EUROPEES-MEDITERRANE OVEREENKOMST
EUROPEES-MEDITERRANE OVEREENKOMST
waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds,
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMaRKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLaND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPaNJE, DE FRaNSE REPUBLIEK, IERLaND,
DE ITaLIaaNSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLaNDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLaND, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VaN GROOT-BRITTaNNIË EN NOORD-IERLaND,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „lidstaten” genoemd, en DE EUROPESE GEMEENSCHaP, hierna „Gemeenschap” genoemd,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK LIBaNON, hierna „Libanon” genoemd, anderzijds,
GELET OP de nabijheid en de onderlinge afhankelijkheid van de Gemeenschap, haar lidstaten en Libanon, gebaseerd op de historische banden en hun gemeenschappelijke waarden;
OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, haar lidstaten en Libanon deze banden wensen te versterken en duurzame betrek- kingen tot stand xxxxxx te brengen, gebaseerd op wederkerigheid, solidariteit, partnerschap en gezamenlijke ontwikkeling;
GELET OP het belang dat de partijen hechten aan de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, en in het bij- zonder aan de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de economische vrijheden, waarop de associatie is gegrondvest;
GELET OP de recente politieke en economische ontwikkelingen, zowel op het Europese vasteland als in het Midden-Oosten, en de daaruit voortvloeiende gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van de Europees-mediterrane regio;
GELET OP het belang voor de Gemeenschap en Libanon van vrijhandel, als bedoeld bij de algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GaTT) 1994 en andere multilaterale overeenkomsten die opgenomen zijn in de bijlagen bij de Over- eenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO);
GELET OP de verschillen tussen Libanon en de Gemeenschap wat betreft economische en sociale ontwikkeling, en de nood- zaak het proces van economisch en sociale ontwikkeling in Libanon te versterken;
BEVESTIGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst die vallen onder het toepassingsbereik van deel III, titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en Ierland binden als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als een deel van de Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (al naar gelang het geval) Libanon ervan in kennis stelt dat het gebonden is als deel van de Gemeenschap, overeenkomstig het Pro- tocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het aan die verdragen gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken;
VERLaNGENDE de doelstellingen van deze associatie geheel te verwezenlijken door middel van de implementatie van de desbetreffende bepalingen van deze overeenkomst, teneinde de niveaus van economische en sociale ontwikkeling van de Gemeenschap en Libanon dichter bij elkaar te brengen;
ZICH BEWUST VaN het belang van deze overeenkomst, die gebaseerd is op reciprociteit van belangen, wederzijdse con- cessies, samenwerking en dialoog;
VERLaNGENDE een regelmatige politieke dialoog te ontwikkelen over bilaterale en internationale vraagstukken van weder- zijds belang;
REKENING HOUDENDE MET de bereidheid van de Gemeenschap Libanon steun te verlenen in zijn streven naar economi- sche wederopbouw, hervorming en aanpassing en sociale ontwikkeling;
VERLaNGENDE te komen tot de instelling, handhaving en intensivering van samenwerking, steunende op een regelmatige dialoog op economisch, wetenschappelijk, technologisch, sociaal, cultureel en audiovisueel gebied, met het oog op een beter wederzijds begrip;
OVERTUIGD dat deze overeenkomst een gunstig klimaat zal scheppen voor de groei van hun economische betrekkingen, met name wat betreft handel en investeringen, die van doorslaggevend belang zijn voor het welslagen van het programma voor economische wederopbouw en herstructurering, alsmede voor de technologische modernisering,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPaLINGEN:
Artikel 1
1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Libanon, anderzijds.
2. Deze associatie heeft ten doel:
a) een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dia- loog tussen de partijen met het oog op het versterken van hun betrekkingen op alle terreinen die zij in het kader van een dergelijke dialoog van belang achten;
b) de voorwaarden vast te leggen voor de geleidelijke liberalise- ring van het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer;
c) het handelsverkeer en evenwichtige sociale en economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen, met name door middel van dialoog en samenwerking, teneinde de ont- wikkeling en de welvaart van Libanon en de Libanese bevol- king te bevorderen;
d) de samenwerking op economisch, sociaal, cultureel, finan- cieel en monetair gebied te bevorderen;
e) de samenwerking op andere gebieden van wederzijds belang te bevorderen.
Artikel 2
De betrekkingen tussen de partijen en alle bepalingen van deze overeenkomst zijn gegrondvest op de eerbiediging van de demo- cratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, wat aan hun binnen- en buitenlands beleid ten grondslag ligt en een essentieel element van deze overeenkomst is.
TITEL I
POLITIEKE DIALOOG
Artikel 3
1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de par- tijen ingesteld. Door middel van deze dialoog kunnen tussen de partners duurzame, op solidariteit gebaseerde betrekkingen tot stand worden gebracht, die zullen bijdragen tot welvaart, stabili- teit en veiligheid in het Middellandse-Zeegebied en een klimaat van begrip en tolerantie tussen culturen zullen scheppen.
2. Doelstellingen van de politieke dialoog en samenwerking zijn met name:
a) de partijen nader tot elkaar te brengen door het ontwikkelen van beter wederzijds begrip en door regelmatig overleg over internationale vraagstukken van wederzijds belang;
b) elke partij in staat te stellen het standpunt en de belangen van de andere partij in overweging te nemen;
c) te werken aan de consolidering van de veiligheid en stabili- teit in het Middellandse-Zeegebied en in het Midden-Oosten in het bijzonder;
d) bevordering van gezamenlijke initiatieven.
Artikel 4
De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van wederzijds belang, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de voorwaarden die nodig zijn voor het waarborgen van vrede en veiligheid door middel van steun voor samenwerking. De dia- loog is tevens gericht op de totstandbrenging van nieuwe vormen van samenwerking met het oog op gezamenlijke doelstellingen.
Artikel 5
1. De politieke dialoog wordt regelmatig en telkens wanneer nodig gehouden, met name:
a) op ministerieel niveau, voornamelijk in het kader van de associatieraad;
b) op het niveau van hoge ambtenaren die enerzijds Libanon vertegenwoordigen en anderzijds het voorzitterschap van de Raad en de Commissie;
c) met optimale gebruikmaking van alle diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings door ambtenaren, overleg ter gelegenheid van internationale ver- gaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoor- digers in derde landen;
d) indien nodig met alle andere middelen die kunnen bijdragen tot de intensivering en doelmatigheid van deze dialoog.
2. Er wordt een politieke dialoog ingesteld tussen het Europees Parlement en het Libanese parlement.
TITEL II
VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN BASISBEGINSELEN
Artikel 6
De Gemeenschap en Libanon brengen stapsgewijs een vrijhan- delszone tot stand in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste twaalf jaar, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van deze titel en in overeenstemming met de bepalingen van de algemene Overeen- komst inzake Tarieven en Handel (GaTT) 1994 en andere multi- laterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in de bijlagen bij de Overeenkomst tot oprich- ting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna „GaTT” genoemd.
HOOFDSTUK 1
Industrieproducten
Artikel 7
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Libanon, opgenomen in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomen- clatuur en van het Libanese douanetarief, met uitzondering van de producten genoemd in bijlage 1.
Artikel 8
Producten van oorsprong uit Libanon worden bij invoer in de Gemeenschap toegelaten met vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking.
Artikel 9
1. Douanerechten en heffingen van gelijke werking die bij invoer in Libanon van toepassing zijn op producten van oor- sprong uit de Gemeenschap, worden geleidelijk afgeschaft over- eenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst wor- den alle rechten en heffingen verlaagd tot 88 % van het basisrecht;
— zes jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst wor- den alle rechten en heffingen verlaagd tot 76 % van het basisrecht;
— zeven jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 64 % van het basisrecht;
— acht jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 52 % van het basisrecht;
— negen jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 40 % van het basisrecht;
— tien jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst wor- den alle rechten en heffingen verlaagd tot 28 % van het basisrecht;
— elf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst wor- den alle rechten en heffingen verlaagd tot 16 % van het basisrecht;
— twaalf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen afgeschaft.
2. Indien zich met betrekking tot een bepaald product ernstige problemen voordoen, kan het overeenkomstig lid 1 van toepas- sing zijnde tijdschema in onderling overleg worden herzien door het associatiecomité, met dien verstande dat het tijdschema waar- voor herziening wordt aangevraagd voor het betrokken product niet verder verlengd kan worden dan de maximale overgangspe- riode van twaalf jaar. Indien het associatiecomité niet binnen 30 dagen na de kennisgeving van het verzoek van Libanon om herziening van het tijdschema een besluit heeft genomen, kan Libanon het tijdschema voorlopig opschorten voor een periode van ten hoogste één jaar.
3. Het basisrecht waarop de verlagingen van lid 1 worden toe- gepast, is voor elk betrokken product het recht bedoeld in artikel 19.
Artikel 10
De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten zijn eveneens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
Artikel 11
1. Libanon mag in de vorm van verhoging of herinvoering van douanerechten buitengewone maatregelen van beperkte duur nemen die afwijken van het bepaalde in artikel 9.
2. Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend worden genomen ten behoeve van nieuwe en jonge industrieën of van bepaalde sec- toren waarin herstructureringen plaatsvinden of die met grote moeilijkheden te kampen hebben, vooral wanneer deze moeilijk- heden ernstige sociale gevolgen hebben.
3. Invoerrechten die krachtens dergelijke uitzonderlijke maat- regelen door Libanon worden toegepast ten aanzien van produc- ten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet meer dan 25 % ad valorem bedragen en dienen een preferentie voor pro- ducten van oorsprong uit de Gemeenschap in te houden. De totale waarde van de ingevoerde producten waarop dergelijke maatre- gelen van toepassing zijn, mag niet meer bedragen dan 20 % van het jaarlijks gemiddelde van de totale invoer van industrieproduc- ten uit de Gemeenschap gedurende de laatste drie jaar waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.
4. Deze maatregelen mogen gedurende niet meer dan vijf jaar worden toegepast, tenzij het associatiecomité toepassing ervan gedurende een langere periode toestaat. Zij treden uiterlijk bij het verstrijken van de maximale overgangsperiode van twaalf jaar bui- ten werking.
5. Deze maatregelen kunnen voor een gegeven product niet langer worden getroffen, indien meer dan drie jaar is verstreken sinds de opheffing van alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen en maatregelen van gelijke werking die op het betrok- ken product van toepassing waren.
6. Libanon stelt het associatiecomité in kennis van alle buiten- gewone maatregelen die het voornemens is te treffen. Op verzoek van de Gemeenschap vindt vooraf overleg plaats over deze maat- regelen en de sectoren waarop zij betrekking hebben. Indien het dergelijke maatregelen neemt, legt Libanon aan het comité een tijdschema voor de afschaffing van de overeenkomstig dit arti- kel ingestelde douanerechten voor. Dit tijdschema dient te voor- zien in geleidelijke afschaffing van deze rechten in gelijke jaarlijkse percentages, beginnende uiterlijk twee jaar nadat zij werden inge- steld. Het associatiecomité kan een ander tijdschema vaststellen.
7. In afwijking van het bepaalde in lid 4 kan het associatie- comité, in geval van problemen bij het opzetten van een nieuwe industrie, bij uitzondering Libanon toestaan krachtens lid 1 reeds genomen maatregelen te handhaven voor een periode van ten hoogste drie jaar na de overgangsperiode van twaalf jaar.
HOOFDSTUK 2
Landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten
Artikel 12
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Libanon, opgenomen in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomencla- tuur en het Libanese douanetarief, alsmede op de producten genoemd in bijlage 1.
Artikel 13
De Gemeenschap en Libanon liberaliseren geleidelijk het onder- linge handelsverkeer in landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten die voor beide partijen van belang zijn.
Artikel 14
1. Voor de invoer in de Gemeenschap van de landbouwpro- ducten van oorsprong uit Libanon genoemd in protocol 1 gelden de bepalingen van dat protocol.
2. Voor de invoer in Libanon van de landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap genoemd in protocol 2 gelden de bepalingen van dat protocol.
3. Voor de handel in onder dit hoofdstuk vallende bewerkte landbouwproducten gelden de bepalingen van protocol 3.
Artikel 15
1. Vijf jaar na de inwerkintreding van deze overeenkomst onderzoeken de Gemeenschap en Libanon de situatie, teneinde vast te stellen welke maatregelen door de Gemeenschap en Liba- non één jaar na de herziening van deze overeenkomst moeten worden toegepast om het in artikel 13 genoemde doel te bereiken.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 en het volume van de handel in landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten tussen de partijen, alsmede de bijzondere gevoeligheid van deze producten in aanmerking genomen, onder- zoeken de Gemeenschap en Libanon in de associatieraad regel- matig per product en op basis van wederkerigheid de mogelijkheid om verdere wederzijdse concessies te verlenen.
Artikel 16
1. Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het land- bouwbeleid een specifieke regeling wordt ingesteld of indien de bestaande regelingen worden gewijzigd of in geval van wijziging of uitbreiding van de bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid, kan de betrokken partij voor de betrok- ken producten de in deze overeenkomst vervatte regeling wijzigen.
2. De partij die tot een dergelijke wijziging overgaat, stelt het associatiecomité daarvan in kennis. Op verzoek van de andere partij komt het associatiecomité bijeen om te voorzien in de belangen van de verzoekende partij.
3. Indien de Gemeenschap of Libanon in toepassing van lid 1 de regeling van deze overeenkomst voor landbouwproducten wij- zigt, wordt voor de invoer van producten van oorsprong uit de andere partij een voordeel toegekend dat vergelijkbaar is met het voordeel waarin deze overeenkomst voorziet.
4. Over de wijziging van de in deze overeenkomst bepaalde regeling wordt op verzoek van de andere partij overleg gepleegd in de associatieraad.
Artikel 17
1. Beide partijen komen overeen de mogelijkheden tot fraude bij de toepassing van de handelsbepalingen van deze overeen- komst te verminderen.
2. Onverminderd de overige bepalingen van deze overeen- komst, geldt dat, indien één van de partijen van mening is dat er voldoende aanwijzingen zijn voor fraude, zoals een aanzienlijke toename van de handel in producten van de ene naar de andere partij, boven het niveau dat in overeenstemming is met economi- sche omstandigheden als de normale productie en export- capaciteit, of het niet-verlenen van de vereiste administratieve medewerking voor de controle van het bewijs van oorsprong door de andere partij, beide partijen onverwijld overleg plegen om een passende oplossing te vinden. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht. Bij de keuze van deze maatregelen moet voor- rang worden gegeven aan die welke de goede werking van de overeenkomst het minst verstoren.
HOOFDSTUK 3
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 18
1. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Libanon worden geen nieuwe douanerechten bij invoer of uitvoer of hef- fingen van gelijke werking ingesteld, noch worden de rechten of heffingen welke reeds van toepassing zijn verhoogd, tenzij deze overeenkomst anders bepaalt.
2. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Libanon worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen of maatre- gelen van gelijke werking ingesteld.
3. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Libanon worden kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst afgeschaft.
4. De Gemeenschap en Libanon passen onderling geen douanerechten bij uitvoer of heffingen van gelijke werking, noch kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toe.
Artikel 19
1. Het basisrecht waarop de in artikel 9, lid 1, vastgestelde ach- tereenvolgende verlagingen worden toegepast, is voor elk product het op de datum waarop de onderhandelingen worden afgeslo- ten, daadwerkelijk ten opzichte van de Gemeenschap toegepaste recht.
2. In geval van toetreding van Libanon tot de WTO, zijn de rechten die van toepassing zijn op de onderlinge invoer van de partijen, de bij de WTO geconsolideerde rechten of de op de datum van toetreding toegepaste rechten, indien deze lager zijn. Indien de rechten na toetreding tot de WTO erga omnes zijn ver- laagd, is het verlaagde recht van toepassing.
3. Het bepaalde in lid 2 is van toepassing op elke tarief- verlaging die erga omnes wordt toegepast na de datum waarop de onderhandelingen worden afgesloten.
4. De partijen stellen elkaar in kennis van de door hen op de datum waarop de onderhandelingen worden afgesloten, toege- paste rechten.
Artikel 20
Voor producten van oorsprong uit Libanon geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de lid- staten onderling geldt.
Artikel 21
1. De partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatre- gelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrecht- streeks, discrimineren tussen producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit de andere partij.
2. Terugbetaling van binnenlandse belasting voor producten die naar een der partijen worden uitgevoerd, mag de bedragen van de op deze producten rustende directe of indirecte belastingen niet overschrijden.
Artikel 22
1. Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor de handha- ving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of rege- lingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.
2. De partijen plegen in het associatiecomité overleg over de overeenkomsten tot oprichting van douane-unies of vrijhandels- zones en, desgewenst, over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Dit overleg vindt met name plaats bij toetreding van een derde land tot de Gemeenschap, teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Libanon.
Artikel 23
Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt in de zin van de geldende internationale regels, als gedefinieerd in artikel VI van de alge- mene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GaTT) 1994 en haar eigen wetgeving terzake, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GaTT 1994 en haar eigen wetgeving terzake.
Artikel 24
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 35 is de WTO- overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.
2. Tot de in artikel 35, lid 2, bedoelde regels zijn vastgesteld, kan, indien één der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt in de zin van de gel- dende internationale regels, als gedefinieerd in de artikelen VI en XVI van de algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Han- del (GaTT) 1994 en haar eigen wetgeving terzake, deze partij pas- sende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van die regels, als gedefinieerd in de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen en haar binnenlandse wetgeving op dit gebied.
Artikel 25
1. De bepalingen van artikel XIX van de GaTT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en de betref- fende binnenlandse wetgeving zijn van toepassing in de betrek- kingen tussen de partijen.
2. alvorens een partij vrijwaringsmaatregelen toepast, als gedefinieerd door de internationale regels, verstrekt de partij die voornemens is dergelijke maatregelen te nemen, het associatie- comité alle terzake doende informatie die nodig is voor een gron- dig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Teneinde een dergelijke oplossing te vinden voeren de partijen onverwijld overleg in het associatiecomité. Indien de partijen niet binnen 30 dagen na de aanvang van dit overleg tot overeenstem- ming komen over een oplossing waarbij de toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan worden vermeden, kan de partij die voornemens is vrijwaringsmaatregelen te nemen, de bepalingen van artikel XIX van de GaTT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen.
3. Indien krachtens dit artikel vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, kiezen de partijen bij voorrang maatregelen die de ver- wezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst verstoren.
4. De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op opheffing van deze maat- regelen, zodra de omstandigheden zulks toelaten.
Artikel 26
1. Indien als gevolg van de naleving van artikel 18, lid 4,
a) goederen opnieuw worden uitgevoerd naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende partij voor het betrok- ken product kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrech- ten of maatregelen of heffingen van gelijke werking toepast,
of
b) een ernstig tekort aan producten die van wezenlijk belang zijn voor de exporterende partij, ontstaat of dreigt te ontstaan,
en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende par- tij, kan deze partij passende maatregelen nemen volgens de pro- cedures van lid 2.
2. De moeilijkheden die voortvloeien uit de in lid 1 bedoelde omstandigheden worden ter beoordeling aan het associatie- comité voorgelegd. Het associatiecomité kan alle besluiten nemen die nodig zijn om aan de moeilijkheden een einde te maken. Indien het associatiecomité niet binnen 30 dagen nadat de zaak aan het comité is voorgelegd een dergelijk besluit heeft genomen, kan de exporterende partij passende maatregelen nemen ten aan- zien van de uitvoer van het betrokken product. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te wor- den ingetrokken zodra zij niet langer gerechtvaardigd zijn.
Artikel 27
Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor verbodsbepalingen of beperkingen ten aanzien van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de open- bare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch erfgoed, of de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom, of voor voorschriften betreffende goud en zilver en het behoud van uitputbare natuur- lijke hulpbronnen. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beper- king van de handel tussen de partijen bij de overeenkomst vormen.
Artikel 28
Het begrip „producten van oorsprong” voor de toepassing van de bepalingen van deze titel en de regelingen voor administratieve samenwerking op dit gebied zijn gedefinieerd in protocol 4.
Artikel 29
Bij invoer in de Gemeenschap worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur. Bij invoer in Libanon worden de goederen ingedeeld overeenkomstig het Liba- nese douanetarief.
TITEL III
RECHT VAN VESTIGING EN VERLENING VAN DIENSTEN
Artikel 30
1. De door de ene partij aan de andere toegekende behande- ling met betrekking tot het recht van vestiging en de verlening van diensten is gebaseerd op de verbintenissen van elk der partijen en andere verplichtingen in het kader van de algemene Overeen- komst inzake de Handel in Diensten (GaTS). Deze bepaling is van kracht met ingang van de datum van de definitieve toetreding van Libanon tot de WTO.
2. Libanon verstrekt de Europese Gemeenschap en haar lidsta- ten een tijdschema van specifieke verbintenissen inzake diensten, opgesteld overeenkomstig artikel XX van de GaTS, zodra dat is vastgesteld.
3. De partijen gaan na of de bovengenoemde bepalingen ver- der kunnen worden uitgewerkt met het oog op de totstandko- ming van een overeenkomst inzake economische integratie, als gedefinieerd in artikel V van de GaTS.
4. De in lid 3 genoemde doelstelling wordt door de associatie- raad uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze overeen- komst aan een eerste onderzoek onderworpen.
5. De partijen mogen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst tot de toetreding van Libanon tot de WTO geen maatregelen of acties nemen waardoor de voorwaarden voor de verlening van diensten door dienstverleners uit de Gemeen- schap of Libanon meer discriminerend worden dan de voorwaar- den op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.
6. In deze titel wordt verstaan onder:
a) „dienstverlener” van een partij: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die diensten verleent of deze beoogt te verlenen;
b) „rechtspersoon”: een vennootschap of een dochteronderne- ming die overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat van de Gemeenschap of Libanon is opgericht en waarvan de sta- tutaire zetel, de centrale administratie of de hoofdvestiging gelegen is op het grondgebied van de Gemeenschap of Liba- non. Indien de rechtspersoon slechts haar statutaire zetel of centrale administratie heeft op het grondgebied van de Gemeenschap of Libanon, wordt zij beschouwd als rechts- persoon uit de Gemeenschap of Libanon wanneer uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de eco- nomie van de Gemeenschap of Libanon naar voren treedt;
c) „dochteronderneming”: een rechtspersoon die daadwerkelijk door een andere rechtspersoon wordt bestuurd;
d) „natuurlijke persoon”: een persoon die onderdaan is van een lidstaat van de Gemeenschap respectievelijk van Libanon vol- gens de respectieve nationale wetgeving.
TITEL IV
BETALINGEN, KAPITAAL, CONCURRENTIE EN ANDERE ECONOMISCHE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 1
Lopende betalingen en kapitaalverkeer
Artikel 31
Binnen het kader van de bepalingen van deze overeenkomst en met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 33 en 34, zijn er geen beperkingen tussen de Gemeenschap enerzijds en Libanon anderzijds op kapitaalverkeer en is er geen discriminatie op basis van nationaliteit of woonplaats of plaats waar dergelijk kapitaal wordt geïnvesteerd.
Artikel 32
Lopende betalingen in verband met het verkeer van goederen, personen, diensten of kapitaal binnen het kader van deze over- eenkomst zijn vrij van alle beperkingen.
Artikel 33
1. Met inachtneming van andere bepalingen in deze overeen- komst en andere internationale verplichtingen van de Gemeen- schap en Libanon, doen de bepalingen van de artikelen 31 en 32 geen afbreuk aan de toepassing van enige beperking tussen beide partijen op de datum van inwerkingtreding van deze overeen- komst, met betrekking tot het kapitaalverkeer tussen beide par- tijen waarbij directe investeringen worden verricht, onder andere in onroerend goed, vestiging, verrichting van financiële diensten of toelating van effecten tot de kapitaalmarkten.
2. Een en ander is echter niet van toepassing op de overdracht naar het buitenland van investeringen in Libanon door onderda- nen van de Gemeenschap of in de Gemeenschap door Libanese onderdanen, alsmede van alle opbrengsten daarvan.
Artikel 34
Indien een of meer lidstaten van de Gemeenschap dan wel Liba- non in ernstige betalingsbalansproblemen verkeren of dreigen te verkeren, kan de Gemeenschap, respectievelijk Libanon, overeen- komstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de GaTT en de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Inter- nationaal Monetair Fonds, beperkingen instellen ten aanzien van de lopende betalingen, indien dergelijke beperkingen strikt nood- zakelijk zijn. De Gemeenschap, respectievelijk Libanon, stelt de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis en doet deze partij zo spoedig mogelijk een tijdschema toekomen voor de opheffing van deze maatregelen.
HOOFDSTUK 2
Mededinging en andere economische vraagstukken
Artikel 35
1. Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voorzover de handel tussen de Gemeenschap en Libanon daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:
a) alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strek- ken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt ver- hinderd, beperkt of vervalst, als vastgesteld bij hun respectieve nationale wetgeving;
b) het misbruik van een machtspositie door een of meer onder- nemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Libanon of op een wezenlijk deel daarvan, als vastgesteld bij hun respectieve wetgeving.
2. De partijen handhaven hun respectieve wetgeving op mededingingsgebied en wisselen gegevens uit, rekening houdend met de beperkingen uit hoofde van de vertrouwelijkheid. De associatieraad neemt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst een besluit tot vaststelling van de nodige bepa- lingen voor samenwerking bij de implementatie van lid 1.
3. Indien de Gemeenschap of Libanon van mening is dat een bepaalde praktijk niet verenigbaar is met het bepaalde in lid 1, en indien die praktijk de andere partij ernstig schaadt of dreigt te schaden, kan de Gemeenschap of Libanon passende maatregelen nemen na overleg in het kader van het associatiecomité of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.
Artikel 36
De lidstaten en Libanon passen, zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen die in het kader van de GaTT zijn aangegaan of nog worden aangegaan, alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, zodanig dat uiterlijk vanaf het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst tussen onderdanen van de lidstaten en van Libanon geen discriminatie meer bestaat wat de voorwaarden voor aankoop en verkoop van goederen betreft. Het associatiecomité wordt in kennis gesteld van de maatregelen welke te dien einde worden genomen.
Artikel 37
Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Libanon verstoren en strijdig zijn met de belangen van de partijen, worden vastge- steld of gehandhaafd. Deze bepaling vormt geen beletsel voor de uitvoering de jure of de facto van bijzondere taken die aan deze ondernemingen zijn opgedragen.
Artikel 38
1. Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in bijlage 2 zien de partijen toe op adequate en effectieve bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten, overeenkomstig de hoogste internationale normen, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten te doen gelden.
2. De tenuitvoerlegging van dit artikel en van bijlage 2 wordt regelmatig door de partijen geëvalueerd. Bij problemen op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten die afbreuk doen aan het handelsverkeer, wordt op verzoek van een partij spoedoverleg gevoerd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.
Artikel 39
1. De partijen stellen zich een wederzijdse en geleidelijke libe- ralisering van de overheidsopdrachten ten doel.
2. De associatieraad neemt de nodige maatregelen voor de uit- voering van lid 1.
TITEL V
ECONOMISCHE EN SECTORALE SAMENWERKING
Artikel 40
Doelstellingen
1. De twee partijen bepalen samen de strategieën en procedu- res voor de verwezenlijking van de samenwerking op de terrei- nen van deze titel.
2. De partijen verbinden zich ertoe hun economische samen- werking te versterken, in wederzijds belang en in de geest van partnerschap waarop deze overeenkomst is gebaseerd.
3. De economische samenwerking heeft als doel Libanon te steunen in zijn activiteiten ter bevordering van duurzame econo- mische en sociale ontwikkeling.
Artikel 41
Toepassingsgebied
1. De samenwerking is in de eerste plaats gericht op terreinen waar zich interne beperkingen en problemen voordoen of die de gevolgen ondergaan van het liberaliseringsproces van de Libanese economie als geheel, met name de liberalisering van het handels- verkeer tussen Libanon en de Gemeenschap.
2. Voorts wordt bij de samenwerking prioriteit gegeven aan de sectoren die de economieën van Libanon en de Gemeenschap dichter tot elkaar brengen, met name sectoren die groei en werk- gelegenheid scheppen.
3. De bescherming van het milieu en het ecologisch evenwicht is een centraal onderdeel van de verschillende terreinen van eco- nomische samenwerking.
4. De partijen kunnen overeenkomen hun economische samenwerking uit te breiden tot sectoren die niet onder de bepa- lingen van deze titel vallen.
Artikel 42
Methoden en procedures
De economische samenwerking wordt met name verwezenlijkt door middel van:
a) een regelmatige economische dialoog tussen de partijen die alle terreinen van het macro-economisch beleid bestrijkt;
b) regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in alle sec- toren van samenwerking, onder meer door middel van bij- eenkomsten van ambtenaren en deskundigen;
c) activiteiten op het gebied van adviesverlening, expertise en opleiding;
d) gezamenlijke activiteiten als seminars en workshops;
e) technische en administratieve bijstand en bijstand op het gebied van regelgeving;
f) verspreiding van informatie over samenwerking.
Artikel 43
Onderwijs en opleiding
De samenwerking is erop gericht:
a) vast te stellen op welke manier de situatie op het gebied van onderwijs en opleiding, met name beroepsopleiding, dras- tisch kan worden verbeterd;
b) de totstandkoming te bevorderen van nauwe banden tussen agentschappen die gespecialiseerd zijn in gezamenlijke acties, alsmede de uitwisseling te bevorderen van ervaring en knowhow, met name de uitwisseling van jongeren, uitwisse- lingen tussen universiteiten en andere onderwijsinstellingen, met het doel de verschillende culturen dichter tot elkaar te brengen;
c) de toegang te bevorderen van vrouwen tot onderwijs, met inbegrip van technisch en hoger onderwijs en beroepsopleidingen.
Artikel 44
Wetenschappelijke, technische en technologische samenwerking
De samenwerking is gericht op:
a) het bevorderen van permanente banden tussen de weten- schappelijke gemeenschappen van de partijen, met name door:
— Libanon toegang te verschaffen tot communautaire programma’s voor onderzoek en technologische ont- wikkeling, zulks overeenkomstig de communautaire
bepalingen inzake deelname van derde landen aan deze programma’s;
— Libanon deel te laten nemen aan gedecentraliseerde samenwerkingsnetwerken;
— synergie tussen opleiding en onderzoek te bevorderen;
b) de onderzoekscapaciteit en technologische ontwikkeling van Libanon te verbeteren;
c) technologische innovatie, overdracht van nieuwe technolo- gieën en verspreiding van knowhow te stimuleren;
d) te onderzoeken op welke manieren Libanon kan deelnemen aan Europese kaderprogramma’s voor onderzoek.
Artikel 45
Milieu
1. De partijen bevorderen samenwerking gericht op de voor- koming van de afbraak van het milieu, beheersing van verontrei- niging en waarborgen van een rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen om duurzame ontwikkeling tot stand te brengen.
2. De samenwerking is met name gericht op:
a) de waterkwaliteit van de Middellandse Zee en de bestrijding en voorkoming van verontreiniging van de zee;
b) afvalbeheer, voornamelijk van giftige afvalstoffen;
c) verzilting;
d) beheer van het milieu van gevoelige kustgebieden;
e) milieueducatie en -voorlichting;
f) het gebruik van geavanceerde instrumenten voor milieube- heer en -monitoring, met name het gebruik van een milieu- informatiesysteem en milieueffectrapportages;
g) de effecten van industriële ontwikkeling op het milieu in het algemeen en op de veiligheid van industriële installaties in het bijzonder;
h) de gevolgen van de landbouw voor de bodem- en waterkwaliteit;
i) bodembeheer en -conservering;
j) rationeel beheer van de watervoorraden;
k) gezamenlijke onderzoeks- en monitoringactiviteiten, alsmede programma’s en projecten.
Artikel 46
Industriële samenwerking
De samenwerking is gericht op:
a) het bevorderen van samenwerking tussen het bedrijfsleven van de partijen, ook in het kader van de toegang van Libanon tot communautaire netwerken voor samenwer- king tussen bedrijven of tot gedecentraliseerde samenwerkingsnetwerken;
b) het steunen van de inspanningen om de Libanese publieke en particuliere industriesector te moderniseren en herstructure- ren (met inbegrip van de agro-industrie);
c) het bevorderen van de totstandkoming van een gunstig kli- maat voor particulier initiatief, teneinde de voor lokale en exportmarkten bestemde productie te stimuleren en te diversifiëren;
d) het optimaal gebruiken van het menselijk potentieel en het potentieel van de industrie van Libanon door betere toepas- sing van beleid voor innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling;
e) het vergemakkelijken van de toegang tot kapitaalmarkten om productieve investeringen te financieren;
f) het stimuleren van de ontwikkeling van het MKB, met name door:
— het bevorderen van contacten tussen bedrijven, deels door gebruik te maken van communautaire netwerken en instrumenten voor de stimulering van industriële samenwerking en partnerschap;
— het vergemakkelijken van de toegang tot krediet om investeringen te financieren;
— het ter beschikking stellen van informatie en ondersteu- nende diensten;
— het stimuleren van de menselijke hulpbronnen ter bevor- dering van innovatie, en het opzetten van projecten en economische activiteiten.
Artikel 47
Bevordering en bescherming van investeringen
1. De samenwerking is gericht op versterking van de instroom van kapitaal, knowhow en technologie naar Libanon door onder meer:
a) op gepaste wijze investeringsmogelijkheden en bronnen van informatie over investeringsregels te identificeren;
b) informatie te verstrekken over Europese investerings- regelingen (technische bijstand, rechtstreekse financiële ondersteuning, fiscale stimuleringsmaatregelen, investerings- verzekering, enz.) voor investeringen buiten de EG, en Liba- non beter in staat te stellen daarvan te profiteren;
c) de mogelijkheden voor de oprichting van joint ventures te onderzoeken (met name ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf), en in voorkomend geval voor de sluiting van overeenkomsten tussen de lidstaten en Libanon;
d) mechanismen in te stellen voor de stimulering en bevorde- ring van investeringen;
e) het instellen van een juridisch kader ter bevordering van investeringen, met name door de sluiting tussen Libanon en de lidstaten van overeenkomsten ter bescherming van inves- teringen, voorzover nodig, en overeenkomsten ter vermij- ding van dubbele belastingheffing.
2. De samenwerking kan zich uitstrekken tot planning en uit- voering van projecten waarmee ter plaatse de doeltreffende ver- werving en aanwending van basistechnologieën, het gebruik van normen, de ontwikkeling van het menselijk potentieel en het cre- eren van werkgelegenheid kan worden gedemonstreerd.
Artikel 48
Samenwerking op het gebied van normalisatie en conformiteitsbeoordeling
De partijen werken samen op het vlak van:
a) de vermindering van de verschillen op het gebied van normalisatie, metrologie, kwaliteitscontrole en conformiteitsbeoordeling;
b) de verdere ontwikkeling van het op niveau brengen van de Libanese laboratoria;
c) de uitwerking van overeenkomsten inzake wederzijdse erken- ning, zodra in de voorwaarden daarvoor wordt voorzien;
d) de versterking van de Libanese instellingen die verantwoor- delijk zijn voor normalisatie, kwaliteit en intellectuele, indus- triële en commerciële eigendom.
Artikel 49
Harmonisatie van de wetgevingen
De partijen doen wat in hun vermogen ligt om hun wetgeving onderling aan te passen, teneinde de implementatie van deze overeenkomst te vergemakkelijken.
Artikel 50
Financiële diensten
De samenwerking is gericht op de totstandbrenging van gemeen- schappelijke regels en normen, onder andere op de volgende gebieden:
a) de ontwikkeling van de financiële markten in Libanon;
b) de verbetering van boekhoudings- en auditingsystemen, toe- zicht op en reglementering van financiële diensten en finan- ciële controle in Libanon.
Artikel 51
Landbouw en visserij
De samenwerking is gericht op de volgende doelstellingen:
a) de ondersteuning van beleid om de productie te diversifiëren;
b) de vermindering van de afhankelijkheid op voedselgebied;
c) de bevordering van landbouwactiviteiten waarbij rekening gehouden wordt met het milieu;
d) de totstandbrenging van nauwere betrekkingen tussen onder- nemingen, groeperingen en beroepsorganisaties van beide partijen;
e) de verlening van bijstand en technische opleiding; de onder- steuning van agronomisch onderzoek, adviesverlenende diensten, agrarisch onderwijs en technische opleiding van personeel in de landbouwsector;
f) de harmonisatie van fytosanitaire en veterinaire normen;
g) de ondersteuning van geïntegreerde plattelandsontwikkeling, met inbegrip van de verbetering van basisdiensten en de ont- wikkeling van aanvullende economische activiteiten, met name in regio’s waar illegale gewassen worden uitgeroeid;
h) de samenwerking tussen plattelandsgebieden, de uitwisseling van ervaring en knowhow inzake plattelandsontwikkeling;
i) de ontwikkeling van de zeevisserij en de aquacultuur;
j) de ontwikkeling van verpakkings-, opslag- en marketing- technieken, en de verbetering van de distributiekanalen;
k) de ontwikkeling van de watervoorraden in de landbouw;
l) de ontwikkeling van de bosbouwsector, met name op het vlak van herbebossing, de preventie van bosbranden, bos- weilanden en de bestrijding van woestijnvorming;
m) de ontwikkeling van de landbouwmechanisatie en de bevor- dering van dienstverlenende landbouwcoöperaties;
n) de versterking van het systeem voor landbouwkrediet.
Artikel 52
Vervoer
De samenwerking is gericht op:
a) de herstructurering en modernisering van weg-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur die gekoppeld is aan de belangrijkste trans-Europese verbindingen van gemeenschap- pelijk belang;
b) de vaststelling en handhaving van exploitatie- en veiligheids- normen die vergelijkbaar zijn met die welke in de Gemeen- schap gangbaar zijn;
c) de verbetering van technische installaties om aan de com- munautaire normen te voldoen voor multimodaal vervoer, containervervoer en overlading;
d) de verbetering van het transitoverkeer over de weg en over zee en het multimodale transitoverkeer, en het beheer van havens, luchthavens, maritieme en luchtverkeerscontroles, spoorwegen en navigatiehulpmiddelen;
e) de reorganisatie en herstructurering van de sector voor groot- schalig vervoer, waaronder het openbaar vervoer.
Artikel 53
Informatiemaatschappij en telecommunicatie
1. De partijen erkennen dat informatie- en communicatietech- nologieën een cruciaal element zijn van een moderne samenle- ving, een vitale factor voor de economische en sociale ontwikkeling en een hoeksteen van de opkomende informatiemaatschappij.
2. De samenwerking op dit gebied is gericht op:
a) een dialoog over de verschillende aspecten van de informatie- maatschappij, zoals het telecommunicatiebeleid;
b) de uitwisseling van informatie en technische bijstand op het gebied van regelgeving, normalisatie, conformiteits- beoordeling en certificering in verband met informatietech- nologieën en telecommunicatie;
c) de verspreiding van nieuwe informatie- en communicatie- technologieën en geactualiseerde faciliteiten voor geavan- ceerde communicatie, informatiediensten en technologie;
d) de bevordering en implementatie van gezamenlijke projec- ten voor onderzoek, technische ontwikkeling en industriële toepassingen in informatietechnologieën, communicatie, telematica en de informatiemaatschappij;
e) de deelname van Libanese organisaties aan proefprojecten en Europese programma’s, zulks binnen de gevestigde kaders;
f) de interconnectie en interoperabiliteit van telematicanetwer- ken en -diensten in de Gemeenschap en Libanon;
g) een dialoog over regelgevende samenwerking op het gebied van internationale diensten, met inbegrip van aspecten met betrekking tot de bescherming van gegevens en privacy.
Artikel 54
Energie
De samenwerking is met name gericht op:
a) de bevordering van duurzame energiebronnen;
b) de bevordering van energiebesparing en energierendement;
c) toegepast onderzoek naar netwerken van gegevensbanken om de economische en sociale actoren van beide partijen met elkaar in verbinding te brengen;
d) de ondersteuning van de modernisering en ontwikkeling van energienetwerken en de interconnectie van deze netwerken met netwerken in de Gemeenschap.
Artikel 55
Toerisme
De samenwerking is gericht op:
a) de stimulering van investeringen in toerisme;
b) de verbetering van de kennis van de toeristenindustrie en het zorgen voor meer samenhang van beleid dat van invloed is op het toerisme;
c) de bevordering van een betere seizoenspreiding van toerisme;
d) de benadrukking van het belang van het culturele erfgoed voor het toerisme;
e) het zorgen voor een passende wisselwerking tussen toerisme en milieu;
f) de versterking van het concurrentievermogen van het toe- risme door steun voor hogere normen en professionalisme;
g) de verbetering van de informatiestromen;
h) de intensivering van de opleidingsactiviteiten op het gebied van hotelmanagement en hoteladministratie, en opleiding inzake andere beroepen in het hotelwezen;
i) de uitwisseling van ervaring met het oog op een evenwich- tige, duurzame ontwikkeling van het toerisme, in het bijzon- der door de uitwisseling van informatie, tentoonstellingen, conferenties en publicaties over toerisme.
Artikel 56
Samenwerking op douanegebied
1. De partijen ontwikkelen de samenwerking op douane- gebied, teneinde erop toe te zien dat de handelsbepalingen wor- den nageleefd. Daartoe stellen zij een dialoog in over douanevraagstukken.
2. De samenwerking is met name gericht op:
a) de vereenvoudiging van de controles en procedures voor in- en uitklaring van goederen;
b) de mogelijkheid van koppeling van de douanevervoer- systemen van de Gemeenschap en Libanon;
c) de uitwisseling van informatie tussen deskundigen, beroepsopleiding;
d) technische bijstand, voorzover van toepassing.
3. Onverminderd de andere vormen van samenwerking waarin deze overeenkomst voorziet, met name op het gebied van de bestrijding van drugsmisbruik en het witwassen van geld, verle- nen de administratieve autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen elkaar wederzijdse bijstand overeenkomstig de bepalin- gen van protocol nr. 5.
Artikel 57
Samenwerking op het gebied van de statistiek
De samenwerking is gericht op de harmonisatie van de door de partijen gebruikte methoden en de toepassing van gegevens, met inbegrip van gegevensbanken, over alle onder deze overeenkomst vallende terreinen waarvoor statistische gegevens kunnen worden verzameld.
Artikel 58
Bescherming van de consument
De samenwerking op dit gebied is gericht op de harmonisatie van de regelingen voor de bescherming van de consument in de Gemeenschap en Libanon en is voorzover mogelijk gericht op:
a) de versterking van de onderlinge compatibiliteit van de consumentenwetgeving, teneinde handelsbelemmeringen te voorkomen;
b) de totstandkoming, ontwikkeling en onderlinge koppeling van systemen voor wederzijdse verstrekking van informatie over gevaarlijke voedingsmiddelen en industrieproducten (systemen voor vroegtijdige waarschuwing);
c) de uitwisseling van informatie en deskundigen;
d) de organisatie van opleidingsregelingen en verlening van technische bijstand.
Artikel 59
Samenwerking bij institutionele versterking en opbouw van de rechtsstaat
De partijen wijzen nogmaals op het belang dat zij hechten aan de rechtsstaat en de goede werking van instellingen op alle niveaus, bij de overheid in het algemeen en op het gebied van de rechts- handhaving en het justitieel apparaat in het bijzonder. Een onaf- hankelijk en efficiënt justitieel apparaat en een goed opgeleide rechterlijke macht zijn in deze context van bijzonder belang.
Artikel 60
Witwassen van geld
1. De partijen zijn het erover eens dat moet worden samenge- werkt om te voorkomen dat hun financiële stelsels worden gebruikt voor het witwassen van opbrengsten uit criminele acti- viteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de totstandkoming van doel- treffende normen en efficiënte implementatie daarvan op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld, in overeen- stemming met de internationale normen.
Artikel 61
Preventie en bestrijding van georganiseerde criminaliteit
1. De partijen werken samen bij de preventie en bestrijding van georganiseerde criminaliteit, met name op de volgende gebie- den: mensenhandel; exploitatie voor seksuele doeleinden; corrup- tie; vervalsing van financiële instrumenten; illegale handel in verboden, vervalste of illegaal gekopieerde producten, illegale transacties van, met name, industrieel afval of radioactief materi- aal; handel in vuurwapens en explosieven; computercriminaliteit; gestolen auto’s.
2. De partijen werken nauw samen met het oog op de tot- standkoming van passende mechanismen en normen.
3. De technische en administratieve samenwerking op dit gebied omvat opleiding en de versterking van de doeltreffendheid van de autoriteiten en structuren die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding en preventie van criminaliteit en de totstandkoming van maatregelen op het gebied van misdaadpreventie.
Artikel 62
Samenwerking op het gebied van drugs
1. In het kader van hun respectieve bevoegdheden en bekwaamheden werken de partijen samen met het oog op een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van de bestrijding van drugs. Drugsbeleid en drugsmaatregelen zijn gericht op de ver- mindering van het aanbod van, de handel in en de vraag naar drugs, maar ook op een doeltreffendere controle van precursoren.
2. De partijen komen overeen welke samenwerkingsmethoden nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken. De maatregelen zijn gebaseerd op gezamenlijk overeengekomen beginselen die berusten op de vijf basisbeginselen die zijn goedgekeurd op de speciale zitting van de algemene Vergadering van de Verenigde Naties over drugs van 1998 (UNGaSS).
3. De samenwerking tussen de partijen kan technische en administratieve bijstand omvatten, met name op de volgende ter- reinen: opstelling van nationale wetgeving en nationaal beleid; oprichting van instellingen en informatiecentra; opleiding van personeel; onderzoek in verband met drugs; preventie van onei- genlijk gebruik van precursoren voor de illegale productie van drugs. De partijen kunnen overeenkomen de samenwerking uit te breiden tot andere terreinen.
TITEL VI
SAMENWERKING INZAKE SOCIALE EN CULTURELE VRAAGSTUKKEN
HOOFDSTUK 1
Dialoog en samenwerking op sociaal gebied
Artikel 63
De twee partijen bepalen gezamenlijk welke methoden nodig zijn voor de verwezenlijking van samenwerking op de onder deze titel vallende terreinen.
Artikel 64
1. Tussen de partijen wordt een regelmatige dialoog ingesteld over elk onderwerp op sociaal gebied dat voor hen van belang is.
2. In het kader van deze dialoog wordt onderzocht op welke wijze vooruitgang kan worden geboekt op het gebied van het ver- keer van werknemers, gelijke behandeling en sociale integratie van onderdanen van Libanon en van de lidstaten van de Gemeen- schap die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven.
3. De dialoog heeft met name betrekking op alle vraagstukken betreffende:
a) de levens- en werkomstandigheden van de migrantengemeenschappen;
b) migratie;
c) illegale immigratie;
d) activiteiten en programma’s ter bevordering van de gelijke behandeling van ingezetenen van Libanon en van de Gemeenschap, wederzijdse kennis van cultuur en beschaving, de bevordering van tolerantie en de afschaffing van discriminatie.
Artikel 65
1. Teneinde de samenwerking tussen de partijen op sociaal gebied te consolideren, worden activiteiten en programma’s uit- gevoerd op elk gebied dat voor hen van belang is, waaronder:
a) de verbetering van de levensomstandigheden, met name in gebieden met een achterstand en gebieden waarvan de bevol- king ontheemd is geraakt;
b) de bevordering van de rol van vrouwen in het proces van economische en sociale ontwikkeling, met name door onder- wijs en de media;
c) de ontwikkeling en versterking van Libanese programma’s voor geboorteregeling en bescherming van moeder en kind;
d) de verbetering van de stelsels voor sociale zekerheid en ziektekostenverzekering;
e) de verbetering van het gezondheidszorgstelsel, met name door samenwerking op het gebied van de volksgezondheid en preventie, gezondheid en veiligheid, alsmede opleiding en management op medisch vlak;
f) de implementatie en financiering van uitwisselings- en vrijetijdsbestedingsprogramma’s voor gemengde groepen van Europese en Libanese jongeren, jeugdwerkers, vertegen- woordigers van NGO’s voor jongeren en andere deskundigen op dit gebied die in de lidstaten verblijven, met het oog op de bevordering van de kennis van elkaars cultuur en de stimu- lering van tolerantie.
2. De partijen stellen een dialoog in over alle aspecten van wederzijds belang, met name over sociale problemen als werk- loosheid, revalidatie van minder gezonde bevolkingsgroepen, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, arbeidsverhoudin- gen, beroepsopleiding en veiligheid en gezondheid op het werk.
Artikel 66
De samenwerkingsactiviteiten kunnen worden geïmplementeerd in overleg met de lidstaten en relevante internationale organisaties.
HOOFDSTUK 2
Samenwerking op het gebied van cultuur, audiovisuele media en informatie
Artikel 67
1. De partijen bevorderen de culturele samenwerking op gebie- den van wederzijds belang, in een geest van respect voor elkaars cultuur. Zij stellen een duurzame dialoog in over cultuur. De samenwerking is met name gericht op het bevorderen van:
a) de conservering en restauratie van historisch en cultureel erf- goed (monumenten en locaties van cultuurhistorische waarde, artefacten, zeldzame boeken en handschriften en dergelijke);
b) de uitwisseling van kunsttentoonstellingen en kunstenaars;
c) de opleiding van personen die in de cultuursector werkzaam zijn.
2. De samenwerking op het gebied van de audiovisuele media is gericht op de bevordering van coproducties en opleidings- activiteiten. De partijen streven ernaar de deelname van Libanon aan communautaire initiatieven in deze sector te stimuleren.
3. De partijen zijn het erover eens dat cultuurprogramma’s van de Gemeenschap en een of meer lidstaten, alsmede andere activi- teiten van wederzijds belang, tot Libanon kunnen worden uitgebreid.
4. De partijen stimuleren culturele samenwerking van com- merciële aard, met name door middel van gezamenlijke projecten (voor productie, investering en marketing), opleiding en uitwisse- ling van informatie.
5. Bij de vaststelling van samenwerkingsprojecten en
-programma’s en gezamenlijke activiteiten besteden de partijen bijzondere aandacht aan jongeren, zelfexpressie, monumenten- zorg, verspreiding van cultuur, en communicatievaardigheden met gebruikmaking van schriftelijke en audiovisuele media.
6. De samenwerking wordt geïmplementeerd als uiteengezet in artikel 42.
HOOFDSTUK 3
Samenwerking bij de voorkoming en beheersing van illegale immigratie
Artikel 68
1. De partijen komen overeen samen te werken bij de voorko- ming en beheersing van illegale immigratie. Daartoe wordt het volgende overeengekomen:
a) iedere lidstaat van de Europese Gemeenschap verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van Libanon verblijven op verzoek van Libanon zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd;
b) Libanon verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Gemeen- schap verblijven op verzoek van die lidstaat zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd.
Voor dergelijke doeleinden verstrekken de lidstaten en Libanon hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.
2. Wat de lidstaten van de Europese Unie betreft, zijn de ver- plichtingen van dit artikel uitsluitend van toepassing op personen die voor de toepassing van het Gemeenschapsrecht geacht wor- den hun onderdanen te zijn overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie.
3. Wat Libanon betreft zijn de verplichtingen van dit artikel uit- sluitend van toepassing op personen die overeenkomstig het Liba- nese rechtsstelsel en alle relevante wetgeving betreffende het staatsburgerschap geacht worden onderdanen van Libanon te zijn.
Artikel 69
1. Na de inwerkingtreding van deze overeenkomst openen de partijen op verzoek van een van hen onderhandelingen over de sluiting van onderlinge bilaterale overeenkomsten waarin hun specifieke verplichtingen betreffende de overname van hun onder- danen worden geregeld. Indien een partij zulks noodzakelijk acht, bevatten dergelijke overeenkomsten tevens regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen. In die regelingen wordt bepaald welke categorieën van personen onder de regelin- gen vallen, alsmede op welke wijze de overname dient te geschieden.
2. Libanon wordt passende financiële en technische steun ver- leend voor de implementatie van deze regelingen.
Artikel 70
De associatieraad onderzoekt welke andere gezamenlijke inspan- ningen kunnen worden geleverd ter voorkoming en beheersing van illegale immigratie.
TITEL VII
FINANCIËLE SAMENWERKING
Artikel 71
1. Teneinde zoveel mogelijk bij te dragen aan de verwezenlij- king van de doelstellingen van deze overeenkomst wordt een financiële samenwerking ten gunste van Libanon in overweging genomen volgens de passende financiële procedures en met de passende financiële middelen.
2. Deze procedures worden in overleg tussen de partijen vast- gesteld met behulp van de meest geschikte instrumenten en met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
3. Naast de in de titels V en VI van deze overeenkomst genoemde terreinen kan de samenwerking ook betrekking heb- ben op:
a) de vergemakkelijking van hervormingen die gericht zijn op de modernisering van de economie;
b) de wederopbouw en het op peil brengen van de economische infrastructuur;
c) de bevordering van particuliere investeringen en activiteiten die werkgelegenheid scheppen;
d) de bestudering van de gevolgen van de geleidelijke instelling van een vrijhandelszone voor de Libanese economie, met name vanuit het oogpunt van het op peil brengen en her- structureren van de betrokken economische sectoren, zoals de industriesector;
e) de totstandkoming van flankerende maatregelen voor beleid in de sociale sectoren, met name met het oog op de hervor- ming van de sociale zekerheid.
Artikel 72
In het kader van de communautaire instrumenten ter ondersteu- ning van de programma’s voor structurele aanpassing in de lan- den van het Middellandse-Zeegebied en in nauwe samenwerking met de Libanese autoriteiten en andere partijen, in het bijzonder de internationale financiële instellingen, onderzoekt de Gemeen- schap de geschikte middelen ter ondersteuning van de structuur- maatregelen van Libanon die gericht zijn op het herstel van een algemeen financieel evenwicht en het creëren van een economisch klimaat dat een versnelde groei bevordert, waarbij echter de ver- betering van het sociale welzijn van de bevolking niet uit het oog wordt verloren.
Artikel 73
Met het oog op een gecoördineerde benadering van de bijzondere macro-economische en financiële problemen die zouden kunnen voortvloeien uit de geleidelijke uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst besteden de partijen bijzondere aandacht aan de ontwikkelingen in het handelsverkeer en de financiële betrek- kingen tussen de Gemeenschap en Libanon in het kader van de krachtens titel V ingestelde regelmatige economische dialoog.
TITEL VIII
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 74
1. Hierbij wordt een associatieraad opgericht die telkens wan- neer de omstandigheden zulks vereisen op ministerniveau bijeen- komt, op initiatief van zijn voorzitter en overeenkomstig de bepalingen in het reglement van orde.
2. De associatieraad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van deze overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeen- schappelijk belang.
Artikel 75
1. De associatieraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen enerzijds en leden van de regering van Libanon anderzijds.
2. De leden van de associatieraad mogen regelingen treffen om zich te doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde vast te stellen voorwaarden.
3. De associatieraad stelt zijn eigen reglement van orde vast.
4. De associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van Libanon, overeenkomstig de bepalingen in het reglement van orde.
Artikel 76
1. De associatieraad heeft voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst beslissingsbevoegdheid in de daarin genoemde gevallen.
2. Besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maat- regelen treffen voor de uitvoering ervan. De associatieraad kan ook aanbevelingen doen.
3. Besluiten en aanbevelingen van de associatieraad worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen vastgesteld.
Artikel 77
1. Hierbij wordt een associatiecomité opgericht, dat toezicht houdt op de implementatie van deze overeenkomst, onder voor- behoud van de aan de associatieraad toegekende bevoegdheden.
2. De associatieraad kan alle of een deel van zijn bevoegdhe- den aan het associatiecomité delegeren.
Artikel 78
1. Het associatiecomité vergadert op het niveau van ambtena- ren en bestaat uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Euro- pese Gemeenschappen enerzijds en vertegenwoordigers van de regering van Libanon anderzijds.
2. Het associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 82
1. Elk der partijen kan ieder geschil in verband met de toepas- sing of interpretatie van deze overeenkomst aan de associatieraad voorleggen.
2. De associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.
3. Elke partij is gebonden de maatregelen verbonden aan de uitvoering van het in lid 2 genoemde besluit te treffen.
4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan elk der partijen de andere partij ervan in kennis stel- len dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter dient aan te wijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één der beide partijen bij het geschil te zijn.
De associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.
De scheidsrechters beslissen bij meerderheid van stemmen.
Elke partij bij het geschil treft de maatregelen die voor de tenuit- voerlegging van het besluit van de scheidsrechters noodzakelijk zijn.
3. Het associatiecomité vergadert in beginsel beurtelings in de Gemeenschap en in Libanon.
Artikel 79
1. Het associatiecomité heeft beslissingsbevoegdheid inzake het beheer van de overeenkomst en op de terreinen waarop de associatieraad bevoegdheden aan het associatiecomité heeft gedelegeerd.
2. Besluiten van het associatiecomité worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.
Artikel 80
De associatieraad kan besluiten werkgroepen of lichamen in te stellen die voor de uitvoering van deze overeenkomst nodig zijn. Hij stelt voor alle aldus aan hem ondergeschikte werkgroepen of lichamen de werkopdracht vast.
Artikel 81
De associatieraad kan alle nuttige maatregelen nemen ter verge- makkelijking van de samenwerking en de contacten tussen het Europees Parlement en het Libanese parlement, en tussen het Eco- nomisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap en de tegenhan- ger van deze instelling in Libanon.
Artikel 83
Niets in deze overeenkomst belet een der partijen maatregelen te nemen:
a) die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;
b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ont- wikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor defensie- doeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor spe- cifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c) die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om ver- plichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
Artikel 84
Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onvermin- derd de daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende:
a) de regelingen die Libanon ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discri- minatie van de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen;
b) de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Libanon toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discri- minatie van Libanese onderdanen of vennootschappen.
Artikel 85
Ten aanzien van directe belastingen heeft geen der bepalingen van deze overeenkomst tot gevolg dat:
a) de door een partij toegekende voordelen op fiscaal gebied in enige internationale overeenkomst of regeling waardoor deze partij gebonden is, worden uitgebreid;
b) de vaststelling of toepassing door een der partijen van enige maatregel die gericht is op het voorkomen van fraude of belastingontduiking, wordt verhinderd;
c) afbreuk wordt gedaan aan het recht van een partij de terzake doende bepalingen van haar fiscale wetgeving toe te passen op belastingplichtigen die zich niet in een zelfde situatie bevinden, met name ten aanzien van hun woonplaats.
Artikel 86
1. De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze over- eenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in deze overeen- komst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van de partijen van mening is dat de andere par- tij een verplichting van deze overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij de associatieraad alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaard- bare oplossing te vinden.
3. Bij de keuze van maatregelen als bedoeld in lid 2 wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van deze over- eenkomst het minst verstoren. De partijen komen voorts overeen dat deze maatregelen in overeenstemming dienen te zijn met het internationale recht en in verhouding dienen te staan tot de schending.
Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de associatieraad gebracht; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent in de associatieraad overleg gepleegd.
Artikel 87
De bijlagen 1 en 2 en de protocollen 1 tot en met 5 vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.
Artikel 88
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „par- tijen” verstaan: enerzijds de Gemeenschap, of de lidstaten, of de Gemeenschap en haar lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden en anderzijds Libanon.
Artikel 89
1. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
2. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst door kennis- geving aan de andere partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepas- sing te zijn.
Artikel 90
Deze overeenkomst is van toepassing op enerzijds het grondge- bied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap van toepassing is, onder de voorwaarden waarin dat Verdrag voorziet en anderzijds het grondgebied van Libanon.
Artikel 91
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de ara- bische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Zij wordt nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Euro- pese Unie.
Artikel 92
1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
2. De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkaar kennisge- ving doen van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde procedures.
3. Bij haar inwerkingtreding vervangt deze overeenkomst de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Libanon en de Overeenkomst tus- sen de lidstaten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Libanon, die op 3 mei 1977 te Brussel werden ondertekend.
Artikel 93
Interimovereenkomst
De partijen komen overeen dat indien, in afwachting van de vol- tooiing van de procedures die nodig zijn voor de inwerkingtre- ding van deze overeenkomst, de bepalingen van bepaalde gedeelten van deze overeenkomst, met name die met betrekking tot het vrije verkeer van goederen, door middel van een interim- overeenkomst tussen de Gemeenschap en Libanon tot uitvoering worden gebracht, in dergelijke omstandigheden voor de toepas- sing van de titels II en IV van deze overeenkomst, van de bijla- gen 1 en 2 en van de protocollen 1 tot en met 5 daarbij, onder
„datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst” wordt ver- staan: de datum van inwerkingtreding van de interim- overeenkomst voor wat betreft de verplichtingen die in deze artikelen, bijlagen en protocollen zijn opgenomen.
Hecho en Luxemburgo, el diecisiete de junio de dos mil dos. Udfærdiget i Luxembourg den syttende juni to tusind og to. Geschehen zu Luxemburg am siebzehnten Juni zweitausendundzwei. Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις δέκα εφτά Ιουνίου δύο χιλιάδες δύο.
Done at Luxembourg on the seventeenth day of June in the year two thousand and two. Fait à Luxembourg, le dix-sept juin deux mille deux.
Fatto a Lussemburgo, addì diciassette giugno duemiladue. Gedaan te Luxemburg, de zeventiende juni tweeduizendtwee. Feito no Luxemburgo, em dezassete de Junho de dois mil e dois.
Tehty Luxemburgissa seitsemäntenätoista päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksi. Som skedde i Luxemburg den sjuttonde juni tjugohundratvå.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté ger- manophone, la Xxxxxx xxxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Fran- zösische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great britain and Northern Ireland
Por la Comunidad Europea For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN
BIJLAGE 1 Landbouwproducten en bewerkte landbouwproducten vallend onder de GS-hoofdstukken 25 tot en met 97, bedoeld in de artikelen 7 en 12
BIJLAGE 2 Intellectuele, industriële en commerciële eigendom bedoeld in artikel 38
PROTOCOL 1 betreffende de regelingen die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van land- bouwproducten van oorsprong uit Libanon bedoeld in artikel 14, lid 1
PROTOCOL 2 betreffende de regelingen die van toepassing zijn op de invoer in Libanon van landbouwpro- ducten van oorsprong uit de Gemeenschap bedoeld in artikel 14, lid 2
PROTOCOL 3 inzake de handel tussen Libanon en de Gemeenschap in bewerkte landbouwproducten bedoeld in artikel 14, lid 3
BIJLAGE I betreffende regelingen die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit Libanon
BIJLAGE II betreffende regelingen die van toepassing zijn op de invoer in Libanon van bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap
PROTOCOL 4 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor admi- nistratieve samenwerking
PROTOCOL 5 inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken
BIJLAGE 1
Landbouwproducten en bewerkte landbouwproducten vallend onder de GS-hoofdstukken 25 tot en met 97, bedoeld in de artikelen 7 en 12
GS-code | 2905 43 | (mannitol) |
GS-code | 2905 44 | (sorbitol) |
GS-code | 2905 45 | (glycerol) |
GS-post | 3301 | (etherische oliën) |
GS-code | 3302 10 | (geurige oliën) |
GS-posten | 3501 t/m 3505 | (eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm) |
GS-code | 3809 10 | (appreteermiddelen) |
GS-post | 3823 | (industriële vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen) |
GS-code | 3824 60 | (sorbitol n.e.g.) |
GS-posten | 4101 t/m 4103 | (huiden en vellen) |
GS-post | 4301 | (pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid) |
GS-posten | 5001 t/m 5003 | (ruwe zijde; afval van zijde) |
GS-posten | 5101 t/m 5103 | (wol; fijn haar; grof haar) |
GS-posten | 5201 t/m 5203 | (katoen, niet gekaard en niet gekamd; afval van katoen; katoen, gekaard of gekamd) |
GS-post | 5301 | (ruwe vlas) |
GS-post | 5302 | (ruwe hennep) |
BIJLAGE 2
Intellectuele, industriële en commerciële eigendom bedoeld in artikel 38
1. Vóór het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, ratificeert Libanon de herzieningen op de volgende multilaterale verdragen inzake intellectuele eigendom waar de lidstaten en Libanon partij bij zijn of die door de lidstaten de facto worden toegepast:
— Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, geamen- deerd 1979);
— Berner conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs 1971, geamendeerd 1979);
— Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève 1977, geamendeerd 1979);
2. Vóór het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, treedt Libanon toe tot de volgende multilaterale verdragen waar de lidstaten en Libanon partij bij zijn of die door de lidstaten de facto worden toegepast:
— Verdrag inzake samenwerking bij octrooien (Washington 1970, geamendeerd 1979 en gewijzigd 1984);
— Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd 1980).
— Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid 1989);
— Verdrag betreffende het merkenrecht (Genève 1994);
— Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (Akte van Genève, 1991);
— Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, bijlage 1C bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (TRIPs, Marrakesh 1994).
De partijen stellen alles in het werk om de volgende multilaterale verdragen zo spoedig mogelijk te ratificeren:
— WIPO-verdrag inzake auteursrecht (Genève 1996);
— WIPO-verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen (Genève 1996).
3. De Associatieraad kan besluiten dat punt 1 op andere multilaterale verdragen op dit gebied van toepassing is.
PROTOCOL 1
betreffende regelingen die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Libanon bedoeld in artikel 14, lid 1
1. Voor invoer in de Europese Gemeenschap van de volgende producten van oorsprong uit de Republiek Libanon gelden onderstaande voorwaarden.
2. Landbouwproducten van oorsprong uit de Republiek Libanon, andere dan die bedoeld in dit protocol, worden bij invoer in de Gemeenschap toegelaten met vrijstelling van douanerechten.
3. Voor het eerste jaar van toepassing van deze overeenkomst wordt de omvang van de tariefcontingenten berekend naar verhouding van de basishoeveelheden, rekening houdend met het gedeelte van de termijn dat is verstreken voor de datum waarop deze overeenkomst van toepassing werd.
A | B | C | D | E | F | ||
GN-code 2002 | Omschrijving (1) | Verlaging van het meest- begunstigings- recht (2) | Tarief- contingent | Verlaging van het douanerecht boven het tariefcontingent (B) (2) | Jaarlijkse toename | Specifieke bepalingen | |
(%) | (ton nettoge- wicht) | (%) | (hoeveelheid) | (ton nettoge- wicht) | |||
0603 | Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering | 0 | — | — | — | ||
0701 90 50 | Nieuwe aardappelen (primeurs), vers of gekoeld, van 1 januari tot en met 31 mei | 100 | 10 000 | — | 1 000 | ||
0701 90 50 ex 0701 90 90 | Nieuwe aardappelen (primeurs), vers of gekoeld, van 1 juni tot en met 31 juli | 100 | 20 000 | — | 2 000 | ||
ex 0701 90 90 | Nieuwe aardappelen (primeurs), vers of gekoeld, van 1 oktober tot en met 31 december | 100 | 20 000 | — | 2 000 | ||
0702 00 00 | Tomaten, vers of gekoeld | 100 | 5 000 | 60 | onbeperkt | 1 000 | (2) |
0703 20 00 | Knoflook, vers of gekoeld | 100 | 5 000 | 60 | 3 000 | 0 | (3) |
0707 00 | Komkommers en augurken, vers of gekoeld | 100 | onbeperkt | (2) | |||
0709 10 00 | Artisjokken, vers of gekoeld | 100 | onbeperkt | (2) | |||
0709 90 31 | Olijven, vers of gekoeld, bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie | 100 | 1 000 | — | — | 0 | (4) |
0709 90 70 | Kleine pompoenen (zogenaamde cour- gettes), vers of gekoeld | 100 | onbeperkt | (2) | |||
0711 20 10 | Verduurzaamde olijven, vers of gekoeld, bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie | 100 | 1 000 | — | — | 0 | (4) |
0805 10 | Sinaasappelen, vers of gedroogd | 60 | onbeperkt | (2) | |||
0805 20 | Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begrepen); clementines, wil- kings en dergelijke kruisingen van cit- rusvruchten, vers of gedroogd | 60 | onbeperkt | (2) | |||
0805 50 | Citroenen en lemmetjes, vers of gedroogd | 40 | onbeperkt | — | (2) |
A | B | C | D | E | F | ||
GN-code 2002 | Omschrijving (1) | Verlaging van het meest- begunstigings- recht (2) | Tarief- contingent | Verlaging van het douanerecht boven het tariefcontingent (B) (2) | Jaarlijkse toename | Specifieke bepalingen | |
(%) | (ton nettoge- wicht) | (%) | (hoeveelheid) | (ton nettoge- wicht) | |||
ex 0806 | Xxxxxxx, vers of gedroogd, andere dan druiven voor tafelgebruik, van 1 okto- ber tot en met 30 april en van 1 juni tot en met 11 juli en andere dan druiven voor tafelgebruik van de soort „Empe- reur” (Vitis vinifera c.v.) | 100 | onbeperkt | (2) | |||
ex 0806 10 10 | Verse druiven voor tafelgebruik, van 1 oktober tot en met 30 april en van 1 juni tot en met 11 juli en andere dan druiven voor tafelgebruik van de soort „Empereur” (Vitis vinifera c.v.) | 100 | 6 000 | 60 | 4 000 | — | (2) |
0808 10 | Appelen, vers | 100 | 10 000 | 60 | onbeperkt | — | (2) |
0808 20 | Peren en kweeperen, vers | 100 | onbeperkt | (2) | |||
0809 10 00 | Abrikozen, vers | 100 | 5 000 | 60 | onbeperkt | — | (2) |
0809 20 | Kersen, vers | 100 | 5 000 | 60 | onbeperkt | — | (2) |
0809 30 | Perziken (nectarines daaronder begre- pen), vers | 100 | 2 000 | — | — | 500 | (2) |
ex 0809 40 | Pruimen en sleepruimen, vers, van 1 september tot en met 30 april | 100 | onbeperkt | (2) | |||
ex 0809 40 | Pruimen en sleepruimen, vers, van 1 mei tot en met 31 augustus | 100 | 5 000 | — | — | — | (2) |
1509 10 1510 00 10 | Olijfolie | 100 | 1 000 | — | — | — | (5) |
1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm | 0 | — | — | — | — | |
2002 | Tomaten, op andere wijze bereid of ver- duurzaamd dan in azijn of azijnzuur | 100 | 1 000 | — | — | — | |
2009 61 2009 69 | Druivensap (druivenmost daaronder begrepen) | 100 | onbeperkt | (2) | |||
2204 | Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begre- pen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009 | 0 | — | — | — | — |
(1) Onverminderd de regels voor de implementatie van de gecombineerde nomenclatuur, dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes bepalend zijn voor de preferentieregeling. Wanneer de GN-code door de letters „ex” wordt voorafgegaan, dan wordt het preferentiële schema zowel door de GN-code als door de omschrijving bepaald.
(2) De verlaging is uitsluitend op het „ad valorem” deel van het douanerecht van toepassing.
(3) Voor indeling onder deze code gelden de voorwaarden die zijn vastgelegd in de betreffende communautaire bepalingen (zie de artikelen 1 tot en met 13 van Verordening (EG) nr. 1047/2001 van de Commissie (PB L 145, 31.5.2001, blz. 35) en opeenvolgende wijzigingen).
(4) Voor indeling onder deze code gelden de voorwaarden die zijn vastgelegd in de betreffende communautaire bepalingen (zie de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie (PB L 253, 11.10.1993, blz. 71) en opeenvolgende wijzigingen).
(5) De concessie is van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van geheel in Libanon verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie.
PROTOCOL 2
betreffende de regelingen die van toepassing zijn op de invoer in Libanon van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap bedoeld in artikel 14, lid 2
1. Voor invoer in de Republiek Libanon van de volgende producten van oorsprong uit de Europese Gemeen- schap gelden onderstaande voorwaarden.
2. De verlaging in kolom B van het douanerecht in (A) is niet van toepassing op het minimumrecht en ook niet op de accijns in (C).
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0101 | Paarden, ezels, muildieren en muilezels, levend | 5 | 100 | |
0102 | Levende runderen | Xxxx | Xxxx | |
0103 | Levende varkens | 5 | 100 | |
0104 10 | Levende schapen | Vrij | Vrij | |
0104 20 | Levende geiten | 5 | 100 | |
0105 11 | Levend pluimvee, hanen en kippen, met een gewicht van niet meer dan 185 g | 5 | 100 | |
0105 12 | Levende kalkoenen, met een gewicht van niet meer dan 185 g | 5 | 100 | |
0105 19 | Ander levend pluimvee, met een gewicht van niet meer dan 185 g | 5 | 100 | |
0105 92 | Levend pluimvee, hanen en kippen, met een gewicht van niet meer dan 2 000 g | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 250/netto kg |
0105 93 | Levend pluimvee, hanen en kippen, met een gewicht van meer dan 2 000 g | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 250/netto kg |
0105 99 | Ander levend pluimvee (eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders) | 5 | 100 | |
0106 | Andere levende dieren | 5 | 100 | |
0201 | Vlees van runderen, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0202 | Vlees van runderen, bevroren | 5 | 100 | |
0203 | Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren | 5 | 100 | |
0204 | Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren | 5 | 100 | |
0205 00 | Vlees van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers, gekoeld of bevroren | 5 | 100 | |
0206 | Eetbare slachtafvallen van runderen, van varkens, van schapen, van geiten, van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers, gekoeld of bevro- ren | 5 | 100 | |
0207 11 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: van hanen of van kippen: niet in stukken gesneden, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 200/netto kg |
0207 12 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: van hanen of van kippen: niet in stukken gesneden, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 4 200/netto kg |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0207 13 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: van hanen of van kippen: delen en slachtafvallen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/netto kg |
0207 14 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: van hanen of van kippen: delen en slachtafvallen, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 9 000/netto kg |
0207 24 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van kalkoenen, niet in stuk- ken gesneden, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0207 25 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van kalkoenen, niet in stuk- ken gesneden, bevroren | 5 | 100 | |
0207 26 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van kalkoenen, delen en slachtafvallen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 100/netto kg |
0207 27 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van kalkoenen, delen en slachtafvallen, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 2 100/netto kg |
0207 32 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van eenden, van ganzen of van parelhoenders, niet in stukken gesneden, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0207 33 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van eenden, van ganzen of van parelhoenders, niet in stukken gesneden, bevro- ren | 5 | 100 | |
0207 34 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van eenden, van ganzen of van parelhoenders, vette levers (foies gras), vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0207 35 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van eenden, van ganzen of van parelhoenders, andere, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0207 36 | Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), van eenden, van ganzen of van parelhoenders, andere, bevroren | 5 | 100 | |
0208 | Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren | 5 | 100 | |
0209 00 | Spek (ander dan doorregen spek), alsmede varkens- vet en vet van gevogelte, niet gesmolten noch anderszins geëxtraheerd, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt | 5 | 100 | |
0210 | Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt; meel en poeder van vlees of van slachtafvallen, geschikt voor menselijke con- sumptie | 5 | 100 | |
0401 10 10 | Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van niet meer dan 1 gewichtspercent | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxxxx XXX 25/l |
0401 10 90 | Andere, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van niet meer dan 1 gewichtspercent | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0401 20 10 | Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van meer dan 1 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxxxx XXX 25/l |
0401 20 90 | Andere, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van meer dan 1 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten | 5 | A | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0401 30 10 | Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van meer dan 6 gewichtspercenten | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxxxx XXX 25/l |
0401 30 90 | Andere, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van meer dan 6 gewichtspercenten | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0402 10 | Melk en room, ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van niet meer dan 1,5 gewichtspercent | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0402 21 | Melk en room, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van niet meer dan 1,5 gewichtspercent, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0402 29 | Melk en room, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van niet meer dan 1,5 gewichtspercent, andere | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0402 91 | Melk en room, andere dan in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0402 99 10 | Melk en room, andere dan in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, in vloeibare vorm, niet inge- dikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstof- fen | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxxxx XXX 25/l |
0402 99 90 | Andere | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 0403 10 | Yoghurt, niet gearomatiseerd | 70 | 43 | Minimrecht LBP 1 000/semi-bruto kg+accijns LBP 25/l |
0403 90 10 | Labneh | 70 | 43 | Minimumrecht: LBP 4 000/semi-bruto kg |
ex 0403 90 90 | Andere producten, niet gearomatiseerd, bedoeld bij post 0403 | 20 | 30 | Accijns LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0404 10 | Wei en gewijzigde wei, ook indien ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 5 | 100 | |
0404 90 | Andere producten dan wei, bestaande uit natuurlijke melkbestanddelen, niet elders genoemd noch elders onder begrepen | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0405 10 | Boter | Vrij | Vrij | |
0405 90 | Andere van melk afkomstige vetstoffen en oliën | Vrij | Vrij | |
0406 10 | Verse (niet gerijpte) kaas, weikaas daaronder begre- pen, en wrongel | 70 | 30 | Minimumrecht: LBP 2 500/semi-bruto kg |
0406 20 | Kaas van alle soorten, geraspt of in poeder | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0406 30 | Smeltkaas, niet geraspt noch in poeder | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
0406 40 | Blauw-groen geaderde kaas | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 0406 90 | Kashkaval | 35 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 0406 90 | Andere kaas, behalve Kashkaval-kaas | 35 | 20 | Deze concessie geldt vanaf de inwerking- treding (jaar 1) van de overeenkomst |
0407 00 10 | Vogeleieren in de schaal, vers, van pluimvee | 50 | 25 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxx |
0407 00 90 | Andere vogeleieren | 20 | 25 | |
0408 11 | Eigeel, gedroogd | 5 | 100 | |
0408 19 | Eigeel, niet gedroogd | 5 | 100 | |
0408 91 | Andere vogeleieren, niet in schaal, gedroogd | 5 | 100 | |
0408 99 | Andere vogeleieren, niet in schaal, andere dan gedroogd | 5 | 100 | |
0409 00 | Xxxxxxxxxxxx | 00 | 00 | Xxxxxxxxxxxx: LBP 8 000/netto kg |
0410 00 | Eetbare producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen | 5 | 100 | |
0504 00 | Darmen, blazen en magen van dieren (andere dan die van vissen), in hun geheel of in stukken, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt | Vrij | Vrij | |
0511 10 | Rundersperma | 5 | 100 | |
0511 91 | Producten, n.e.g, van vis, schaaldieren, weekdieren of andere ongewervelde waterdieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 3 | Vrij | Vrij | |
0511 99 | Andere dierlijke producten, niet elders genoemd | Vrij | Vrij | |
0601 | Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212 | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0602 10 | Levende stekken zonder wortels en enten | 5 | 100 | |
0602 20 | Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruch- ten, ook indien geënt | 5 | 100 | |
0602 30 | Rododendrons en azalea’s, ook indien geënt | 30 | 100 | Het douanerecht dat momenteel wordt toegepast en is aangegeven in kolom A, wordt verlaagd tot 5 % vanaf de inwer- kingtreding van de overeenkomst |
0602 40 | Rozen, ook indien geënt | 5 | 100 | |
0602 90 10 | Andere woudbomen en woudheesters, decoratieve planten in individuele potten met een doorsnee van meer dan 5 cm | 30 | 100 | Het douanerecht dat momenteel wordt toegepast en is aangegeven in kolom A, wordt verlaagd tot 5 % vanaf de inwer- kingtreding van de overeenkomst |
0602 90 90 | Andere | 5 | 100 | |
0603 | Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd | 70 | 25 | Het douanerecht dat momenteel wordt toegepast en is aangegeven in kolom A, wordt verlaagd tot 30 % vanaf de inwer- kingtreding van de overeenkomst |
0604 | Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknop- pen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd | 70 | 25 | Het douanerecht dat momenteel wordt toegepast en is aangegeven in kolom A, wordt verlaagd tot 30 % vanaf de inwer- kingtreding van de overeenkomst |
0701 10 | Pootaardappelen, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0701 90 | Aardappelen, andere dan pootaardappelen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0702 00 | Tomaten, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0703 10 10 | Plantuitjes, vers of gekoeld | 5 | 100 | |
0703 10 90 | Andere, sjalotten, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0703 20 | Knoflook, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0703 90 | Prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0704 10 | Bloemkool, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0704 20 | Spruitjes, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0704 90 | Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, kool- rabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld, andere dan bloemkool en spruitjes | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0705 11 | Kropsla, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0705 19 | Andere sla, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxxxx |
0705 21 | Witloof, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0705 29 | Andere witloof, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0706 10 | Wortelen en rapen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0706 90 10 | Radijs | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0706 90 90 | Andere, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0707 00 | Komkommers en augurken, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0708 10 | Erwten, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0708 20 | Bonen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0708 90 | Andere peulgroenten, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 10 | Artisjokken, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 20 | Asperges, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0709 30 | Aubergines, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 40 | Selderij, andere dan knolselderij, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0709 51 | Paddenstoelen, vers of gekoeld, van het geslacht „Agaricus” | 25 | 25 | |
0709 52 | Truffels, vers of gekoeld | 25 | 25 | |
0709 59 | Andere paddenstoelen en truffels | 25 | 25 | |
0709 60 | Vruchten van de geslachten „Capsicum” en „Pimenta”, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 70 | Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 90 10 | Olijven, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0709 90 20 | Pompoenen, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 90 30 | Verse malve, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 90 40 | Postelein (portulaca), peterselie, roket (argula), koriander, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 90 50 | Snijbiet, vers of gekoeld | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0709 90 90 | Andere verse of gekoelde groenten | 25 | 25 | |
0710 10 | Aardappelen, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0710 21 | Erwten, bevroren | 35 | 25 | |
0710 22 | Bonen, bevroren | 35 | 25 | |
0710 29 | Andere mengsels van peulgroenten, bevroren | 35 | 25 | |
0710 30 | Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, bevroren | 35 | 25 | |
0710 80 | Andere bevroren groenten | 35 | 25 | |
0710 90 | Mengsels van groenten, bevroren | 35 | 25 | |
ex 0711 | Groenten, voorlopig verduurzaamd, doch als zoda- nig niet geschikt voor dadelijke consumptie | 5 | 100 | |
0712 20 | Uien, gedroogd, ook indien in stukken of in schij- ven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poeder- vorm, doch niet op andere wijze bereid | 25 | 25 | |
0712 31 | Paddenstoelen van het geslacht „Agaricus”, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid | 25 | 25 | |
0712 32 | Judasoren (Auricularia spp.), gedroogd, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijnge- maakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid | 25 | 25 | |
0712 33 | Trilzwammen (Tremella spp.), gedroogd, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijnge- maakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid | 25 | 25 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0712 39 | Andere paddenstoelen en truffels, gedroogd, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid | 25 | 25 | |
0712 90 10 | Suikermaïs | 5 | 100 | |
0712 90 90 | Andere gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm | 25 | 25 | |
0713 | Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) | Vrij | Vrij | |
0714 10 | Maniokwortel | 5 | 100 | |
0714 20 | Bataten (zoete aardappelen) | 5 | 100 | |
0714 90 10 | Taro (dasheen) | 25 | 25 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0714 90 90 | Andere wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel en inuline en merg van de sagopalm | 5 | 100 | |
0801 | Kokosnoten, paranoten en cashewnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal | 5 | 100 | |
0802 11 | Amandelen, in xx xxx | 00 | 00 | Xxxxxxxxxxxx: XXX 000/xxxxx kg |
0802 12 | Amandelen, zonder dop | 5 | 100 | |
0802 21 | Hazelnoten, in de dop | 5 | 100 | |
0802 22 | Hazelnoten, zonder dop | 5 | 100 | |
0802 31 | Walnoten (okkernoten), in de dop | 5 | 100 | |
0802 32 | Walnoten, zonder dop | 5 | 100 | |
0802 40 | Kastanjes | 5 | 100 | |
0802 50 | Pimpernoten (pistaches) | 5 | 100 | |
0802 90 10 | Pignolen | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 15 000/netto kg |
0802 90 90 | Andere noten | 5 | 100 | |
0803 00 | Bananen, „plantains” daaronder begrepen, vers of gedroogd | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 1 000/semi-bruto kg |
0804 10 | Dadels, vers of gedroogd | 5 | 100 | |
0804 20 10 | Vijgen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0804 20 90 | Vijgen, gedroogd | 5 | 100 | |
0804 30 | Ananassen, vers of gedroogd | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0804 40 | Avocado’s, vers of gedroogd | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0804 50 | Guaves, mango’s en manggistans, vers of gedroogd | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx xx |
0000 | Xxxxxxxxxxxxxx, vers of gedroogd | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0806 10 | Druiven, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0806 20 | Druiven, gedroogd | 5 | 100 | |
0807 11 | Watermeloenen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0807 19 | Andere meloenen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0807 20 | Papaja’s, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0808 10 | Appelen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0808 20 | Peren en kweeperen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0809 10 | Abrikozen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0809 20 | Kersen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0809 30 | Perziken (nectarines daaronder begrepen), vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0809 40 | Pruimen en sleepruimen, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0810 10 | Aardbeien, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 1 000/bruto kg |
0810 20 | Frambozen, bramen, moerbeien en loganbessen, vers | 5 | 100 | |
0810 30 | Zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, vers | 5 | 100 | |
0810 40 | Veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht „Vaccinium”, vers | 5 | 100 | |
0810 50 | Kiwi’s, vers | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0810 60 | Doerians | 25 | 25 | |
0810 90 10 | Litchis, passievruchten, kaneelappels, kaki’s | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0810 90 20 | Loquats | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0810 90 30 | Granaatappel | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0810 90 40 | Jojoba | 45 | 25 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
0810 90 90 | Ander fruit, vers | 25 | 25 | |
0811 10 | Aardbeien, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0811 20 | Frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0811 90 | Ander fruit en noten, bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 1 500/bruto kg |
0812 | Fruit en noten, voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie | 5 | 100 | |
0813 10 | Gedroogde abrikozen | 15 | 25 | |
0813 20 | Gedroogde pruimen | 25 | 25 | |
0813 30 | Gedroogde appelen | 25 | 25 | |
0813 40 | Andere gedroogde vruchten, andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806 | 25 | 25 | |
0813 50 | Mengsels van noten of gedroogde vruchten, bedoeld bij hoofdstuk 08 | 25 | 25 | |
0814 00 | Schillen van citrusvruchten en van meloenen (water- meloenen daaronder begrepen), vers, bevroren of gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voor- lopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd | 5 | 100 | |
0901 | Koffie, ook indien gebrand of cafeïnevrij; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevat- ten, ongeacht de mengverhouding | 5 | 100 | |
0902 | Thee, ook indien gearomatiseerd | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0904 | Peper van het geslacht „Piper”; vruchten van de geslachten „Capsicum” en „Pimenta”, gedroogd, fijn- gemaakt of gemalen | 5 | 100 | |
0905 00 | Vanille | 5 | 100 | |
0906 | Xxxxxx en kaneelknoppen | 5 | 100 | |
0907 00 | Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen | 5 | 100 | |
0908 | Muskaatnoten, foelie, amomen en kardemom | 5 | 100 | |
0909 | Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; | 5 | 100 | |
0910 10 | Gember | 5 | 100 | |
0910 20 | Saffraan | 5 | 100 | |
0910 30 | Kurkuma | 5 | 100 | |
0910 40 10 | Thijm | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
0910 40 90 | Laurierbladeren | 5 | 100 | |
0910 50 | Kerrie | 5 | 100 | |
0910 91 | Andere specerijen, mengsels bedoeld in aantekening 1, onder b), bij hoofdstuk 9 | 5 | 100 | |
0910 99 | Andere specerijen, andere dan mengsels bedoeld in aantekening 1, onder b), bij hoofdstuk 9 | 5 | 100 | |
1001 | Tarwe en mengkoren | Vrij | Vrij | |
1002 00 | Rogge | Vrij | Vrij | |
1003 00 | Gerst | Vrij | Vrij | |
1004 00 | Haver | Vrij | Vrij | |
1005 10 | Maïs, zaaigoed | 5 | 100 | |
1005 90 | Maïs, andere dan zaaigoed | Vrij | Vrij | |
1006 | Rijst | 5 | 100 | |
1007 00 | Graansorgho | 5 | 100 | |
1008 | Boekweit, gierst (andere dan sorgho) en kanariezaad; andere granen | 5 | 100 | |
1101 00 | Meel van tarwe of van mengkoren | Xxxx | Xxxx | |
1102 | Xxxx xxx xxxxxx, andere dan van tarwe of van mengkoren | Xxxx | Xxxx | |
1103 11 | Gries en griesmeel van tarwe | Xxxx | Xxxx | |
1103 13 | Gries en griesmeel van maïs | 5 | 100 | |
1103 19 | Gries en griesmeel van andere granen | 5 | 100 | |
1103 20 | Pellets | 5 | 100 | |
1104 | Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken), andere dan rijst bedoeld bij post 1006; graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gema- len | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1105 | Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van aardappelen | 5 | 100 | |
1106 | Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714 en van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8 | 5 | 100 | |
1107 | Mout, ook indien gebrand | Xxxx | Xxxx | |
1108 | Zetmeel; inuline | 5 | 100 | |
1109 00 | Tarwegluten, ook indien gedroogd | Vrij | Vrij | |
1201 00 | Sojabonen, ook indien gebroken | Xxxx | Xxxx | |
1202 | Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, ook indien gedopt of gebroken | Xxxx | Xxxx | |
1203 00 | Kopra | Xxxx | Xxxx | |
1204 00 | Lijnzaad, ook indien gebroken | Xxxx | Xxxx | |
1205 00 | Kool- en raapzaad, ook indien gebroken | Xxxx | Xxxx | |
1206 00 | Zonnebloempitten, ook indien gebroken | Xxxx | Xxxx | |
1207 10 | Palmnoten en palmpitten | Vrij | Vrij | |
1207 20 | Katoenzaad | Vrij | Vrij | |
1207 30 | Xxxxxxxxxxx | Xxxx | Xxxx | |
1207 40 | Sesamzaad | 5 | 100 | |
1207 50 | Mosterdzaad | Vrij | Vrij | |
1207 60 | Saffloerzaad | Vrij | Vrij | |
1207 91 | Xxxxxxxxxxx | Xxxx | Xxxx | |
1207 99 | Ander zaad | Vrij | Vrij | |
1208 | Meel van oliehoudende zaden en vruchten, ander dan mosterdmeel | Xxxx | Xxxx | |
1209 | Zaaigoed, sporen daaronder begrepen | 5 | 100 | |
1210 | Xxxxxxxxx, vers of gedroogd, ook indien fijnge- maakt, gemalen of in pellets; lupuline | Vrij | Vrij | |
1211 10 | Zoethout | 5 | 100 | |
1211 20 | Ginsengwortel | 5 | 100 | |
1211 30 | Cocabladeren | 5 | 100 | |
1211 40 | Xxxxxxxxxxxxx | 0 | 100 | |
1211 90 10 | Verse munt | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 000/xxxxx kg |
1211 90 90 | Andere planten, plantendelen, van de soort hoofd- zakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insecten- of parasieten- bestrijding of voor dergelijke doeleinden, vers of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poe- dervorm | 5 | 100 | |
1212 10 | Sint-jansbrood, sint-jansbroodpitten daaronder begrepen | 5 | 100 | |
1212 30 | Xxxxxx xxx xxxxxxxxx, van perziken of van pruimen, ook indien in de steen | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1212 91 | Suikerbieten | 5 | 100 | |
1212 99 | Andere | 5 | 100 | |
1213 00 | Stro en kaf van graangewassen, onbewerkt, ook indien gehakt, gemalen, geperst of in pellets | 5 | 100 | |
1214 | Koolrapen, voederbieten, voederwortels, hooi, luzerne, klaver, hanenkammetjes (esparcette), merg- kool, lupine, wikke en dergelijke voedergewassen, ook indien in pellets | 5 | 100 | |
1301 10 | Gomlak (schellak) | 5 | 100 | |
1301 20 | Arabische gom | 5 | 100 | |
1301 90 | Andere lak en gomlak | Xxxx | Xxxx | |
1302 11 | Opium | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1302 39 | Andere | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1501 00 | Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, met uitzondering van vet van de posten 0209 of 1503 | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1502 00 | Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503 | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1503 00 | Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomarga- rine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1504 10 | Oliën uit vislevers en fracties daarvan | Vrij | Vrij | |
1504 20 | Vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan oliën uit vislevers | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1504 30 | Vetten en oliën van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1507 10 | Ruwe sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraf- fineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1507 90 | Andere sojaolie dan ruwe sojaolie, ook indien geraf- fineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1508 10 | Ruwe grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1508 90 | Grondnotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe grondnotenolie, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1509 | Olijolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 70 | 0 | Minimumrecht: LBP 6 000/eenheid |
1510 00 | Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkre- gen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, bedoeld bij post 1509, daaron- der begrepen | 15 | 0 | |
1511 10 | Ruwe palmolie en fracties daarvan, ook indien geraf- fineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1511 90 | Palmolie en fracties daarvan, andere dan ruwe palm- olie, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1512 11 | Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, als- mede fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1512 19 | Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, als- mede fracties daarvan, andere dan ruwe zonne- bloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1512 21 | Ruwe katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien ontdaan van gossypol | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1512 29 | Katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe katoenzaadolie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1513 11 | Ruwe kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1513 19 | Kokosolie (kopraolie) alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe kokosolie (kopraolie) | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1513 21 | Ruwe palmpittenolie of babassunotenolie, alsmede fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1513 29 | Palmpittenolie of babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe palmpittenolie of babas- sunotenolie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1514 11 | Ruwe koolzaad-, raapzaad-, en mosterdzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet che- misch gewijzigd | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1514 19 | Koolzaad-, raapzaad-, en mosterdzaadolie met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daar- van, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan ruwe koolzaad-, raapzaad-, en mosterdzaadolie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1514 91 | Andere ruwe koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaad- olie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffi- neerd, doch niet chemisch gewijzigd | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1514 99 | Andere ruwe koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaad- olie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffi- neerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan ruwe koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 11 | Lijnolie en fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 19 | Lijnolie en fracties daarvan, andere dan ruwe lijno- lie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 21 | Ruwe maïsolie en fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 29 | Maïsolie en fracties daarvan, andere dan ruwe maï- solie | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 30 | Ricinusolie en fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 40 | Tungolie en fracties daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 50 | Sesamolie en fracties daarvan | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1515 90 10 | Laurierolie en jojobaolie, alsmede fracties daarvan | Vrij | Vrij |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1515 90 90 | Andere oliën | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1516 10 | Dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 1516 20 | Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daar- van, andere dan gehydrogeneerde ricinusolie (opal- wax) | 15 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1601 00 | Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed; bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 10 | Gehomogeniseerde bereidingen van vlees, van slachtafvallen of van bloed | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 20 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers van dieren van alles soorten | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 31 10 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers van kalkoenen, in luchtdichte metalen ver- pakkingen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 31 90 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers van kalkoenen, andere | 35 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 32 10 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers van hanen en kippen, in luchtdichte metalen verpakkingen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 32 90 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers van hanen en kippen, andere | 35 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 39 10 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers, andere, in luchtdichte metalen verpakkingen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 39 90 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van levers, andere, andere | 35 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 41 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van var- kens, hammen en delen daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
1602 42 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van var- kens, schouders en delen daarvan | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 49 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van var- kens, andere, mengsels daaronder begrepen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 50 | Andere bereidingen en conserven, van vlees van runderen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1602 90 | Andere bereidingen en conserven, bereidingen van bloed van dieren van alle soorten daaronder begre- pen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm | 5 | 100 | |
1702 11 | Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop, bevat- tende 99 of meer gewichtspercenten lactose (melk- suiker), uitgedrukt in kristalwatervrije lactose, berekend op de droge stof | 5 | 100 | |
1702 19 | Lactose (melksuiker) en melksuikerstroop, andere | 5 | 100 | |
1702 20 | Ahornsuiker en ahornsuikerstroop | 5 | 100 | |
1702 30 | Glucose en glucosestroop, in droge toestand geen of minder dan 20 gewichtspercenten fructose bevat- tend | 5 | 100 | |
1702 40 | Glucose en glucosestroop, in droge toestand 20 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten fruc- tose bevattend, behalve invertsuiker | 5 | 100 | |
1702 60 | Andere fructose en fructosestroop, in droge toe- stand meer dan 50 gewichtspercenten fructose bevattend, behalve invertsuiker | 5 | 100 | |
1702 90 90 | Andere, invertsuiker daaronder begrepen, en andere mengsels van suiker en suikersiroop, in droge toe- stand meer dan 50 % gewichtspercenten fructose bevattend | 5 | 100 | |
1703 10 10 | Gezuiverde melasse, van rietsuiker | 5 | 100 | |
1703 10 90 | Andere melasse, van rietsuiker | Xxxx | Xxxx | |
1703 90 10 | Gezuiverde melasse, andere dan melasse van rietsui- ker | 5 | 100 | |
1703 90 90 | Niet-gezuiverde melasse, andere dan melasse van rietsuiker | Xxxx | Xxxx | |
1801 00 | Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand | Xxxx | Xxxx | |
1802 00 | Cacaoschillen, -vliezen en andere afvallen van cacao | 5 | 100 | |
1904 30 | Bulgur tarwe | 10 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
2001 10 | Komkommers en augurken, bereid of verduur- zaamd in azijn of azijnzuur | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2001 90 10 | Olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of azijn- zuur | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 6 000/bruto kg |
ex 2001 90 90 | Andere groenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur, met uitzondering van suikermaïs, broodwortelen en palmharten | 70 | 30 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2002 10 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, geheel of in stukken | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2002 90 10 | Tomatensap, ingedikt door verdamping, geen toe- gevoegde suiker bevattende, in verpakkingen van 100 kg netto of meer | 5 | 100 | |
2002 90 90 | Andere | 35 | 25 | |
2003 10 | Paddenstoelen van het geslacht „Agaricus”, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | 35 | 30 | |
2003 90 | Andere paddenstoelen en truffels | 35 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 2004 10 | Aardappelen, vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, met uitzondering van aardap- pelen, in de vorm van meel, gries of vlokken | 70 | 43 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2004 90 10 | Mengsels van groenten. Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, geheel of in stukken, bevroren | 70 | 43 | Minimumrecht: LBP 1 500/bruto kg |
ex 2004 90 90 | Andere, met inbegrip van xxxxxxxx, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, met uitzondering van suikermaïs | 35 | 43 | |
2005 10 | Gehomogeniseerde groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 5 | 100 | |
ex 2005 20 | Aardappelen, vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, met uitzondering van aard- appelen, in de vorm van meel, gries of vlokken | 70 | 43 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2005 40 | Erwten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 35 | 25 | |
2005 51 | Bonen, zonder dop, op andere wijze bereid of ver- duurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 35 | 25 | |
2005 59 | Andere bonen, op andere wijze bereid of verduur- zaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 35 | 25 | |
2005 60 | Asperges, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 35 | 25 | |
2005 70 | Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2005 90 10 | Komkommers, augurken, aubergines, rapen, uien, bloemkool, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
2005 90 90 | Andere bereide of verduurzaamde groenten en mengsels van groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevro- ren | 35 | 25 | |
2006 00 | Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) | 30 | 25 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 10 | Jam, vruchtengelei, marmelade enz., gehomogeni- seerde bereidingen | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 91 | Jam, vruchtengelei, marmelade enz., van citrus- vruchten | 40 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 99 10 | Ingedikte puree, van de soort „dibs” | 40 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 99 20 | Puree van guaves of van mango’s, in verpakkingen met een netto-inhoud van 3 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 99 30 | Puree van bananen, van aardbeien of van abrikozen, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2007 99 90 | Andere jam, vruchtengelei, marmelade enz. | 40 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
ex 2008 11 | Grondnoten, met uitzondering van pindakaas | 30 | 50 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2008 19 | Andere noten en andere zaden, met inbegrip van xxxxxxxx, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 20 | Ananassen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 30 | Citrusvruchten, op andere wijze bereid of verduur- zaamd | 30 | 25 | |
2008 40 | Peren, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 50 | Abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 60 | Kersen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 70 | Perziken, nectarines daaronder begrepen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
2008 80 | Aarbeien, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
2008 92 | Mengsels, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2008 19, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 30 | 25 | |
ex 2008 99 | Andere, op andere wijze bereid of verduurzaamd, met uitzondering van maïs, andere dan suikermaïs, broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) enz. | 30 | 30 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 11 10 | Bevroren sinaasappelsap, ingedikt door verdamping, geen toegevoegde suiker bevattende, in verpakkin- gen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 11 90 | Bevroren sinaasappelsap, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 12 | Sinaasappelsap, niet bevroren, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 19 10 | Sinaasappelsap, ander dan bevroren, ingedikt door verdamping, geen toegevoegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 19 90 | Sinaasappelsap, ander dan bevroren, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 21 | Sap van pompelmoezen of van pomelo’s, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 29 10 | Sap van pompelmoezen of van pomelo’s, ander dan met een Brix-waarde van niet meer dan 20, ingedikt door verdamping, geen toegevoegde suiker bevat- tende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 29 90 | Sap van pompelmoezen of van pomelo’s, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 31 | Sap van andere citrusvruchten, niet onderling ver- mengd, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
2009 39 10 | Sap van andere citrusvruchten, ander dan met een Brix-waarde van niet meer dan 20, ingedikt door verdamping, geen toegevoegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 39 90 | Sap van andere citrusvruchten, ander, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 41 | Ananassap, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 49 10 | Ananassap, ander dan met een Brix-waarde van niet meer dan 20, ingedikt door verdamping, geen toe- gevoegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 49 90 | Ananassap, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 50 | Tomatensap | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 61 | Druivensap, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 69 10 | Druivensap, xxxxx dan met een Brix-waarde van niet meer dan 20, ingedikt door verdamping, geen toe- gevoegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 69 90 | Druivensap, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 71 | Appelsap, met een Brix-waarde van niet meer dan 20 | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
2009 79 10 | Appelsap, ander dan met een Brix-waarde van niet meer dan 20, ingedikt door verdamping, geen toe- gevoegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 79 90 | Appelsap, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 80 10 | Sap van andere vruchten of groenten, niet onderling vermengd, ingedikt door verdamping, geen toege- voegde suiker bevattende, in verpakkingen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 80 90 | Sap van andere vruchten of groenten, niet onderling vermengd, ander | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 90 10 | Mengsels van sappen, ingedikt door verdamping, geen toegevoegde suiker bevattende, in verpakkin- gen met een netto-inhoud van 100 kg of meer | 5 | 100 | De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2009 90 90 | Mengsels van sappen, andere | 40 | 30 | Accijns: LBP 25/l De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2106 90 30 | Mengsels van thijm en andere voor consumptie bestemde producten | 70 | 20 | Minimumrecht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2204 10 | Mousserende wijn | 15 | 25 | Accijns: LBP 200/l |
ex 2204 21 | Kwaliteitswijn, in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l | 70 | 50 | Accijns: LBP 200/l |
ex 2204 21 | Wijn, andere dan kwaliteitswijn, in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l | 70 | 20 | Accijns: XXX 000/x |
0000 00 | Xxxx, in verpakkingen inhoudende meer dan 2 l | 70 | 20 | Accijns: LBP 200/l |
2204 30 | Andere druivenmost | 5 | 100 | Accijns: LBP 200/l |
2206 00 | Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honingdrank), mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alco- holvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen | 15 | 100 | Accijns: XXX 000/x; De procentuele verlaging in (B) geschiedt geleidelijk, beginnende in jaar 5 en lopende tot jaar 12 vanaf de inwerkingtre- ding van de overeenkomst |
2209 00 10 | Wijnazijn en appelazijn | 70 | 20 | Minimumrecht: LBP 1 000/l |
2209 00 90 | Andere azijn | 5 | 100 | |
2301 | Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen | 5 | 100 |
A | B | C | ||
Libanese douane- tarief | Omschrijving (1) | Huidig douanerecht | Verlaging van het douanerecht in (A) m.i.v. jaar 5 vanaf de inwerking- treding van de over- eenkomst | Specifieke bepalingen |
(%) | (%) | |||
0000 | Xxxxxxx, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van gra- nen of van peulvruchten, ook indien in pellets | 5 | 100 | |
2303 | Afvallen van zetmeelfabrieken en dergelijke afvallen, bietenpulp, uitgeperst suikerriet (ampas) en andere afvallen van de suikerindustrie, bostel (brouwerij- afval), afvallen van branderijen, ook indien in pellets | 5 | 100 | |
2304 00 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van sojaolie, ook indien fijngemaakt of in pellets | 5 | 100 | |
2305 00 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van grondnotenolie, ook indien fijnge- maakt of in pellets | 5 | 100 | |
2306 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van plantaardige vetten of oliën, ook indien fijngemaakt of in pellets, andere dan die bedoeld bij post 2304 of 2305 | 5 | 100 | |
2307 00 | Wijnmoer; ruwe wijnsteen | 5 | 100 | |
2308 00 | Plantaardige zelfstandigheden en plantaardig afval, plantaardige residuen en bijproducten, ook indien in pellets, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen | 5 | 100 | |
2309 | Bereidingen van de soort gebruikt voor het voede- ren van dieren | 5 | 100 | |
2401 | Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak | Vrij | Vrij | Accijns: 48 % ad valorem |
(1) Onverminderd de regels voor de implementatie van de Libanese douanenomenclatuur, dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de Libanese douanecodes bepalend zijn voor de preferentieregeling. Wanneer de code door de letters „ex” wordt voorafgegaan, dan wordt het preferentiële schema zowel door de code als door de omschrijving bepaald.
PROTOCOL 3
inzake de handel tussen Libanon en de Gemeenschap in bewerkte landbouwproducten bedoeld in artikel 14, lid 3
Artikel 1
Voor bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Repu- bliek Libanon gelden bij invoer in de Gemeenschap de in bijlage 1 bij dit protocol genoemde douanerechten en heffingen van gelijke werking.
Artikel 2
1. Voor bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap gelden bij invoer in de Republiek Libanon de in bij- lage 2 bij dit protocol genoemde douanerechten en heffingen van gelijke werking.
2. Het tijdschema voor de afschaffing van de rechten dat over- eenkomstig lid 1 wordt toegepast, is het in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde tijdschema, tenzij anders gespecificeerd in bijlage 2 bij dit protocol.
Artikel 3
De in de bijlagen 1 en 2 genoemde verlagingen van de douane- rechten zijn van toepassing op de in artikel 19 van de overeen- komst bedoelde basisrechten.
Artikel 4
1. De overeenkomstig de artikelen 1 en 2 toegepaste douane- rechten kunnen worden verminderd wanneer in het handelsver- keer tussen de Gemeenschap en Libanon de op de basisproducten
toegepaste rechten zijn verlaagd of wanneer deze verminderingen het gevolg zijn van wederzijdse concessies op het gebied van bewerkte landbouwproducten.
2. Met betrekking tot de door de Gemeenschap toegepaste rechten, worden de in lid 1 bedoelde verlagingen berekend op het gedeelte van het recht dat wordt aangemerkt als het agrarisch ele- ment dat overeenstemt met de landbouwproducten die daadwer- kelijk bij de vervaardiging van de bewerkte landbouwproducten in kwestie zijn gebruikt en dat in mindering wordt gebracht op de rechten waaraan deze referentielandbouwproducten zijn onderworpen.
3. De in lid 1 bedoelde vermindering, de lijst van betrokken producten, en, in voorkomend geval, de tariefcontingenten, waar- voor de verlagingen gelden, worden door de Associatieraad vastgesteld.
Artikel 5
De Europese Gemeenschap en Libanon stellen elkaar in kennis van de administratieve regelingen die zijn vastgesteld voor de onder dit protocol vallende producten.
Deze regelingen dienen een gelijke behandeling van alle betrok- ken partijen te waarborgen en dienen zo eenvoudig en soepel mogelijk te zijn.
BIJLAGE I
Betreffende regelingen die van toepassing zijn op de invoer in de gemeenschap van bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit libanon
Onverminderd de regels voor de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur is de omschrijving van de producten slechts indicatief, aangezien in het kader van deze bijlage de bij goedkeuring van dit besluit geldende GN-codes bepalend zijn voor de preferentieregeling. Voor ex GN-codes zijn de GN-code en de omschrijving gezamenlijk bepalend voor de pre- ferentiële regeling.
LIJST 1
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
0501 00 00 | Mensenhaar, onbewerkt, ook indien gewassen of ontvet; afval van mensenhaar | 0 % |
0502 0502 10 00 0502 90 00 | Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar – Haar van varkens of van wilde zwijnen – andere | 0 % 0% |
0503 00 00 | Paardenhaar (crin) en afval van paardenhaar, ook indien in vliezen, al dan niet op een onderlaag | 0% |
0505 0505 10 0505 10 10 0505 10 90 0505 90 00 | Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren: – Veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons – – Ruw – – andere – andere | 0% 0 % 0% |
0506 0506 10 00 0506 90 00 | Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stof- fen – Osseïne en met zuur behandelde beenderen – andere: | 0 % 0% |
0507 0507 10 00 0507 90 00 | Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen: – Ivoor; poeder en afval, van ivoor – andere | 0 % 0% |
0508 00 00 | Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen | 0% |
0509 00 0509 00 10 0509 00 90 | Echte sponzen: – Ruw – andere | 0% 0% |
0510 00 00 | Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klie- ren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig gecon- serveerd | 0% |
0903 00 00 | Maté | 0% |
1212 20 00 | – zeewier en andere algen | 0 % |
1302 1302 12 00 | Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: – plantensappen en plantenextracten: – – van zoethout | 0 % |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
1302 13 00 1302 14 00 1302 19 30 1302 19 91 1302 20 1302 20 10 1302 20 90 1302 31 00 1302 32 1302 32 10 | – – van hop – – van pyretrum of van wortels van rotenon bevattende planten – – andere – – – plantenextracten, onderling vermengd, voor de vervaardiging van dranken of van producten voor menselijke consumptie –––– Andere, voor geneeskundig gebruik – pectinestoffen, pectinaten en pectaten: – – in droge toestand – – andere – – agar-agar – – plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, uit sint-jansbrood, uit sint- jansbroodpitten of uit guarzaden: – – – uit sint-jansbrood of uit sint-jansbroodpitten | 0 % 0 % 0% 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % |
1401 1401 10 00 1401 20 00 1401 90 00 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bij voorbeeld bamboe, rotan, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen) – Bamboe – Rotting – andere | 0 % 0% 0% |
1402 00 00 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt als opvulmateriaal (bijvoor- beeld kapok, plantenhaar („crin végétal”), zeegras), ook indien in vliezen, al dan niet bevestigd op een onderlaag of tussen twee lagen, van andere stof | 0% |
1403 00 00 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het vervaardigen van bezems en van borstels (bij voorbeeld sorghopluimen en -stro, piassava, hondsgras, istle), ook indien in wrongen of in bosjes | 0% |
1404 1404 10 00 1404 20 00 1404 90 00 | Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen: – ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof – Katoenlinters – andere | 0 % 0 % 0% |
1505 1505 00 10 1505 00 90 | Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen: – ruw wolvet – andere | 0 % 0% |
1506 00 00 | Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 0% |
1515 1515 90 15 | Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: Jojobaolie, oiticicaolie; myricawas en japanwas; fracties van deze producten | 0 % |
1516 1516 20 1516 20 10 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeelte- lijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraf- fineerd, doch niet verder bereid: – Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan: – – gehydrogeneerde ricinusolie, zogeheten „opal wax” | 0 % |
1517 90 93 | – – – mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen | 0% |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
1518 00 1518 00 10 1518 00 91 1518 00 95 1518 00 99 | Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: – Linoxyne – andere: – – standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze che- misch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516 – – Andere: – – – mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plant- aardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie – – – andere | 0 % 0% 0% 0 % |
1520 00 00 | Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen | 0 % |
1521 1521 10 00 1521 90 1521 90 10 1521 90 91 1521 90 99 | Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd: – Plantaardige was – andere: – – walschot (spermaceti), ruw of geraffineerd, ook indien gekleurd – – bijenwas, was van andere insecten, ook indien geraffineerd of gekleurd – – Ruw – – – andere | 0 % 0 % 0% 0 % |
1522 00 1522 00 10 | Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plant- aardige was: – dégras | 0% |
1702 90 1702 90 10 | – andere, invertsuiker daaronder begrepen: – – chemisch zuivere maltose | 0 % |
1704 1704 90 1704 90 10 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen): – andere: – – zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen | 0% |
1803 1803 10 00 1803 20 00 | Cacaopasta, ook indien ontvet: – niet ontvet – geheel of gedeeltelijk ontvet | 0 % 0 % |
1804 00 00 | Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie | 0 % |
1805 00 00 | Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 0 % |
1806 1806 10 1806 10 15 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten: – cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd: – – geen sacharose bevattend of met een sacharosegehalte (het gehalte aan invert- suiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van minder dan 5 gewichtspercenten | 0% |
1901 90 91 | – – – bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose (het gehalte aan invert- suiker daaronder begrepen) of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glu- cose of zetmeel, geen bereidingen in poeder voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend | 0% |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
2001 90 60 | – – palmharten | 0 % |
2008 11 10 2008 91 00 | – – – xxxxxxxxx – andere, xxxxxxxx met andere dan die van post 2008 19 daaronder begrepen: – – palmharten | 0 % 0 % |
2101 2101 11 2101 11 11 2101 11 19 2101 12 2101 12 92 2101 20 2101 20 20 2101 20 92 2101 30 2101 30 11 2101 30 91 | Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cicho- rei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: – extracten, essences en concentraten, xxx xxxxxx en preparaten op basis van deze pro- ducten of op basis van koffie: – – extracten, essences en concentraten: – – – met een gehalte aan droge uit koffie afkomstige stof van 95 of meer gewichts- percenten – – – andere – – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van kof- fie: – – – preparaten op basis van extracten, essences of concentraten van koffie – extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté: – – extracten, essences en concentraten – – preparaten: – – – op basis van extracten, essences en concentraten, van thee of van maté – gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essen- ces en concentraten daarvan: – – gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten: – – – gebrande cichorei – – extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten: – – – van gebrande cichorei | 0% 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % |
2102 2102 10 2102 10 10 2102 10 31 2102 10 39 2102 10 90 2102 20 2102 20 11 2102 20 19 2102 20 90 2102 30 00 | Gist (actief of inactief); andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vac- cins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder: – levende gist: – – reinculturen van gist – – bakkersgist: – – – gedroogd – – – andere – – andere – inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood: – – inactieve gist: – – – in tabletten, in blokken of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg – – – andere – – andere – samengesteld bakpoeder | 0 % 0 % 0 % 0 % 0% 0 % 0 % 0 % |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
2103 2103 10 00 2103 20 00 2103 30 2103 30 10 2103 30 90 2103 90 2103 90 10 2103 90 30 2103 90 90 | Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: – sojasaus – tomatenketchup en andere tomatensauzen – mosterdmeel en bereide mosterd: – – mosterdmeel – – bereide mosterd – Andere: – – mangochutney, vloeibaar – – aromatische bitters met een alcoholvolumegehalte van 44,2 of meer doch niet meer dan 49,2 % vol, bevattende 1,5 of meer doch niet meer dan 6 gewichtsper- centen gentianine, kruiden en diverse ingrediënten en met een suikergehalte van 4 of meer doch niet meer dan 10 gewichtspercenten, in verpakkingen met een inhoudsruimte van niet meer dan 0,5 l – – andere | 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0% 0 % |
2104 2104 10 2104 10 10 2104 10 90 2104 20 00 | Preparaten voor soep of voor bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie: – preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon – – gedroogd – – andere – samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie | 0 % 0 % 0 % |
2106 2106 10 2106 10 20 2106 90 2106 90 92 | Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: – proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen: – – bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vet- stoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel – Overig: – – Andere: – – – bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel | 0% 0% |
2201 2201 10 2201 10 11 2201 10 19 2201 10 90 2201 90 00 | Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zon- der toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw: – mineraalwater en spuitwater: – – Natuurlijk mineraalwater: – – – Niet-koolzuurgashoudend – – – andere – – andere – andere | 0 % 0 % 0 % 0% |
2202 2202 10 00 2202 90 2202 90 10 | Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentensappen bedoeld bij post 2009: – water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd – andere: – – geen producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkom- stig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend | 0% 0% |
2203 00 2203 00 01 | Bier van mout: – in verpakkingen inhoudende niet meer dan 10 l: – – verpakt in flessen | 0 % |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
2203 00 09 | – – andere | 0 % |
2203 00 10 | – in verpakkingen inhoudende meer dan 10 l | 0 % |
2208 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevat- ten: – dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer: – – in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l: – – – Cognac – – – Armagnac – – – Grappa – – – Brandy de Jerez – – – andere – – in verpakkingen inhoudende meer dan 2 l: – – – Ruw distillaat –––– Cognac –––– Armagnac –––– Grappa –––– Brandy de Jerez –––– andere – whisky: – – zogenaamde Bourbon whisky, in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l – – – 2 l of meer – – zogenaamde Scotch whisky: – – – zogenaamde malt whisky, in verpakkingen inhoudende: –––– niet meer dan 2 l –––– 2l of meer – – – zogenaamde blended whisky, in verpakkingen inhoudende: –––– niet meer dan 2 l –––– 2l of meer – – – andere, in verpakkingen inhoudende: –––– niet meer dan 2 l –––– 2l of meer – – – andere, in verpakkingen inhoudende: –––– niet meer dan 2 l –––– 2l of meer – gin en jenever: – – Gin, in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l – – – 2 l of meer – – jenever, in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l – – – 2 l of meer – wodka: – – met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 45,4 % vol, in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l | |
2208 20 | ||
2208 20 12 | 0 % | |
2208 20 14 | 0 % | |
2208 20 26 | 0 % | |
2208 20 27 | 0 % | |
2208 20 29 | 0 % | |
2208 20 40 | 0 % | |
2208 20 62 | 0 % | |
2208 20 64 | 0 % | |
2208 20 86 | 0 % | |
2208 20 87 | 0 % | |
2208 20 89 | 0 % | |
2208 30 | ||
2208 30 11 | 0 % | |
2208 30 19 | 0 % | |
2208 30 32 | 0 % | |
2208 30 38 | 0% | |
2208 30 52 | 0 % | |
2208 30 58 | 0% | |
2208 30 72 | 0 % | |
2208 30 78 | 0% | |
2208 30 82 | 0 % | |
2208 30 88 | 0% | |
2208 50 | ||
2208 50 11 | 0 % | |
2208 50 19 | 0 % | |
2208 50 91 | 0 % | |
2208 50 99 | 0 % | |
2208 60 | ||
2208 60 11 | 0 % |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
2208 60 19 | – – – 2 l of meer – – met een alcoholvolumegehalte van meer dan 45,4 % vol, in verpakkingen inhou- dende: – – – niet meer dan 2 l – – – 2 l of meer – likeuren: – – in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l – – in verpakkingen inhoudende meer dan 2 l – andere: – – Arak, in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l – – – 2 l of meer – – pruimenbrandewijn, perenbrandewijn of kersenbrandewijn (likeuren uitgezon- derd), in verpakkingen inhoudende: – – – niet meer dan 2 l: – – – 2 l of meer –––– Ouzo ––––––– Calvados ––––––– andere ––––––––– zogeheten „Korn” ––––––––– andere –––––– andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten ––––– gedistilleerde dranken uit fruit –––– andere –––– andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten | 0 % |
2208 60 91 | 0 % | |
2208 60 99 | 0 % | |
2208 70 | ||
2208 70 10 | 0 % | |
2208 70 90 | 0 % | |
2208 90 | ||
2208 90 11 | 0 % | |
2208 90 19 | 0 % | |
2208 90 33 | 0 % | |
2208 90 38 | 0 % | |
2208 90 41 | 0% | |
2208 90 45 | 0 % | |
2208 90 48 | 0 % | |
2208 90 52 | 0 % | |
2208 90 57 | 0 % | |
2208 90 69 | 0 % | |
2208 90 71 | 0 % | |
2208 90 74 | 0 % | |
2208 90 78 | 0 % | |
0000 | Xxxxxxx, xxxxxxxxx’s en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten: | |
2402 10 00 | – sigaren en cigarillo’s, tabak bevattend | 0 % |
2402 20 | – sigaretten, tabak bevattend: | |
2402 20 10 | – – kruidnagels bevattend | 0 % |
2402 20 90 | – – andere | 0 % |
2402 90 00 | – andere | 0% |
2403 | Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid: „gehomogeniseerde” en „gere- constitueerde” tabak; tabaksextracten en tabakssausen: – rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding: – – in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 500 g – – andere: – – „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak – – andere – – – pruimtabak en snuif – – – andere | |
2403 10 | ||
2403 10 10 | 0% | |
2403 10 90 | 0 % | |
2403 91 00 | 0 % | |
2403 99 | ||
2403 99 10 | 0 % | |
2403 99 90 | 0 % |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
2905 45 00 | – – glycerol | 0 % |
3301 3301 90 3301 90 10 3301 90 21 3301 90 30 3301 90 90 | Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; hars- aroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van ethe- rische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën: – andere: – – terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën – – door extractie verkregen oleoharsen: – – – van zoethout en van hop – – – andere – – andere | 0 % 0 % 0 % 0 % |
3302 3302 10 3302 10 10 3302 10 21 | Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken: – van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie: – – van de soort gebruikt in de drankenindustrie: – – met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol ––––– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glu- cose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of iso- glucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel | 0 % 0% |
3501 3501 10 3501 10 10 (*) 3501 10 50 (*) 3501 10 90 3501 90 3501 90 90 | Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne: – caseïne: – – bestemd voor het vervaardigen van kunstmatige textielvezels – – bestemd voor andere industriële doeleinden dan voor de vervaardiging van pro- ducten voor menselijke consumptie of van veevoeder – andere – – andere: – – – andere | 0 % 0% 0% 0 % |
3823 3823 11 00 3823 12 00 3823 13 00 3823 19 3823 19 10 3823 19 30 3823 19 90 3823 70 00 | Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalco- holen: – industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils: – – stearinezuur – – oliezuur – – tallvetzuren – – andere: – – – gedistilleerde vetzuren – – – vetzuurdistillaat – – – andere – industriële vetalcoholen | 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % |
(*) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen vastgesteld bij de op dit gebied geldende com- munautaire bepalingen (zie artikelen 291 t/m 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 71)‚ en latere wijzigingen).
LIJST 2
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht |
0403 0403 10 0403 10 51 0403 10 53 0403 10 59 0403 10 91 0403 10 93 0403 10 99 0403 90 0403 90 71 0403 90 73 0403 90 79 0403 90 91 0403 90 93 0403 90 99 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: – Yoghurt: – – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: – – – in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen: –––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent –––– Van meer dan 1,5 % doch niet meer dan 27 gewichtspercenten –––– Van meer dan 27 gewichtspercenten – – – andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen: –––– van niet meer dan 3 gewichtspercent –––– Van meer dan 3% doch niet meer dan 6 gewichtspercenten –––– Van meer dan 6 gewichtspercenten – andere: – – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: – – – in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen: –––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent –––– Van meer dan 1,5 % doch niet meer dan 27 gewichtspercenten –––– Van meer dan 27 gewichtspercenten – – – andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen: –––– van niet meer dan 3 gewichtspercent –––– Van meer dan 3% doch niet meer dan 6 gewichtspercenten –––– Xxx xxxx dan 6 gewichtspercenten | 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % |
0405 0405 20 0405 20 10 0405 20 30 | Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta’s: – Zuivelpasta’s: – – met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 60 gewichtspercenten – – met een vetgehalte van 60 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten | 0% 0% |
ex 1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen), andere dan produc- ten bedoeld bij onderverdeling 1704 90 10 | 0% |
ex 1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, andere dan producten bedoeld bij onderverdeling 1806 10 15 | 0% |
1904 90 10 1904 90 80 | Andere preparaten op basis van graanvlokken | 0% 0% |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en der- gelijke producten van meel of van zetmeel | 0% |
2005 20 10 | Aardappelen in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken | 0 % |
2008 99 85 2008 99 91 | Maïs, andere dan suikermaïs broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten | 0 % 0% |
2106 10 80 2106 90 20 2106 90 98 | Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | 0% 0% 0% |
LIJST 3
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht (*) |
0710 40 00 | Suikermaïs (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevroren | 0 % + E.A. |
0711 90 30 | Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie | 0 % + E.A. |
1517 1517 10 10 1517 90 10 | Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: – Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkom- stige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten – andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten | 0 % + E.A. |
1702 50 00 | Chemisch zuivere fructose | 0 % + E.A. |
ex 1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zet- meel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, bere- kend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan die bedoeld bij GN-post 1901 90 91 | 0 % + E.A. |
ex 1902 | Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren van posten 1902 20 10 and 1902 20 30; couscous, ook indien bereid | 0 % + E.A. |
1903 00 00 | Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke. | 0 % + E.A. |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan de pro- ducten van 1904 90 | 0 % + E.A. |
2001 2001 90 2001 90 30 2001 90 40 | Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: – andere: – – suikermaïs (Zea mays var. saccharata) – – broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten | 0 % + E.A. |
2004 2004 10 2004 10 91 2004 90 2004 90 10 | Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006: – aardappelen: – – andere: – – – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken – andere groenten en mengsels van groenten: suikermaïs (Zea mays var. saccharata) | 0 % + E.A. |
2005 80 00 | suikermaïs (Zea mays var. saccharata) | 0 % + E.A. |
2101 2101 12 98 2101 20 98 2101 30 19 2101 30 99 | Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten: Preparaten op basis van koffie Preparaten op basis van thee of van maté Andere gebrande koffiesurrogaten – – – andere | 0 % + E.A. |
2105 00 | Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend | 0 % + E.A. |
GN-code 2002 | Omschrijving | Recht (*) |
2202 90 91 2202 90 95 2202 90 99 | Andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentensappen bedoeld bij post 2009, bevattende vetstoffen op basis van post 0401 t/m 0404 | 0 % + E.A. |
2205 | Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aro- matische stoffen | E.A. |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | E.A. |
2208 40 2208 90 91 2208 90 99 | – rum en tafia ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol | E.A. E.A. |
2905 43 00 | Mannitol | 0 % + E.A. |
2905 44 | D-glucitol (sorbitol) | 0 % + E.A. |
3302 10 29 | Mengsels van reukstodden en mengsels op basis van een of meer van deze zelfstandig- heden met andere stoffen; andere bereidingen op basis van reukstoffen | 0 % + E.A. |
ex 3505 10 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel, andere dan door ethervorming of door vereste- ring gewijzigd zetmeel van post 3505 10 50 | 0 % + E.A. |
3505 20 | Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel | 0 % + E.A. |
3809 10 | Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixe- ren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld prepara- ten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begre- pen, op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen | 0 % + E.A. |
3824 60 | Sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44 | 0 % + E.A. |
(*) E.A.: agrarisch element als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3448/93.
BIJLAGE II
Betreffende regelingen die van toepassing zijn op de invoer in Libanon van bewerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
0403 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: | |||
ex 0403 10 | – Yoghurt: – – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: | 70 % | wordt ver- laagd tot 40 % | Minimrecht LBP 1 000/semi- bruto kg+accijns LBP 25/l |
ex 0403 90 | – andere: – – gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao | |||
ex 0403 90 90 | – – – andere | 20 % | 30 % | Accijns: XXX 00/x |
0000 | Xxxxx en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivel- pasta’s: | |||
0405 20 | – Zuivelpasta’s | 5 % | 100 % | |
0501 00 | Mensenhaar, onbewerkt, ook indien gewassen of ontvet; afval van mensenhaar | 5 % | 100 % | |
0000 | Xxxx van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar: | |||
0502 10 | – Haar van varkens of van wilde zwijnen | 0 % | reeds 0 % | |
0502 90 | – andere | 0 % | reeds 0 % | |
0503 00 | Paardenhaar (crin) en afval van paardenhaar, ook indien in vliezen, al dan niet op een onderlaag | 0 % | reeds 0 % | |
0505 | Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijge- sneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren: | |||
0505 10 | – Veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons | 0 % | reeds 0 % | |
0505 90 | – andere | 0 % | reeds 0 % | |
0000 | Xxxxxxxxx en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen: | |||
0506 10 | – Osseïne en met zuur behandelde beenderen | 0 % | reeds 0 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
0506 90 | – andere | 0 % | reeds 0 % | |
0507 | Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaron- der begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen: | |||
0507 10 | – Ivoor; poeder en afval, van ivoor | 5 % | 100 % | |
0507 90 | – andere | 5 % | 100 % | |
0508 00 | Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voor- behandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en scha- len, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen | 5 % | 100 % | |
0509 00 | Echte sponzen | 5 % | 100 % | |
0510 00 | Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het berei- den van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevro- ren of anderszins voorlopig geconserveerd | 0 % | reeds 0 % | |
0710 | Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren: | |||
0710 40 | – suikermaïs | 35 % | wordt ver- laagd tot 20 % | |
0711 | Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie: | |||
ex 0711 90 | – andere groenten; mengsels van groenten: – – – suikermaïs | 5 % | wordt in een keer met 100 % verlaagd aan het begin van het vijfde jaar | |
0903 00 | Maté | 5 % | 100 % | |
0000 | Xxxx-xxxxxxxxx, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichorei- wortels van de variëteit Cichorium intybus sativum daaron- der begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
1212 20 | – zeewier en andere algen | 5 % | wordt in een keer met 100 % verlaagd aan het begin van het vijfde jaar | |
1302 | Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pecti- naten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: | |||
– plantensappen en plantenextracten: | ||||
1302 12 | – – van zoethout | 5 % | 100 % | |
1302 13 | – – van hop | 0 % | reeds 0 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
1302 14 | – – van pyretrum of van wortels van rotenon bevattende planten | 5 % | 100 % | |
1302 19 | – – Andere: | 0 % | reeds 0 % | |
1302 20 | – pectinestoffen, pectinaten en pectaten | 0 % | reeds 0 % | |
1302 31 | – – agar-agar | 5 % | 100 % | |
1302 32 | – – plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewij- zigd, uit sint-jansbrood, uit sint-jansbroodpitten of uit guarzaden | 0 % | reeds 0 % | |
1401 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotan, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen) | |||
1401 10 | – Bamboe | 0 % | reeds 0 % | |
1401 20 | – Rotting | 0 % | reeds 0 % | |
1401 90 10 | – – Raffia | 0 % | reeds 0 % | |
1401 90 90 | – – – andere | 5 % | 100 % | |
1402 00 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt als opvulmateriaal (bijvoorbeeld kapok, plantenhaar („crin végétal”), zeegras), ook indien in vliezen, al dan niet beves- tigd op een onderlaag of tussen twee lagen, van andere stof | |||
1402 00 10 | – – – Kapok | 0 % | reeds 0 % | |
1402 00 90 | – – – Andere | 5 % | 100 % | |
1403 00 | Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het vervaardigen van bezems en van borstels (bij- voorbeeld sorghopluimen en -stro, piassava, hondsgras, istle), ook indien in wrongen of in bosjes | 0 % | reeds 0 % | |
1404 | Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
1404 10 | – ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof | |||
1404 10 10 | – – – Hennabladeren of henna in poedervorm | 5 % | 100 % | |
1404 10 90 | – – – andere | 0 % | reeds 0 % | |
1404 20 | – Katoenlinters | 5 % | 100 % | |
1404 90 | – andere | 5 % | 100 % | |
1505 00 | Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaron- der begrepen | 0 % | reeds 0 % | |
1506 00 | Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd | 5 % | 100 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
1516 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid: | |||
ex 1516 20 | – Xxxxxxxxxxxx vetten en oliën, alsmede fracties daarvan: – – gehydrogeneerde ricinusolie, zogeheten „opal wax” | 15 % | 30 % | |
1517 | Xxxxxxxxx; mengsels en bereidingen, voor menselijke con- sumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: | |||
1517 10 | – Margarine, andere dan vloeibare margarine: | 15 % | 30 % | |
1517 90 | – andere | 15 % | 30 % | |
1518 00 | Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, als- mede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehy- dreerd, gezwaveld, geblazen op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; meng- sels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
1518 00 10 | – – – Geëpoxideerde oliën | 0 % | reeds 0 % | |
1518 00 90 | – – – Andere | 5 % | 100 % | |
1520 00 | Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen | 0 % | reeds 0 % | |
1521 | Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd: | |||
1521 10 | – Plantaardige was | 5 % | 100 % | |
1521 90 | – andere | 5 % | 100 % | |
1522 00 | Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vet- stoffen of van dierlijke of plantaardige was: | 0 % | reeds 0 % | |
1702 | Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel: | |||
1702 50 | – chemisch zuivere fructose | 5 % | wordt in een keer met 100 % verlaagd aan het begin van het vijfde jaar | |
1702 90 10 | – andere, invertsuiker daaronder begrepen: – – Kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd | 25 % | wordt ver- laagd tot 15 % | |
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen): | |||
1704 10 | – kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker: | 20 % | 30 % | |
1704 90 | – andere | 20 % | 30 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
1803 | Cacaopasta, ook indien ontvet: | |||
1803 10 | – niet ontvet | 5 % | 100 % | |
1803 20 | – geheel of gedeeltelijk ontvet | 5 % | 100 % | |
1804 00 | Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie | 0 % | reeds 0 % | |
1805 00 | Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 5 % | 100 % | |
1806 | Chocolade en andere bereidingen voor menselijke con- sumptie die cacao bevatten: | |||
1806 10 | – cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd | 20 % | 30 % | |
1806 20 | – bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toe- stand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of der- gelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg: | 20 % | 30 % | |
1806 31 | – – gevuld | 20 % | 30 % | |
1806 32 | – – niet gevuld | 20 % | 30 % | |
1806 90 | – andere | 20 % | 30 % | |
1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
1901 10 | – bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het klein | 5 % | 100 % | |
1901 20 | – mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905 | 10 % | 30 % | |
1901 90 | – andere | 5 % | 100 % | |
1902 | Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid: | |||
– deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid | ||||
1902 11 | – – waarin ei is verwerkt | 5 % | 100 % | |
1902 19 | – – Andere: | |||
1902 19 10 | – – – Aardappeldeeg in vormen | 5 % | 100 % | |
1902 19 90 | – – – andere | 5 % | 100 % | |
1902 20 | – gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid): | 5 % | 100 % | |
1902 30 | – andere deegwaren | 5 % | 100 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
1902 40 | – couscous | 5 % | 100 % | |
1903 00 | Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke. | 5 % | 100 % | |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door rooste- ren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
1904 10 | – graanpreparaten verkregen door poffen of door roos- teren: | 10 % | 30 % | |
1904 20 | – bereidingen voor menselijke consumptie verkregen uit ongeroosterde graanvlokken of uit mengsels van onge- roosterde graanvlokken en geroosterde graanvlokken of gepofte granen | 10 % | 30 % | |
1904 90 | – andere | 10 % | 30 % | |
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en der- gelijke producten van meel of van zetmeel: | |||
1905 10 | – bros gebakken brood, zogeheten knäckebröd | 20 % | 30 % | |
1905 20 | – Ontbijtkoek en dergelijke | 20 % | 30 % | |
1905 30 | – Koekjes en biscuits, wafels en wafeltjes: | |||
1905 31 | – – Koekjes en biscuits, gezoet: | 20 % | 30 % | |
1905 32 | – – Wafels en wafeltjes: | 20 % | 30 % | |
1905 40 | – Beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten | 20 % | 30 % | |
1905 90 | – andere | |||
1905 90 10 | – – – Ouwels voor geneesmiddelen: | 0 % | reeds 0 % | |
1905 90 90 | – – – andere | 20 % | 30 % | |
2001 | Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: | |||
2001 90 ex 2001 90 90 | – andere: – – suikermaïs (Zea mays var. saccharata) – – broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en der- gelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten – – palmharten | 70 % | 30 % | Minimum- recht: XXX 0 000/bruto kg |
2004 | Andere groenten, op andere wijze bereid of verduur- zaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006: | |||
ex 2004 10 | – aardappelen: – – andere: – – – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken | 70 % | wordt ver- laagd tot 40 % | Minimum- recht: XXX 0 000/xxxxx kg |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
2004 90 | – andere groenten en mengsels van groenten: | |||
ex 2004 90 90 | – – suikermaïs (Zea mays var. saccharata) | 35 % | wordt ver- laagd tot 20 % | |
2005 | Andere groenten, op andere wijze bereid of verduur- zaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006: | |||
ex 2005 20 | – aardappelen: – – in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken | 70 % | wordt ver- laagd tot 40 % | Minimum- recht: XXX 0 000/xxxxx kg |
2005 80 | – suikermaïs (Zea mays var. saccharata) | 35 % | wordt ver- laagd tot 20 % | |
0000 | Xxxxxxxx en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde sui- ker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
ex 2008 11 | – noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onder- ling vermengd: – – – pindakaas | 30 % | wordt ver- laagd tot 15 % | |
2008 91 | – – palmharten | 30 % | wordt ver- laagd tot 15 % | |
ex 2008 99 | – – Andere: ––––– maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata) ––––– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtsper- centen | 30 % | 30 % | |
2101 2101 11 | Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cicho- rei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extrac- ten, essences en concentraten daarvan: – extracten, essences en concentraten, van koffie en pre- paraten op basis van deze producten of op basis van koffie: – – extracten, essences en concentraten | 5 % | 100 % | |
2101 12 | – – preparaten op basis van extracten, essences of con- centraten of op basis van koffie | 5 % | 100 % | |
2101 20 | – extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté | 5 % | 100 % | |
2101 30 | – gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurroga- ten, alsmede extracten, essences en concentraten daar- van | 5 % | 100 % | |
0000 | Xxxx (actief of inactief); andere eencellige micro- organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder: | |||
2102 10 | – levende gist | 5 % | 100 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
2102 20 | – inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood | 5 % | 100 % | |
2102 30 | – samengesteld bakpoeder | 5 % | 100 % | |
0000 | Xxxxxx en preparaten voor sauzen; samengestelde kruide- rijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: | |||
2103 10 | – sojasaus | 5 % | 100 % | |
2103 20 | – Tomatenketchup en andere tomatensauzen | 35 % | wordt ver- laagd tot 20 % | |
2103 30 | – Mosterdmeel en bereide mosterd | 5 % | 100 % | |
2103 90 | – Andere | 5 % | 100 % | |
2104 | Preparaten voor soep of voor bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consump- tie: | |||
2104 10 | – preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon | 5 % | 100 % | |
2104 20 | – samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie | 5 % | 100 % | |
2105 00 | Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend: | 40 % | wordt ver- laagd tot 20 % | |
2106 | Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
2106 10 | – proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen | 5 % | 100 % | |
2106 90 | – Andere | |||
2106 90 10 | – – – Alcoholvrije preparaten van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken | 5 % | 100 % | |
2106 90 20 | – – – Stroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleur- stoffen | 5 % | 100 % | |
2106 90 90 | – – Andere | 5 % | 100 % | |
2201 | Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuit- water daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw | |||
2201 10 | – mineraalwater en spuitwater | 25 % | wordt ver- laagd tot 15 % | Accijns: LBP 25/l |
2201 90 | – andere | 25 % | wordt ver- laagd tot 15 % | |
2202 | Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentensappen bedoeld bij post 2009: | |||
2202 10 | – water, mineraalwater en spuitwater daaronder begre- pen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd | 20 % | 30 % | Accijns: LBP 25/l |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
2202 90 | – Andere | 20 % | 30 % | Accijns: XXX 00/x |
0000 | Xxxx van mout | 40 % | wordt ver- laagd tot 25 % | Accijns: LBP 60/l |
2205 | Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen: | |||
2205 10 | – in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 200/l |
2205 90 | – Andere | 15 % | 100 % | Accijns: XXX 000/x |
0000 | Xxxxxxxxxxxx, niet gedenatureerd, met een alcoholvolume- gehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistil- leerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte: | |||
2207 10 | – ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol- volumegehalte van 80 % vol of meer | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 200/l |
2207 20 | – ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | 15 % | 100 % | Accijns: XXX 000/x |
0000 | Xxxxxxxxxxxx, niet gedenatureerd, met een alcoholvolume- gehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten: | |||
2208 20 | – dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 200/l |
2208 30 | – whisky: | |||
2208 30 10 | – – – met een alcoholvolumegehalte van 50 % vol. of meer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, in flessen, flacons en dergelijke, inhoudende niet meer dan 5 liter | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 30 20 | – – – met een alcoholvolumegehalte van 60 % vol. of meer, in verpakkingen inhoudende 200 liter of meer | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 30 90 | – – – andere | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 40 | – rum en tafia | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 50 | – gin en jenever | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 60 | – wodka | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 400/l |
2208 70 | – likeuren | 15 % | 100 % | Accijns: XXX 000/x |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
2208 90 | – Andere: | |||
2208 90 10 | – – – Ethylalcohol | 15 % | 100 % | Accijns: LBP 200/l |
2208 90 20 | – – – Arak op basis van druiven, | 70 % | 30 % | Accijns: LBP 200/l |
2208 90 90 | – – – andere | 15 % | 100 % | Accijns: XXX 000/x |
0000 | Xxxxxxx, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabaks- surrogaten: | |||
2402 10 | – sigaren en cigarillo’s, tabak bevattend | 8 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2402 20 | – sigaretten, tabak bevattend | 90 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2402 90 | – Andere | 90 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2403 | Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak; tabaks- extracten en tabakssausen: | |||
2403 10 | – rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding | 8 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2403 91 | – – Andere „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak | 90 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2403 99 | – – Andere | 90 % | 0 % | Accijns: 48 % |
2905 | Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan: | |||
– andere meerwaardige alcoholen: | ||||
2905 43 | – – mannitol | 5 % | 100 % | |
2905 44 | – – D-glucitol (sorbitol) | 5 % | 100 % | |
2905 45 | – – glycerol | 5 % | 100 % | |
3301 | Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afge- splitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie ver- kregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in derge- lijke stoffen, verkregen door enfleurage of door macera- tie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en wate- rige oplossingen van etherische oliën: | |||
3301 90 | – Andere: | |||
3301 90 10 | – – – Resterende terpeenhoudende bijproducten, afge- splitst uit etherische oliën; | 0 % | reeds 0 % | |
3301 90 20 | – – – Geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; | 5 % | 100 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
3301 90 30 | –––– Gedistilleerd rozenwater, gedistilleerd oranje- bloesemwater | 70 % | 30 % | Minimum- recht: LBP 5 000/l |
3301 90 90 | – – – andere | 5 % | 100 % | |
0000 | Xxxxxxxx van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidin- gen op basis van reukstoffen van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken: | |||
3302 10 | – van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie | 5 % | 100 % | |
3501 | Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne: | |||
3501 10 | – caseïne | 0 % | reeds 0 % | |
3501 90 | – andere: | |||
3501 90 10 | – – – Lijm van caseïne | 5 % | 100 % | |
3501 90 90 | – – – andere | 0 % | reeds 0 % | |
3505 | Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voor- gegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zet- meel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel: | |||
3505 10 | – dextrine en ander gewijzigd zetmeel | 5 % | 100 % | |
3505 20 | – lijm | 5 % | 100 % | |
3809 | Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindus- trie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in der- gelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
3809 10 | – op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen | 0 % | reeds 0 % | |
3823 | Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen: | |||
– industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkre- gen acid-oils: | ||||
3823 11 | – – stearinezuur | 0 % | reeds 0 % | |
3823 12 | – – oliezuur | 0 % | reeds 0 % | |
3823 13 | – – tallvetzuren | 0 % | reeds 0 % | |
3823 19 | – – Andere: | |||
3823 19 10 | – – – Andere vetzuren, bevattende 85 of meer gewichts- percenten zuren | 0 % | reeds 0 % | |
3823 19 20 | – – – Bij raffinage verkregen acid-oils, andere dan olijfo- lie | 0 % | reeds 0 % |
Libanese douanecode | Omschrijving (1) | A | B | C |
Huidig recht | Verlaging van het recht in A (2) | Specifieke bepalingen | ||
3823 19 90 | – – – andere | 0 % | reeds 0 % | |
3824 | Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor giet- kernen; chemische producten en preparaten van de che- mische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: | |||
3824 60 | – sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44 | 5 % | 100 % |
(1) Onverminderd de regels voor de implementatie van de Libanese douanenomenclatuur, dient de omschrijving van de goederen slechts als indicatief te worden beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de Libanese douanecodes bepalend zijn voor de preferentie- regeling. Wanneer de code door de letters „ex” wordt voorafgegaan, wordt het preferentiële schema zowel door de code als door de omschrijving bepaald.
(2) De verlaging in kolom B van het douanerecht in A is niet van toepassing op het minimumrecht en ook niet op de accijns in C.
PROTOCOL 4
betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking
INHOUD
TITEL I — aLGEMENE BEPaLINGEN
— artikel 1 Definities
TITEL II — DEFINITIE vaN HET BEGRIP „PRODUCTEN vaN OORSPRONG”
— artikel 2 algemene eisen
— artikel 3 Bilaterale cumulatie van de oorsprong
— artikel 4 Diagonale cumulatie van de oorsprong
— artikel 5 Geheel en al verkregen producten
— artikel 6 Toereikende bewerking of verwerking
— artikel 7 Ontoereikende bewerking of verwerking
— artikel 8 Determinerende eenheid
— artikel 9
— artikel 10
accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen assortimenten
— artikel 11 Neutrale elementen
TITEL III — TERRITORIaLE vOORWaaRDEN
— artikel 12 Territorialiteitsbeginsel
— artikel 13 Rechtstreeks vervoer
— artikel 14 Tentoonstellingen
TITEL Iv —
— artikel 15
TERUGGavE OF vRIJSTELLING
verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten (gewijzigd)
TITEL v — BEWIJS vaN DE OORSPRONG
— artikel 16 algemene eisen
— artikel 17 Procedure voor de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1
— artikel 18
— artikel 19
afgifte achteraf van een EUR.1-certificaat
afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
— artikel 20
— artikel 21
afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opge- steld of afgegeven bewijs van oorsprong
voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring
— artikel 22 Toegelaten exporteurs
— artikel 23 Geldigheid van het bewijs van oorsprong
— artikel 24 Overlegging van het bewijs van de oorsprong
— artikel 25 Invoer in deelzendingen
— artikel 26 vrijstelling van bewijs van oorsprong
— artikel 27 Ondersteunende documenten
— artikel 28 Bewaring van de oorsprongsbewijzen en andere bewijsstukken
— artikel 29 verschillen en vormfouten
— artikel 30 In euro uitgedrukte bedragen
TITEL vI — REGELINGEN vOOR aDMINISTRaTIEvE SaMENWERKING
— artikel 31 Wederzijdse bijstand
— artikel 32 Controle van de oorsprongsbewijzen
— artikel 33 Beslechting van geschillen
— artikel 34 Sancties
— artikel 35 vrije zones
TITEL vII — CEUTa EN MELILLa
— artikel 36 Toepassing van het protocol
— artikel 37 Bijzondere voorwaarden
TITEL vIII — SLOTBEPaLINGEN
— artikel 38 Wijziging van het protocol
— artikel 39 Uitvoering
— artikel 40 Goederen in doorvoer of in opslag
BIJLAGEN
— Bijlage I:
aantekeningen bij de lijst in bijlage II
— Bijlage II: Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde product het karakter van product van oorsprong verkrijgt
— Bijlage IIa: Oorsprongverlenende be- of verwerkingen voor de in artikel 6, lid 2, bedoelde producten
— Bijlage III: Producten van oorsprong uit Turkije waarop artikel 4 niet van toepassing is, opgesomd in de volgorde van de indeling in het geharmoniseerde systeem
— Bijlage Iv:
— Bijlage v:
— Bijlage vI:
Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenver- keer EUR.1
Factuurverklaring Gemeenschappelijke verklaringen
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a) „vervaardiging”: elk type be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;
b) „materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;
c) „product”: het verkregen product, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te wor- den gebruikt;
d) „goederen”: zowel materialen als producten;
e) „douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de Overeen- komst inzake de toepassing van artikel vII van de algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);
f) „prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de Gemeenschap of in Libanon in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voorzo- ver in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte mate- rialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkre- gen product wordt uitgevoerd;
g) „waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vast- gesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Gemeenschap of Libanon is betaald;
h) „waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;
i) „toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte producten van oorsprong
uit andere landen dan die waarin die producten zijn verkregen;
j) „hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (vier- cijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit protocol „het geharmoniseerde systeem” of „GS” genoemd;
k) „ingedeeld”: de indeling van een product of een materiaal onder een bepaalde post;
l) „zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, één factuur;
m) „gebieden”: ook de territoriale wateren.
TITEL II
DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
Artikel 2
Algemene eisen
1. voor de toepassing van deze overeenkomst worden de vol- gende producten beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap:
a) geheel en al in de Gemeenschap verkregen producten in de zin van artikel 5 van dit protocol;
b) in de Gemeenschap verkregen producten waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol.
2. voor de toepassing van deze overeenkomst worden de vol- gende producten beschouwd als van oorsprong uit Libanon:
a) geheel en al in Libanon verkregen producten in de zin van artikel 5 van dit protocol;
b) in Libanon verkregen producten, waarin materialen zijn ver- werkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Libanon een be- of verwerking hebben onder- gaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol.
Artikel 3
Bilaterale cumulatie van de oorsprong
1. Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap worden beschouwd als materialen van oorsprong uit Libanon indien zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet nood- zakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij evenwel een be- of verwerking heb- ben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.
2. Materialen van oorsprong uit Libanon worden beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet nood- zakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits zij evenwel een be- of verwerking heb- ben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.
Artikel 4
Diagonale cumulatie van de oorsprong
1. Onder voorbehoud van de leden 2 en 3 worden materialen van oorsprong uit landen die een Europees-mediterrane associatieovereenkomst hebben gesloten in de zin van de over- eenkomsten tussen de Gemeenschap en Libanon en deze landen beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap en Libanon, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgeno- men. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zoge- naamde „toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
Dit lid is niet van toepassing op materialen van oorsprong uit Tur- kije die zijn opgenomen in de lijst in bijlage III bij dit protocol.
2. Producten die ingevolge lid 1 het karakter van product van oorsprong hebben verkregen, behouden het karakter van product van oorsprong uit de Gemeenschap of Libanon uitsluitend indien de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 genoemde landen. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het in lid 1 genoemde land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de gebruikte mate- rialen van oorsprong. Bij de toekenning van de oorsprong wordt geen rekening gehouden met materialen die van oorsprong zijn uit de andere in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap of Libanon een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
3. Cumulatie op grond van dit artikel kan slechts worden toe- gepast indien de gebruikte materialen het karakter van product van oorsprong hebben verkregen door de toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan de in dit protocol opgenomen
oorsprongsregels. De Gemeenschap en Libanon delen elkaar, via de Europese Commissie, de gegevens mee over de overeenkom- sten die zij met de andere in lid 1 genoemde landen hebben geslo- ten en over de daarin opgenomen oorsprongsregels.
4. Zodra aan de eisen van lid 3 is voldaan en een datum voor de inwerkingtreding van deze bepalingen is vastgesteld, leeft iedere partij de op haar rustende kennisgevingsverplichtingen na.
Artikel 5
Geheel en al verkregen producten
1. als geheel en al in de Gemeenschap of in Libanon verkre- gen worden beschouwd:
a) aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten;
b) aldaar geoogste producten van het plantenrijk;
c) aldaar geboren en opgefokte levende dieren;
d) producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;
e) voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;
f) producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren van de Gemeenschap of Liba- non uit de zee gewonnen producten;
g) producten uitsluitend van de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;
h) met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;
i) afval afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;
j) producten, gewonnen van of vanonder de zeebodem buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;
k) goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.
2. De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
a) die in een lidstaat van de Gemeenschap of in Libanon zijn ingeschreven of geregistreerd;
b) die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap of van Liba- non voeren;
c) die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Libanon of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze xxxxx xxxxxxxxxx zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of van Libanon, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze staten of aan openbare licha- men of onderdanen daarvan;
d) waarvan de kapitein en de officieren allen onderdanen zijn van een lidstaat of van Libanon;
en
e) waarvan de bemanning voor ten minste 75 % uit onderda- nen van lidstaten van de Gemeenschap of van Libanon bestaat.
Artikel 6
Toereikende bewerking of verwerking
1. voor de toepassing van artikel 2 worden producten die niet geheel en al verkregen zijn, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.
Deze voorwaarden geven voor alle onder deze overeenkomst val- lende producten aan welke be- of verwerkingen niet van oor- sprong zijnde materialen moeten ondergaan om het karakter van product van oorsprong te verkrijgen en zijn slechts op deze mate- rialen van toepassing. Dit betekent dat, indien een product dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in de lijst voor dat product heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden in bijlage IIa vermelde producten die niet geheel en al zijn verkregen, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage IIa is voldaan.
Het bepaalde in dit lid is gedurende drie jaar na de inwerkingtre- ding van de overeenkomst van toepassing.
3. In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de ver- vaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a) wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product;
b) wanneer in de lijst een of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oor- sprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.
Dit lid is niet van toepassing op producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoni- seerde systeem.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7.
Artikel 7
Ontoereikende bewerking of verwerking
1. Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:
a) behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere pro- ducten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeel- ten en soortgelijke verrichtingen);
b) eenvoudige verrichtingen zoals stofvrij maken, zeven, sorte- ren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samen- stellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;
c) i) veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van xxxxx;
ii) eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes, enz., en alle andere handelingen in verband met de opmaak;
d) het aanbrengen van merken, etiketten of soortgelijke onder- scheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen;
e) eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit protocol om als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Libanon te worden beschouwd;
f) eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product;
g) twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behan- delingen tezamen;
h) het slachten van dieren.
2. Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeen- schap of in Libanon heeft ondergaan tezamen genomen.
Artikel 8
Determinerende eenheid
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepa- lingen van dit protocol is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Dit betekent dat:
a) wanneer een product, bestaande uit een groep of verzame- ling van artikelen, onder één enkele post van het geharmo- niseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
b) wanneer een zending bestaat uit een aantal eendere produc- ten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol afzonderlijk moet worden genomen.
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Artikel 9
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen
accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in reke- ning worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
Artikel 10
Assortimenten
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oor- sprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt even- wel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de pro- ducten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
Artikel 11
Neutrale elementen
Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet nood- zakelijk de oorsprong na te gaan van de eventueel bij de vervaar- diging gebruikte
a) energie en brandstof;
b) fabrieksuitrusting;
c) machines en werktuigen;
d) goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het pro- duct niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen.
TITEL III
TERRITORIALE VOORWAARDEN
Artikel 12
Territorialiteitsbeginsel
1. De in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moeten zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Libanon zijn ver- vuld behoudens het bepaalde in artikel 4.
2. Producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Liba- non naar een ander land worden uitgevoerd en daarna weer wor- den ingevoerd, kunnen, behoudens het bepaalde in artikel 4, niet langer als producten van oorsprong worden beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a) de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitge- voerde goederen;
en
b) zij in het land waarnaar ze waren uitgevoerd geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren.
Artikel 13
Rechtstreeks vervoer
1. De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de Gemeen- schap en Libanon of via het grondgebied van de andere in arti- kel 4 genoemde landen zijn vervoerd. Goederen die één enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden ver- voerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondge- bied, voorzover zij in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelin- gen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
Producten van oorsprong mogen per pijpleiding via een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Libanon wor- den vervoerd.
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is vol- daan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a) één vervoersdocument dat in het land van uitvoer is opge- steld ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer;
of
b) een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:
i) de producten nauwkeurig zijn omschreven,
ii) de data zijn vermeld waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder opgave van de naam van de gebruikte schepen, of van de andere gebruikte vervoermiddelen;
en
iii) een verklaring betreffende de voorwaarden waarop de producten in het land van doorvoer zijn verbleven;
of
c) bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.
Artikel 14
Tentoonstellingen
1. De overeenkomst is van toepassing op producten van oor- sprong die naar een tentoonstelling in een ander dan een in arti- kel 4 genoemd land zijn verzonden en die na de tentoonstelling in de Gemeenschap of in Libanon worden ingevoerd, mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) een exporteur deze producten vanuit de Gemeenschap of Libanon naar het land van de tentoonstelling heeft verzon- den en ze daar heeft tentoongesteld;
b) deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of Libanon;
c) de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan, zijn verzonden;
en
d) de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstel- ling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.
2. Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel v afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de aard van de producten en de voor- waarden waarop zij werden tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, indus- trieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de ver- koop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedu- rende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.
TITEL Iv
TERUGGAVE OF VRIJSTELLING
Artikel 15
Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten
1. Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Libanon of een van de andere in artikel 4 genoemde landen in de zin van dit protocol waarvoor overeenkomstig de bepalingen van titel v een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap of in Libanon niet in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2. Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douane- rechten of heffingen van gelijke werking die in de Gemeenschap of in Libanon van toepassing is op materialen die bij de vervaar- diging worden gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit genoemde materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet van toepassing is indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.
3. De exporteur van producten die door een bewijs van oor- sprong zijn gedekt, dient steeds bereid te zijn op verzoek van de douaneautoriteiten alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toe- passing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpak- king in de zin van artikel 8, lid 2, op accessoires, vervangings- onderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 9 en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 10, wanneer dergelijke producten niet van oorsprong zijn.
5. De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop de overeenkomst van toepassing is. Zij doen geen afbreuk aan het stelsel van restituties bij de uit- voer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.
6. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing gedurende de zes jaar die volgen op de inwerkingtreding van de overeenkomst.
7. Na de inwerkingtreding van het bepaalde in dit artikel en in afwijking van lid 1 mag Libanon regelingen voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking toepassen op materialen die bij de vervaardiging van producten van oorsprong zijn gebruikt, onder het volgende voorbehoud:
a) een douanerecht van 5 %, of een lager recht indien dit in Libanon van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 25 tot en met 49 en 64 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld;
b) een douanerecht van 10 %, of een lager recht indien dit in Libanon van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmo- niseerde systeem zijn ingedeeld.
voor het einde van de overgangsperiode bedoeld in artikel 6 van de overeenkomst wordt de toepassing van de bepalingen van dit lid geëvalueerd.
TITEL v
BEWIJS VAN DE OORSPRONG
Artikel 16
Algemene eisen
1. Deze overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Libanon worden ingevoerd, en producten van oorsprong uit Libanon die in de Gemeenschap worden ingevoerd, op vertoon van:
a) een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage Iv is opgenomen;
of
b) in de in artikel 21, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage v is opgeno- men, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument en waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden (hierna „factuur- verklaring” genoemd).
2. In afwijking van lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit protocol in de in artikel 26 bedoelde gevallen onder de toepassing van de overeenkomst zonder dat een van de hier- boven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.
Artikel 17
Procedure voor de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1
1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 (hierna
„EUR.1-certificaat” genoemd) wordt afgegeven door de douane- autoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
2. Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde verte- genwoordiger zowel het EUR.1-certificaat als het aanvraagformu- lier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage Iv opgenomen. Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, dient op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, steeds bereid te zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
4. Het EUR.1-certificaat wordt afgegeven door de douane- autoriteiten van een lidstaat van de Gemeenschap of van Libanon indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Libanon of uit een van de andere in artikel 4 genoemde landen en indien aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
5. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douane- autoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten inderdaad van oorsprong zijn en of aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan. Te dien einde hebben zij het recht bewijsmateriaal op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten. De met de afgifte van certificaten inzake goede- renverkeer EUR.1 belaste douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. In het bijzonder gaan zij na of de voor de omschrijving van de goederen bestemde ruimte op zodanige wijze is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen onmogelijk zijn.
6. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenver- keer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.
7. Een EUR.1-certificaat wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat zij zullen worden uitgevoerd.
Artikel 18
Afgifte achteraf van een EUR.1-certificaat
1. In afwijking van artikel 17, lid 7, kan een EUR.1-certificaat bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien:
a) dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd;
of
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel is afge- geven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.
Artikel 21
Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring
1. Factuurverklaringen als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b), kunnen worden opgesteld door:
3. vóór de douaneautoriteiten tot afgifte achteraf van een cer-
tificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan, dienen zij te heb- ben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4. Op een achteraf afgegeven EUR.1-certificaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
„NaCHTRÄGLICH aUSGESTELLT”, „DELIvRE a POSTERIORI”,
„RILaSCIaTO a POSTERIORI”, „aFGEGEvEN a POSTERIORI”,
„ISSUED RETROSPECTIvELY”, „UDSTEDT EFTERFØLGENDE”,
„ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”, „EXPEDIDO a POSTERIORI”,
„EMITIDO a POSTERIORI”, „aNNETTU JÄLKIKÄTEEN”,
„UTFÄRDaT I EFTERHaND”, „…”.
5. De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
Artikel 19
Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certifi- caat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douane- autoriteiten die het certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2. Op het aldus afgegeven certificaat wordt een van de vol- gende aantekeningen aangebracht:
„DUPLIKaT”, „DUPLICaTa”, „DUPLICaTO”, „DUPLICaaT”,
„DUPLICaTE”, „ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ”, „DUPLICaDO”, „SEGUNDa vIa”,
„KaKSOISKaPPaLE”, „…”.
3. De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke EUR.1-certificaat, geldt vanaf die datum.
Artikel 20
Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong
voor producten van oorsprong die in de Gemeenschap of Liba- non onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer EUR.1- certificaten worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de Gemeen- schap of in Libanon. Dit certificaat of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.
a) een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22;
b) alle exporteurs, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt.
2. Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de pro- ducten als van oorsprong uit de Gemeenschap, Libanon of een van de in artikel 4 genoemde landen kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen.
3. De exporteur die de factuurverklaring opstelt, moet op ver- zoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer steeds bereid zijn de nodige documenten over te leggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
4. Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage v is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen taalversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de factuurverklaring met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters geschieden.
5. De factuurverklaringen worden door de exporteur eigen- handig ondertekend. Toegelaten exporteurs in de zin van arti- kel 22 behoeven deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits zij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doen toeko- men waarin zij de volle verantwoordelijkheid op zich nemen voor alle factuurverklaringen waaruit hun identiteit blijkt, alsof zij deze eigenhandig hadden ondertekend.
6. Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opge- steld bij de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de pro- ducten waarop zij betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.
Artikel 22
Toegelaten exporteurs
1. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen een exporteur die veelvuldig producten verzendt waarop de overeen- komst van toepassing is vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de exporteur naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voor- waarden van dit protocol.
2. De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.
3. De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe, dat op de factuurverklaringen moet worden vermeld.
4. De douaneautoriteiten controleren het gebruik dat de toe- gelaten exporteur van de vergunning maakt.
5. De vergunning kan door de douaneautoriteiten te allen tijde worden ingetrokken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toe- gelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.
Artikel 26
Vrijstelling van bewijs van oorsprong
1. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de per- soonlijke bagage van reizigers worden als producten van oor- sprong toegelaten zonder dat het nodig is een formeel bewijs van oorsprong over te leggen, voorzover aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voor- waarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat. voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifte- formulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
Artikel 23
Geldigheid van het bewijs van oorsprong
1. Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.
2. Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
3. In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douane- autoriteiten van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.
Artikel 24
Overlegging van het bewijs van de oorsprong
Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van dit bewijs verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer ver- gezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de produc- ten aan de voorwaarden voor de toepassing van deze overeenkomst voldoen.
Artikel 25
Invoer in deelzendingen
Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douane- autoriteiten van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van alge- mene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, vallende onder de afdelingen XvI en XvII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerde systeem, in deel- zendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oor- sprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.
2. als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uit- sluitend bestemd zijn voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voorzover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commer- ciële doeleinden wijzen.
3. voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.
Artikel 27
Ondersteunende documenten
De in artikel 17, lid 3, en artikel 21, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een EUR.1-certificaat of een factuurverklaring worden gedekt pro- ducten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap, Libanon of een van de andere in lid 4 genoemde landen en aan de andere voor- waarden van dit protocol voldoen, kunnen onder meer de vol- gende zijn:
a) een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkin- gen om de producten te verkrijgen;
b) in de Gemeenschap of in Libanon afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waar- uit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;
c) in de Gemeenschap of in Libanon afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waar- uit be- of verwerking in de Gemeenschap of in Libanon blijkt;
d) EUR.1-certificaten of factuurverklaringen waaruit blijkt dat de gebruikte materialen van oorsprong zijn, die overeenkom- stig dit protocol in de Gemeenschap of in Libanon zijn afge- geven of opgesteld, of in een van de andere in artikel 4 genoemde landen, overeenkomstig oorsprongsregels die gelijk zijn aan de in dit protocol opgenomen oorsprongsregels.
Artikel 28
Bewaring van de oorsprongsbewijzen en andere bewijsstukken
1. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, bewaart de in artikel 17, lid 3, bedoelde bewijsstukken gedurende een periode van ten minste drie jaar.
2. Exporteurs die een factuurverklaring opstellen, dienen een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 21, lid 3, bedoelde documenten gedurende ten minste drie jaar te bewaren.
3. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een EUR.1-certificaat afgeven, bewaren het in artikel 17, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende een periode van ten min- ste drie jaar.
4. De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de EUR.1-certificaten en factuurverklaringen die bij hen werden inge- diend gedurende ten minste drie jaar.
Artikel 29
Verschillen en vormfouten
1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens in het bewijs van oorsprong en de gegevens in de documenten die in verband met de formaliteiten bij invoer bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het bewijs van oorsprong daardoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het bewijs van oorsprong maken dit document niet ongeldig indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
Artikel 30
In euro uitgedrukte bedragen
1. Het land van uitvoer stelt de tegenwaarde vast in zijn natio- nale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen en deelt deze via de Europese Commissie aan de landen van invoer mee.
2. Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, worden zij door laatstgenoemd land aanvaard indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer. Indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van een lidstaat van de Gemeen- schap of van een van de in artikel 4 genoemde andere landen, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land mee- gedeelde bedrag.
3. De te gebruiken tegenwaarde van de euro in een nationale valuta is de tegenwaarde van de euro in die nationale valuta op de eerste werkdag van oktober 1999.
4. De in euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daar- van in de nationale valuta van de lidstaten en van Libanon wor- den op verzoek van de Gemeenschap of van Libanon door het associatiecomité herzien. Bij deze herziening ziet het associatie- comité erop toe dat de bedragen in de nationale valuta’s niet dalen. voorts onderzoekt het comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan in dit verband besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.
TITEL vI
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 31
Wederzijdse bijstand
1. De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeen- schap en van Libanon doen elkaar via de Europese Commissie afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van het certificaat inzake goederen- verkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.
2. Met het oog op de correcte toepassing van dit protocol ver- lenen de Gemeenschap en Libanon elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij de controle op de echtheid van de EUR.1-certificaten en de factuurverklaringen en de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
Artikel 32
Controle van de oorsprongsbewijzen
1. De bewijzen van oorsprong worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd en ook wanneer de douane- autoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twij- felen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit protocol.
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douane- autoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat, de fac- tuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, eventueel onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
3. De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Te dien einde hebben zij het recht bewijs- materiaal op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.
4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer beslui- ten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uit- slag van de controle niet bekend is, doen zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5. De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aange- geven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Libanon of een van de andere in artikel 4 genoemde landen beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
6. Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het ver- zoek om controle geen antwoord is ontvangen, of indien het ant- woord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de produc- ten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.
Artikel 33
Beslechting van geschillen
Geschillen ten aanzien van de in artikel 32 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden tussen de douane- autoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douane- autoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit protocol worden aan het associatiecomité voorgelegd.
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toe- passing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.
Artikel 34
Sancties
Tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.
Artikel 35
Vrije zones
1. De Gemeenschap en Libanon nemen alle nodige maatrege- len om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van de oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelin- gen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 dienen de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Libanon, die onder dekking van een bewijs
van de oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd, een be- of ver- werking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat af te geven, mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit protocol overeenstemt.
TITEL vII
CEUTA EN MELILLA
Artikel 36
Toepassing van het protocol
1. De in artikel 2 gebruikte term „Gemeenschap” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.
2. Producten van oorsprong uit Libanon die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douane- regeling als de regeling die op grond van Protocol nr. 2 bij de akte van Toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Por- tugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op pro- ducten van oorsprong uit het douanegebied van de Gemeenschap. Libanon zal op onder de overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde regeling toepassen als op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die uit de Gemeen- schap worden ingevoerd.
3. Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla is dit protocol van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 37.
Artikel 37
Bijzondere voorwaarden
1. Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:
1) producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:
a) geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;
b) in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaar- diging waarvan andere dan de onder a) bedoelde produc- ten zijn gebruikt, mits:
i) deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol,
of voorzover
ii) deze producten van oorsprong zijn uit Libanon of uit de Gemeenschap in de zin van dit protocol, en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde ontoe- reikende be- of verwerkingen;
2) producten van oorsprong uit Libanon:
a) geheel en al in Libanon verkregen producten;
b) in Libanon verkregen producten waarin andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voorzover:
i) deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol,
of voorzover
ii) deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap in de zin van dit proto- col, en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde ontoereikende be- of verwerkingen.
2. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.
3. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger ver- meldt „Libanon” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring. voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt het karakter van oorsprong bovendien vermeld in vak 4 van het EUR.1- certificaat of op de factuurverklaring.
4. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit protocol in Ceuta en Melilla.
TITEL vIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 38
Wijziging van het protocol
De associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.
Artikel 39
Uitvoering
De Gemeenschap en Libanon nemen, ieder voor zich, de maatre- gelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit protocol.
Artikel 40
Goederen in doorvoer of in opslag
De Overeenkomst kan worden toegepast op goederen die aan de bepalingen van dit protocol voldoen en die op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst onderweg zijn of die in de Gemeenschap of in Libanon tijdelijk zijn opgeslagen in een douane-entrepot of vrije zone, mits binnen vier maanden na die datum een EUR.1-certificaat bij de douaneautoriteiten van de Staat van invoer wordt ingediend dat achteraf door de bevoegde instanties van de Staat van uitvoer is afgegeven, tezamen met de documenten waaruit blijkt dat de goederen rechtstreeks zijn vervoerd.
BIJLAGE I
AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II
Aantekening 1:
In deze lijst zijn de be- en verwerkingen omschreven waardoor producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 6 van het protocol.
Aantekening 2:
2.1. De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen product aan. In kolom 1 staat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem en in kolom 2 de omschrijving van de goederen van die post of dat hoofdstuk volgens dat systeem. Voor ieder product dat in de kolommen 1 en 2 is omschreven, wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.
2.2. Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstukummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.
2.3. Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast, in kolom 3 of 4, vermelde voorwaarde van toepassing is.
2.4. Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel wordt gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven pro- duct, kan de exporteur kiezen welke regel — die in kolom 3 of die in kolom 4 — hij toepast. Indien in kolom 4 geen regel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.
Aantekening 3:
3.1. Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 6 van het protocol van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de Gemeenschap of in Libanon.
Voorbeeld:
Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet meer mag bedragen dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed” van post ex 7224.
Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap van niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, dan heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.
3.2. De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent even- eens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Is volgens de regel het gebruik van niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium toegestaan, dan is het gebruik van dit mate- riaal in een vroeger productiestadium wel, maar in een later productiestadium niet toegestaan.
3.3. In afwijking van aantekening 3.2 mogen, wanneer volgens de regel „vervaardiging uit materialen van een willekeurige post” toegestaan is, materialen van een willekeurige post (zelfs materialen met dezelfde omschrijving en van dezelfde post als het product) worden gebruikt, onder voorbehoud evenwel van eventuele in die regel opgenomen beperkingen.
„Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post …” of „vervaar- diging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” houdt evenwel in dat materialen van een willekeurige post gebruikt mogen worden, behalve die met dezelfde omschrij- ving als het product in kolom 2.
3.4. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.
Voorbeeld:
Volgens de regel voor weefsels van de posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische stoffen, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.
3.5. Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit uiteraard niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen vol- doen (zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielproducten).
Voorbeeld:
De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik van granen en derivaten daarvan uit. Minerale zouten, chemi- caliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd mogen daarentegen wel worden gebruikt.
Dit geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd van het in de lijst genoemde materiaal, wel vervaardigd kunnen worden van een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.
Voorbeeld:
Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, het gebruik van uitsluitend garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies — ook al kan gebon- den textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval dient het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen te bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.
3.6. Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde mate- rialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit over- schrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.
Aantekening 4:
4.1. De term „natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.
4.2. De term „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003, wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.
4.3. De termen „textielmassa”, „chemische stoffen” en „materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.
4.4. De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstma- tige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.
Aantekening 5:
5.1. Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4).
5.2. De in punt 5.1 genoemde tolerantie is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.
Basistextielmaterialen zijn:
— zijde,
— wol,
— xxxx haar,
— fijn haar,
— paardenhaar (crin),
— katoen,
— papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,
— vlas,
— hennep,
— jute en andere bastvezels,
— sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave,
— kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,
— synthetische filamenten,
— kunstmatige filamenten,
— filamenten die elektriciteit geleiden,
— synthetische stapelvezels van polypropyleen,
— synthetische stapelvezels van polyester,
— synthetische stapelvezels van polyamide,
— synthetische stapelvezels van polyacrylonitriel,
— synthetische stapelvezels van polyimide,
— synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen,
— synthetische stapelvezels van polyfenyleensulfide,
— synthetische stapelvezels van polyvinylchloride,
— andere synthetische stapelvezels,
— kunstmatige stapelvezels van viscose,
— andere kunstmatige stapelvezels,
— garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld,
— garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,
— producten van post 5605 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof,
— andere producten van post 5605.
Voorbeeld:
Garen van post 5205, gemaakt van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde synthetische stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het garen.
Voorbeeld:
Een weefsel van wol van post 5112, gemaakt van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapel- vezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische stoffen of textielmassa is vereist) of garens van wol die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het weefsel.
Voorbeeld:
Getuft textielweefsel van post 5802, gemaakt van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.
Voorbeeld:
Indien het betrokken getufte textielweefsel was gemaakt van katoengarens van post 5205 en van synthetisch weefsel van post 5407, dan zijn de gebruikte garens gemaakt van twee verschillende soorten basistextielmateriaal en is het getufte textielweefsel bijgevolg een gemengd product.
5.3. Voor producten die garens bevatten „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld”, bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %.
5.4. Voor weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een door- zichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen 30 %.
Aantekening 6:
6.1. Voor textielproducten die in de lijst van een voetnoot zijn voorzien die naar deze aantekening verwijst, mogen textiel- materialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor het betrokken geconfectioneerde product, worden gebruikt voorzover deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het product.
6.2. Onverminderd aantekening 6.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt, ongeacht of zij textiel bevatten.
Voorbeeld:
Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.
6.3. Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte mate- rialen die niet van oorsprong zijn.
Aantekening 7:
7.1. Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan:
a) vacuümdistillatie,
b) herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing,
c) kraken,
d) reforming,
e) extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,
f) een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, rokend zwavelzuur of zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,
g) polymeriseren,
h) alkyleren,
i) isomeriseren.
7.2. Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten 2710, 2711 en 2712 wordt verstaan:
a) vacuümdistillatie,
b) herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing,
c) kraken,
d) reforming,
e) extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,
f) een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, rokend zwavelzuur of zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,
g) polymeriseren,
h) alkyleren, ij) isomeriseren,
k) uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T),
l) uitsluitend voor de producten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren,
m) uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 °C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bij voorbeeld „hydrofinishing” of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt;
n) uitsluitend voor stookolie van post ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbe- grepen, voor minder dan 30 % van het volume overdistilleren bij 300 °C, bepaald volgens de methode ASTM D 86,
o) uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading;
p) uitsluitend voor ruwe producten (andere dan vaseline, ozokeriet, montaanwas of turfwas, paraffine, bevattende minder dan 0,75 gewichtspercent olie) van post ex 2712: olieafscheiding door gefractioneerde kristallisatie.
7.3. Wat de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 betreft, wordt geen oorsprong verleend door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.
BIJLAGE II
LIJST VAN BE- OF VERWERKINGEN VAN MATERIALEN DIE NIET VAN OORSPRONG ZIJN WAARDOOR HET VERVAARDIGDE PRODUCT HET KARAKTER VAN PRODUCT VAN OORSPRONG VERKRIJGT
Niet alle in de lijst genoemde producten vallen onder de overeenkomst. De lijst dient daarom samen met de andere delen van de overeenkomst te worden gelezen.
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
Hoofdstuk 1 | Levende dieren | Alle dieren van hoofdstuk 1 dienen geheel en al te zijn verkregen | |
Hoofdstuk 2 | Vlees en eetbare slachtafvallen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen zijn | |
Hoofdstuk 3 | Vis, schaaldieren, weekdieren en andere onge- wervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn | |
ex Xxxxxxxxx 0 0000 | Xxxx en zuivelproducten; vogeleieren; natuur- honing; eetbare producten van dierlijke oor- sprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van: Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn; — alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompel- moezen of pomelo’s) bedoeld bij post 2009 van oorsprong zijn, en — de waarde van alle gebruikte mate- rialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofdstuk 5 | Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uit- zondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen zijn | |
ex 0502 | Xxxxxx haar van varkens of van wilde zwijnen | Xxxxxxxx, ontsmetten, sorteren en recht- strijken van haar | |
Hoofdstuk 6 | Levende planten en producten van de bloemen- teelt | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn; — de waarde van alle gebruikte mate- rialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
Hoofdstuk 7 | Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn | |
Hoofdstuk 8 | Fruit; schillen van citrusvruchten of van meloe- nen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen zijn; — de waarde van de gebruikte materi- alen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
ex Hoofdstuk 9 | Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzonde- ring van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen zijn | |
0901 | Koffie, ook indien gebrand of cafeïnevrij; bol- sters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding | Vervaardiging uit materialen van een wil- lekeurige post | |
0902 | Thee, ook indien gearomatiseerd | Vervaardiging uit materialen van een wil- lekeurige post | |
ex 0910 | Kruidenmengsels | Vervaardiging uit materialen van een wil- lekeurige post | |
Hoofdstuk 10 | Granen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen zijn | |
ex Hoofdstuk 11 ex 1106 | Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, met uitzondering van: Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 | Vervaardiging waarbij de groenten, gra- nen, knollen en wortels van post 0714, of de vruchten die hierbij zijn gebruikt, geheel en al verkregen zijn Drogen en malen van de bij post 0708 bedoelde peulgroenten | |
Hoofdstuk 12 | Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen zijn | |
1301 | Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en harsaroma’s (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product | |
1302 | Plantensappen en plantenextracten; pectine- stoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: | ||
– plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten | Vervaardiging uit ongewijzigde planten- slijmen en bindmiddelen | ||
– Andere | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product | ||
Hoofdstuk 14 | Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen zijn |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
ex Hoofdstuk 15 | Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dis- sociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; bewerkt spijsvet; met uitzondering van: Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, met uitzondering van vet van de posten 0209 of 1503: – beendervet of afvalvet – Andere Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503 – beendervet of afvalvet – Andere Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffi- neerd, doch niet chemisch gewijzigd: – vaste fracties – Andere Geraffineerde lanoline Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet che- misch gewijzigd: – vaste fracties – Andere Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daar- van: – sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokoso- lie (kopraolie), palmpittenolie, babassunote- nolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van pro- ducten voor menselijke consumptie – vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie | Vervaardiging uit materialen van om het | |
even welke post, met uitzondering van | |||
die van het product | |||
1501 | |||
Vervaardiging uit materialen van een wil- | |||
lekeurige post, met uitzondering van | |||
materialen van post 0203, 0206 of 0207 | |||
of van beenderen bedoeld bij post 0506 | |||
Vervaardiging uit vlees of eetbare slacht- | |||
afvallen van varkens bedoeld bij post | |||
0203 of 0206 of uit vlees en eetbare | |||
slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij | |||
post 0207 | |||
1502 | |||
Vervaardiging uit materialen van om het | |||
even welke post, met uitzondering van | |||
materialen van post 0201, 0202, 0204 | |||
of 0206 of van beenderen bedoeld bij | |||
post 0506 | |||
Vervaardiging waarbij alle gebruikte | |||
materialen van hoofdstuk 2 geheel en al | |||
verkregen zijn | |||
1504 | |||
Vervaardiging uit materialen van om het | |||
even welke post, met inbegrip van | |||
andere materialen van post 1504 | |||
Vervaardiging waarbij alle gebruikte | |||
materialen van de hoofdstukken 2 en 3 | |||
geheel en al verkregen zijn | |||
ex 1505 | Xxxxxxxxxxxxx uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505 | ||
1506 | |||
Vervaardiging uit materialen van om het | |||
even welke post, met inbegrip van | |||
andere materialen van post 1506 | |||
Vervaardiging waarbij alle gebruikte | |||
materialen van hoofdstuk 2 geheel en al | |||
verkregen zijn | |||
1507 t/m 1515 | |||
Vervaardiging uit materialen van om het | |||
even welke post, met uitzondering van | |||
die van het product | |||
Vervaardiging uit andere materialen van | |||
de posten 1507 tot en met 1515 |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
– Andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al ver- kregen moeten zijn | ||
1516 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, als- mede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdinieerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn; | |
— alle gebruikte plantaardige materia- len geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter wel worden gebruikt. | |||
1517 | Xxxxxxxxx; mengsels en bereidingen, voor men- selijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten of oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen zijn; | |
en | |||
— alle gebruikte plantaardige materia- len geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter wel worden gebruikt. | |||
Hoofdstuk 16 | Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging: — op basis van dieren van hoofdstuk 1, en/of — waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al ver- kregen zijn | |
ex Hoofdstuk 17 | Suiker en suikerwerk, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
ex 1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede che- misch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearo- matiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
1702 | Andere suiker, chemisch zuivere lactose, mal- tose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleur- stoffen; kunsthoning, ook indien met natuur- honing vermengd; karamel: | ||
– chemisch zuivere maltose en chemisch zui- vere fructose | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702 | ||
– andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | ||
– Andere | Vervaardiging uit materialen die reeds van oorsprong zijn |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
ex 1703 | Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
1704 | Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daar- onder begrepen) | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
Hoofdstuk 18 | Cacao en bereidingen daarvan | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product — waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
1901 | Moutextract; bereidingen voor menselijke con- sumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichts- percenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor men- selijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, bere- kend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen: | ||
– moutextract | Vervaardiging uit granen bedoeld bij hoofdstuk 10 | ||
– Andere | Vervaardiging: | ||
— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |||
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
1902 | Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid: | ||
– met ten hoogste 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of week- dieren | Vervaardiging waarbij de gebruikte gra- nen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
– met meer dan 20 gewichtspercenten vlees, vleesafval, vis, schaal- of weekdieren | Vervaardiging waarbij: | ||
— de gebruikte granen en graan- derivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en | |||
— alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn | |||
1903 | Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke. | Vervaardiging uit materialen van een wil- lekeurige post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108 | |
1904 | Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bij voorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorge- kookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging: — uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 1806 — waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe maïs van de soort Zea indurata en derivaten daarvan) geheel en al ver- kregen zijn, en; | |
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
1905 | Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor genees- middelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11 | |
ex Hoofdstuk 20 | Bereidingen van groenten, vruchten en andere plantendelen, met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al ver- kregen zijn | |
ex 2001 | Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtsper- centen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijn- zuur | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
ex 2004 en ex 2005 | Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlok- ken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
2006 | Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
2007 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkre- gen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
ex 2008 | – noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, die reeds van oorsprong zijn, hoger moet zijn dan 60 % van de prijs af fabriek van het pro- duct | |
– pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; xxxx | Xxxxxxxxxxxxx uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | ||
– andere, met uitzondering van vruchten en noten, op andere wijze gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevro- ren | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | ||
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
2009 | Ongegiste vruchten- of groentensappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toe- gevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
ex Hoofdstuk 21 | Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
2101 | Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product — waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen is |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
0000 | Xxxxxx en preparaten voor sauzen; samenge- stelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: – Sauzen en preparaten voor sauzen; samenge- stelde kruiderijen en dergelijke producten – mosterdmeel en bereide mosterd Soep en bouillon en ingrediënten hiervoor Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen | ||
Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt | |||
Vervaardiging uit materialen van een wil- lekeurige post | |||
ex 2104 | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005 | ||
2106 | Vervaardiging: | ||
— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |||
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
ex Hoofdstuk 22 | Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van: | Vervaardiging: | |
— uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |||
— waarbij alle gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn | |||
2202 | Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentensappen bedoeld bij post 2009 | Vervaardiging: — uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
— waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |||
— alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompel- moezen of pomelo’s) van oor- sprong zijn |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedena- tureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging: — uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 2207 of 2208, | |
en | |||
— waarbij alle druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt kan worden tot een volume van ten hoogste 5 % | |||
2208 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dran- ken die gedistilleerde alcohol bevatten | Vervaardiging: — uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 2207 of 2208, | |
en | |||
— waarbij alle druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt kan worden tot een volume van ten hoogste 5 % | |||
ex Hoofdstuk 23 | Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
ex 2301 | Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn | |
ex 2303 | Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzon- dering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte maïs geheel en al verkregen is | |
ex 2306 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 % | Vervaardiging waarbij alle gebruikte olij- ven geheel en al verkregen zijn | |
2309 | Bereidingen van de soort gebruikt voor het voe- deren van dieren | Vervaardiging waarbij: | |
— alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk reeds van oorsprong zijn; | |||
en | |||
— alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn |
GS-post | Omschrijving | Oorsprongverlenende be- of verwerkingen | |
(1) | (2) | (3) of | (4) |
ex Hoofdstuk 24 | Tabak en tot verbruik bereide tabaksurrogaten; met uitzondering van: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen zijn | |
2402 | Sigaren, cigarillo’s en sigaretten, van tabak of van tabaksurrogaten | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 van oor- sprong zijn | |
ex 2403 | Rooktabak | Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak bedoeld bij post 2401 van oor- sprong zijn | |
ex Hoofdstuk 25 | Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement; met uitzondering van: | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product | |
ex 2504 | Natuurlijk kristallijn grafiet, met koolstof ver- rijkt, gezuiverd en gemalen | Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van het ruwe kristal- lijn grafiet | |
ex 2515 | Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van marmer (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2516 | Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm | Zagen, splijten en dergelijke van natuur- steen (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm | |
ex 2518 | Dolomiet, gesinterd of gebrand | Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet | |
ex 2519 | Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uit- zondering van gesmolten magnesia of dood- gebrande magnesia (gesinterd) | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel wor- den gebruikt | |
ex 2520 | Tandtechnische gips | Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product | |
ex 2524 | Asbestvezels | Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat) | |
ex 2525 | Micapoeder | Malen van mica of van afval van mica | |
ex 2530 | Verfaarden, gebrand of fijngemaakt | Branden of malen van verfaarden | |
Hoofdstuk 26 | Ertsen, slakken en assen | Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van die van het product |