OVERZICHT VAN ALLE VOORDELIGE ALTERNATIEVE VERLONINGSVORMEN
OVERZICHT VAN ALLE VOORDELIGE ALTERNATIEVE VERLONINGSVORMEN
LAATST AANGEPAST : 14/3/2024
INHOUDSTAFEL
1.2. Beroepsmatige verplaatsingskosten 6
2. Kosten eigen aan de werkgever 11
3.3. Geschenken, geschenkcheques en premies 18
3.4. cultuurcheques/ abonnement op culturele manifestaties + sportcheques 20
4.1. Extralegale gezinsbijslagen 21
5.1. Computer/laptop/ internetgebruik 25
5.2. Gebruik van een smartphone/tablet voor privégebruik 25
5.3. Tussenkomst in de aankoop van een private PC (PC-privéplan) 26
6.1. Niet recurrent resultaatsgebonden voordelen (loonbonus) 26
6.2. Aandelenopties/ warrants/winstbewijzen 27
7.2. Renteloze lening/ lening tegen verminderde rentevoet 30
7.3. Kosteloze beschikking over een woning 30
8.2. Hospitalisatieverzekering 32
8.3. Individuele pensioentoezegging 33
Cao nr. 19octies van 20 februari 2009 werd vervangen door de cao nr. 19/9 van 23 april 2019, die in werking is getreden op 1 juli 2019. De cao nr. 19/9 heeft een suppletief karakter. De sectoren kunnen ervan afwijken en bij sectorale cao een gunstigere werkgeverstussenkomst voorzien.
a) Tussenkomst in de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer per trein
De tussenkomst van de werkgever in de prijs is verplicht ongeacht de afgelegde afstand.
De werkgeversbijdragen die oorspronkelijk werden opgenomen in artikel 3 van cao nr. 19octies (vervangen door de cao nr. 19/9) zijn forfaitaire bedragen die voor twee jaar worden vastgesteld. Deze bedragen zijn niet geïndexeerd.
Derdebetalersregeling
Wanneer de werkgever een derdebetalersregeling onderschreven heeft, zal hij minstens voor 80% tussenkomen in de prijs van het treinabonnement van zijn werknemers (dit regime is ook van toepassing op het vervoer via de STIB, op basis van een gecombineerd treinticket). De werkgever moet het verschuldigde bedrag rechtstreeks betalen aan de NMBS, zodat de werknemer zelf niets hoeft te betalen bij de aanschaf van zijn vervoerbewijs. De werknemersbijdrage valt immers ten laste van de Staat.
b) Tussenkomst in de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer - anders dan per trein
Vanaf 1 juli 2020 is de tussenkomst van de werkgever ook verplicht wanneer de verplaatsingen woon-werkverkeer minder dan 5 kilometer bedragen.
Er dient evenwel een onderscheid te worden gemaakt:
• Wanneer de prijs van het vervoer evenredig is aan de afstand, is de werkgeversbijdrage deze voorzien voor de trein maar begrensd tot 75% van de reële prijs van het vervoer.
• Wanneer de prijs van het vervoer wordt bepaald ongeacht de afstand, wordt een tussenkomst van 71,8% van de reële vervoerprijs toegepast maar begrensd tot de tussenkomst voorzien voor de trein voor een afstand tot 7 kilometer.
c) Verplaatsingen per fiets
Op 24 januari 2023 keurde de Nationale Arbeidsraad de cao nr. 164 goed betreffende de tegemoetkoming van de werkgever voor de verplaatsingen per fiets van de werknemer tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling.
De tussenkomst van de werkgever is dus verplicht voor deze verplaatsingen.
Dit is een suppletieve cao (die alleen van toepassing is als de sector waartoe een werknemer behoort geen cao heeft gesloten met betrekking tot deze vergoeding). Bijgevolg hebben alle werknemers in de private sector recht op een fietsvergoeding, hetzij op basis van een sectorale cao, hetzij, bij gebrek aan een dergelijke overeenkomst, op basis van de cao nr. 164.
Voor het jaar 2024 bedraagt het bedrag van deze vergoeding 0,28 euro per kilometer op basis van artikel 6 van de cao nr. 164. Dit bedrag kan variëren naargelang de sector die hierover een collectieve arbeidsovereenkomst heeft
gesloten. Er is niet voorzien dat het basisbedrag op hetzelfde moment aangepast wordt als het basisbedrag dat van toepassing zou zijn voor de sociale en fiscale vrijstelling.
d) Privé-vervoer
De tussenkomst van de werkgever in het privé-vervoer is niet verplicht. Dergelijke tussenkomst mag evenwel worden geregeld op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau.
A. Tenlasteneming door de werkgever:
Alleen de werknemers die gekozen hebben voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten in hun aangifte van de personenbelasting kunnen een fiscale vrijstelling genieten op ontvangen vergoedingen voor woon-werkverkeer.
In tegenstelling tot de voorgaande jaren moet de werknemer niet meer aan zijn werkgever schriftelijk bevestigen dat hij bij de aangifte van zijn inkomsten voor het betrokken jaar geen aanspraak zal maken op zijn werkelijke beroepskosten om de werkgever toe te laten bij de berekening van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing rekening te houden met de volgende vrijstellingen om de verschuldigde bedrijfsvoorheffing te bepalen:
• de werknemer gebruikt het openbaar gemeenschappelijk vervoer : Volledig bedrag vrijgesteld
• de werknemer gebruikt het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer : Het bedrag van de vergoeding mag worden vrijgesteld in de mate dat die vergoeding de prijs van een treinabonnement eerste klasse voor die afstand niet overschrijdt;
• nieuw vanaf 2024, de werknemer gebruikt zijn fiets : een bedrag van 0,35 EUR per werkelijk afgelegde kilometer met de fiets (en dit zowel voor de heen- als de terugreis) met een maximumbedrag van 3.500 EUR per jaar mag vrijgesteld worden;
• in de andere gevallen (bv. eigen wagen, motorfiets…) mag een bedrag van maximum 40,80 EUR per maand
worden vrijgesteld (= max. 490 EUR op jaarbasis).
Indien de werknemer toch zou kiezen voor de aftrek van zijn werkelijke beroepskosten en dit mededeelt aan zijn werkgever dan mag de werkgever de vrijstelling niet toepassen.
B. Tenlasteneming door de werknemer:
De werknemer kan steeds kiezen voor de aftrek van zijn werkelijke beroepskosten. Voor die kosten moet hij dan wel bewijzen dat hij ze werkelijk gemaakt heeft en dat hij ze ook zelf betaald heeft.
1. Eigen wagen: Indien er geen gebruik gemaakt wordt van de aftrek van forfaitaire beroepskosten, kan de werknemer de vervoerskosten in aanmerking nemen tegen 0,15 euro/km. Hierin zijn alle autokosten inbegrepen vb. onderhoud, brandstof, parking, verzekering.
2. Fiets: Bij het bewijzen van werkelijke kosten kan een forfait van 0,35 €/km (inkomstenjaar 2024, Aj. 2025) afgetrokken worden.
3. Andere vervoermiddelen (trein, tram, bus, motorfiets, brommer, carpoolen, te voet): Indien de werknemer geen gebruik maakt van de aftrek van forfaitaire beroepskosten, kan hij ook deze vervoerskosten in aanmerking nemen tegen 0,15 euro/km. Als men kan bewijzen dat de werkelijke kosten hoger zijn, mogen deze afgetrokken worden. Het forfait is beperkt tot max. 100 km (enkel traject) tussen woon- en werkplaats.
Vrijgesteld, behalve bij gebruik van een bedrijfswagen.
Eigen wagen (met inbegrip alle kosten): De forfaitaire kilometervergoeding die de Staat toekent aan zijn personeel wordt aanvaard nl. 0,4269 euro/km (bedrag vanaf 1/1/2024).
Fiets: Een vrijgesteld bedrag van 0,35 euro/km (bedrag vanaf 1/1/2024).
100% Aftrekbaar
1.2. BEROEPSMATIGE VERPLAATSINGSKOSTEN
Indien de werknemer de eigen wagen gebruikt voor beroepsmatige verplaatsingen kan de werkgever hem voor die kosten vergoeden.
Vrijgesteld indien het bedrag niet hoger is dan het ambtenarenbedrag 0,4269 euro/km (bedrag vanaf 1/1/2024), totaal aantal kilometers per jaar mag niet abnormaal hoog zijn (grens 24.000 km/jaar).
Vrijgesteld
Aftrekbaar
Een wagen die gratis ter beschikking gesteld wordt aan de werknemer voor beroepsmatige verplaatsingen en voor privégebruik (met inbegrip van woon-werkverkeer). Het kan gaan om een personenwagen, lichte vracht, vrachtwagen… ingeschreven op naam van de onderneming.
Wanneer je een bedrijfswagen ter beschikking stelt van je werknemer die deze wagen ook voor privédoeleinden mag gebruiken, ontstaat een belastbaar voordeel in hoofde van je werknemer. Je moet dan bedrijfsvoorheffing op dit voordeel afhouden.
Formule voordeel alle aard op maandbasis =
cataloguswaarde x CO²−percentage x 6/7 x aantal kalenderdagen betreffende maand aantal kalenderdagen op jaarbasis
Het minimum bedrag van het voordeel alle aard voor 2024 is 1.600 euro op jaarbasis (133,33 euro op maandbasis).
1. cataloguswaarde:
De cataloguswaarde van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde BTW, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno.
PERCENTAGE CATALOGUSWAARDE: | |
Periode verstreken sinds de 1ste inschrijving van het voertuig (begonnen maand = volledige maand) | Percentage cataloguswaarde bij berekening voordeel |
van 0 tot 12 maanden | 100% |
van 13 tot 24 maanden | 94% |
Van 25 tot 36 maanden | 88% |
Van 37 tot 48 maanden | 82% |
Van 49 tot 60 maanden | 76% |
Vanaf 61 maanden | 70% |
2. CO²-percentage:
Om het CO2-percentage te bepalen, moet het CO2-uitstootgehalte van het voertuig vergeleken worden met een referentie-CO2-uitstoot.
Het CO2-basispercentage bedraagt 5,5 % bij een referentie-uitstoot van 65 g/km (2024) voor een dieselwagen en 78 g/km (2024) voor een benzinewagen of een wagen aangedreven door LPG- of aardgas. Per extra gram CO2/km meer dan wel minder verhoogt of verlaagt deze coëfficiënt met 0,1%. De coëfficiënt bedraagt echter nooit minder dan 4% of meer dan 18%.
De referentie CO2-uitstoot wordt jaarlijks bij KB vastgelegd voor het volgende jaar.
Het minimumpercentage van 4% zal steeds van toepassing zijn op de voertuigen met een uitstoot van 0 gram CO2 per kilometer, zoals de elektrisch aangedreven voertuigen.
Onderworpen indien:
• De wagen ook voor andere doeleinden gebruikt wordt dan beroepsmatige doeleinden.
• Ongeacht de financiële tussenkomst van de werknemer.
• Toepassing:
personenwagens (categorie M1 – max. 9 pers.)
lichte vrachtwagens (categorie N1 – max. 3,5 ton)
De formule om het maandelijks bedrag van de solidariteitsbijdrage te berekenen, luidt als volgt:
CO2-bijdrage = [(CO2 uitstoot x € 9) – 768 (benzine) of 600 (diesel) of 990 (LPG)] /12 x indexatiecoëfficiënt
Minimale CO2-bijdrage = 31,99 euro/maand – bedrag vanaf 1/1/2024)
⇨ Dit bedrag geldt voor de elektrische wagens als CO2-bijdrage.
1. CO²-uitstootgehalte:
Je moet daarbij rekening houden met:
• De NEDC 1.0 waarde als er enkel een NEDC waarde op het gelijkvormigheidsattest wordt vermeld
• De WLTP waarde als er enkel een WLTP waarde op het gelijkvormigheidattest wordt vermeld
• Ofwel de NEDC 2.0 ofwel WLTP waarde als ze beiden op het gelijkvormigheidsattest worden vermeld. In dat geval heb je de keuze.
Als de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt die op 182 vastgelegd voor benzinewagens en op 165 voor dieselwagens.
2. Indexatiecoëfficiënt
Voor 2024 is de indexatiecoëfficiënt 1,5359.
Dat betekent dat de solidariteitsbijdrage voor benzinewagen zonder gekende CO2 uitstoot 113,27 euro per maand
bedraagt. Voor dieselwagens met een ongekende CO2 uitstoot bedraagt die 111,35 euro per maand.
⬄ CO2-bijdrage niet van toepassing indien wagen enkel voor beroepsmatige doeleinden gebruikt wordt.
Het is aan de werkgever om te bewijzen dat de bedrijfswagen niet gebruikt wordt voor andere dan beroepsmatige doeleinden:
• Clausule in de arbeidsovereenkomst.
• Bepaling in het arbeidsreglement met effectieve sancties bij privégebruik.
• Car policy met verbod privégebruik.
• Verklaring op eer.
• Verzekeringspolis dekt geen privéschade.
• Controle door de werkgever van de afgelegde kilometers.
• Auto’s verplicht op de parking na dagtaak.
• Aanduiding in een register.
⬄ Uitzondering op CO2-bijdrage: Systeem van collectief vervoer:
Indien een woon-werkverplaatsing wordt afgelegd in groep, is de solidariteitsbijdrage verschuldigd, behalve indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
• Het gaat om een systeem overeengekomen door de sociale partners waarin gebruik wordt gemaakt van een voertuig behorend tot de categorie N1 en M1. Het systeem moet dus het voorwerp uitmaken van een CAO op ondernemings- of sectoraal vlak of van andere reglementering overeengekomen tussen werkgever en werknemers.
• Voor de voertuigen behorend tot de categorie N1 moeten er naast de chauffeur minstens twee andere werknemers van de onderneming meerijden gedurende minstens 80% van het afgelegde traject van en naar de woonplaats van de chauffeur. Wanneer het voertuig minder dan drie plaatsen bevat of wanneer de ruimte voorbehouden voor het vervoer van personen uit één enkele zitbank of slechts één rij zitplaatsen bestaat, volstaat het dat naast de chauffeur minstens één andere werknemer van de onderneming aanwezig is gedurende minstens 80 % van het traject.
• Voor de voertuigen behorend tot de categorie M1 geldt dat de bijdrage niet verschuldigd is wanneer het voertuig beschikt over minstens 5 plaatsen, de zetel van de chauffeur niet inbegrepen, en maximum 8 plaatsen, de zetel van de chauffeur niet inbegrepen. Bovendien moeten er naast de chauffeur gewoonlijk 3 werknemers van de onderneming aanwezig zijn gedurende minstens 80 % van het afgelegde traject van en naar de woonplaats van de chauffeur.
• De werkgever moet kunnen bewijzen dat er geen ander privégebruik van het voertuig wordt gemaakt.
De datum van aanschaf is doorslaggevend.
⇨ Bij een aankoop waarbij de factuur wordt opgemaakt aan de werkgever die daarna een klassieke banklening of zuivere financiële leasing aangaat, is dat de datum van ondertekening van de bestelbon.
⇨ Bij operationele leasing, renting of huur is dat de datum van ondertekening van de overeenkomst.
⇨ Wanneer een werkgever eerst een wagen bestelt en er later nog een operationele leasingovereenkomst wordt afgesloten (en de eigendom van de wagen overgaat naar de leasingmaatschappij), is deze latere datum doorslaggevend.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tankkaart voor eigen wagen of een bedrijfswagen.
Eigen wagen:
- Beroepsverplaatsingen: vrijgesteld
- Privéverplaatsingen (ook woon-werk): belastbaar
Bedrijfswagen: Inbegrepen in het fiscaal geraamd voordeel alle aard
Eigen wagen:
- Beroepsverplaatsingen: vrijgesteld
- Woon-werk verplaatsingen: vrijgesteld
- Zuiver privé verplaatsingen: RSZ
Bedrijfswagen: Inbegrepen in CO2-bijdrage.
Beperkt aftrekbaar.
De werkgever koopt een fiets aan die gebruikt wordt (+ privégebruik) door de werknemer. Ook alle toebehoren + stalling + onderhoud mag gecombineerd worden met een fietsvergoeding.
Als de werknemer deze fiets ook regelmatig gebruikt voor woonwerkverplaatsingen, dan moet er geen voordeel van alle aard gerekend worden. Dus geen BV. De werkgever laat de werknemer best een verklaring op eer tekenen.
In het andere geval moet er wel een voordeel gerekend worden op basis van de werkelijke waarde van het voordeel.
Als de werknemer deze fiets ook regelmatig gebruikt voor woonwerkverplaatsingen, dan moet er geen voordeel van alle aard gerekend worden. Dus geen RSZ. De werkgever laat de werknemer best een verklaring op eer tekenen.
In het andere geval moet er wel een voordeel gerekend worden op basis van de werkelijke waarde van het voordeel.
Aftrekbaar voor 100%.
De werkgever betaalt de verkeersboete die de werknemer opliep tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Belastbaar voor de werknemer.
Ingevolge artikel 219 van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen is de werkgever een
solidariteitsbijdrage verschuldigd van 33% op verkeersboetes:
• die de werknemer krijgt ingevolge een verkeersovertreding tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst; en
• die door de werkgever rechtstreeks worden betaald of terugbetaald aan de werknemer.
Schematisch overzicht van de onderwerping
Type verkeersboete | Onderwerping aan solidariteitsbijdrage van 33% |
Zware overtreding van derde en vierde graad | ja |
Minimaal 150 euro ingevolge snelheidsovertreding | ja |
Xxxxxx overtreding van eerste en tweede graad | Ja, maar een bedrag van 150 euro op jaarbasis wordt vrijgesteld |
Minder dan 150 euro ingevolge snelheidsovertreding | Ja, maar een bedrag van 150 euro op jaarbasis wordt vrijgesteld |
Boete voortvloeiend uit de toestand van het rijdend materiaal | Geen solidariteitsbijdrage |
Boete voortvloeiend uit de conformiteit van de lading | Geen solidariteitsbijdrage |
2. KOSTEN EIGEN AAN DE WERKGEVER
Kosten gemaakt door de werknemer, bij het uitvoeren van zijn beroepsactiviteit, die terugbetaald worden door de werkgever. De meest voorkomende zijn representatiekosten.
Vrijgesteld indien de werkgever kan bewijzen dat:
- de vergoeding bestemd is tot het dekken van kosten die hem eigen zijn
- de vergoeding ook daadwerkelijk aan dergelijke kosten is besteed De terugbetaling kan 2 vormen aannemen:
- Terugbetaling van werkelijke kosten op basis van verantwoordingsstukken: De werknemer moet de opgelopen kosten bewijzen via onkostennota’s.
- Terugbetaling van kosten op forfaitaire wijze:
o Op basis van ernstige normen: Hierbij mag het bedrag niet hoger zijn dan wat de Staat aan zijn ambtenaren toekent. Bijvoorbeeld: vergoedingen binnenlandse dienstreizen:
▪ Maaltijdkosten (dagbedrag): max. 20,39 euro/dag
▪ Maaltijdkosten (maandbedrag): max. 326,24 euro/maand (= 16 x 20,39)
▪ Huisvestingskosten: max. 152,99 euro/nacht
o Op basis van andere maatstaven: Vergoedingen waarvan noch het bedrag noch de aard moeten verantwoord worden. Een typisch voorbeeld zijn de representatiekosten:
▪ Receptiekosten in de privéwoning van de werknemer
▪ Telefoongesprekken met de privételefoon van de werknemer
▪ Parkeerkosten
▪ Kleine kosten waarvoor geen factuur kan voorgelegd worden
▪ Gebruik van een eigen kantoor thuis, van eigen PC
▪ …
De vaststelling van een forfaitaire vergoeding is een feitenkwestie. Welk bedrag aanvaardbaar is, is afhankelijk van de functie, de verantwoordelijkheid en de opdrachten die de werknemer vervult.
Nota: Zowel de RSZ als de fiscus zijn zeer argwanend wat betreft forfaitaire kosten. De terugbetaling van de kosten kunnen aanzien worden als loon. Daarbij geldt (zowel voor de RSZ als de fiscus) een verjaringstermijn van 3 jaar. Daarom kan men dit beter voorbereiden en gedurende een periode bewijsstukken verzamelen. Tevens voorziet men best een gedetailleerde bijlage bij de arbeidsovereenkomst.
Vrijgesteld
1. Terugbetaling werkelijke kosten
In principe geen bron van conflicten als men kan aantonen dat het gaat om terugbetaling van onkosten die hem eigen zijn.
2. Forfaitaire terugbetaling van kosten
Indien het forfait vastgesteld is door administratieve uniformering of wanneer de kosten moeilijk via verantwoordingsstukken kunnen vastgesteld worden. Men moet kunnen bewijzen dat het forfait in verhouding staat met de werkelijke kosten en met de functie van de werknemer. In zijn ‘administratieve instructies’ bepaalt de RSZ voor bepaalde kostenvergoedingen het maximaal aanvaardbare bedrag. Zie onderstaande tabel voor het eerste kwartaal van 2024:
TYPE KOSTEN | BEDRAGEN | VOORWAARDEN |
Woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de auto | 0,4269 EUR/km | - het voertuig mag geen eigendom van de werkgever zijn of door hem gefinancierd worden. - de forfaits zijn "all-in": onderhoud, verzekering, brandstof,... |
Woon-werkverplaatsingen met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven) of de speed pedelec | 0,35 EUR/km | - max. 3.500,00 EUR/jaar |
Beroepsverplaatsingen met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven) of de speed pedelec | 0,35 EUR/km | - de vergoeding mag alleen toegekend worden als de fiets of de speed pedelec eigendom is van de werknemer |
Baankosten voor niet-sedentaire werknemers: afwezigheid van faciliteiten | 10,00 EUR/dag | - niet-sedentair betekent dat de werknemer verplicht is zich tijdens de werkdag te verplaatsen (minimum 4 uur opeenvolgend) en geen gebruik kan maken van de sanitaire en |
andere faciliteiten zoals wasplaatsen, refters, toiletten die voorhanden zijn in een onderneming, een bijkantoor of op de meeste werven. | ||
Baankosten voor niet-sedentaire werknemers: maaltijd | 7,00 EUR/dag | - niet-sedentair betekent dat de werknemer verplicht is zich tijdens de werkdag te verplaatsen (minimum 4 uur |
opeenvolgend). - het bedrag van de maaltijdvergoeding wordt maar aanvaard als de werknemer niet anders kan dan een maaltijd buitenshuis te gebruiken. | ||
Verblijfskosten in België | 35,00 EUR/nacht | - als de werknemer voor de nacht niet naar huis kan komen omdat de werkplaats te ver verwijderd is. - dekt de kosten van avondmaal, logies en ontbijt. |
Dienstreizen naar het buitenland maximum 30 kalenderdagen: meer dan 30 opeenvolgende kalenderdagen: | forfaitaire dagvergoeding - overeenkomend met een kostenrealiteit maximale logementskosten - op basis van bewijsstukken tot het vastgestelde maximum voor het betreffende land voorwaarde: het loon dat de werknemer voor deze dagen ontvangt, moet aan Belgische belastingen onderworpen zijn. Opmerking: als de werkgever ook de kost voor maaltijdenten laste neemt, bovenop de toekenning van de hiernaast vermelde vergoedingen, dan moeten zij als volgt verminderd worden: - 35 % voor het middagmaal - 45 % voor het avondmaal | |
Internationaal transport | verblijfsvergoedingen + ARAB vergoeding + aanvullende vergoeding | de aanvullende vergoeding mag slechts toegekend worden als de chauffeur verplicht is om zijn dagelijkse of zijn wekelijkse rusttijd in het buitenland te nemen en op voorwaarde dat: - de aanvullende vergoeding |
extra kosten dekt en dus strikt verbonden is aan de rusttijd; - het totale bedrag van de vergoeding (verblijfs-, ARAB + aanvulling) niet de forfaitaire bedragen overschrijdt die de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toekent aan zijn ambtenaren voor officiële opdrachten naar het buitenland (categorie 1- zie lijst). | ||
Bureaukosten: werknemers die een deel van hun werk thuis doen Internetverbinding (inclusief abonnement) | 151,70 EUR/maand | - zie 'Vergoeding voor thuiswerk' |
20 EUR/maand | ||
Aankoop PC (inclusief randapparatuur en software) | 20 EUR/maand | |
Bureaukosten: huisarbeiders (arbeidsovereenkomst of tewerkgesteld in gelijkaardige voorwaarden) | 10 % | - 10 % van het brutoloon maar het brutoloon is beperkt tot het deel dat betrekking heeft op de thuis geleverde prestaties. |
Bureaukosten: telewerkers | 10 % | - 10 % van het brutoloon maar het brutoloon is beperkt tot het deel dat betrekking heeft op het telewerk. OPGELET Vanaf 1 juni 2022 dooft deze regeling uit en kan deze vergoeding enkel nog verder toegekend worden aan de werknemers aan wie ze reeds vóór deze datum werd toegekend, en voor zover het aandeel telewerk niet groter wordt. |
Arbeidsgereedschap | 1,25 EUR/dag | - de werknemer moet zijn eigen arbeidsgereedschap gebruiken. |
Aankoop van werkkledij | 2,08 EUR/dag | - het gaat alleen om werkkledij in de strikte zin van het woord (overalls, veiligheidsschoenen, ...) of andere kledij die door de werkgever wordt opgelegd en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan worden gedragen (uniform, ...). |
Onderhoud van werkkledij | 2,08 EUR/dag | - het gaat alleen om werkkledij in de strikte zin van het woord (overalls, veiligheidsschoenen, ...) of andere kledij die door de werkgever wordt opgelegd en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan worden gedragen (uniform, ...). |
Onderhoud en slijtage van kledij van de werknemer | 1,04 EUR/dag | - betreft kledij (jeans, t-shirts,...) en onderkledij die veelvuldig gewassen moet worden wegens de vuile werkomstandigheden. |
Kosten verbonden aan de auto: garage | 50,00 EUR/maand | - als het voertuig hoofdzakelijk voor beroepsdoeleinden gebruikt wordt. - als de werkgever de stalling in een garage vereist voor de veiligheid van het voertuig of de inhoud ervan. Mag alleen toegekend worden voor zover de verplichting het voertuig veilig te stallen opgelegd wordt aan alle werknemers die zich in dezelfde toestand bevinden. Het maakt daarbij niet uit of de werknemer eigenaar is van de garage of niet. |
Kosten verbonden aan de auto: parking | 15,00 EUR/maand | - als het voertuig hoofdzakelijk voor beroepsdoeleinden gebruikt wordt. - als de werknemer regelmatig kleine parkeerbedragen moet betalen. |
Kosten verbonden aan de auto: carwash | 15,00 EUR/maand | - als het voertuig hoofdzakelijk voor beroepsdoeleinden gebruikt wordt. - als de aard van de functie een voertuig in onberispelijke staat vereist. |
Aftrekbaar maar in bepaalde gevallen beperkt vb. wagen, receptiekosten…
Niet alle ondernemingen kunnen hun werknemers de gelegenheid bieden om een maaltijd te nuttigen in een bedrijfsrestaurant. Een alternatief is een tussenkomst in de kostprijs van een maaltijd door toekenning van maaltijdcheques. Ze worden in elektronische vorm toegekend. De maximale waarde bedraagt 8 € per cheque sedert 01/01/2016.
BEDRIJFSVOORHEFFING + SOCIALE ZEKERHEID
Vrijgesteld indien:
- Niet ter vervanging van een andere vorm van verloning.
- Toekenning via een collectieve of individuele overeenkomst.
- Aantal toegekende maaltijdcheques = aantal gepresteerde dagen. Elektronische maaltijdcheques worden iedere maand in 1 of meerdere keren gecrediteerd waarbij de creditering geldt als moment van toekenning.
- Afleveren op naam van de werknemer. De loonfiche vermeldt maandelijks het aantal, het brutobedrag en het werknemersaandeel.
- Vermelding van geldigheidsduur (12 maand) + vermelding enkel ter aanwending van een maaltijd of voor de aankoop van voeding.
- De tussenkomst van de werkgever is xxx. 6,91€
- De tussenkomst van de werknemer is min. 1,09€
Bij cumulatie met een bedrijfsrestaurant is er vrijstelling indien:
- De werknemer neemt geen maaltijden in het bedrijfsrestaurant.
- Als in een bedrijfsrestaurant de maaltijden niet beneden de kostprijs worden aangeboden, is er geen cumulatieprobleem met maaltijdcheques. In dat geval staat het de werknemer vrij de maaltijd al dan niet met een maaltijdcheque te betalen.
- Als in een bedrijfsrestaurant de maaltijden wel beneden de kostprijs worden aangeboden, moeten de werknemers die maaltijdcheques ontvangen, verplicht één volledige maaltijdcheque aanwenden om een maaltijd te verwerven.
Bepaling kostprijs maaltijd :
Vanaf het 1ste kwartaal 2016 stelt de RSZ dat er geen sprake is van een cumulprobleem indien de werkgever er voor zorgt dat de prijs die hij aanrekent in het bedrijfsrestaurant niet lager is dan de werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheques die HIJ toekent.
Bijkomende voorwaarden voor elektronische maaltijdcheques:
- De werknemer moet het saldo en de geldigheidsduur kunnen nagaan van de cheques die werden toegekend en die hij nog niet gebruikt heeft.
- Kunnen enkel geleverd worden door een erkende uitgever.
- Het gebruik van elektronische maaltijdcheques mag geen kosten voor de werknemer met zich meebrengen. Enkel in geval van diefstal of verlies en onder de voorwaarden vastgesteld bij CAO of arbeidsreglement kan de kost van een vervangende kaart aangerekend worden. Maar de kost mag de nominale waarde van één maaltijdcheque niet overschrijden.
De cheque is aftrekbaar voor 2 €, de honoraria voor levering is volledig aftrekbaar.
Voor de aankoop van ecologische producten en diensten vb. spaardoucheknop, bloemen, aankoop en onderhoud van fietsen... Het is een netto voordeel voor de werknemer.
BEDRIJFSVOORHEFFING + SOCIALE ZEKERHEID
Niet onderworpen indien:
- Vervat in een collectieve of individuele overeenkomst.
- De overeenkomst vervat de hoogste nominale waarde (max. 10 €/cheque) en de frequentie van toekenning per jaar.
- Afleveren op naam van de werknemer.
- De cheque dient te vermelden dat de geldigheidsduur beperkt is tot 24 maanden en dat deze dient aangewend te worden voor aankoop van ecologische producten of diensten.
- Kunnen niet omgeruild worden voor geld.
- Maximaal 250€ per jaar per werknemer.
- Mag geen vervanging zijn van loon, premie of gelijk welk ander voordeel.
Bijkomende voorwaarden voor elektronische ecocheques:
- De werknemer moet het saldo en de geldigheidsduur kunnen nagaan van de cheques die werden toegekend en die hij nog niet gebruikt heeft.
- Kunnen enkel geleverd worden door een erkende uitgever.
- Het gebruik van elektronische ecocheques mag geen kosten voor de werknemer met zich meebrengen. Enkel in geval van diefstal of verlies en onder de voorwaarden vastgesteld bij CAO of arbeidsreglement kan de kost van een vervangende kaart aangerekend worden.
Aanrekening kost :
- wanneer in de onderneming zowel elektronische maaltijdcheques als elektronische ecocheques worden toegekend, is de kost van de vervangende drager maximaal gelijk aan de nominale waarde van één maaltijdcheque;
- wanneer in de onderneming enkel elektronische ecocheques worden toegekend, bedraagt de kost van de vervangende drager maximaal 5 euro.
Niet aftrekbaar
3.3. GESCHENKEN, GESCHENKCHEQUES EN PREMIES
Een bedrag dat toegekend wordt naar aanleiding van een bepaalde gelegenheid vb. huwelijk, geboorte. De aard van geschenkcheques speelt geen rol vb. filmticket, aankoopbon.
Niet onderworpen indien:
• Geringe waarde
• Een sociaal doel (geen beloning voor geleverde prestaties) Soorten:
- Feesten: Kerstmis/ Nieuwjaar/Sinterklaas: per jaar en per werknemer xxx. bedrag van 40 € eventueel te vermeerderen met 40 € per jaar voor elk kind ten laste van werknemer.
- Eervolle onderscheiding: maximum 120 € per werknemer per jaar.
- Pensionering: 40 € per dienstjaar met een minimum van 120 € en maximum van 1000 €
- Huwelijkspremie (+ wett. samenwoning): maximum 245 €
- Anciënniteitspremie: maximum twee maal tijdens de loopbaan van de werknemer bij de werkgever. De eerste keer ten vroegste in het kalenderjaar van 25 jaar dienst (max. 1x bruto wedde) en de tweede maal bij 35 jaar dienst (max. 2x bruto wedde).
o De anciënniteit moet opgebouwd zijn bij dezelfde werkgever, maar er mag rekening gehouden worden met dienstjaren opgebouwd bij werkgevers die behoren tot dezelfde groep of dezelfde technische bedrijfseenheid.
o De dienstjaren mogen al dan niet onderbroken zijn. De leerovereenkomst telt ook mee.
o De berekeningsbasis mag gebeuren op basis van het bruto maandloon van de werknemer of op basis van het gemiddeld bruto maandloon in de onderneming. Beiden berekeningswijzen zijn niet te cumuleren in hetzelfde kalenderjaar.
- Speciale gelegenheden: max. 50 €/jaar Nota:
- Cheques kunnen enkel ingeruild worden bij erkende ondernemingen.
- Cheques hebben maximale geldigheidsduur van 1 jaar.
- Cheques kunnen niet in geld uitbetaald worden.
- Alle werknemers genieten van dezelfde voordelen.
Niet onderworpen:
- Feesten: vb Kerstmis/ Nieuwjaar/Sinterklaas: per jaar en per werknemer xxx. bedrag van 40 € eventueel te vermeerderen met 40 € per jaar voor elk kind ten laste van werknemer..
- Eervolle onderscheiding: maximum 120 € per werknemer per jaar.
- Pensionering: 40 € per dienstjaar met een minimum van 120 € en maximum van 1000 €.
- Huwelijkspremie (+ wett. samenwoning): maximum 245 €
- Anciënniteitspremie: maximum twee maal tijdens de loopbaan van de werknemer bij de werkgever. De eerste keer ten vroegste in het kalenderjaar van 25 jaar dienst (max. 1x bruto wedde) en de tweede maal bij 35 jaar dienst (max. 2x bruto wedde).
o De anciënniteit moet opgebouwd zijn bij dezelfde werkgever, maar er mag rekening gehouden worden met dienstjaren opgebouwd bij werkgevers die behoren tot dezelfde groep of dezelfde technische bedrijfseenheid.
o De dienstjaren mogen al dan niet onderbroken zijn. De leerovereenkomst telt ook mee.
o De berekeningsbasis mag gebeuren op basis van het bruto maandloon van de werknemer of op basis van het gemiddeld bruto maandloon in de onderneming. Beiden berekeningswijzen zijn niet te cumuleren in hetzelfde kalenderjaar.
- Speciale gelegenheden: max. 50 €/jaar
Sommige geschenken vormen echte vrijgevigheden en worden niet onderworpen. Zoals een bepaalde gebeurtenis in de onderneming (vb. 50 jarig bestaan) of gebeurtenis in het leven van de werknemer (vb. brand in de woning).
Voorwaarden:
- Spontaan toegekend.
- Er bestaat geen gebruik in de onderneming.
- Werknemer kan geen enkel recht op die voordelen doen gelden.
- Geen rechtstreeks verband met de dienstbetrekking.
Nota:
- Cheques kunnen enkel ingeruild worden bij erkende ondernemingen.
- Cheques moeten een beperkte geldigheidsduur hebben.
- Cheques kunnen niet in geld uitbetaald worden.
Bij overschrijding is het volledige bedrag onderhevig aan RSZ bij feestcheques, eervolle onderscheiding, pensionering. Bij overschrijding is enkel het gedeelte boven het plafond onderhevig aan RSZ bij een huwelijkspremie, anciënniteitspremie.
Aftrekbaar indien:
- Toegekend aan alle personeelsleden.
- Cheques enkel ingeruild kunnen worden bij een erkende uitgever.
- Cheques een beperkte geldigheidsduur hebben.
- Cheques kunnen niet in geld uitbetaald worden.
- Ter gelegenheid van een feest of jaarlijkse gebeurtenis
o vb. Kerstmis, Xxxxxxxxxxx, patroonfeest, verjaardag
o Max. 40 €/jaar + max. 40 €/per jaar - per kind ten laste
- Eervolle onderscheiding: 120 €/jaar per werknemer
- Pensionering: 40 € per dienstjaar - min. 120 € en max. 1000 €
- Huwelijkspremie (+ wett. samenwoning): 245 €
- Speciale gelegenheden: 50 € Niet aftrekbaar:
- Anciënniteitspremie
3.4. CULTUURCHEQUES/ ABONNEMENT OP CULTURELE MANIFESTATIES + SPORTCHEQUES
Gratis aanbieden of aan verminderde prijs van culturele evenementen: vb. concert, toneel, sportmogelijkheden, … Voorwaarden:
- Maximum 100 € per kalenderjaar.
- Niet ter vervanging van een ander bedrag.
- Vervat in een CAO op sectoraal vlak of op ondernemingsvlak of een individuele overeenkomst.
- Afgeleverd op naam van de werknemer.
- Kan niet in geld uitgewisseld worden.
- Geldigheidsduur beperkt tot 15 maanden.
- Kan enkel ingeruild worden bij erkende ondernemingen.
- Toegekend aan alle personeelsleden of een categorie ervan.
Vrijgesteld
Vrijgesteld (bij overschrijding is het volledige bedrag onderworpen aan RSZ)
Niet aftrekbaar
4.1. EXTRALEGALE GEZINSBIJSLAGEN
Kinderbijslag, leeftijdsbijslag en kraamgeld. Voorwaarden:
• De werknemer geniet van een sociale zekerheidsuitkering.
• De aanvulling mag niet groter zijn dan het sociaal voordeel.
• De som mag niet groter zijn dan het nettoloon.
Onderworpen
Kinderbijslag vrijgesteld indien max. 50 € per maand per kind.
Aftrekbaar
Premie naar aanleiding van de geboorte van een kind. Aanvulling op het wettelijk kraamgeld.
Vrijgesteld indien max. 50 € per kind.
Vrijgesteld
Niet aftrekbaar
De werkgever kan een verzekering afsluiten voor ‘thuiskinderopvang’. Bij ziekte van het kind of bij hospitalisatie van de ouders voorziet de verzekeringsmaatschappij op haar kosten een kinderopvang thuis.
In principe vrijgesteld. Maar individuele kinderopvang, in tegenstelling tot collectieve kinderopvang, kan betwist worden.
De RSZ heeft nog geen standpunt ingenomen.
Niet aftrekbaar
De werkgever kan per studerend kind van de werknemer een studievergoeding toekennen.
Vrijgesteld:
Wanneer de studietoelagen kunnen aanzien worden als een occasionele hulp. Wanneer de studietoelagen rechtstreeks toegekend worden aan de kinderen.
🡺 redenering: niet de bedoeling om arbeidsprestaties te belonen + beurzen zijn normaal geen uitgave die door de ouders gebeuren.
Vrijgesteld indien men ervan uitgaat dat een studietoelage een aanvulling is op de kinderbijslag (tak van de sociale zekerheid).
Indien de studiebeurs rechtstreeks aan de kinderen uitbetaald wordt, is de kost niet fiscaal aftrekbaar
Om de contacten tussen het personeel te bevorderen.
Vrijgesteld
Onderworpen tenzij de groepsreis kan aanzien worden als een vrijgevigheid. Een spontane toekenning ter gelegenheid van een bijzondere gelegenheid vb. jubileum. Er moet een redelijke verhouding bestaan tussen de gelegenheid in kwestie en het type groepsreis.
Aftrekbaar op voorwaarde dat de reis niet langer dan 1 dag duurt en dat de reis gebeurt op een andere manier dan met de wagen of met een minibus.
Gebruik van sportfaciliteiten binnen of buiten de onderneming.
- Gebruik accommodatie/ infrastructuur werkgever: vrijgesteld
- Tussenkomst in kosten: onderworpen
Onderworpen
- Gebruik accommodatie werkgever: niet aftrekbaar
- Gebruik sportfaciliteiten buiten de onderneming: aftrekbaar
Werkgevers kunnen hun werknemers de mogelijkheid bieden om hun maaltijd te nuttigen in een bedrijfsrestaurant. Deze maaltijden worden gratis aangeboden of aan een prijs die lager ligt dan de kostprijs ervan.
Vrijgesteld
Vrijgesteld
Er kan een onderscheid gemaakt worden voor bedrijfsrestaurants die voor alle werknemers toegankelijk zijn en deze die enkel voor kaderleden en/of hun zakenrelaties toegankelijk zijn.
Indien het bedrijfsrestaurant voor alle werknemers toegankelijk is, geldt het volgende: Maaltijd > of = 1,09 €: Kosten volledig aftrekbaar
Maaltijd < 1,09 €: Kosten aftrekbaar behalve het verschil tussen 1,09 € en de bijdrage van de werknemer.
Indien het bedrijfsrestaurant enkel voor kaderleden en/of hun zakenrelaties toegankelijk is, dan is het aftrekbare gedeelte beperkt tot 69%.
De kosten zijn volledig als beroepskosten aftrekbaar bij de onderneming, indien de volledige kostprijs ervan als voordeel van alle aard bij de verkrijger wordt belast.
Extra verlofdagen bovenop de wettelijke verlofdagen.
Onderworpen
Onderworpen: enkel en dubbel verlofgeld.
Aftrekbaar
Het bedrijf kan zelf vaccinaties organiseren of tussenkomen in de kosten van vaccinaties.
Vrijgesteld
Vrijgesteld
Niet aftrekbaar
5.1. COMPUTER/LAPTOP/ INTERNETGEBRUIK
Ter beschikking stellen van een laptop of desktop op het thuisadres die ook voor privédoeleinden kan gebruikt worden.
Het privégebruik is onderworpen maar verminderd met de eventuele werknemersbijdrage.
Forfait: 6 €/maand laptop – 5 €/maand internet (eenmalig indien meerdere verbindingen).
Het privégebruik is onderworpen maar verminderd met de eventuele werknemersbijdrage.
Forfait: 6 €/maand laptop – 5 €/maand internet (eenmalig indien meerdere verbindingen).
werkgever: Beroepsmatig gebruik is aftrekbaar.
werknemer: Privégebruik is aftrekbaar als bezoldiging.
5.2. GEBRUIK VAN EEN SMARTPHONE/TABLET VOOR PRIVÉGEBRUIK
Indien de onderneming een smartphone/tablet ter beschikking stelt die ook voor privédoeleinden mag gebruikt worden.
Het aandeel privégebruik is onderworpen -> verminderd met de werknemersbijdrage.
Forfait van 3 €/maand – 5 €/maand internet (eenmalig indien meerdere verbindingen) – 4 €/maand per telefoonabonnement
Het aandeel privégebruik is onderworpen -> verminderd met de werknemersbijdrage.
Forfait van 3 €/maand – 5 €/maand internet (eenmalig indien meerdere verbindingen) – 4 €/maand per telefoonabonnement.
Werkgever: Beroepsmatig gebruik is aftrekbaar (bewijzen!).
Werknemer: Privégebruik is aftrekbaar als bezoldiging.
5.3. TUSSENKOMST IN DE AANKOOP VAN EEN PRIVATE PC (PC-PRIVÉPLAN)
De werkgever kan tussenkomen in de aankoopprijs van een volledige computerconfiguratie (met inbegrip van randapparatuur, printer, internetaansluiting…). Men hoeft dit niet toe te kennen aan alle werknemers, men kan ervoor kiezen dit slechts toe te kennen aan een categorie van werknemers. Er dient geen plan meer opgemaakt te worden. Het volstaat dat de werkgever bekendmaakt dat hij bereid is financieel tussen te komen.
BEDRIJFSVOORHEFFING + SOCIALE ZEKERHEID
Vrijstelling onder volgende voorwaarden:
- Materiaal moet in nieuwe staat zijn/de werkgever mag zelf geen eigenaar geweest zijn.
- De bruto belastbare bezoldigingen bedragen max. 42.090 € (bedrag 2024).
- Tussenkomst max. 1.070 €/jaar (bedrag 2024).
- Vrijstelling eenmaal per 3 jaar.
Aftrekbaar
6.1. NIET RECURRENT RESULTAATSGEBONDEN VOORDELEN (LOONBONUS)
Het toekennen van voordelen aan alle werknemers of aan een categorie op basis van de resultaten van de onderneming of op basis van het behalen van een vooraf vastgestelde collectieve doelstelling. Doelstelling is om de motivatie van de werknemers te verhogen via een gemeenschappelijk project.
Voorwaarden:
- Collectieve doelstelling (referteperiode min. 3 maanden).
- Collectieve toekenning (hele onderneming, groep ondernemingen, welomschreven groep werknemers).
- Transparante, definieerbare, meetbare en verifieerbare doelstelling.
- Realisatie mag niet zeker zijn op het moment van de invoering van het systeem.
- Geen vervanging van een andere vorm van verloning.
- Invoering via een CAO of een toetredingsakte.
- Opmaak toekenningsplan met verplichte vermeldingen
- Overhandiging informatieblad per werknemer bij betaling.
Vrijgesteld indien max. 3.496 €/jaar/werknemer
Vrijgesteld indien max. 4.020 €/jaar/werknemer
Werkgever: 33% bijzondere RSZ-bijdrage
Werknemer: 13,07% RSZ-solidariteitsbijdrage
Nota: RSZ en BV op overschreden gedeelte
Aftrekbaar
6.2. AANDELENOPTIES/ WARRANTS/WINSTBEWIJZEN
Aandelenopties: Recht om aandelen te kopen aan een bepaalde prijs.
Warrants: Inschrijvingsrechten op nieuwe aandelen bij kapitaalsverhoging.
Winstbewijzen: Recht op een deel van de winst – geen financiële participatie.
Xxxxxxxxx op het moment van de toekenning is de definitieve belasting.
Forfaitaire waardering van het voordeel met onderscheid tussen beursnotering of niet. Toepassing van de normale schalen van bedrijfsvoorheffing.
Dient genoteerd te worden op de fiscale fiche.
Bevrijdende roerende voorheffing (25% of uitzonderlijk 15%)
Vrijgesteld, 2 uitzonderingen:
- opties ‘in the money’
- definitief verworven voordeel vb. indekking tegen waardeverlies
RSZ-bijdrage op dividend
Aftrekbaar
Innovatiepremie | FOD Economie (xxxx.xx)
De winstpremie wordt toegekend in speciën indien de vennootschap een deel of het geheel van de winst van een boekjaar wenst toe te kennen aan de werknemers.
De wet heeft wel een maximum bepaald: het totale bedrag van de winstpremie mag niet meer mag bedragen dan 30% van het brutoloon bij afsluiting van datzelfde boekjaar.
Er bestaan 2 soorten winstpremies: de identieke en de gecategoriseerde.
Gecategoriseerde winstpremie
De gecategoriseerde winstpremie is verschillend naargelang de categorie van de werknemer. Deze winstpremie laat toe om de ene categorie werknemers meer toe te kennen. Het nadeel aan deze premie is dat dit enkel ingevoerd kan worden door een ondernemings-cao of toetredingsakte.
Identieke winstpremie
De identieke winstpremie is een premie die bestaat uit een vast bedrag of een vast percentage op het loon. De beslissing om deze premie uit te keren kan genomen worden door een algemene vergadering met meerderheid van stemmen. De werkgever is verplicht om de werknemers schriftelijk op de hoogte te brengen van de toekenning en de modaliteiten.
Deze participatie van de werknemers is geen instrument voor individuele motivatie.
Op de winstpremie betaalt de werknemer een belasting van 7 %. Deze belasting wordt gelijkgesteld met de inkomstenbelasting. Dit wordt door de werkgever ingehouden en is een bevrijdende fiscale inhouding. Voor de rest is de premie vrijgesteld van (verdere) inkomstenbelasting.
De winstpremie is onderworpen aan een solidariteitsbijdrage ten laste van de werknemer. Die bijdrage bedraagt 13,07% van het uitgekeerde bedrag.
Aan de kant van de werkgever wordt de winstpremie niet als beroepskosten beschouwd. Deze brengt men dan ook onder bij de verworpen uitgaven. De werkgever dient de vennootschapsbelasting te betalen op het uitgekeerde bedrag.
Voorbeeld:
Winstpremie | |
Reële kost WG | 2580,00 € |
Vennootschapsbelasting (29 %) | 580,00 € |
Kostprijs | 2000,00 € |
Patronale bijdrage WG | / |
Bruto bonus | 2000,00 € |
RSZ wns-bijdrage (13,07%) solidariteitsbijdrage | 261,40 € |
belastbaar | 1738,60 € |
belastingen | -121,70 € (7 %) |
netto bonus | 1616,90 € |
Wanneer de onderneming producten of diensten aanbiedt aan een verminderde prijs.
Vrijgesteld indien:
1. Voorwerpen door de werkgever vervaardigd of verhandeld.
2. Enkel voor persoonlijke behoeften.
3. Goederen voor dagelijks gebruik of duurzame goederen met een geringe waarde.
4. De uiteindelijke prijs mag niet lager zijn dan de kostprijs (indien hoger verschil belast)
Vrijgesteld indien:
1. Voorwerpen door de werkgever vervaardigd of verhandeld.
2. Hoeveelheid producten niet boven het normale gezinsgebruik.
3. Prijsvermindering mag niet hoger dan 30%.
4. De uiteindelijke prijs mag niet lager zijn dan de kostprijs.
Niet aftrekbaar
7.2. RENTELOZE LENING/ LENING TEGEN VERMINDERDE RENTEVOET
De werkgever kan aan zijn werknemers een renteloze lening of een lening tegen verminderde rentevoet aanbieden.
Het voordeel is onderworpen, de basis = vastgelegde intrestvoet van het jaar waarin de lening wordt afgesloten.
Nota: Op te nemen op de fiscale fiche 281.10.
Het voordeel is onderworpen: Verschil tussen de normale intrestvoet en de intrestvoet die de werkgever aanbiedt afhankelijk van het soort lening (hypothecair/vaste intrestvoet, of niet).
Aftrekbaar
7.3. KOSTELOZE BESCHIKKING OVER EEN WONING
Ter beschikking stellen van:
• Woning of kamer
• Elektriciteit en/of verwarming
• Kosten verbonden aan hoveniers, dienstboden, chauffeurs BEDRIJFSVOORHEFFING
KOSTELOZE BESCHIKKING OVER EEN ONROEREND GOED (OF GEDEELTE ERVAN)
Indexatiecoëfficient KI 2024 : 2,1763
Bebouwd onroerend goed: Forfait van 100/60 van het geïndexeerd KI
Onbebouwd onroerend goed: Forfait van 100/90 van het geïndexeerd KI
• Gemeubelde woning: Vorige regel verhoogd met 2/3
• Woning in het buitenland:
Belastbaar voordeel = de vermoedelijke huurwaarde
• Vermindering van het voordeel:
o Wanneer het betrekken van een woning wordt opgelegd moet er slechts rekening gehouden worden met een KI dat aan de werkelijke behoeften beantwoordt.
o Wanneer een woning verhuurd wordt aan een abnormaal lage huur dan dient het voordeel verminderd te worden met de reeds betaalde huur.
KAMER (MET VERWARMING EN ELEKTRICITEIT)
Forfait van 0,74 €/dag of 266,40 €/jaar
Verwarming: 1.090 €/jaar voor werknemers, 2.430 €/jaar voor bedrijfsleiders Elektriciteit: 550 €/jaar voor werknemers, 1.210 €/jaar voor bedrijfsleiders
HUISPERSONEEL, CHAUFFEURS, HOVENIERS…
5.950 €/jaar per werknemer
Onderworpen:
Woning: Werkelijke huurprijs
Kamer: Forfait van 0,74 €/dag
Elektriciteit en verwarming: Werkelijke waarde (bewijzen)
Aftrekbaar
Een verzekering gefinancierd door premies:
• Uitsluitend werkgeversbijdragen.
• Uitsluitend werknemersbijdragen ingehouden op het loon.
• Combinatie van werkgevers- en werknemersbijdragen.
Werkgever: Vrijgesteld maar verzekeringstaks 4,4%
Werknemer: Vrijgesteld
Bruto-uitkering: Tussen 10% en 20% belastbaar
Werkgever: Vrijgesteld maar RVP: 8,86%
Werknemer: Vrijgesteld
Bruto-uitkering: RIZIV-bijdrage: 3,55%
RVP-solidariteitsinhouding: max. 2%
Werkgever: Aftrekbaar
Werknemer: Eigen bijdragen zijn aftrekbaar
8.2. HOSPITALISATIEVERZEKERING
Een verzekering gefinancierd door premies:
• Uitsluitend werkgeversbijdragen
• Uitsluitend werknemersbijdragen ingehouden op het loon
• Combinatie van werkgevers- en werknemersbijdragen
Er bestaan verschillende soorten van hospitalisatieverzekeringen, vb:
• Enkel uitbetaling van een forfaitaire vergoeding per dag.
• Terugbetaling medische en verblijfskosten (eventueel beperkt tot max. bedrag).
• Waarborg enkel indien verblijf van meer dan 24u, maar er bestaan ook dagpolissen.
De terugbetaling kan op allerlei kosten betrekking hebben vb. erelonen, geneesmiddelen, onderzoeken en prothesen. Soms kan de werknemer de verzekering uitbreiden voor de partner en de kinderen mits het betalen van een premie.
Vrijgesteld indien:
• Het niet de bedoeling is om een inkomensverlies te vergoeden.
• Exclusief doel om medische kosten te vergoeden die betrekking hebben op dagverpleging, ernstige aandoeningen of palliatieve thuiszorg.
Dezelfde regeling bij de dekking van ambulante medische kosten.
Nota: Werkgever: verzekeringstaks 9,25%
Vrijgesteld
RIZIV-bijdrage: 10% geïnd door verzekeraar of ziekenfonds
AFTREKBAARHEID ALS BEROEPSKOST
Niet aftrekbaar
8.3. INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING
Een occasionele, niet-stelselmatige pensioentoezegging aan 1 (of meerdere) werknemer(s) / en /of zijn rechthebbenden.
Voorwaarden:
1. Verplichting tot een aanvullend (collectief) pensioenstelsel voor alle werknemers.
2. Niet in de 36 maanden voor vertrek van de werknemer omwille van pensionering/brugpensionering of canada dry.
3. Schriftelijk via een pensioenovereenkomst.
4. Via een pensioenfonds of levensverzekeringsonderneming.
5. Jaarlijks dient aan het FSMA het aantal individuele pensioentoezeggingen per categorie van werknemers meegedeeld te worden en moet het bewijs geleverd worden dat er voor elke werknemer een aanvullend pensioenstelsel bestaat.
a. Bijdragen:
Vrijgesteld indien er een groepsverzekering is voor alle werknemers. Een met het zegel gelijkgestelde taks van 4,4%.
b. Uitkeringen:
• Deelnemingen in de winst: In principe vrijgesteld van belastingen.
• Rente: Belast zoals het pensioen (progressieve belastingtarieven).
• Kapitaal:
- Afzonderlijke aanslagvoet van 16,66%: vervroegde pensionering, vanaf leeftijd 60 jaar, bij overlijden (rechthebbende).
- Afzonderlijke aanslagvoet van 10,09%: wettelijke pensioenleeftijd.
- Afzonderlijke aanslagvoet tot 20%: sedert 1/7/2013 afhankelijk van de leeftijd.
Bijdragen van de werkgever:
• 8,86% voor de RVP Uitkeringen van de werknemer:
• 3,55% voor het RIZIV
• 0 tot 2% voor de RVP, het bedrag van inhouding varieert naargelang:
- Het totale brutobedrag van het aanvullend pensioen.
- Of de begunstigde alleenstaande of gezinshoofd is.
Voorwaarden:
1. Storting aan pensioenfonds of verzekeringsonderneming van de EER.
2. Uitkering n.a.v. pensionering < 80% laatste normale bruto jaarloon.
3. Bewijsstukken kunnen voorleggen.
4. De aftrekbare bijdragen: maximaal 2610 €/jaar.
De werkgever kan een aanvullend pensioenplan afsluiten. Dit ter aanvulling van het wettelijk pensioen om zo een voldoende inkomensniveau te garanderen. Het pensioenplan kan gefinancierd worden door uitsluitend werkgeversbijdragen of door de combinatie van werknemers- en werkgeversbijdragen.
Er zijn drie types:
• Vaste bijdragen: Periodiek wordt een vaste premie/percentage van het loon gestort.
• Vaste prestatie: De premies worden betaald in functie van de te realiseren prestaties.
• Cash-balance plan: De werkgever garandeert betaling van de bijdragen + rendement.
Niet onderworpen
Met het zegel gelijkgestelde taks van 4,40%.
Bijdragen van de werkgever:
• 8,86% voor de RVP. Uitkeringen van de werknemer:
• 3,55% voor het RIZIV
• 0 tot 2% voor de RVP, het bedrag van inhouding varieert naargelang:
- Het totale brutobedrag van het aanvullend pensioen
- Of de begunstigde alleenstaande of gezinshoofd is
Werkgever: Aftrekbaar onder voorwaarden:
1. Storting aan pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij van de EER.
2. Uitkering n.a.v. pensionering < 80% laatste normale bruto jaarloon.
3. Bewijsstukken kunnen voorleggen.
4. Bedragen moeten worden gestort in uitvoering van een pensioenreglement.
Werknemer: Bijdragen geven recht op belastingvermindering (min.30%-max.40%)