelijk bezwaren tegen dit rapport bij de expert en de wederpartij heeft ingebracht, zal dit rapport omtrent de toestand, waarin het huurobject zich bij de aanvang der huurtermijn bevond, voor beide partijen bindend zijn;
d. worden bezwaren ingebracht, dan zal de expert deze onderzoeken en is hij bevoegd, wanneer hij deze bezwaren gegrond vindt, na ook de andere partij de gelegenheid te hebben gegeven zich over die bezwaren te uiten, een gewijzigd rapport in te dienen welke gewijzigd rapport alsdan voor partijen bindend zal zijn;
e. na afloop van de huurtermijn zal, wanneer partijen niet anders overeenkomen, dezelfde expert het huurobject onderzoeken en een rapport opmaken, een en ander als bedoeld in lid 1 van dit artikel;
f. wanneer geen der partijen binnen 14 dagen na ontvangst schriftelijk bezwaren tegen dit rapport bij de expert en de wederpartij heeft ingebracht, zal dit rapport omtrent de toestand waarin het huurobject zich na afloop van de huurtermijn bevond, voor beide partijen bindend zijn;
g. worden bezwaren ingebracht, dan zal de expert deze onderzoeken en is hij bevoegd, wanneer hij deze bezwaren gegrond vindt, na ook de andere partij gelegenheid te hebben gegeven zich over die bezwaren te uiten, een gewijzigd rapport in te dienen, welk gewijzigd rapport alsdan voor partijen bindend zal zijn;
x. xxxxx het eindrapport aldus gereed is, zal de huurder, respectievelijk de verhuurder, verplicht zijn binnen 14 dagen de in het rapport beschreven betalingen aan verhuurder, respectievelijk huurder, te voldoen;
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
i. bij ontstentenis van de in de overeenkomst aangewezen expert zal de benoeming van een vervangende expert met dezelfde bevoegdheid geschieden op eenvoudig verzoek der meest gerede partij, door het bestuur van de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken, tenzij partijen onderling omtrent die vervanging in der minne kunnen overeenkomen;
j. de expertisekosten worden door ieder der partijen voor de helft gedragen, behalve eventuele hellingkosten en de kosten van andere door de expert(s) verlangde werkzaamheden, nodig om de rapporten behoorlijk te kunnen opmaken. Deze kosten komen geheel ten laste van de huurder.
5. Systeem B luidt als volgt:
a. de expertise bij de aanvang der huurtermijn geschiedt door twee personen, van wie er één wordt aangewezen door de verhuurder en de ander wordt aangewezen door de huurder;
b. deze aldus benoemde experts zullen van hun bevindingen één rapport opmaken en ondertekenen en daarvan een afschrift aan ieder der partijen doen toekomen;
c. kunnen de experts het over het rapport niet eens worden, dan delen zij dit onverwijld mede aan de verhuurder en de huurder. Alsdan zal verder het systeem A worden gevolgd, waarbij de expert door partijen zal worden benoemd. Kunnen partijen het over de keuze van deze expert niet eens worden, dan zal de benoeming geschieden op eenvoudig verzoek der meest gerede partij, door het bestuur van de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken.
d. wanneer geen der partijen binnen 14 dagen na ontvangst van het rapport schriftelijk bezwaren tegen dit rapport bij de experts en de wederpartij heeft ingebracht, zal dit rapport omtrent de toestand, waarin het huurobject zich bij de aanvang der huurtermijn bevond, voor beide partijen bindend zijn;
e. worden bezwaren ingebracht, dan zullen de expert deze onderzoeken en zijn zij bevoegd, wanneer zij deze bezwaren gegrond vinden, na ook de andere partij de gelegenheid te hebben gegeven zich over die bezwaren te uiten, een gewijzigd rapport in te dienen welke gewijzigd rapport alsdan voor partijen bindend zal zijn;
f. na afloop van de huurtermijn zal de toestand van het huurobject wederom worden vastgesteld door twee personen van wie ieder der partijen er één zal aanwijzen en die hun rapport zullen opmaken, een en ander als bedoeld in lid 1 van dit artikel;
g. kunnen de experts het over het rapport niet eens worden, dan delen zij dit onverwijld mede aan de verhuurder en de huurder. Alsdan zal verder het systeem A worden gevolgd, waarbij de expert door partijen zal worden benoemd. Kunnen partijen het over de keuze van deze expert niet eens worden, dan zal de benoeming geschieden op eenvoudig verzoek der meest gerede partij, door het bestuur van de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken.
h. wanneer geen der partijen binnen 14 dagen na ontvangst schriftelijk bezwaren tegen dit rapport bij de experts en de wederpartij heeft ingebracht, zal dit rapport omtrent de toestand waarin het huurobject zich na afloop van de huurtermijn bevond, voor beide partijen bindend zijn;
i. worden bezwaren ingebracht, dan zullen de experts deze onderzoeken en zijn zij bevoegd, wanneer zij deze bezwaren gegrond vinden, na ook de andere partij gelegenheid te hebben gegeven zich over die bezwaren te uiten, een gewijzigd rapport in te dienen, welk gewijzigd rapport alsdan voor partijen bindend zal zijn;
j. kunnen de experts het over het rapport niet eens worden, dan delen zij dit onverwijld mede aan de verhuurder en de huurder. Alsdan zal verder het systeem A worden gevolgd, waarbij de expert door partijen zal worden benoemd. Kunnen partijen het over de keuze van deze expert niet eens worden, dan zal de benoeming geschieden op eenvoudig verzoek der meest gerede partij, door het bestuur van de Vereniging van waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken.
x. xxxxx het eindrapport aldus gereed is, zal de huurder, respectievelijk de verhuurder, verplicht zijn binnen 14 dagen de in het rapport beschreven betalingen aan verhuurder, respectievelijk huurder, te voldoen;
Artikel 8. Onderhuur/ander gebruik /overdracht van rechten en plichten
1. Het is de huurder verboden het huurobject zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van verhuurder aan anderen te verhuren of in gebruik af te staan, of voor ander dan het in de overeenkomst omschreven werk te gebruiken.
2. Verhuurder zal iedere overdracht van rechten en plichten met betrekking tot het huurobject voordien mededelen aan huurder; huurder heeft alsdan het recht de huurovereenkomst met een opzegtermijn van 5 werkdagen op te zeggen, zulks in afwijking van hetgeen over opzeggingstermijnen is bepaald in de overeenkomst.
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Artikel 9. Werktijd
1. Met het huurobject mag niet langer worden gewerkt dan de in de overeenkomst overeen-gekomen wekelijkse werktijd.
2. Indien met het huurobject korter dan de in de overeenkomst overeengekomen wekelijkse werktijd wordt gewerkt, geeft geen recht op vermindering van de huurprijs.
3. Wenst in bijzondere omstandigheden de huurder langer dan de overeengekomen wekelijkse werktijd met het huurobject te werken, dan mag hij zulks slechts doen na voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder.
4. Wordt deze toestemming verleend, dan zal voor elk uur boven de overeengekomen werktijd per week een evenredig deel van de huurprijs en de eventuele reparatievergoeding extra verschuldigd zijn.
Artikel 10. Personeel
1. Verhuurder behoudt zich het recht voor om personeel voor de verantwoordelijke posten aan boord van het huurobject aan te wijzen. Het aldus aangewezen personeel wordt beschouwd door verhuurder aan huurder uitgeleend. Huurder verplicht zich deze inlening aan de betrokken bedrijfsvereniging te melden.
2. Huurder zal de verplichtingen van de werkgever/verhuurder, voortvloeiende uit de bepalingen van de op dit personeel betrekking hebbende vigerende CAO’s en/of van daarvoor in de plaats tredende regeling(en) of van een andere tussen partijen overeengekomen regeling, nakomen, terwijl hij bovendien zorg zal dragen voor de voortzetting van de pensioenverzekering voor zover dit personeel verzekerd is bij het Bedrijfspensioenfonds voor het Baggerbedrijf.
3. Voor dit personeel blijft het dienstverband met de verhuurder gehandhaafd. Verhuurder is te allen tijde bevoegd de uitlening te beëindigen in overleg met de huurder en op zodanige wijze dat de huurder in zijn huurgenot niet wordt gehinderd.
De huurder is niet bevoegd enige handeling te verrichten die betrekking heeft op het eindigen van de individuele arbeidsovereenkomst van de aan hem uitgeleende werknemer. 4. Wanneer huurder grieven heeft tegen het aldus door hem aangestelde en door verhuurder aangewezen personeel, zal hij deze grieven terstond kenbaar maken aan verhuurder, terwijl hij, behoudens in geval van hoogst dringende redenen die geen uitstel kunnen lijden, dergelijk personeel niet naar verhuurder zal terugzenden, zonder hierover eerst met de verhuurder overleg te hebben gepleegd.
5. Wordt het personeel naar verhuurder teruggezonden, dan heeft deze het recht vervangend personeel op het huurobject aan te wijzen, dat door huurder moet worden geaccepteerd.
6. Ongeacht de bepalingen van dit artikel, blijven de wettelijke voorschriften, betrekking hebbende op de inlening respectievelijk uitlening van arbeidskrachten onverkort van toepassing.
Artikel 11. Betaling
1. Betalingen van de aan verhuurder verschuldigde bedragen zullen op de overeengekomen wijze geschieden.
2. Op opeisbare vorderingen van de verhuurder is de huurder bij niet voldoening, met ingang van het tijdstip der opeisbaarheid, zonder nadere ingebrekestelling, een rente verschuldigd, gelijk aan het promessedisconto van de Nederlandse Bank op de datum van opeisbaarheid vermeerderd met 2%, mits de huurder tijdig de beschikking heeft gehad over de facturen.
3. Alle vorderingen van de verhuurder worden onmiddellijk opeisbaar in geval van faillissement of surséance van betaling van de huurder of indien beslag wordt gelegd op enige zaak van de huurder.
Artikel 12. Eenzijdige opzegging/ontbinding van de huurovereenkomst
1. Buiten de gevallen, bedoeld in de artikelen 3.2 en 8.2 van deze algemene voorwaarden geldt dat, in geval één der partijen in staat van faillissement wordt verklaard, surséance van bepaling aanvraagt, onder curatele wordt gesteld of op andere soortgelijke wijze in haar bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten wordt beperkt, de bedrijfsuitoefening staakt alsmede wanneer op het huurobject beslag wordt gelegd, de wederpartij het recht heeft om bij eenvoudig aangetekend schrijven de huurovereenkomst - zonder dat enige ingebre-kestelling of rechterlijke tussenkomst vereis is - op te zeggen, waarna de huurovereenkomst als ontbonden wordt beschouwd.
2. In geval één der partijen in ernstige mate in gebreke is haar verplichtingen krachtens de overeenkomst na te komen, heeft de wederpartij het recht om bij eenvoudig aangetekend schrijven de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst met inachtneming van een termijn van 30 kalenderdagen op te zeggen, waarna de huurovereenkomst als ontbonden wordt beschouwd. Een dergelijke opzegging zal niet van kracht worden indien de in gebreke zijnde partij alsnog zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst binnen de bovengenoemde termijn van kalenderdagen nakomt. Deze bepaling laat het recht tot vordering door de wederpartij van schadevergoeding onverlet.
3. Het recht van eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst wordt uitgeoefend onder voorbehoud van andere door de betreffende partij openstaande rechtsmiddelen.
Algemene voorwaarden voor de huur en verhuur van materieel in de natte waterbouw 1998
Artikel 13. Geschillen
1. Elke overeenkomst waarbij direct of middellijk deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, wordt beheerst door Nederlands recht.
2. Alle geschillen, welke ook - daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd
- die naar aanleiding van deze overeenkomst of van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen partijen mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel is een partij bevoegd om in eenvoudige zaken, waarin de vordering niet meer beloopt dan € 25.000,-, deze vordering aanhangig te maken bij de gewone Nederlandse rechter, indien artikel 38 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie de kantonrechter bevoegd verklaart kennis te nemen van het geschil, en indien krachtens de artikelen 12, 15 of 16 van het EEG-executieverdrag niet een andere rechter bevoegd is.
Artikel 14. Interpretatieverschillen
1. Xxxxxxx van interpretatieverschillen of welke meningsverschillen dan ook omtrent de uitleg van de uit het Nederlands vertaalde algemene voorwaarden of de overeenkomst, zal de Nederlandse tekst gelden als enig toepasselijke.
2. Partijen mogen van het in lid 1 bepaalde niet afwijken; een hiermee strijdig beding is nietig.
Extra bepalingen Duwboten- en Beunbakkenverhuur BV:
Feestdagen, twee weken kerstvakantie en drie weken zomervakantie behoeven door huurder niet vergoed te worden.