Beoordeling op basis van uw verzoek
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
Beoordeling op basis van uw verzoek
Ik ben van mening dat werken volgens de bijgevoegde overeenkomst niet leidt tot de verplichting loonheffingen af te dragen of te voldoen, omdat werken overeenkomstig de door u voorgelegde overeenkomst niet leidt tot een (fictieve) dienstbetrekking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Bij mijn beoordeling ga ik uit van de op dit moment geldende regelgeving.
Hierna geef ik een toelichting op mijn beoordeling. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:
1. De privaatrechtelijke dienstbetrekking.
(Ik concludeer dat bij werken op basis van de door u voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een dienstbetrekking vanwege het ontbreken van een gezagsverhouding en het ontbreken van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten.)
2. De fictieve dienstbetrekkingen.
(Voor specifieke arbeidsrelaties gelden ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Ik maak op dit punt een voorbehoud bij mijn beoordeling.)
3. De reikwijdte van deze beoordeling.
(Mijn standpunt geldt onder de voorwaarde dat opdrachtgever en opdrachtnemer in de praktijk ook conform de voorgelegde overeenkomst handelen. Ik heb de overeenkomst uitsluitend beoordeeld voor de loonheffingen.)
4. Het gebruik van de beoordeelde overeenkomst.
(Kenmerknummer Belastingdienst; geldigheidsduur en gevolgen van aanvullingen en wijzigingen.)
Toelichting bij deze beoordeling
1. Geen privaatrechtelijke dienstbetrekking
Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde overeenkomst niet leidt tot een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Uit de beoordeling komt naar voren dat op basis van de overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding en tevens geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Hierna zal ik ingaan op de algemene vereisten die gelden voor een arbeidsovereenkomst. Ik zal ook aangeven welke onderdelen van de overeenkomst het meest bepalend zijn voor mijn beoordeling.
Arbeidsovereenkomst
Een echte dienstbetrekking is gebaseerd op de arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 BW). Een arbeidsovereenkomst is aanwezig als aan drie voorwaarden is voldaan:
1. De werknemer moet persoonlijk arbeid verrichten.
2. De werkgever moet de werknemer een beloning betalen voor de verrichte arbeid.
3. De werkgever kan de werknemer bindende aanwijzingen en instructies geven over het verrichten van de arbeid op zodanige wijze dat sprake is van een ‘gezagsverhouding’.
Als tenminste één van de drie elementen ontbreekt is geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Mogelijk is dan nog wel sprake van een fictieve dienstbetrekking. Aan de hand van voorgelegde overeenkomsten beoordeelt de Belastingdienst of de daarin opgenomen bepalingen al dan niet bijdragen aan de aanwezigheid van elk van de hiervoor genoemde elementen van een arbeidsovereenkomst.
Geen gezagsverhouding
Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag.
Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn.
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4, 3.5, 4.1, 4.2 en 5 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt.
Geen verplichting de arbeid persoonlijk te verrichten
lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft:
- zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of
- zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de
uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst.
Let op!
Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging:
• als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW);
• als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt;
• als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen.
Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer.
Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen.
Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
2. Voorbehoud toepasselijkheid enkele fictieve dienstbetrekkingen
In gevallen waarin geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’ (gelijkstellingen).
Sinds 1 mei 2016 kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer er samen voor kiezen om de fictieve dienstbetrekkingen voor thuiswerkers en gelijkgestelden niet op hun arbeidsrelatie van toepassing te laten zijn. Die gezamenlijke keuze moet blijken uit de afspraken die de opdrachtgever en de opdrachtnemer vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In de onderstaande overeenkomst is opgenomen dat de fictieve dienstbetrekkingen voor thuiswerkers en gelijkgestelden niet van toepassing zijn. (Zie artikel 6.1 van de overeenkomst)
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
Let op!
Bij mijn beoordeling, maak ik een voorbehoud voor de situaties waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing zijn, omdat ik dit niet kan beoordelen op basis van de door u voorgelegde overeenkomst. Xxxx de bijlage voor meer informatie over fictieve dienstbetrekkingen.
3. Zekerheid onder voorwaarde conforme feitelijke uitvoering
De opdrachtgever hoeft geen loonheffingen af te dragen of te voldoen als partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij overeen zijn gekomen in de door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst op grond waarvan geen sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.
Ik heb mijn standpunt gegeven naar aanleiding van het door u ingediende verzoek om vooroverleg. Ik heb mijn oordeel uitsluitend gebaseerd op de tekst van de door u voorgelegde (model)overeenkomst. Op mogelijk in uw situatie eerder ingenomen standpunten wordt niet teruggekomen.
Uitsluitend oordeel loonheffingen
Een overeenkomst is de vastlegging van afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De Belastingdienst beoordeelt overeenkomsten alleen op de elementen die van belang zijn om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst kan op basis van een voorgelegde overeenkomst geen oordeel geven over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de opdrachtnemer in de inkomstenbelasting. Het standpunt voor de loonheffingen heeft evenmin betekenis voor de omzetbelasting.
Ook als deze overeenkomst gebruikt wordt door een opdrachtnemer die een niet-natuurlijk persoon is (zoals een besloten vennootschap), houdt het oordeel slechts in dat de opdrachtgever geen loonheffingen verschuldigd is. Dit oordeel heeft geen betekenis voor de vennootschapsbelasting. Ook ten aanzien van overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, kan de Belastingdienst geen oordeel geven.
4. Kenmerknummer beoordeling
Deze beoordeling van de overeenkomst is bij de Belastingdienst geregistreerd onder nummer 90516127192.
Verwijzing naar de beoordeling
Als opdrachtgever en opdrachtnemer ervoor kiezen om te werken volgens een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst, is het belangrijk dat dit duidelijk wordt vastgelegd. Daarvoor kan bijvoorbeeld in de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer de volgende tekst worden opgenomen:
‘Deze overeenkomst is gebaseerd op de door de Belastingdienst op 24 november 2016 onder nummer 90516127192 beoordeelde overeenkomst inzake praktijkwaarneming.’
Geldigheidsduur beoordeling
Deze beoordeling van de voorgelegde (model)overeenkomst heeft een geldigheidsduur van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de goedkeuring, onder voorbehoud van wijzigingen in relevante wet- of regelgeving gedurende die vijf jaar. Ook jurisprudentie kan aanleiding zijn deze beoordeling van de (voorbeeld)overeenkomst voor de toekomst in te trekken. Daarbij zal de Belastingdienst de beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen.
Aanvullingen en wijzigingen beoordeelde overeenkomst
Indien in de daadwerkelijk gebruikte (ingevulde) overeenkomst bepalingen worden toegevoegd of worden gewijzigd, kan dit gevolgen hebben voor mijn oordeel. Hetzelfde geldt ten aanzien van niet bij het verzoek aan de Belastingdienst voorgelegde relevante bepalingen, overeenkomsten (met derden), bijlagen, voorschriften, etc., zoals bijvoorbeeld voorschriften van derden.
Aanvullingen en/of wijzigingen zijn wel mogelijk, voor zover deze geen afbreuk doen aan het karakter van de overeenkomst. Hiervoor verwijs ik naar de bovenstaande uitleg over de wijze van beoordelen van deze overeenkomst. Over de voorgelegde overeenkomst is op basis van het verzoek en de daarin
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
opgenomen afspraken geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Ingeval van aanvullingen of wijzigingen die afbreuk doen aan dit onderdeel kan aan de overeenkomst na wijziging in elk geval niet meer de zekerheid worden ontleend dat opdrachtgever geen loonheffingen hoeft af te dragen of te voldoen. Wijzigingen of aanvulling op ondergeschikte punten zijn dus mogelijk en hebben geen gevolgen voor de uitkomst van de beoordeling.
Geen aansprakelijkheid voor schade
De Belastingdienst heeft de overeenkomst uitsluitend beoordeeld met het oog op het geven van zekerheid voor het werken buiten dienstbetrekking in het kader van de loonheffingen. De Belastingdienst is niet aansprakelijk voor gevolgen, van welke aard dan ook, van het gebruik van de overeenkomst.
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
Algemene informatie over fictieve dienstbetrekkingen en de gageregeling voor bepaalde artiesten
Voorbehoud toepasselijkheid enkele fictieve dienstbetrekkingen
In gevallen waarin geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’ (gelijkstellingen).
Mocht een van deze situaties zich voordoen, dan kan de opdrachtgever aan deze beoordeling niet de zekerheid ontlenen dat hij geen loonheffingen is verschuldigd.
De onderstaande algemene informatie heb ik volledigheidshalve opgenomen.
Fictieve dienstbetrekkingen
Overzicht arbeidsrelaties die onder voorwaarden worden aangemerkt als fictieve dienstbetrekkingen
− Aanneming van werk
− Tussenpersonen, agenten
− Stagiaires
− Meewerkende kinderen
− Commissarissen
− (Statutaire) bestuurders van lichamen
− Sekswerkers
− Topsporters
− Werken door tussenkomst van een derde (intermediair)
− Thuiswerkers
− Gelijkgestelden (als niet-ondernemer met een bepaalde regelmaat een periode werken voor dezelfde opdrachtgever)
− Opting-in (kiezen voor dienstbetrekking)
− (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor het desbetreffende lichaam
− Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur
− Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers)
Meer informatie over de hierboven genoemde regelingen kunt u vinden op de website van de belastingdienst en in het Handboek loonheffingen.
Let op!
Sinds 1 mei 2016 kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer er samen voor kiezen om de fictieve dienstbetrekkingen voor thuiswerkers en gelijkgestelden niet op hun arbeidsrelatie van toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Die gezamenlijke keuze moet blijken uit de afspraken die de opdrachtgever en de opdrachtnemer vóór de eerste betaling hebben vastgelegd.
Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet DBA is aangekondigd dat er een wijziging van regelgeving komt, met betrekking tot de fictieve dienstbetrekking voor de commissaris. Vooruitlopend hierop, bevat het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 maart 2016, Stcrt. 2016, nr.
14756 een goedkeuring om de arbeidsverhouding van een commissaris met ingang van 1 mei 2016, niet aan te merken als fictieve dienstbetrekking.
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 0000
XXXXXXXXXXXX VAN OPDRACHT PRAKTIJKWAARNEMING
Ondergetekenden:
1. ……………………. , te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr./mw ,
van beroep ,
wonende/ gevestigd/ praktijkhoudend te …………
aan de ,
hierna te noemen: Opdrachtgever;
en
2. ………………….. , van beroep ,
wonende/ gevestigd te ,
aan de ,
hierna te noemen: Opdrachtnemer.
Hierna gezamenlijk te noemen: Partijen
In aanmerking nemende:
- dat opdrachtgever zelfstandig en voor eigen rekening en risico een praktijk in de diergeneeskunde uitoefent te ....................... en wel vanuit het praktijkpand gelegen aan de aldaar,
hierna te noemen: de praktijk;
- dat opdrachtnemer als zelfstandig dierenarts werkzaam is op het gebied van de diergeneeskunde en voor eigen rekening en risico de werkzaamheden uitoefent;
- dat opdrachtgever tijdelijk in verband met omstandigheden als vakantie, ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof en dergelijke niet in staat is om voor zijn/haar cliënten zorg op het gebied van de diergeneeskunde te verlenen;
- dat opdrachtgever ten behoeve van de continuïteit van zijn/haar praktijk een verbintenis wil aangaan met de opdrachtnemer, die bereid en in staat is deze waarneemwerkzaamheden te verrichten;
- dat opdrachtnemer in praktische zin zelfstandig de feitelijke diergeneeskundige zorg verleent voor de cliënt en een eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en zelf verantwoordelijk is voor- en aanspreekbaar zal zijn op zijn/haar professionele handelen in de praktijk;
- dat het opdrachtnemer uitdrukkelijk vrijstaat om voor derden werkzaam te zijn;
- dat partijen nadrukkelijk beogen met elkaar geen arbeidsovereenkomst aan te gaan noch een fictieve dienstbetrekking tot stand wensen te laten komen en uitsluitend met elkaar wensen te contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 Burgerlijk Wetboek;
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
- dat opdrachtnemer voor de werkzaamheden in de praktijk van opdrachtgever naar de mening van partijen niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen;
- dat opdrachtnemer op de hoogte is van de (fiscale) vereisten van (fiscaal) ondernemerschap en meent hieraan te voldoen en het voorts duidelijk is dat de onderhavige overeenkomst geen fiscaal ondernemerschap garandeert;
- dat partijen een nadere regeling wensen vast te leggen voor hun onderlinge verhoudingen;
- dat voor deze overeenkomst de door de Belastingdienst in het kader van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties op 24 november 2016 onder nummer 90516127192 beoordeelde modelovereenkomst inzake praktijkwaarneming is gebruikt.
komen overeen als volgt:
1. Doelomschrijving
1.1 Opdrachtnemer zal als waarnemer met ingang van .................... 20... voor bepaalde tijd tot
.................... 20 op door beide partijen in onderling overleg af te spreken data en tijden werkzaam
zijn in de praktijk van opdrachtgever. Opdrachtnemer kan binnen deze uren zijn/haar werkzaamheden naar eigen inzicht indelen. Deze overeenkomst is tussentijds opzegbaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van ………… [week / weken] indien opdrachtgever in staat zal zijn om de werkzaamheden in de praktijk zelf weer uit te oefenen.
1.2 Indien de opdrachtnemer verhinderd is om de overeenkomst van opdracht zelf uit te voeren, zal de opdrachtnemer onverwijld opdrachtgever daaromtrent inlichten. Ten aanzien van vakantie of andere vrijwillige afwezigheid stelt opdrachtnemer de opdrachtgever tijdig vooraf in kennis van zijn/haar vakantie of vrijwillige afwezigheid. Opdrachtnemer kan een dierenarts als zijn/haar vervanger aanwijzen. Opdrachtnemer zal zich bij vervanging vergewissen van de geschiktheid van deze vervanger voor het leveren van goede zorg. Opdrachtnemer beoordeelt daarbij relevante kwalificaties en het functioneren van de vervanger in het verleden.
1.3 Opdrachtnemer verricht zijn/haar werkzaamheden zelfstandig en naar eigen inzicht, voor eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Het staat opdrachtnemer vrij om een door opdrachtgever met een cliënt overeengekomen afspraak naar eigen inzicht en in overleg met de betreffende cliënt, te wijzigen.
1.4 Opdrachtnemer staat als zodanig in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK nr.
……………..) en bij het CIBG (diergeneeskundig register nr. ) ingeschreven.
1.5 Opdrachtnemer verklaart dat er geen maatregelen berustend op een in Nederland of in het buitenland gegeven (tucht)rechterlijke uitspraak aan hem/haar zijn opgelegd en hij/zij op de ingangsdatum van deze overeenkomst in Nederland dan wel daarbuiten het beroep van dierenarts zonder beperkingen mag uitoefenen. Met inachtneming van hetgeen daarover in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is bepaald komen opdrachtgever en opdrachtnemer vrijwillig overeen dat opdrachtgever gerechtigd is een kopie van een legitimatiebewijs van opdrachtnemer in de praktijkadministratie op te nemen.
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
1.6 Opdrachtgever verplicht zich er toe zich te onthouden van enige aanwijzing c.q. instructie met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden door opdrachtnemer, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze van omgang met derden waaronder cliënten. Opdrachtnemer is niet gehouden tot overleg, rapportage of evaluatie betreffende de voortgang of de kwaliteit van zijn/haar werkzaamheden. Opdrachtgever en opdrachtnemer zullen bij de uitvoering van de werkzaamheden de binnen de praktijk geldende richtlijnen die voortkomen uit de door de beroepsgroep opgestelde normen respecteren. Opdrachtgever en opdrachtnemer zullen zich bij hun handelen laten leiden door de Code voor de Dierenarts (KNMvD).
1.7 Opdrachtgever zal zijn/haar cliëntenadministratie ter beschikking stellen aan opdrachtnemer, die hiervan naar eigen inzicht gebruik kan maken. Opdrachtnemer zal ervoor zorgdragen dat het gebruik van deze administratie op verantwoorde wijze, zonder nadelige gevolgen voor de cliënten en voor opdrachtgever, plaatsvindt.
1.8 De cliëntenadministratie zal tijdens en voor de periode van zeven jaren na einde van de overeenkomst door de opdrachtgever worden bewaard. Opdrachtgever verleent opdrachtnemer toegang tot de voor opdrachtnemer van belang zijnde gegevens in deze cliëntenadministratie. Deze gegevens staan na schriftelijke toestemming van de cliënt ook na het verstrijken van de in artikel 1.1 vermelde periode aan opdrachtnemer ter beschikking voor het voeren van verweer in gerechtelijke-, klacht-, en/of tuchtrechtprocedures waar opdrachtnemer bij is betrokken.
2. Praktijkuitrusting
Opdrachtgever stelt voor zijn/haar rekening, mede ten behoeve van de waarneming van opdrachtnemer, ter beschikking zijn/haar praktijk, het praktijkpand met inbegrip van de inrichting (in de meest uitgebreide zin) en de overige personele en materiële praktijkvoorzieningen. De aanwezige inrichting kan voor rekening van opdrachtgever slechts met de toestemming van opdrachtgever door opdrachtnemer worden uitgebreid. Opdrachtnemer heeft de mogelijkheid om zijn/haar eigen instrumentarium te gebruiken. Opdrachtgever verplicht zich ertoe zich te onthouden van enige instructie met betrekking tot het veterinair handelen van opdrachtnemer, waarbij opdrachtnemer zich verplicht de praktijk, het praktijkpand met inbegrip van de inrichting (in de meest uitgebreide zin) en de materiële praktijkvoorzieningen op zorgvuldige wijze te gebruiken. Na het einde van de overeenkomst c.q. waarnemingsperiode stelt opdrachtnemer de hem/haar ter beschikking gestelde voorzieningen weer ter vrije beschikking aan opdrachtgever.
3. Vergoeding
3.1.Opdrachtnemer ontvangt als beloning voor zijn/haar werkzaamheden of voor de werkzaamheden van zijn/haar vervanger, als de opdrachtnemer zelf een vervanger aanstelt, een vergoeding ter grootte van: KEUZE:
• € per [uur / dag / dienst] exclusief BTW
• een percentage van … % van de door opdrachtnemer of zijn/haar vervanger zelf gerealiseerde omzet. Onder “zelf gerealiseerde omzet” wordt hier verstaan: het totaal te declareren bedrag in verband met behandelingen die opdrachtnemer of zijn/haar vervanger heeft uitgevoerd ten behoeve van de cliënt, verminderd met BTW en terugbetaling van de vergoedingen/bedragen die door de cliënten in redelijkheid worden betwist en waarvan de partijen met de terugbetaling instemmen. Het totaal te declareren bedrag wordt in opdracht en ten behoeve van de opdrachtnemer door opdrachtgever gedeclareerd aan de cliënt.
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
3.2 Optioneel: Opdrachtnemer ontvangt als vergoeding van opdrachtgever € ………. voor zakelijk gereden kilometers. Opdrachtgever vergoedt aan opdrachtnemer de kosten van openbaar vervoer van woon- naar praktijkadres en vice versa.
3.3. Opdrachtnemer stuurt opdrachtgever periodiek een factuur, maar in ieder geval nadat opdrachtnemer de voor het opmaken van de declaraties aan de cliënten de daarvoor benodigde gegevens aan de opdrachtgever heeft verstrekt. Deze gegevens worden zo spoedig mogelijk na het eind van iedere maand dan wel aan het eind van de overeenkomst, maar uiterlijk binnen veertien dagen na het einde van de betreffende maand waarin de zorg is verleend aan opdrachtgever verstrekt. Betaling van deze factuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de factuur plaatsvinden.
3.4 Opdrachtgever is geen vergoeding verschuldigd indien en zolang opdrachtnemer of zijn/haar vervanger door ziekte, ongeval of andere (vrijwillige) oorzaken verhinderd is de overeengekomen werkzaamheden te verrichten.
3.5 Opdrachtnemer zal voor eigen rekening zorgdragen voor tijdige bij- en nascholing.
4. Verzekeringen
4.1 Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat hij/zij beschikt over een eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekering, met een binnen de beroepsgroep gangbare dekking.
4.2 Opdrachtnemer dient zelf voorzieningen te treffen voor het risico van inkomensverlies als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
5. Klachtenregeling
Opdrachtnemer draagt zelf zorg voor deelname aan een klachtenvoorziening.
6. Vrijwaring
6.1 Partijen beogen met deze overeenkomst noch om een arbeidsovereenkomst aan te gaan in de zin van artikel 7.610 e.v. BW, noch om een fictieve dienstbetrekking tot stand te laten komen. Partijen kiezen ervoor om in voorkomende gevallen de fictieve dienstbetrekking van thuiswerkenden en gelijkgestelden zoals bedoeld in de artikelen 2b en 2c Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 en de artikelen 1 en 5 van het Besluit Aanwijzing gevallen waarin een arbeidsverhouding als dienstbetrekking wordt beschouwd (Besluit van 24-12-1986, Stb. 1986, 655) buiten toepassing te laten.
6.2 Indien opdrachtgever ter zake van onderhavige overeenkomst onverhoopt wordt aangeslagen voor loonbelasting, premie volksverzekeringen en/of belastingrente, komen partijen overeen dat opdrachtgever verhaal kan halen op opdrachtnemer voor het bedrag van de door de opdrachtgever verschuldigde loonbelasting en/of premie volksverzekeringen en belastingrente.
7. Einde
De overeenkomst wordt beëindigd:
- door het verstrijken van de duur waarvoor zij is aangegaan;
- bij opzegging door opdrachtgever als bepaald in artikel 1.1;
Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016
- door opzegging van één der partijen aan de andere met onmiddellijke ingang, om een dringende aan de betrokken partij onverwijld meegedeelde reden; een dringende reden is aanwezig wanneer zich met betrekking tot een der partijen een situatie voordoet, waarin van de andere partij niet in redelijkheid kan worden verlangd dat hij/zij de overeenkomst voortzet;
- door overlijden of blijvende aanmerkelijke beroepsinvaliditeit van opdrachtnemer, met directe ingang.
8. Gevolgen van beëindiging
Bij het einde van de overeenkomst staakt opdrachtnemer zijn/haar werkzaamheden in de praktijk. Opdrachtnemer heeft dan het recht elders als dierenarts werkzaam te zijn op welke wijze dan ook, doch hij/zij dient zich te onthouden van het direct benaderen van cliënten van opdrachtgever voor het verrichten van veterinaire werkzaamheden, zulks op straffe van een terstond opeisbare boete groot € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro) voor iedere dag dat een overtreding voortduurt. Dit verbod geldt voor een termijn van [keuze: zes / twaalf] maanden, te rekenen vanaf de datum, waarop de overeenkomst eindigt.
9. Geschil
9.1 Alle geschillen, welke tussen ondergetekenden mochten opkomen, zowel juridische als feitelijke, met betrekking tot de uitleg of de uitvoering van deze overeenkomst, zullen partijen in eerste instantie gezamenlijk trachten op te lossen desgewenst met behulp van mediation.
9.2 De partij die desgewenst mediation verlangt zal daarvan schriftelijk mededeling doen aan de ander partij. De mededeling dient tevens een aanduiding te bevatten van het onderwerp waarover mediation verlangd wordt.
9.3 Wanneer het niet mogelijk is gebleken het geschil in onderling overleg en eventueel middels mediation op te lossen, staat het partijen vrij het geschil voor te leggen aan de competente Rechtbank.
9.4 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend te ....................
op .................... 20….
…………………………. …………………..
Opdrachtgever Opdrachtnemer