WAIS-IV-NL
Telehealth en de
WAIS-IV-NL
Inhoud
1. Telehealth en de WAIS-IV-NL
2. Een Telehealth-afname doen
2.1. Setting & Apparatuur
2.2. Test & Testmateriaal
2.3. Overwegingen voor de cliënt
2.4. Overwegingen voor de testleider
2.5. Andere overwegingen
3. Conclusie
4. Tabellen
4.1. Tabel 1: Specifieke Telehealth-overwegingen per WAIS-IV-NL subtest
4.2. Tabel 2: WAIS-IV-NL subtest input en output vereisten en bewijs voor equivalentie
5. Referenties
1. Telehealth en de WAIS-IV-NL
Een telehealth of telepractice testafname is een afname waarbij de testleider en de cliënt zich op verschillende locaties bevinden. De informatie over telehealth in dit document is bedoeld om professionals te ondersteunen bij het nemen van weloverwogen beslissingen over testafnames op afstand. Deze informatie is zeker niet volledig als het gaat om alle overwegingen voor het afnemen van tests op deze manier. De informatie mag niet worden gezien als een vrijbrief of aanmoediging om testafnames in een telehealth-setting te doen.
Professionals dienen zorgvuldig af te wegen of een testafname wel noodzakelijk is, en zo ja, in welke hoedanigheid deze zou moeten plaatsvinden. Zorg dat de afname via telehealth geschikt is voor de cliënt en passend is bij het doel van het onderzoek en de situatie. Gebruik uw klinische blik, “best practice” richtlijnen voor telehealth (bv. NIP: Nederlands Instituut van Psychologen), informatie van professionele organisaties, bestaand onderzoek en beschikbare beleidsregels om hierover een besluit te nemen.
Ontwikkel uw vaardigheid in het afnemen van tests via telehealth door te oefenen, studeren, overleggen met collega's, professionele trainingen te volgen etc.
Er zijn omstandigheden waarin een telehealth-afname niet haalbaar is en/of contra-indicaties heeft. Het vastleggen van alle overwegingen, procedures en conclusies blijft altijd een professionele verantwoordelijkheid.
De Wechsler Adult Intelligence Scale - vierde editie - Nederlandstalige bewerking (WAIS-IV-NL) kan worden afgenomen in een telehealth-setting met behulp van de digitale materialen op Q-global, een beveiligd online testplatform van Xxxxxxx. Met behulp van Q-global kunnen digitale middelen (bijv. stimulusboeken) worden getoond aan de cliënt op een andere locatie via scherm-deel functionaliteiten van teleconferentieplatformen. Meer informatie over Q-global en hoe het werkt, vindt u op de Q-global productpagina.
Er zijn verschillende opties voor de afname van WAIS-IV-NL in een telehealth-setting. Het is echter belangrijk om in het oog te houden dat de
normgegevens zijn verzameld met face-to-face-afnames. Een telehealth-afname wijkt af van de gestandaardiseerde afname, en de manier waarop de
telehealth-afname plaatsvindt, moet waar mogelijk worden ondersteund door onderzoeks- en praktijkrichtlijnen.
Welke optie geschikt is, is afhankelijk van de rol en aanwezigheid van de begeleiding ter plaatse. Als er op locatie een getrainde, professionele begeleider aanwezig is, dan kan er gebruik worden gemaakt van de blokken van Blokpatronen en de responsboekjes; deze begeleider kan ook de audiovisuele apparatuur bedienen. Met deze methode kunnen alle gebruikelijke WAIS-IV-NL indexscores bepaald worden. Als er geen professionele begeleider op locatie aanwezig is dan heeft dat gevolgen voor het verloop van de afnamesessie, de selectie van subtests die afgenomen kunnen worden en de manier waarop samengestelde scores (indexscores) kunnen worden bepaald.
In tijden van social distancing (zoals tijdens de COVID-19-pandemie), is het gebruik van een getrainde begeleider op locatie mogelijk niet veilig of haalbaar. Als er onder deze omstandigheden toch moet worden getest, dan is het soms mogelijk dat de cliënt deelneemt zonder de hulp van een getrainde begeleider. Als de testleider bepaalt dat een afname zonder begeleider mogelijk is, dan kan de cliënt zelf assisteren bij bepaalde administratieve en technische taken tijdens de afname. Wel moet de cliënt van tevoren van deze verantwoordelijkheid op de hoogte gesteld worden en op de hem toebedeelde taken worden voorbereid.
Dit moet gebeuren in een virtueel overleg voorafgaand aan de testafname. Tijdens deze meeting worden alle specifieke uitdagingen van een testafname in een telehealth-setting doorgenomen en opgelost. Deze eerste virtuele meeting wordt nader besproken in het gedeelte ‘Administratieve en technische taken’ van de paragraaf ‘Overwegingen voor de cliënt’ en aangehaald in verschillende andere paragrafen van dit document. De testleider moet rekening houden met bestaande richtlijnen en best practices, de onderzoeksvraag, de toestand van de cliënt, en aanbevelingen uit (equivalentie-)onderzoek, om te bepalen of het mogelijk en passend is om de cliënt zelfstandig te laten deelnemen. Zelfstandige deelname is wellicht niet mogelijk of geschikt voor bijvoorbeeld cliënten met lage cognitieve vermogens of met weinig technologische kennis en ervaring.
Als de testleider vaststelt dat de cliënt niet zelfstandig kan deelnemen, en het testen moet toch plaatsvinden onder social distancing-omstandigheden, dan is een huisgenoot van de cliënt (bijv. een ouder, voogd of verzorger) mogelijk de enige beschikbare begeleider. Als de begeleider ter plaatse niet professioneel getraind is, dan kan hij/zij tijdens het testen alleen helpen met technische en administratieve taken. In een virtueel overleg voorafgaand aan de afname en nogmaals aan het begin van de testafname, worden de verwachtingen over de rol van de begeleider gecommuniceerd en krijgt de begeleider instructies over de taken die aan hem/haar zijn toebedeeld. Getrainde en niet-getrainde begeleiders zijn doorgaans niet in de kamer aanwezig tijdens de testafname. De testleider moet ervoor zorgen dat de aanwezigheid van de begeleider in de testruimte tot een minimum beperkt wordt. In de (zeldzame) gevallen waarin de
begeleider in de kamer moet blijven, moet hij/zij dit passief en onopvallend doen, en alleen om te voorzien in de praktische behoeften van de cliënt, of om eventueel te helpen bij technische of administratieve kwesties. De rol van de begeleider moet van tevoren duidelijk worden gedefinieerd door de testleider. De begeleider mag alleen die taken uitvoeren die de testleider heeft goedgekeurd en nodig acht. De rol van de begeleider is beschikbaar te zijn.
Als er geen getrainde begeleider aanwezig is, dan is het in een telehealth-setting niet haalbaar om Blokpatronen af te nemen. Het weglaten van Xxxxxxxxxxxx heeft gevolgen voor de selectie van subtests en het afleiden van samengestelde scores. Ervan uitgaande dat alle noodzakelijke subtests behalve Blokpatronen worden afgenomen, dan kan Blokpatronen vervangen worden door Gewichten of Onvolledige Tekeningen bij het berekenen van de Perceptueel Redeneren Index (PRI), het Totale IQ (TIQ) en/of de Algemene Vaardigheidsindex (AVI). Als alternatief kunnen de PRI en het TIQ worden geschat. Deze aanpak maakt het mogelijk om alle samengestelde scores van de WAIS-IV-NL te bepalen.
Als Blokpatronen wordt weggelaten en ook het gebruik van responsboekjes niet haalbaar is, dan wordt de selectie van subtests en het bepalen van samengestelde scores verder ingeperkt omdat er geen enkele verwerkingssnelheidsubtest beschikbaar is. Ervan uitgaande dat alle noodzakelijke subtests behalve Blokpatronen, Symbool Zoeken, Symbool Substitutie en Figuur Zoeken worden afgenomen, kunnen de volgende samengestelde scores worden afgeleid: Verbaal Begrip Index (VBI), Perceptueel Redeneren Index (PRI) (door vervanging of schatten), Werkgeheugen Index (WgI) en Algemene Vaardigheidsindex (AVI) (door vervanging). In deze specifieke situatie kan geen TIQ worden bepaald, omdat 3 van de 10 kernsubtests ontbreken en alle verwerkingssnelheidsubtests ontbreken. Raadpleeg de Afname- en Scoringshandleiding voor de regels omtrent vervangen en schatten.
2. Een Telehealth-afname doen
Een valide testafname in een telehealthsessie doen vereist inzicht in een aantal complexe factoren. Naast de algemene informatie op Xxxxxxx'x
Telehealth-website zijn voor testleiders vijf factoren van belang wanneer ze van plan zijn om de WAIS-IV-NL en andere tests van Xxxxxxx af te nemen en te scoren op afstand (Xxxxxxxxx et al., 2013).
2.1 Setting & Apparatuur
2.2 Test & Testmateriaal
2.3 Overwegingen voor de cliënt
2.4 Overwegingen voor de testleider
2.5 Andere overwegingen
2.1 Setting & Apparatuur
Computers en verbinding
Tijdens een telehealthsessie zijn er twee computers met audio- en videomogelijkheden nodig (één voor de testleider en één voor de cliënt) en is het van belang dat de internetverbinding stabiel is. Zowel de testleider als de cliënt heeft een vaste webcam, een microfoon en luidsprekers of een koptelefoon nodig. Het wordt aanbevolen dat de testleider een tweede computerscherm ter beschikking heeft, zodat hij of zij tegelijkertijd de Afname- en scoringshandleiding kan inzien. Uiteraard kan ook de papieren handleiding of het digitale platform Q-interactive gebruikt worden.
Beeld- en schermgrootte
Wanneer items met visuele stimuli worden getoond, moet het digitale beeld van de visuele stimuli op het scherm van de cliënt minstens 9,7 inch (24,64 cm) diagonaal gemeten zijn. Dit is de afmeting van bijvoorbeeld een iPad of iPad Air. Sommige teleconferentieprogramma’s verkleinen de grootte van afbeeldingen, dus de testleider moet de afbeeldingsgrootte voorafgaand aan de afname controleren. De computerschermen die worden gebruikt voor de videoconferentie moeten minimaal 15 inch (38 cm) zijn (diagonaal gemeten).
Kleinere schermen, zoals die van de iPad Mini of een smartphone, zijn niet toegestaan voor de cliënt aangezien deze niet empirisch zijn onderzocht. Veranderingen in de presentatie van de stimuli kan het antwoordproces van de cliënt en dus de betrouwbaarheid van de testresultaten beïnvloeden. Dit geldt
ook voor het tonen van stimuli op zeer grote schermen. Ook dit is niet onderzocht en dus gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen. Vraag voorafgaand aan de testafname aan de begeleider op locatie of er een extra, losse camera (zoals hierna beschreven) op het scherm van de cliënt gericht kan worden. Op deze manier kan worden gecontroleerd of het scherm van de cliënt de afbeeldingen met de juiste beeldverhouding weergeeft en de stimuli niet worden vervormd.
Teleconferentie-software
Het is noodzakelijk om te beschikken over een beveiligd teleconferentieprogramma, waarbij gebruik kan worden gemaakt van schermdeling.
Video
Video van hoge kwaliteit (een webcam, bij voorkeur HD) is vereist tijdens de afname. Zorg ervoor dat de gezichten van de testleider en de cliënt helemaal te zien zijn. Alle relevante visuele stimuli moeten op volledig scherm getoond worden aan de cliënt wanneer de testleider instructies geeft of wanneer de cliënt bezig is met de items. Het beeld van de testleider op het scherm van de cliënt mag de cliënt namelijk niet belemmeren of afleiden bij het maken van de items.
Schermdeling van digitale materialen
Digitale testmaterialen worden gedeeld binnen het teleconferentieprogramma volgens de aanwijzingen in Tabel 1. Er zijn twee manieren om digitale testonderdelen in de Q-global resourcebibliotheek te bekijken: via de pdf-viewer in het browservenster of op volledig scherm in presentatiemodus. Gebruik altijd de modus ‘Volledig scherm’ (d.w.z. presentatiemodus) voor digitale onderdelen die door de cliënt worden bekeken. Dit zorgt voor de meest overzichtelijke weergave van de testinhoud zonder afleidingen op het scherm (zoals extra werkbalken).
Veiligheid van de testitems in de audiovisuele setting
De testleider is verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid van de testitems, zoals beschreven in de Algemene Standaard voor Testgebruik (NIP, 2017). De testleider moet de veiligheid van de testitems met de cliënt (en indien van toepassing met de begeleider) bespreken tijdens het Informed Consentgesprek. De testleider maakt duidelijk dat er geen video-opnames, foto’s, kopieën en scans van het testmateriaal gemaakt mogen worden, aangezien dit een schending van het auteursrecht is. De cliënt moet verklaren geen audio- of video-opnames, foto’s en screenshots van de telehealth-sessie en het testmateriaal te zullen maken. Tevens moet de cliënt ermee akkoord gaan
dat niemand anders dan de cliënt (en een eventuele begeleider) in de testruimte aanwezig is. Eventuele responsboekjes die door de cliënt zijn gebruikt, moeten na de testafname worden geretourneerd aan de testleider (zie paragraaf 2. Test en Testmateriaal voor meer informatie).
Losse camera
Het kan nuttig zijn een losse camera neer te zetten om de sessie vanuit een andere hoek te kunnen bekijken of om de voortgang van de cliënt live te kunnen volgen. Als alternatief kan er een apart apparaat (bijvoorbeeld een smartphone met een camera of andere losse camera) worden verbonden met de telehealth sessie. Het helpt om dit aparte apparaat in een stabiele positie te plaatsen om zo de antwoorden die de cliënt aanwijst of opschrijft te kunnen zien. De cliënt moet het geluid en de microfoon van de losse apparatuur dempen om storend geluid te voorkomen. Instrueer de cliënt of de begeleider de camera in de juiste positie te zetten voordat er met de testafname wordt gestart. Deze livestream is vooral van belang bij taken en subtests waarbij gevraagd wordt om iets aan te wijzen of te noteren (Symbool Substitutie Coderen, Symbool zoeken, Figuur Zoeken en Blokpatronen - zie Tabel 1). Met behulp van deze livestream kunt u de cliënt observeren en real-timereacties zien.
Ideaal is het, als tijdens een telehealthsessie op de locatie van de cliënt een verplaatsbare camera of documentcamera beschikbaar is. Omdat niet kan worden verwacht dat cliënten documentcamera’s in huis hebben, is waarschijnlijk de enige beschikbare camera op de locatie van de cliënt een geïntegreerde webcam in de laptop of het computerscherm. Testleiders zullen creatieve oplossingen moeten bedenken, bijvoorbeeld met behulp van een smartphone op locatie, om de voortgang van de cliënt, in beeld te krijgen.
De testleider moet handigheid krijgen in het geven van soepele instructies aan de cliënt, om een dergelijke opzet te bewerkstelligen. Het is raadzaam om dit voorafgaand aan de testafname met verschillende personen en met verschillende smartphones te oefenen. Gebruik bijvoorbeeld collega’s om mee te oefenen.
Voorafgaand aan de testafname zal er met de cliënt een eerste virtueel gesprek moeten plaatsvinden om eventuele technische problemen op te sporen en op te lossen. Op deze manier krijgt ook de cliënt vertrouwen in de testafname, wanneer deze in een volgende sessie echt gaat plaatsvinden.
Online-instructievideo’s (bv. deze) tonen hoe een smartphone in combinatie met voorwerpen die in elk huis te vinden zijn (bv. stapel boeken, liniaal, rubberen elastiek of plakband/tape) gebruikt kunnen worden om een geïmproviseerde 'documentcamera' te maken. Deze camera kan vervolgens gebruikt worden bij
taken waar een responsboekje nodig is of bij multiple-choice-taken; hierbij kan een cliënt de neiging hebben om het antwoord aan te wijzen, in plaats van het nummer of de letter van het antwoord op te noemen. Bij sommige taken is het zelfs vereist dat de cliënt het antwoord aanwijst (bv. bij Onvolledige Tekeningen, zie Tabel 1). Boeken kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om een geïmproviseerde standaard te maken waarop de smartphone kan worden vastgezet. Deze wordt vervolgens cliënt zodanig gepositioneerd dat de onderzoeker vanuit een tweede hoek zicht krijgt op de cliënt die naar het scherm wijst. De camera kan het best liggend (‘landscape’) worden geplaatst. Dit geeft het beste zicht op het computerscherm van de cliënt, zodat de testleider kan zien welk antwoord er door de cliënt op het scherm wordt aangewezen. Indien correct uitgevoerd, kan een smartphone, hoewel niet ideaal, als substituut voor een losse camera waardevol zijn.
Gebaren
De testleider kan de digitale stimulusboeken gebruiken en de visuele stimuli tonen door het scherm te delen. Als het nodig is om iets aan te wijzen, kan de testleider de muiscursor gebruiken. In sommige gevallen zal de testleider demonstratie-items op een stimuluspagina of een papieren responsboekje (bv. bij Symbool Substitutie Coderen) voor moeten doen via de eigen camera. Zie Tabel 1 voor specifieke instructies per subtest.
Xxxxxxxxxx van antwoorden in responsboekjes
De testleider kan direct na afloop van een taak aan de cliënt vragen om het ingevulde responsboek op camera te laten zien. De testleider kan de taak vervolgens direct scoren, waardoor er geen antwoorden verloren gaan en ze ook niet meer kunnen worden aangepast door de cliënt. Een andere handige oplossing om de veiligheid van de testafname te waarborgen is het gebruik van gesealde enveloppen. Bij deze methode stopt de testleider de responsboekjes tezamen met een retourenvelop in een gesealde envelop. Vervolgens plaatst de testleider een handtekening op het gesealde gedeelte van de envelop en brengt deze naar de testlocatie, of doet hem op de post. De testleider wijst de cliënt er met nadruk op, dat de gesealde envelop pas geopend mag worden op het moment dat de testleider dit aan de cliënt vraagt. Direct na afname van de subtest dient de cliënt het responsboekje in de retourenvelop te plaatsen. Deze retourenvelop moet aan het eind van de telehealth-afname door de cliënt worden gesealed, waarbij de cliënt een handtekening op het gesealde gedeelte moet zetten. Al deze handelingen dienen op camera en in het zicht van de testleider te gebeuren. Tot slot moet de cliënt de retourenvelop direct na afloop van de telehealth-sessie via de post opsturen of afgeven aan de testleider.
Audio
Tijdens de afname is het van belang dat het geluid van goede kwaliteit is. Zowel de testleider als de cliënt wordt aanbevolen een hoofdtelefoon met microfoon te gebruiken.
Controle van de audioapparatuur
Test de audioapparatuur voorafgaand aan de afname, bijvoorbeeld tijdens de eerste virtuele meeting, bij zowel de testleider als de cliënt om er zeker van te zijn dat het geluid van goede kwaliteit is. Dit is met name van belang bij subtests waar verbale responsen worden gegeven. Het testen van de geluidskwaliteit kan voorafgaand aan de afname in een informeel gesprekje plaatsvinden, waarbij de testleider en begeleider op locatie luisteren of er geen hapering of storing in het geluid is. Registreer eventuele verbindingsproblemen of storingen die tijdens het testen zijn opgetreden.
Omgaan met audiovisuele afleiding
Zoals bij elke testafname, moet de omgeving van de cliënt vrij zijn van auditieve prikkels en visuele afleiding. Als u niet bekend bent met de fysieke locatie van het de cliënt, vraag dan tijdens de eerste virtuele meeting voorafgaand aan testafname om de testruimte virtueel te tonen. Geef hierbij aan welke afleidende prikkels verwijderd moeten worden, zet alle elektronica op stil en sluit deuren. Zorg ervoor dat radio's, televisies, andere mobiele telefoons, faxapparaten en alle andere apparatuur die ruis zou kunnen geven worden gedempt en indien mogelijk uit de kamer worden verwijderd. Vraag de cliënt om alle andere programma’s op de computer of laptop af te sluiten, om waarschuwingen en meldingen op stil te zetten en vraag om het toetsenbord op zij te leggen of af te dekken. Zorg er tevens voor dat de deur van de testruimte via de camera van de cliënt in zicht is. Op deze manier kan de testleider eventuele verstoringen monitoren en verifiëren dat de deur gedurende testafname dicht is gebleven.
Verlichting
Zorg voor goede belichting van het gezicht van de testleider en de cliënt. Sluit jaloezieën of gordijnen om reflectie door de zon op gezichten en computerschermen te verminderen. Zorg ook dat het contrast van de computer zo staat dat stimuli goed te zien zijn.
Verstoringen
De testleider dient alle bijzonderheden tijdens testafname te documenteren en mee te nemen als factor bij het interpreteren en rapporteren van scores en uitkomsten in een onderzoeksverslag. Voorbeelden van bijzonderheden zijn: vertraging van audio/video, verstoring in internetconnectie en externe stimuli
die de cliënt afleiden. Gebruik voor de registratie van dergelijke bijzonderheden het scoreformulier of maak notities in Q-interactive.
2.2 Test & Testmateriaal
Auteursrecht
Xxxxxxx heeft een Verklaring van geen bezwaar uitgebracht, waarin het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal via niet-publiek toegankelijke telehealth-software- en middelen wordt toegestaan, ter ondersteuning van testafnames op afstand gedurende de COVID-19 pandemie. Deze toestemming geldt niet voor het maken van foto’s, kopieën, scans en duplicatie van scoreformulieren. Ook het maken van schermopnames en opnames van sessies waarin materiaal van Xxxxxxx wordt gebruikt, vallen niet onder de toestemming.
Responsboekjes (indien gebruikt)
De responsboekjes moeten voorafgaand aan de testafname voor de cliënt beschikbaar zijn. Er dient duidelijke communicatie met de cliënt plaats te vinden met betrekking tot het veiligstellen, opsturen en retourneren van testmateriaal tijdens en na testafname. (Zie paragraaf 1. Setting & Apparatuur’ voor meer informatie. )
Blokken
Blokpatronen kan alleen worden afgenomen als er een getrainde, professionele begeleider aanwezig is. De blokken moeten dan vóór de testsessie aan de getrainde begeleider worden verstrekt. Het wordt afgeraden om de cliënt zelf of een ouder/voogd/verzorger de blokken voor Blokpatronen te laten klaarleggen.
Digitale materialen
Oefen net zolang met de digitale hulpmiddelen, totdat de testafname op afstand net zo soepel verloopt als een standaard afname. Het tonen van stimuli uit papieren stimulusboeken aan de cliënt via een camera wordt afgeraden.
Overwegingen
Bekijk Tabel 1 voor specifieke aanwijzingen per subtest bij een testafname via telehealth.
Voorwaarden voor in- en output en bewijs van equivalentie
Houd het gebruiksdoel en afnameprocedures van elke taak in het oog en bepaal in hoeverre gestandaardiseerde afname mogelijk is via telehealth. Raadpleeg
tevens beschikbare studies omtrent de equivalentie tussen telehealth en klassieke afname per taak.
Telehealth- versus Face-to-Face-afname
In meerdere onderzoeken tot nu toe werden de resultaten van afnames in een telehealth- en face-to-face-setting met elkaar vergeleken. Voor verschillende taken uit de Wechsler-schalen is er bewijs geleverd voor de equivalentie in telehealth- en face-to-face-setting, voor cliënten uit verschillende klinische groepen (Xxxxxx et al., 2006, 2014; Xxxxxxx-Xxxxxxxxx xx xx., 0000; Xxxxxx, xx xx., 0000; Xxxxxxxxxx, xx xx., 0000; Xxxxxxx et al., 2016; Xxxxx et al., 2011; Xxxxxx et al., 2010; Xxxxxxxxx, Xxxxx, et al., 2018; Xxxxxxxxx, Xxxxxxx-Xxxxxxxxx , et al., 2016). Een studie met de Wechsler Abbreviated Scale of Intelligence (WASI; Xxxxxxx, 1999), waarin gekeken werd naar de equivalentie van telehealth-afname en face-to-face-afname bij cliënten met een verstandelijke beperking, leverden gemiddelde TIQ-scores op die minder dan 1 punt van elkaar verschileden (Temple et al., 2010). Een studie met de Wechsler Intelligence Scale for Children – Fifth Edition (WISC – V; Xxxxxxxx, 2014), vergeleek scores die waren verkregen door een psycholoog die in dezelfde kamer zat met de cliënt met die van een psycholoog die alleen interactie met de cliënt had via
teleconferentie-software in een kleine steekproef van kinderen met specifieke leerstoornissen. Deze studie toonde aan dat de primaire indexscores en het Totale IQ in hoge mate overeenkwamen (Xxxxx et al., 2019). Een soortgelijk onderzoek naar taal-spraak-tests leverde vergelijkbare resultaten op (Xxxxxxxxxx et al., 2017). Andere studies ondersteunen de equivalentie van taken die vergelijkbaar zijn met sommige WAIS-IV-subtests bij niet-klinische cliënten in een telehealth-setting in vergelijking met
face-to-face-afname en scoring (Xxxxxxx-Xxxxxxxxx et al., 2016; Xxxxxx, 2018a, 0000x). Xxxxxxxxx biedt een meta-analyse van
telehealth-onderzoeken ondersteuning voor telehealth- en
face-to-face-equivalentie bij verschillende neuropsychologische tests (Xxxxxxx et al., 2017).
Hoewel equivalentiegegevens over vergelijkbare taken relevant zijn, moeten testleiders er rekening mee houden dat er meer onderzoek nodig is om de equivalentie vast te stellen voor alle leeftijden en voor alle taken op de WAIS-IV. Aanvullende kanttekeningen en waarschuwingen worden beschreven in Xxxxxx et al. (2011). Ook werden de meeste op telehealth gebaseerde onderzoeken uitgevoerd met vrijwillige proefpersonen in een gecontroleerde omgeving. Als social distancing van cruciaal belang is (zoals tijdens de COVID-19-pandemie), moeten sommige onderzoeken mogelijk
plaatsvinden bij cliënten thuis, waarbij moet worden opgemerkt dat er zeer weinig onderzoek is gedaan naar testafname op afstand bij de cliënt thuis.
Het is belangrijk om na te gaan onder welke omstandigheden equivalentie-onderzoek naar telehealth- en face-to-face-afnames is uitgevoerd en te trachten deze omstandigheden zo goed mogelijk na te bootsen als u gaat testen in een telehealth-setting. Typische
telehealth-onderzoeken die de equivalentie van telehealth- en
face-to-face-testafname ondersteunen, gaan ervan uit dat de testleider eerst zeer vertrouwd raakt met het teleconferentieplatform door het een aantal uren voor het beoogde doel te gebruiken en door meerdere keren bij oefencliënten testafnames te doen (ook de tests die al bekend zijn in de
face-to-face-modus). Bij sommige onderzoeken waarin telehealth- en face-to-face-equivalentie is vastgesteld, was een professionele begeleider
betrokken. Echter, in voorlopig onderzoek uitgevoerd en beschreven door Xxxx Xxxxxx (Xxxxxxx et al., 2020), waarin ouders de rol van begeleider thuis op zich namen, waarbij zij verantwoordelijk waren voor de audiovisuele omstandigheden en responsboekjes, werden geen significante verschillen gevonden tussen de afnamemodi. Ten slotte bevindt de testleider zich meestal in een kantoor- of schoolomgeving. Dat is waarom het raadzaam is om zoveel mogelijk een vergelijkbare testomgevingte creëren, zoals beschreven in de paragraaf 1. Setting & apparatuur, als de testafname thuis plaatsvindt.
Digitale versus Traditionele Afname
Telehealth omvat zowel het gebruik van digitale technologie bij de testafname als het op beeldscherm tonen van stimuli. Om deze reden zijn studies die digitale- en traditionele afnamewijze met elkaar vergelijken eveneens relevant.
Een aantal onderzoeken naar de Wechsler-schalen leveren bewijs voor equivalentie van een digitale versus een traditionele pen en papier-afname en scoring bij testpersonen zonder klinische aandoeningen (Xxxxxx, 2012a, 2012b; Xxxxxx et al., 2014; Xxxxxxx, Xxxxx, et al., 2016). Bovendien werd dergelijke equivalentie aangetoond voor cliënten uit speciale groepen, zoals hoogbegaafdheid of verstandelijke beperking (Xxxxxxx et al., 2014; Xxxxxxx, Xxxxx, et al., 2016), ADHD of autismespectrumstoornis ( Xxxxxxx, Xxxxxxxx, et al., 2015; Xxxxxxx, Xxxxx, et al., 2016) of specifieke leerstoornissen met betrekking tot lezen of wiskunde (Xxxxxxx, Drozdick, et al., 2016; Xxxxxxx, Xxxxx, et al., 2016). Het is echter belangrijk hierbij op te merken dat deze onderzoeken niet op afstand of via videoconferentie zijn uitgevoerd.
Bewijs per subtest
Tabel 2 geeft een overzicht van elke WAIS-IV-subtest. Per subtest worden de aanwijzingen van de onderzoeker (input) en de benodigde responses van het kind (output) weergegeven. Daarnaast wordt onderzoek dat bewijs levert voor de equivalentie van telehealth vs. face-to-face afname aangehaald naast resultaten van onderzoek naar digitale vs. traditionele afname en het bewijs voor equivalentie bij vergelijkbare taken. De cijfers in de kolommen met 'Bewijs' komen overeen met de onderzoeken die vermeld zijn in de referenties. De referenties staan op alfabetische volgorde met een onderscheid in telehealth vs digitaal en digitale vs traditioneel secties. Voor de duidelijkheid is elke studie aangeduid met een T of D, waarbij de T staat voor een studies die telehealth met face-to-face afname vergelijken en de D staat voor studies die digitale en traditionele pen en papier-testformats met elkaar vergelijken.
2.3 Overwegingen voor de cliënt
Geschiktheid
Zorg dat de afname via telehealth geschikt is voor de cliënt en passend is bij het doel van het onderzoek. Gebruik uw klinische blik, “best practice-richtlijnen" voor telehealth (bijv. via het NIP: Nederlands Instituut van Psychologen), informatie van professionele organisaties en instanties (bijv. zorgverzekeraars, werkgevers, etc.), overleg met andere psychologen met kennis op dit gebied, bestaande onderzoeksgegevens en eventuele beschikbare regelgeving vanuit de overheid moeten allemaal meegenomen worden in het beslisproces. Er moet overwogen worden of de noodzakelijke administratieve en technologische taken die bij een telehealth-sessie komen kijken, kunnen worden gedaan zonder de resultaten te beïnvloeden. zonder de resultaten te beïnvloeden.
Voorbereiding
Zorg vóór de start van de testafname dat de cliënt goed uitgerust, voorbereid en klaar is om volledig mee te kunnen doen met de testsessie.
Xxx xxx xx xxxxxxxxxx
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een begeleider moet de rol van de begeleider duidelijk worden uitgelegd aan de cliënt, zodat het handelen van de begeleider wordt begrepen.
Koptelefoon
Voor sommige cliënten kan het minder geschikt om een koptelefoon te gebruiken vanwege gedrag, houding, fysieke behoeftes of tactiele gevoeligheid. Gebruik van een koptelefoon in deze situaties zal naar klinisch inzicht moeten gebeuren. Indien er geen hoofdtelefoon wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de speakers van de cliënt en uw eigen microfoon op een prettig volume staan.
Muis
Op sommige teleconferentie platforms kunt u de controle van de muis aan de cliënt geven. De cliënt kan dan de muis gebruiken om zelf antwoorden aan te wijzen. Dit is een mogelijkheid, zolang het past binnen de mogelijkheden van de cliënt. Echter “best-practice-richtlijnen" geven aan dat voorzichtigheid hierbij geboden is. Zorg ervoor dat u alert blijft en dat u de controle over het scherm direct weer terugneemt na een taak, en laat de computer nooit onbeheerd achter als de cliënt de controle over uw computer heeft.
2.4 Overwegingen voor de testleider
Oefenen
Oefen met de telehealth-opzet voordat u de test gaat afnemen bij de cliënt. Oefen met het bedienen en neem de hele test door met behulp van het teleconferentieprogramma dat u gaat gebruiken, zodat u bekend bent met de afnameprocedures. Gebruik bijvoorbeeld een collega om mee te oefenen.
Gestandaardiseerde procedures
Volg zoveel mogelijk de standaard afnameprocedures van de test. Als bijvoorbeeld een verbale instructie in de gestandaardiseerde afname niet meer dan één keer mag worden gegeven, geef deze dan in een telehealth-sessie ook niet vaker dan één keer, tenzij er een technisch probleem is dat ervoor zorgde dat de cliënt de instructie niet hoorde.
Administratieve en technische taken
Om een vloeiende telehealth-sessie te faciliteren, is het belangrijk dat de moeten audiovisuele behoeften en materialen in kaart worden gebracht. Bij het eerste virtuele overleg zijn de testleider, de cliënt en/of de begeleider (indien hier gebruik van wordt gemaakt) aanwezig. Dit is de gelegenheid voor de testleider om uitleg te geven over wat er nodig is op audiovisueel gebied. Tijdens deze eerste virtuele bijeenkomst moet de testleider training geven in het bewerkstelligen van de optimale audiovisuele omstandigheden tijdens de
testsessie, waaronder het instellen van de juiste camerahoek, de belichting en het testen van het geluid. De testleider moet er met nadruk op wijzen het testmateriaal niet mag worden geopend totdat de testleider aangeeft dit te doen (indien van toepassing). De testleider moet er rekening mee houden dat hij tijdens de testsessie mondelinge begeleiding over deze kwesties moet geven.
Raadpleeg de sectie 1. Setting & Apparatuur en Tabel 1 voor specifieke overwegingen met betrekking tot telehealth.
Als er gebruik wordt gemaakt van een begeleider op locatie dan kan deze helpen bij administratieve en technische taken, maar het is niet de bedoeling dat hij of zij zich bezighoudt met de betrokkenheid of de aandacht van de cliënt tijdens de afname. De testleider moet de begeleider de opdracht geven zich niet te bemoeien met de prestaties, reacties en antwoorden van de cliënt. Elke andere taak of verantwoordelijkheid waarbij een testleider ondersteuning nodig heeft, zoals bijvoorbeeld het omgaan met bepaald gedrag, moeten vóór het begin van de testafname worden besproken en getraind met de begeleider. De testleider dient tevens alle gedragingen van de begeleider tijdens de testafname te documenteren en hiermee rekening te houden bij het interpreteren en rapporteren van scores en uitkomsten in het onderzoeksverslag.
2.5 Andere overwegingen
Vermeld in uw rapport dat de test via telehealth is afgenomen en beschrijf kort de gebruikte methode van telehealth. Bijvoorbeeld: “De WAIS-IV-NL werd op
afstand afgenomen met behulp van de digitale stimulusmaterialen die beschikbaar
zijn via Pearson's Q-global-platform. Een getrainde begeleider ter plaatse hielp bij het opzetten en testen van de audiovisuele apparatuur voordat de afname plaatsvond.
De begeleider ter plaatsehield ook toezicht bij de taak waarbij een papieren responsboekje gebruikt werd tijdens de live videoverbinding via het [naam van teleconferencing-systeem, bijv. Zoom-platform.”
De professional moet, net als bij een face-to-face-afname, naar eigen klinisch inzicht inschatten of de cliënt optimaal heeft kunnen presteren tijdens de afname. Klinische beslissingen dienen te worden toegelicht in de rapportage, met daarbij uitleg over de omstandigheden die ertoe hebben geleid de beslissing te nemen om de testafname uit te voeren op afstand, in een telehealth-setting, en beschrijf de overweging om alle (of niet alle, bijvoorbeeld verdachte) scores te rapporteren. Bovendien wordt aanbevolen dat de rapportage een verslag bevat van alle, atypische gebeurtenissen tijdens de
testsessie (bijv. Vertraagde video of audio, verstoringen in de verbinding, externe geluiden zoals het rinkelen van de telefoon of hard blaffen van de hond, een persoon die onverwacht de kamer binnen loopt, de cliënt die reageert op andere externe prikkels). Op het scoreformulier of op het notitieblok van Q-interactive kunnen hierover aantekeningen worden gemaakt. Beschrijf deze verstoringen en alle andere observaties op dezelfde manier als gedragsobservaties in het schriftelijke rapport, en neem dit mee bij de interpretatie van de resultaten.
Bijvoorbeeld: “De testomgeving op afstand leek vrij van afleidingen, er was via video en audio goed contact met de cliënt en de cliënt leek gedurende de hele sessie op een normale manier betrokken bij de taak. Tijdens de afname waren er geen significante technische problemen of afleidingen. Wijzigingen in de standaard afnameprocedure zijn: [opsomming]. De WAIS-IV-subtests, of vergelijkbare taken, zijn gevalideerd in studies onder verschillende doelgroepen, en de resultaten kunnen worden
beschouwd als een valide beschrijving van de vaardigheden en capaciteiten van de cliënt. "
3. Conclusie
De WAIS-IV-NL is niet genormeerd in een telehealth setting; hiermee moet rekening worden gehouden bij het gebruik van de test en interpreteren van de resultaten. Voordat u een afname doet via telehealth en u zich een oordeel vormt over de toepasbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit van een afname van de WAIS-IV-NL in een telehealth-setting, dient u de overwegingen die in dit artikel besproken worden grondig door te nemen. U mag de onderstaande gepubliceerde WAIS-IV-NL -materialen via telehealth gebruiken zonder aanvullende toestemming van Xxxxxxx:
● WAIS–IV-NL handleidingen en digitale stimulusboeken via Q-global
● WAIS–IV-NL via Q-interactive (vereist gevorderde technologische vaardigheden en software waarmee het iPad-scherm synchroon kan worden weergegeven op de computer)
Elk ander gebruik van de WAIS-IV-NL materialen in een telehealth-setting vereist voorafgaande toestemming van Xxxxxxx en wordt momenteel niet aanbevolen. Dit is onder andere, maar niet beperkt tot, het scannen van de papieren stimulusboeken, het digitaliseren van de papieren scoreformulieren, fysiek omhooghouden van het stimulusmateriaal voor een camera, of het uploaden van een handleiding naar een gedeelde schijf of site.
4. Tabellen
Tabel 1. Specifieke Telehealth-overwegingen per WAIS-IV-NL subtest
Subtest(s) | Overwegingen |
Overeenkomsten Woordenschat Informatie Begrijpen | ● Apparatuur met hoogwaardige geluidskwaliteit voor cliënt en testleider is vereist ● Woordenschat: De testleider wijst met de muis naar het scherm bij items 1-4 ● Sommige items (bijv. 4, 5) kunnen een aanwijsreactie oproepen ● Informatie: Item 2 kan een reactie met gebaren oproepen |
Blokpatronen | ● Een getrainde professionele begeleider kan ondersteuning bieden bij de afname van deze subtest in telehealth-setting ● Train nieuwe professionele begeleiders, zodat zij de blokken tijdens de afname op dezelfde manier aanbieden als in de Afname- en scoringshandleiding beschreven staat ● Het wordt afgeraden om een niet-professionele begeleider de blokken voor Blokpatronen te laten klaarleggen, en ook om dit door de cliënt zelf te laten doen ● Vereist is een gedrukt exemplaar van het stimulusboek, aanwezig op locatie bij de client, of de digitale versie van het stimulusboek, weergegeven op een tablet met een schermgrootte van ongeveer 9.7 inch ● Train de professionele begeleider het stimulusboek of de tablet op de juiste manier te presenteren, omdat de items gemakkelijk 180 graden gedraaid kunnen worden, en erop toe te zien dat de cliënt de stimuli niet zelf draait ● Stimuli dienen plat op de tafel te liggen, en niet getoond op een verticaal scherm, omdat het effect hiervan op de afname niet onderzocht is ● Testleider gebruikt een stopwatch ● Vereist apparatuur met een hoogwaardige beeldkwaliteit voor cliënt en testleider ● Een tweede camera dient op een stabiele manier zo geplaatst te worden dat de handelingen en het gelegde patroon van de cliënt goed zichtbaar zijn ● De professionele begeleider moet de zijden van de blokken laten zien tijdens de afname, de blokken voor elk item klaarleggen zoals in de Afname- en scoringshandleiding beschreven staat, het patroon neerleggen bij het voorbeelditem en bij item 1-4, terwijl de testleider verbale instructies geeft |
Subtest(s) | Overwegingen |
Figuur Samenstellen Matrix Redeneren Gewichten Onvolledige Tekeningen | ● Vereist apparatuur met hoogwaardige beeldkwaliteit voor cliënt en testleider ● De testleider wijst de stimuli op het scherm aan met behulp van de muiscursor ● Een tweede camera moet op een stabiele manier zo geplaatst worden dat het scherm van de cliënt in beeld is, en getoond wordt welke antwoordkeuze de cliënt nonverbaal maakt (bijv. door aanwijzen) ● Figuur Samenstellen: Het wordt afgeraden om de cliënt te laten antwoorden met behulp van de muis of touchpad, dit omdat het bedoelde antwoord dan niet duidelijk kan worden vastgesteld ● Matrix Redeneren, Gewichten: De cliënt kan zijn antwoordkeuze aanwijzen met behulp van de muis of touchpad als het teleconferentieplatform de functionaliteit heeft om de controle van de muis aan de cliënt over te dragen ● Figuur Samenstellen, Gewichten, Onvolledige Tekeningen: De testleider gebruikt een stopwatch; de testleider moet ervoor zorgen dat de cliënt stopt als de tijdslimiet bereikt is ● Onvolledige Tekeningen: Sommige verbale responsen dienen verduidelijkt te worden door een correcte aanwijzing |
Rekenen | ● Vereist apparatuur met hoogwaardige beeld- en geluidskwaliteit voor cliënt en testleider ● Een tweede camera moet op een stabiele manier zo geplaatst worden dat het scherm van de cliënt in beeld is en toont welke antwoordkeuze de cliënt aanwijst. Bij de visuele items wijst de testleider naar de stimuli op het scherm ● Bij item 1 en 2 wijst de cliënt naar de stimuli op het scherm en/of geeft mogelijk nonverbaal antwoord door het aantal vingers op te steken ● De testleider gebruikt een stopwatch; de testleider moet ervoor zorgen dat de cliënt stopt als de tijdslimiet bereikt is ● Herhaal items niet, behalve als in de Afname- en scoringshandleiding staat dat dat wel mag, of als de cliënt het niet kon verstaan vanwege technische problemen |
Cijferreeksen Cijfers- en Letters Nazeggen | ● Vereist hoogwaardige geluidskwaliteit voor cliënt en testleider ● Herhaal geen enkele reeks, behalve als de cliënt het niet kon verstaan vanwege technische problemen |
Subtest(s) | Overwegingen |
Substitutie Symbool Zoeken Xxxxxx Xxxxxx | ● Vereist apparatuur met hoogwaardige beeldkwaliteit voor cliënt en testleider ● Een tweede camera moet op een stabiele manier zo geplaatst worden dat het responsboekje in beeld is en de testleider zicht heeft op de geschreven antwoorden ● De testleider kan de demonstratie-items alvast maken in de responsboekjes voordat deze naar de cliënt opgestuurd worden, maar kan de demonstratie-items ook voordoen tijdens de testafname ● De testleider gebruikt een stopwatch; de testleider moet ervoor zorgen dat de cliënt stopt als de tijdslimiet bereikt is ● Het kan voor de testleider handig zijn om een papieren versie van het responsboekje bij de hand te hebben om deze kort te tonen voor de camera. Dit om te laten zien dat Xxxxxxx Zoeken meerdere pagina’s beslaat of hoe het juiste testitem van Xxxxxx Zoeken klaar te leggen wanneer deze instructie tijdens de afname gegeven wordt ● Symbool Zoeken en Symbool Substitutie Coderen: Zorg ervoor dat het responsboekje op de correcte pagina geopend wordt wanneer dit aangegeven wordt ● Figuur Zoeken: Zorg ervoor dat het responsboekje op de juiste manier neergelegd wordt zodat het demonstratie- en voorbeelditem alleen zichtbaar zijn, en dat daarna de testitems zelf ook goed weergegeven worden |
Tabel 2. WAIS-IV-NL subtest input en output vereisten en bewijs voor equivalentie
WAIS-IV-NL Subtest | Inputa | Outputb | Direct bewijsc | Bewijs voor vergelijkbare takenc,d |
Overeenkomsten (OV) | VI, VS | OR, VR | R T: 7, 8, 11 D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 | T: 6, 7, 8, 11–VC; 14– Oral Vocabulary (OV), General Information (GI); 15–Guess What (GW), Verbal Reasoning (VR) |
Woordenschat (WS) | VI, NI, GS, VS | OR, VR | T: 6, 7, 8, 11 D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 | T: 4–Picture Naming; 14–OV, GI; 15–GW, VR |
Begrijpen (BG) | VI, VS | OR, VR | D: 1, 2, 3, 4, 5 | T: 6, 7, 8, 11–VC; 7, 11– SI; 10–WD; 14–OV, GI |
Blokpatronen (BP) | VI, NI, MD, FM, GS | GMR, IN | T: 7, 11 D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 | |
Figuur Samenstellen (FS) | VI, KA, NI, GS | KVR of WR, IN, MC | T: 7 D: 2, 3, 4, 5, 6 | T: 7–FW; 7, 11–MR; 14– Visualization (VZ); 15– Odd Item Out (OI) D: 1, 2, 3, 4, 5, 6–MR, FW |
Matrix Redeneren (MR) | VI, KA, NI, GS | KVR of WR, MC | T: 6, 7, 11 D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 | T: 7–VP; 14–Concept Formation (CF); 15–OI D: 1, 2, 3, 4, 5, 6: VP, FW |
Gewichten (GW) | VI, KA, NI, GS | KVR of WR, IN, MC | T: 7 D: 2, 3, 4, 5, 6 | T: 6, 11–MR; 7–VP; 14– CF; 15–OI; D: 1, 2, 3, 4, 5, 6– VP, MR |
Rekenen (RE) | VI, NI, GS, VS | KVR, IN, OR. | D: 1, 2, 3, 4, 5 | T: 8–VC; 14–Applied Problems D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 |
Cijferreeksen (CR) | VI, VS | OR, VR. | T: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 13 D: 1, 2, 3, 4, 5, 6 | T: 10–Recalling Sentences (RS); 14– Verbal Attention (VA), Numbers Reversed (NR); 15–Verbal Memory (VM) |
Plaatjes Reeksen (PR) | VI, NI, GS, TW | KVR of WR, MC. | T: 7 D: 2, 3, 4, 5, 6 | T: 15–Nonverbal Memory (NM) |
Cijfers en Letters Nazeggen (CLN) | VI, VS | OR, VR. | D: 1, 2, 3, 4, 5 | T: 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 13–DS; 10–RS; 14–VA, NR; 15–VM D: 1, 2, 3, 4, 5, 6–DS |
Symbool Substitutie Coderen (SSC) | VI, NI, WR, PR, GS | TN, SFR. | T: 4, 7 D: 1, 6 | T: 7–SS; 14–LetterPattern Matching (LPM), Sentence Reading Fluency (SRF), Math Facts Fluency (MFF); 15– Speeded Picture Search (SPS ages 7+) D: 1, 0–XX |
Xxxxxxx Xxxxxx (XX) | XX, XX, XX, XX, XX | XX, XXX. | T: 7 D: 1, 6 | T: 4, 7–CD; 14–LPM, SRF, MFF; 15–SPS ages 7+ D: 1, 6–CD |
Figuur Zoeken (FZ) | VI, KA, NI, GS, PR | TN, SSR. | D: 1, 2, 3, 4, 5 | T: 7, 14–LPM, SRF, MFF; 15–SPS ages 7+ D: 1, 6: CD, SS |
a) Input afkortingen: VI= verbale instructies, KA = Kleur afhankelijke items, NI = Nonverbale instructies, MD = Motorische demonstratie, FM = Fysieke Materialen, GS = Geïllustreerde stimuli, PR = Papieren responsboekje, LGA = letters, getallen of afgedrukte symbolen, VS = verbale stimuli, TW = Tijdwaarneming.
b) Output afkortingen: KVR = Korte verbale reactie, GMR = Grove motorische reactie, IN = item-niveau tijdslimiet, MC = Multiple choice, OR = Open reactie, WR = Wijzende reactie, VR = Verbale reactie, SSR = Simpele schriftelijke reactie, TN = Taakniveau tijdslimiet, SFR = Schriftelijke of fijn-motorische reactie.
c) Literatuur is op nummer terug te vinden in de referentielijst. T = Telehealth versus face-to-face equivalentie, D = Digitaal versus traditionele afname equivalentie.
d) De namen en afkortingen van de tests in deze kolom zijn in het Engels, omdat deze studies hebben plaatsgevonden met Amerikaanse testen en derhalve niet naar het Nederlands zijn te vertalen.
5. Referenties
American Psychological Association Services (APA Services). (2020). Guidance on psychological tele-assessment during the COVID-19 crisis. (2020). xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxx-xxxxx/xxxxxxx/xxxx- assessment-covid-19?fbclid=IwAR1d_YNXYS2Yc5mdIz_ZIYSkrrJ_6A9BQeKuIHxEEjj Rh1XDR6fOYncM3b4
Association of State and Provincial Psychology Boards (ASPPB). (2013). ASPPB telepsychology task force principles and standards. xxxxx://xxx.xxxxx.xxx/xxx.xxxxx.xxx/xxxxxxxx/xxxxxx/XXXXXXX_Xxxx/XXXXX
Xxxxxxxxx, T. J., Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxx, X. (2013, November). Standardized assessment via telepractice: Qualitative review and survey data [Paper presentation]. Annual meeting of the
American-Speech-Language-Hearing Association, Chicago, IL, United States.
Xxxxxx, M. C., Xxxxxxxx, M. C., & Xxxxxx, C. M. (2011). Initial practice recommendations for teleneuropsychology. The Clinical Neuropsychologist, 25, 1119–1133.
Interorganizational Practice Committee [IOPC]. (2020).
Recommendations/guidance for teleneuropsychology (TeleNP) in response to the COVID-19 pandemic.
xxxxx://xxxxxx0.xxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxx/00x0x000x0x00000x0x0x0x0/x/0x0000xx 9a64587cfd3a9832/1585602750557/Recommendations-Guidance+for+Teleneur opsychology-COVID-19-4.pdf
Xxxxxxx, R., Xxxxxxx, D. B., Xxxxxx, X., & Xxxxxx, C. M. (2020). Teleneuropsychology (TeleNP) in response to COVID-19. xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxx.xxx/xxxxxx/00/xxx0xxxxxxxxx00
Xxxxxxxx, X. (1999). Wechsler Abbreviated Scale of Intelligence. Xxxxxxx. Xxxxxxxx, X. (2008). Wechsler Adult Intelligence Scale (4th ed.). Xxxxxxx. Xxxxxxxx, X. (2014). Wechsler Intelligence Scale for Children (5th ed.). Xxxxxxx.
Telehealth–Face-to-Face
Zie tabel 2
1. Xxxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxx, X. (2017). Neuropsychological test administration by videoconference: A systematic review and meta-analysis. Neuropsychology Review, 27(2), 174–186.
2. Xxxxxx, C. M., Xxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., & Xxxxx, X. (2006). Feasibility of telecognitive assessment in dementia. Assessment, 13(4), 385–390.
3. Xxxxxx, C. M., Xxxxx, L. S., Xxxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxx, M. F. (2014). Teleneuropsychology: Evidence for video teleconference-based neuropsychological assessment. Journal of the International
Neuropsychological Society, 20, 1028–1033.
4. Xxxxxxx-Xxxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxx, C. M. (2016). Video teleconference administration of the Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status. Archives of Clinical
Neuropsychology, 31(1), 8–11.
5. Xxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxx, X., & Xxxxxx, C. M. (2015). Video teleconference-based neurocognitive screening in geropsychiatry.
Psychiatry Research, 225(3), 734–735.
6. Xxxxxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxx, P. (2004). Feasibility of neuropsychological testing of older adults via videoconference: Implications for assessing the capacity for independent living. Journal of Telemedicine and Telecare, 10(3), 130–134. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/000000000000000000
7. Xxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., Xxxx, X., Xxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, J., Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxxxxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, X., XxXxxx, M., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxx, K., Xxx, N., Xxxxxxxx, X., … Silove, N. (2019). Agreement between telehealth and face-to-face assessment of intellectual ability in children with specific learning disorder. Journal of Telemedicine and Telecare, 25(7), 431–437. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/0000000X00000000
8. Xxxxxxx, S. N., Xxxxxxxxx, E. F., Xxxx, X. X., Xxxxxxxx, A. R., Xxxxxxxx, A. E., & Xxxxx, H. R. (2016). Remote assessment of cognitive function in juvenile neuronal ceroid lipofuscinosis (Batten disease): A pilot study of feasibility and reliability. Journal of Child Neurology, 31, 481–487. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/0000000000000000
9. Xxxxx, X. X., Xxxxx, X., Xxxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, X., & Xxxxx, X. (2011). The feasibility of videoconferencing for neuropsychological assessments of rural youth experiencing early psychosis. Journal of Telemedicine and
Telecare, 17, 328–331. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/xxx.0000.000000
10. Xxxxxxxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxx, X., Xxxxxx, X., & Xxxxxxx, X. (2017). Telehealth language assessments using consumer grade equipment in rural and urban settings: Feasible, reliable and well tolerated. Journal of Telemedicine and Telecare, 23(1), 106–115. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/0000000X00000000
11. Xxxxxx, V., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxxx, X., & Xxxxxxx, X. (2010). A comparison of intellectual assessments over video conferencing and
in-person for individuals with ID: Preliminary data. Journal of Intellectual Disability Research, 54(6), 573–577.
xxxxx://xxx.xxx/00.0000/x.0000-0000.0000.00000.x
12. Xxxxxxxxx, X., Xxxxxxx-Xxxxxxxxx, X., Xxxxxx, X., Xxxxxxx, M., Xxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxx, X., & Xxxxxx, X. (2016). Remote neuropsychological assessment in rural American Indians with and without cognitive impairment. Archives of Clinical Neuropsychology, 31(5), 420–425. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/xxxxxx/xxx000
13. Xxxxxxxxx, XX, Xxxxx, X., Xxxxxx, X.X, Xxxx, X., Xxxxxx, M. F., Xxxxx, X. X., & Xxxxxx, C. M. (2018). Validity of teleneuropsychological assessment in older patients with cognitive disorders. Archives of Clinical Neuropsychology 33(8), 1040–1045. xxxxx://xxx.xxx/00.0000/xxxxxx/xxx000
14. Xxxxxx, X.X. (2018a). Equivalence of remote, online administration and traditional, face-to-face administration of xxx Xxxxxxxx-Xxxxxxx IV cognitive and achievement tests. Archives of Assessment Psychology, 8(1), 23-35.
15. Xxxxxx, X. X. (2018b). Equivalence of remote, online administration and traditional, face-to-face administration of xxx Xxxxxxxx Intellectual Assessment Scales-Second Edition. xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/000-XXX-000/xxxxxx/Xxxxxxx-Xxx senceLearning-Equivalence-of-Remote-Online-Administration-of-RIAS-2-W hite-Paper.pdf
Digitaal–Traditioneel
Zie Tabel 2
16. Xxxxxx, X. X. (2012). Equivalence of Q-interactive administered cognitive tasks: WAIS–IV (Q-interactive Technical Report 1). Xxxxxxx. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxx
/us/assets/q-interactive/007-s-QinteractiveTechnical%20Report%201_WAI S-IV.pdf
17. Xxxxxx, X. X. (2012). Equivalence of Q-interactive administered cognitive tasks: WISC–IV (Q-interactive Technical Report 2). Xxxxxxx. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxx
/us/assets/q-interactive/009-s-Technical%20Report%202_WISC-IV_Final.pd f
18. Xxxxxx, M. H., Xxxxxxxxx, X., & Xxxxx, X. (2014). Equivalence of
Q-interactive and paper administrations of cognitive tasks: WISC®–V
(Q-interactive Technical Report 8). Xxxxxxx. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxx
/us/assets/q-interactive/003-s-Technical-Report_WISC-V_092514.pdf
19. Xxxxxxx, S. E., Xxxxxxxx, J. A., Xxxxxxxx, X. X., & Xxxxx, X. (2014).
Q-interactive special group studies: The WISC–V and children with intellectual giftedness and intellectual disability (Q-interactive Technical Report 9).
Xxxxxxx. Retrieved from xxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxx/xxx/xx/xxxxxx/xxxxx/Xxxxxxxxx_ Report_9_WISC-V_Children_with_Intellectual_Giftedness_and_Intellectual_ Disability.pdf
20. Xxxxxxx, S. E., Xxxxxxxx, X. X., & Xxxxx, X. (2015). Q-interactive special group studies: The WISC–V and children with autism spectrum disorder and
accompanying language impairment or attention-deficit/hyperactivity disorder (Q-interactive Technical Report 11). Xxxxxxx. xxxx://xxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxx/xxxxxx/XXXX-X/X-x-XX00_XXXX-X
21. Xxxxxxx, S. E., Xxxxxxxx, X. X., & Xxxxx, X. (2016). Q-interactive special group studies: The WISC–V and children with specific learning disorders in reading or mathematics (Q-interactive Technical Report 13). Xxxxxxx. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxx
/us/assets/q-interactive/012-s-Technical_Report_9_WISC-V_Children_with_I ntellectual_Giftedness_and_Intellectual_Disability.pdf
22. Xxxxxxx, S. E., Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X. X., Xxxx, X., Xxxxxxxxx, X., Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X. X., & Xxxxxx, X. (2016). Coding and Symbol Search in digital format: Reliability, validity, special group studies, and interpretation
(Q-interactive Technical Report 12). Xxxxxxx. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxx/xxx/xxxxxx/xxxxxx/xxxxxxxx
/us/assets/q-interactive/002-Qi-Processing-Speed-Tech-Report_FNL2.pdf