De kwaliteitsstandaard van Stichting KOMO
De kwaliteitsstandaard van Stichting KOMO
Vastgesteld door het bestuur van Stichting KOMO
d.d. 15 september 2010
Inhoudsopgave
2. Betrokken partijen en commissies 4
3. Procedure voor KOMO beoordelingsrichtlijnen 7
3.1 Stroomschema voor het opstellen van een KOMO beoordelingsrichtlijn en afgifte van KOMO kwaliteitsverklaringen 7
3.2 KOMO beoordelingsrichtlijn 9
3.3 Melding van het initiatief voor een BRL bij Stichting KOMO 9
3.5 Toetsing van gereedgekomen KOMO beoordelingsrichtlijnen 10
3.6 Publicatie van KOMO BRL-en 11
4. Eisen aan KOMO beoordelingsrichtlijnen 12
4.1 Algemene eisen aan een KOMO BRL 12
4.2 Eisen aan de inhoud van een KOMO BRL 13
4.3 Gebruik van EN-normen en EU-richtlijnen, verwijzingen 15
4.4 Bestaande/vervallen BRL-en 15
4.5 De lay-out/indeling van een KOMO BRL 15
5. Procedure KOMO kwaliteitsverklaringen 18
5.2. Procedure afgifte kwaliteitsverklaringen 18
6. Eisen aan KOMO kwaliteitsverklaringen 20
6.1 Algemene eisen aan een KOMO kwaliteitsverklaring 20
6.2 Eisen aan de inhoud van een KOMO kwaliteitsverklaring 21
6.3 De lay-out en het formaat van een KOMO kwaliteitsverklaring 22
6.4 De erkenning van KOMO kwaliteitsverklaringen 22
7. Eisen aan KOMO Colleges van Deskundigen 23
7.4. Specifieke KOMO taken voor een CvD 24
7.5. Bevoegdheden van een CvD 25
7.6. De samenstelling van een CvD 25
BIJLAGE 1 Model voorblad van een KOMO beoordelingsrichtlijn (buitenblad) ....................................................................................
BIJLAGE 2 Model Inleiding KOMO beoordelingsrichtlijnen 27
BIJLAGE 4 Model ‘Lijst van vermelde documenten’
KOMO-beoordelingsrichtlijnen 30
BIJLAGE 5 Voorbeeld van de Aansluittabel Bouwbesluit in BRL 31
Relatie van de BRL en de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit.BIJLAGE 6 - Voorbeeld bouwbesluitingang voor een Erkende Kwaliteitsverklaring (EKV) 31
BIJLAGE 6 Voorbeeld bouwbesluitingang voor een Erkende Kwaliteitsverklaring (EKV) 32
BIJLAGE 7 Risicoanalyse (RA) van kwaliteitscriteria voor BRL-en 34
BIJLAGE 8 Model formulier aanmelden/wijzigen van een KOMO BRL 35
1. Inleiding
De Stichting KOMO hanteert voor de borging van de integrale kwaliteit van de (toekomstige) KOMO Beoordelingsrichtlijnen (BRL'en) en kwaliteitsverklaringen (KV'en) een door het KOMO bestuur vastgestelde kwaliteitstandaard.
De KOMO kwaliteitsstandaard bestaat uit de volgende onderdelen:
- Inleiding, betrokken partijen en commissies en erkende kwaliteitsverklaringen (Hoofdstuk 1, 2 resp. 3)
- de eisen en procedures voor KOMO BRL'en en kwaliteitsverklaringen (Hoofdstuk 4 t/m 6)
- de eisen te stellen aan KOMO CvD's (Hoofdstuk 7), zoals die zijn beschreven in dit document.
Schemabeheerders die het KOMO keurmerk (willen) toepassen, moeten daarvoor een licentieovereenkomst sluiten met de Stichting KOMO. Zij zijn hiermee gehouden aan de KOMO kwaliteitsstandaard.
KOMO BRL'en zijn de grondslag voor KOMO kwaliteitsverklaringen. In BRL'en worden de eisen vastgelegd voor op de bouwsector afgestemde kwaliteitsverklaringen voor een ontwerp, producten, processen en diensten. Daarbij gelden als bijzondere voorwaarden dat innovaties niet mogen worden belemmerd en dat geen marktafscherming mag plaatsvinden.
KOMO is een privaatrechtelijk keurmerk in deze kwaliteitstandaard sluit aan op de behoeften uit de Nederlandse bouwpraktijk. Deze kwaliteitstandaard zal daarom regelmatig worden vernieuwd om de toegevoegde waarde voor de bouwpraktijk zeker te stellen. Dit document is bindend verklaard door het bestuur van de Stichting KOMO.
Met KOMO-kwaliteitsverklaringen beschikt de bouw in Nederland bij voortduring over betrouwbare sectorspecifieke kwaliteitsverklaringen voor producten, processen en diensten.
Indien er wet- en regelgeving van toepassing is sluit KOMO aan op het door de minister van VROM erkende certificatiestelsel, zoals aangewezen in Staatscourant nummer 132 d.d. 11 juli 2006. KOMO-kwaliteitsverklaringen, die voldoen aan de van toepassing zijnde Nederlandse wet- en regelgeving worden daardoor door de overheid beschouwd als erkende kwaliteitsverklaringen. In hoofdstuk drie wordt dit nader toegelicht.
In het geval er een onderwerp aan de orde komt of zich een situatie voordoet waarin het huidige document niet voorziet, dan zal het bestuur van de Stichting KOMO daarover een afgewogen besluit nemen.
In Bijlage 3 is een terminologielijst opgenomen met een verklaring van de belangrijkste definities die in dit document worden gebruikt.
2. Betrokken partijen en commissies
Bij het tot stand komen van KOMO BRL'en en kwaliteitsverklaringen spelen diverse partijen en commissies een rol. In hoofdstuk 3 wordt dit nader uitgewerkt. Deze partijen en commissies zijn:
- De schemabeheerders
- Colleges van deskundigen (CvD)
- Stichting KOMO
- De KOMO Kwaliteitscommissie (KKC)
- De toetsingscommissies van Stichting Bouwkwaliteit (SBK)
- De Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van SBK;
- De Raad voor Accreditatie (RvA).
Navolgend is kort aangegeven welke aspecten relevant zijn: De schemabeheerders
De schemabeheerders (certificeringinstituten en/of BRL-eigenaren) zijn
verantwoordelijk voor het op de juiste wijze tot stand komen van BRL'en en certificaten.
De schemabeheerders zijn bij hun functioneren gebonden aan hun reglementen die aansluiten op de NEN-EN 45011, zoals vereist door de Raad voor Accreditatie.
College(s) van Deskundigen (CvD)
Schemabeheerders maken gebruik van Colleges van Deskundigen. Een CvD heeft ondermeer tot taak:
- het vaststellen van BRL'en;
- het adviseren over certificatieschema's;
- het toezicht houden op de gelijkwaardige en correcte beoordeling door de CI'en.
- het bevorderen van de onderlinge consistentie van samenhangende BRL'en in de keten.
De CvD's zijn hierbij gebonden aan hun reglementen. Indien in dit document wordt gesproken van een College van Deskundigen (CvD) dan worden daaronder ook GCvD’s (Gemeenschappelijke CvD’s) en CCvD’s (Centrale CvD’s) begrepen. De eisen die worden gesteld aan XxX'x zijn uitgewerkt in hoofdstuk 7.
Stichting KOMO
Stichting KOMO speelt een centrale en sturende rol in het certificatieproces voor het keurmerk KOMO. Dat betekent dat Stichting KOMO:
- Licentieovereenkomsten sluit met certificatie-instellingen;
- Gebruikersovereenkomsten sluit met schemabeheerders niet zijnde certificatie-instellingen;
- de procedure van tot stand komen van KOMO BRL'en bewaakt;
- een intermediaire rol speelt tussen schemabeheerders en SBK in de procedures;
- de inhoud en kwaliteit bewaakt van de KOMO BRL'en en KOMO kwaliteitsverklaringen voor zover geregeld in deze kwaliteitstandaard;
- inhoudelijke adviezen kan geven ten aanzien van inhoud en kwaliteit van de KOMO BRL'en en KOMO kwaliteitsverklaringen;
- zorg draagt voor het imago van het KOMO keurmerk o.a. met behulp van de kwaliteitstandaard en marketing en promotie;
- BRL’en en kwaliteitsverklaringen publiceert op de website.
De KOMO Kwaliteitscommissie (KKC)
De KKC bestaat uit een aantal onafhankelijke deskundigen, gedragen door alle bij de KOMO kwaliteitssystematiek betrokken partijen. De KKC ontwikkelt een handleiding risicoanalyse voor BRL'en. Deze zal na vaststelling door bestuur stichting KOMO gefaseerd worden geïmplementeerd. Na implementatie beoordeelt de KKC tijdens de kritiekfase de risicoanalyse en adviseert het CvD zo nodig over mogelijke verbeteringen. Tijdens de kritiekfase beoordeelt de KKC de BRL en levert via het KOMO-bureau kritiek binnen de gestelde kritiektermijn.
De KKC heeft tot doel:
- aan de hand van deze kwaliteitsstandaard de inhoudelijke kwaliteit van KOMO BRL’en te beoordelen op basis waarvan verklaringen van conformiteit (certificaten) worden afgegeven, die uitspraken doen over het kwaliteitsniveau van een ontwerp, product, proces dan wel dienst evenals de toepassing ervan bij de totstandkoming van gebouwen en bouwwerken;
- Tijdens de ter visielegging van de beoordelingsrichtlijn schemabeheerders zo nodig te adviseren op welke wijze de kwaliteit- en toegevoegde waarde van de beoordelingsrichtlijn kan worden verhoogd.
- adviezen uit te brengen c.q. voorstellen te doen aan het bestuur van Stichting KOMO die bijdragen aan de verbetering van de KOMO BRL'en en daarmee aan de verhoging van de kwaliteit van KOMO gecertificeerde producten, processen dan wel diensten;
- formats op te stellen voor de risicogestuurde kwaliteitsbeheersing van de BRL'en, zowel gericht op de inhoud als de uit te voeren controles door de certificeringinstituten. Deze formats zullen onderdeel worden van deze kwaliteitstandaard.
- voor zover noodzakelijk te fungeren als klankbord voor het KOMO-bureau bij de beoordeling van de kritiekverwerking.
Stichting Bouwkwaliteit (SBK)
SBK heeft tot taak de invulling van de afspraken m.b.t. erkende kwaliteitsverklaringen te coördineren zoals is vastgelegd in de Tripartiete overeenkomst met VROM en de RvA. SBK is ondermeer verantwoordelijk voor:
- het bewaken van de integriteit van het erkende certificatiestelsel;
- het bewaken van de volledigheid en juistheid van de publiekrechtelijke aspecten in kwaliteitsverklaringen (KV'en);
- het publiceren van de nummers en titels van erkende BRL'en en kwaliteitsverklaringen op haar website.
SBK maakt hiervoor gebruik van de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) en de Toetsingscommissies (TBB en TBbk).
Raad voor Accreditatie (RvA)
De RvA accrediteert en houdt toezicht op de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en competentie van KOMO certificatie-instellingen en andere schemabeheerders voor de realisatie van KOMO beoordelingsrichtlijnen voor het afgeven van (erkende) KOMO kwaliteitsverklaringen in de bouw op basis van de NEN EN 45011 normenserie.
3. Procedure voor KOMO beoordelingsrichtlijnen
3.1 Stroomschema voor het opstellen van een KOMO beoordelingsrichtlijn en afgifte van KOMO kwaliteitsverklaringen:
De procedure voor het opstellen van een KOMO beoordelingsrichtlijn en afgifte van (erkende) KOMO kwaliteitsverklaringen staat schematisch weergegeven in het navolgende stroomschema. In de paragrafen 3.2 tot en met 3.6 zijn onderdelen van de procedure nader uitgewerkt.
PROCES DIAGRAM
Deel I
ACTOR
Niet akkoord
Beoordelen melding
Akkoord
Advies KKC wenselijk
Ja
A
Opstellen BRL
CvD stelt risicoanalyse vast
Beoordeling risicoanalyse door KKC
Opstellen risicoanalyse
Melding
nieuwe of gewijzigde BRL bij KOMO
Initiatief
schemabeheerder
schemabeheerder
Bureau KOMO
CvD
totdat risico- analyse verplicht moet worden opgesteld
Nee
CvD
Bureau KOMO
+ KKC
CvD
Schemabeheerder
PROCES DIAGRAM
Deel 2
A
ACTOR
CvD stemt in met de ontwerp-BRL inclusief risicoanalyse
CvD
Eventueel commentaar
Ontwerp BRL wordt ter visie gelegd
Beoordeling door bureau KOMO
CI of rechtspersoon
Beoordeling BRL en RA door KKC
Bureau KOMO
Advies RA + commentaar BRL
+ KKC
CvD stelt de ontwerp BRL vast
Niet akkoord
Verwerking commentaar
Aanbieden BRL aan Stichting KOMO
Toetsing door bureau
CI of rechtspersoon
CvD
Informeren commentaargevers over verwerking
CI of rechtspersoon CI of rechtspersoon
Commentaar verwerking
Bureau KOMO
Akkoor
SBK
Retour Bureau KOMO
Aanbieden aan SBK
Bureau KOMO
Akkoord Niet erkende
Ingangscon- trole SBK
SBK stelt advies op aan HCB
Toetsing TBB en/of TBbk
Beoordeling HCB
Akkoord
Erkende BRL
Akkoord
Akkoord
Niet akkoord
Niet akkoord
Niet akkoord
SBK
TBB en/of TBbk
SBK
HCB
SBK meld aanvaarding aan
Versie 15 september 2010 bureau KOMO 8
SBK
3.2 KOMO beoordelingsrichtlijn
Voor KOMO certificatie van een product, proces of dienst kunnen alleen schemabeheerders met een KOMO-licentieovereenkomst of een andere overeenkomst met Stichting KOMO een BRL voor een onderwerp opstellen.
3.3 Melding van het initiatief voor een BRL bij Stichting KOMO
3.3.1 De schemabeheerder meldt het initiatief voor een nieuwe BRL en/of aanpassing/wijziging van een bestaande BRL direct digitaal aan bij Stichting KOMO m.b.v. het formulier in bijlage 8.
Indien een aanmelding niet compleet wordt aangeleverd, wordt deze niet in behandeling genomen. De schemabeheerder wordt hiervan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de aanmelding door Stichting KOMO op de hoogte gesteld.
3.3.2 Een lijst met nieuw aangemelde BRL wordt door Stichting KOMO aan het bestuur bekend gemaakt.
3.3.3 De schemabeheerder stelt voor het te certificeren onderwerp een risicoanalyse (RA) op voor alle relevante aspecten die in de BRL aan de orde moeten komen (zie bijlage 7)1
3.3.4 Deze RA kan naar Stichting KOMO worden gemaild voor advies van de KOMO kwaliteitscommissie (KKC).
3.3.5 Schemabeheerders moeten, indien de BRL niet binnen 1,5 jaar na aanmelding voor ter visielegging is aangeboden aan Stichting KOMO en/of 1,5 jaar na de ter visielegging niet voor aanvaarding is aangeboden, laten weten of de aanmelding nog actueel is. Zo niet dan wordt de aanmelding na onderling overleg van de lijst verwijderd. Zo ja, dan moet een aangepaste planning worden overhandigd, voorzien van een goede onderbouwing.
3.4 Ter visielegging
3.4.1 De schemabeheerder stelt, mede aan de hand van de RA, (risicoanalyse) de ontwerp-BRL op.
3.4.2 Na instemming van het voor het betreffende schema verantwoordelijke CvD wordt de ontwerp-BRL minimaal 4 weken ter visie gelegd.
De schemabeheerder stuurt de ontwerp-BRL (inclusief risicoanalyse) naar stichting KOMO voor beoordeling op conformiteit aan de KOMO kwaliteitstandaard door de KOMO Kwaliteitscommissie (KKC).
Indien KOMO aanvullend inhoudelijk commentaar heeft zal dit als advies worden geformuleerd. Via het KOMO-bureau stuurt de KKC het commentaar naar de schemabeheerder. In overleg met de schemabeheerder zal worden bepaald hoe dit commentaar in de BRL wordt verwerkt.
1 Zodra de handleiding Risicoanalyse beschikbaar is en implementatieplan dat vereist.
3.4.3 De schemabeheerder stelt in overleg met het CvD de verzendlijst vast t.b.v. de ter visielegging. Vooral belanghebbende partijen moeten op deze verzendlijst staan.
3.4.4 Stichting KOMO publiceert de titel, het nummer en naam van de schemabeheerder van de ontwerp-BRL op xxx.xxxx.xx gedurende de periode van ter visielegging. Inclusief een link naar de website van de schemabeheerder, waarop de concept BRL als pdf wordt gepubliceerd.
3.4.5 Commentaargegevens worden door de schemabeheerder op de hoogte gebracht van de verwerking van het commentaar in de BRL. Indien het commentaar niet of gedeeltelijk wordt overgenomen, wordt dit onderbouwd.
3.4.6 Na verwerking van het commentaar wordt de BRL (inclusief RA) definitief vastgesteld door het CvD.
3.5 Toetsing van gereedgekomen KOMO beoordelingsrichtlijnen
3.5.1 Voor het verdere vervolg van de procedure worden de volgende documenten digitaal naar Stichting KOMO gezonden:
- de BRL;
- een overzicht van de commentaarverwerking uit de kritiekronde van de BRL;
- de definitieve RA;
- de samenstelling van het CvD dat de BRL heeft vastgesteld;
- melding van de besluitvorming in het CvD indien over de vaststelling van de BRL niet eenduidig is besloten;
N.B. Indien een te aanvaarden BRL niet compleet wordt aangeleverd, wordt deze door Stichting KOMO niet in behandeling genomen. De aanbieder wordt hiervan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de BRL door Stichting KOMO op de hoogte gesteld.
3.5.2 Het overzicht van de commentaarverwerking uit de kritiekronde van de BRL moet zo zijn dat Stichting KOMO een duidelijk inzicht krijgt in de geleverde kritiek evenals de wijze waarop deze kritiek is verwerkt in de BRL c.q. is afgehandeld.
3.5.3 Bureau Stichting KOMO beoordeelt binnen maximaal 10 werkdagen of de BRL voldoet aan de gestelde eisen en of de binnengekomen kritiek op een zorgvuldige wijze (onderbouwd en behandeld in CvD) is verwerkt. Indien binnen deze termijn geen positief of negatief oordeel kan worden gegeven, zal in overleg met de betreffende schemabeheerder een nieuwe termijn worden vastgelegd, welke gebruikt kan worden voor onderling overleg. Bij twijfel kan het bureau de KOMO Kwaliteitscommissie (KKC) om advies vragen Als leidraad geldt daarbij de kritiekverwerking en de kwaliteitsstandaardaard. Bij een negatief oordeel zal het CvD de bijgestelde BRL opnieuw moeten vaststellen alvorens de BRL weer kan worden voorgelegd aan Stichting KOMO ter definitieve akkoordverklaring.
Na akkoordverklaring mailt (met een kopie naar CI) Stichting KOMO de BRL met de kritiekverwerking, samenstelling betreffende College van Deskundige en het aanmeldings-(wijzigings)formulier KOMO BRL naar SBK ter aanvaarding door de HCB. De CI wordt hiervan op de hoogte gesteld
N.B hierbij bestaat het volgende onderscheid:
- BRL'en zonder aansluiting op de regelgeving kunnen rechtstreeks naar de HCB (taak SBK).
- BRL'en voor erkenning moeten eerst worden geaccordeerd door de respectievelijke Toetsingscommissie van SBK.(taak SBK)
3.5.4 Indien Stichting KOMO Stichting KOMO opmerkingen ontvangt van SBK op de BRL, worden deze door Stichting KOMO doorgegeven aan de schemabeheerder. Deze verwerkt de opmerkingen van SBK en legt de BRL opnieuw voor aan Stichting KOMO voor doorzending naar SBK. Indien er twijfels zijn bij de opmerkingen van SBK zal hierover in samenspraak met de schemabeheerder een overleg plaatsvinden tussen KOMO en SBK.
3.5.5 De melding van aanvaarding van de BRL door de HCB (inclusief aanvaardingsdatum) wordt binnen 2 werkdagen door SBK aan de Stichting KOMO bekend gemaakt, met een afschrift naar de schemabeheerder. De schemabeheerder stuurt een compleet exemplaar van de bindend verklaarde XXX binnen 10 werkdagen naar Stichting KOMO en SBK.
Het bindend verklaarde exemplaar van de BRL dient voorzien te zijn van de datum bindend verklaring door de schemabeheerder.
3.6 Publicatie van KOMO BRL'en
3.7 Accreditatie
De CI dient na afgifte van de eerste kwaliteitsverklaring binnen de in de KOMO licentieovereenkomst vastgelegde termijn door de Raad voor Accreditatie (RvA) te worden geaccrediteerd om KOMO kwaliteitsverklaringen te mogen afgeven op basis van de betreffende BRL.
Indien deze termijn wordt overschreden dient de schemabeheerder de Stichting KOMO hiervan met redenen omkleed schriftelijk in kennis te stellen. De Stichting KOMO kan in dat geval besluiten de betreffende BRL niet langer te accepteren voor de afgifte van KOMO-certificaten.
4. Eisen aan KOMO beoordelingsrichtlijnen
4.1 Algemene eisen aan een KOMO BRL
4.1.1 Van een KOMO BRL bestaat slechts één uitgave voor een te certificeren onderwerp.
4.1.2 Het is mogelijk, afhankelijk van het onderwerp, een KOMO BRL op te stellen in delen: een hoofddeel met ‘algemene bepalingen’ en één of meer delen gericht op ‘specifieke’ deelonderwerpen, dan wel uitvoeringsoplossingen. Deze gerichte/specifieke delen worden BRL delen genoemd.
N.B. Voor een deel BRL geldt dat deze complementair is aan een “hoofd” Beoordelingsrichtlijn (BRL). Dat betekent dat alle eisen zoals in deze KOMO kwaliteitsstandaard zijn opgenomen in het hoofddeel van de BRL dienen te staan en dat de deel BRL alleen de specifieke aanvullende (uitvoerings-) eisen bevat.
4.1.3 Een KOMO BRL heeft een uniek nummer. Het nummer ervan bestaat uit een reeks cijfers. Een op een ‘specifiek’ onderwerp gericht BRL-deel heeft het BRL nummer van het hoofddeel met eraan toegevoegd een deelnummer. Voor een URL geldt hetzelfde2. BRL’en, deel BRL’en en URL’en zijn te identificeren door hun nummer en de datum van uitgifte.
4.1.4 Wijzigingen van vigerende Nederlandse wet- en regelgeving die van toepassing is voor een KOMO BRL, evenals daarbij aangewezen normen, moeten binnen zes maanden na het in werking treden van die wijziging in de KOMO BRL'en zijn verwerkt.
N.B. Dit is ook een eis uit het HCB-document ten behoeve van de erkenning. Wordt hieraan niet voldaan dan wordt met de betreffende CI of rechtspersoon, in samenspraak met SBK, een termijn vastgesteld waarbinnen de verwerking moet hebben plaatsgevonden. Indien niet aan de afgesproken termijn wordt voldaan kan SBK besluiten om de erkenning van de BRL in te trekken. Stichting KOMO zal een dergelijk besluit moeten overnemen. Deze sanctie betekent een tijdelijke opschorting van de erkende KOMO BRL en de daarop afgegeven erkende KOMO kwaliteitsverklaringen voor een door het KOMO Bestuur vast te stellen termijn. Dit betekent dat de KOMO BRL en kwaliteitsverklaringen van de KOMO website worden verwijderd en de betreffende CI’en overeenkomstig de licentieovereenkomst worden verzocht binnen de gestelde termijn de kwaliteitsverklaringen op te schorten. Stichting KOMO zal met de schemabeheerder in overleg treden om een oplossing voor de ontstane situatie te vinden.
4.1.5 Voor beperkte wijzigingen hoeft niet de hele BRL te worden herzien en kan worden volstaan met het uitgeven van een wijzigingsblad bij de BRL. Maar de wijzigingsbladen volgen verder dezelfde route als complete BRL'en.
4.1.6 Per BRL mag slechts één wijzigingsblad van kracht zijn. Het geldende wijzigingsblad bevat tevens alle voorgaande wijzigingen voor zover deze nog van kracht zijn.
2 Op dit moment hebben BRL’en en URL’en veelal verschillende nummers. Per geval zal bekeken worden of aansluiting op deze regel zinvol is. Zo niet dan wordt de
uitzonderingspositie gehandhaafd. De regel geldt wel voor nieuwe schema’s.
4.1.7 In een aangepaste of hernieuwde BRL dan wel een wijzigingsblad dient te worden opgenomen of en binnen welke termijn een bijbehorende kwaliteitsverklaring dient te zijn aangepast. Op de kwaliteitsverklaring moet de (nieuwe) datum van de BRL evenals de datum3 van het eventuele wijzigingsblad worden vermeld. Bij wijzigingen van wet- en regelgeving zijn kwaliteitsverklaringen tot maximaal 1 jaar na het van kracht worden van de wijziging van de regelgeving geldig.
N.B. Wordt hieraan niet voldaan dan wordt met de schemabeheerder een termijn afgesproken waarbinnen de aanpassing dient te hebben plaatsgevonden met de daaraan verbonden sancties als niet aan de afgesproken termijn wordt voldaan. Betreffen de wijzigingen wet- en regelgeving, dan zijn dezelfde sancties van toepassing zoals beschreven in paragraaf 5.1.4. Voor overige zaken kan stichting KOMO als uiterste sanctie de CI sommeren om binnen een schriftelijk vastgestelde termijn de betreffende kwaliteitsverklaringen op te schorten. KOMO zal in dat geval de kwaliteitsverklaringen van de KOMO website verwijderen en SBK overeenkomstig informeren ingeval van erkende kwaliteitsverklaringen.
4.2 Eisen aan de inhoud van een KOMO BRL
4.2.1 Er moet duidelijk zijn vastgelegd en gedefinieerd wat het onderwerp van certificatie is en welke soort kwaliteitsverklaring wordt verleend (zie bijlage 2).
4.2.2 Er moet d.m.v. de RA (zie bijlage 7) zijn vastgelegd welke eisen aan het onderwerp van certificatie worden gesteld. Alle betreffende prestatie- en producteisen moeten worden omschreven in de hoofdtekst van de BRL.
4.2.3 De eisen aan het product moeten eenduidig zijn gespecificeerd. Daarnaast moeten grenswaarden en toleranties eenduidig zijn vastgelegd (bijvoorbeeld door verwijzing naar een paragraaf in een NEN-norm).
4.2.4 Voor het onderwerp van certificatie relevante wet- en regelgeving wordt opgenomen in het zogenaamde publieke deel van de BRL.
4.2.5 Voor het onderwerp van certificatie relevante andere eisen aan product, productie en proces dan wel markt relevante eisen worden opgenomen in het zogenaamde private deel van de BRL.
4.2.6 Deze eisen mogen niet strijdig zijn met de regels aangaande concurrentie en marktafscherming.
4.2.7 Een BRL mag niet d.m.v. het noemen van bedrijfsnamen, handelsnamen, producten of andere kenmerken in welke andere vorm dan ook aan een producent en/of uitvoerend bedrijf worden voorbehouden.
4.2.8 In een BRL kan niet de eis worden opgenomen dat een producent van een bouwproduct of een uitvoerder van werkzaamheden moet gebruikmaken van KOMO gecertificeerde grondstoffen, producten of diensten /processen. Wel mogen de eisen die ten grondslag liggen aan certificatie daarvan worden voorgeschreven dan wel kan een BRL worden voorgeschreven. Ook is het toegestaan om de BRL zodanig in te richten dat het gebruik van KOMO
3 Datum bindend verklaring te vermelden als dd/mm/jjjj
gecertificeerde grondstoffen, producten of diensten/processen wordt gestimuleerd.
4.2.9 Er kunnen in een aparte paragraaf voorwaarden worden opgenomen over hoe bedrijven extra (controleerbare) specifieke bedrijfseigen kwaliteitsinformatie op KOMO kwaliteitsverklaringen kunnen weergeven.
4.2.10 Er moet in de BRL worden vastgelegd wat de wijze van toezicht door de CI inhoudt. Hieronder vallen minimaal controleaspecten, bezoekfrequentie, het soort bezoek, lab. testen, metingen, registratie, rapportage etc.
4.2.11 Het volledige kwaliteitsysteem van de certificaathouder dient minimaal eenmaal per jaar door de CI te worden gecontroleerd. ISO 9001 audits (NEN EN ISO 17021) kunnen niet in de plaats treden van deze kwaliteitssysteemcontrole. Over een hogere frequentie van toezicht i.v.m. KOMO certificering beslist het CvD
Bij procescertificatie dient het CvD een minimaal aantal projectbezoeken vast te stellen indien de productie op wisselende locaties plaats vindt.
Bij attesteren zonder aanvullende certificering zal minimaal een maal per jaar door de CI moeten worden gecontroleerd of de uitgangspunten voor het attest nog van toepassing zijn
4.2.12 Er moet worden aangegeven welke eisen worden gesteld aan de controleurs/inspecteurs van CI'en. Daaronder vallen in ieder geval de onderwerpen kwaliteit, opleiding en ervaring.
4.2.13 Er moeten eisen worden opgenomen m.b.t. het kwaliteitssysteem van een certificaathouder. Deze eisen omvatten minimaal de aspecten ingangscontrole, laboratorium- en meetapparatuur, procescontrole, gereed product en opslag.
4.2.14 Het toelatingsonderzoek moet duidelijk en eenduidig zijn beschreven.
4.2.15 De randvoorwaarden voor het sanctiebeleid dienen te zijn vastgelegd waarbij is aangegeven welke afwijkingen aanleiding zijn om een kwaliteitsverklaring op te schorten of in te trekken. Indien nadere invulling
c.q. aanpassing nodig is, dan dient in de BRL verwezen te worden naar een door het “CvD” vast te stellen richtlijn “sancties”. De CvD’s zijn verantwoordelijk voor wijzigingen in deze richtlijn en dienen jaarlijks op basis van de jaarrapportage de richtlijn ”sancties” te evalueren.
4.2.16 De verplichting aan te brengen merken en aanduidingen moeten zijn vastgelegd. Hieronder wordt ten minste verstaan het certificatiemerk.
4.2.17 Er moet een model van de af te geven kwaliteitsverklaring zijn opgenomen, voorzien van de vereiste informatie en de overeengekomen standaardteksten (zie licentieovereenkomst en KOMO website).
4.2.18 In een BRL kan alleen worden verwezen naar algemeen verkrijgbare gepubliceerde documenten. Daarvan moet de laatste publicatiedatum zijn vermeld.
4.2.19 De RvA eist dat de beoordelingsrichtlijnen in lijn worden gebracht met het document T33 van de RvA.
N.B. Op dit moment zijn de eisen in het document onvoldoende concreet om deze als toetsingsvoorwaarde KOMO in de kwaliteitstandaard op te nemen. In overleg met de schemabeheerders zal worden bekeken op welke wijze dit meegenomen kan worden in de KOMO-beoordeling
4.3 Gebruik van EN-normen en EU-richtlijnen, verwijzingen
4.3.1 Bepalingsmethoden vermeld in annex ZA van geharmoniseerde Europese normen (hEN) die worden aangestuurd door het Bouwbesluit vallen onder de publiekrechtelijke eisen en moeten in de BRL zijn opgenomen. Indien voor deze bepalingsmethode eisen in de hEN zijn geformuleerd moet ten minste aan deze eisen worden voldaan.
4.3.2 Indien enkele hEN eisen bevat over de vermeldingen van een producent, het productieproces, de externe controles, e.d. dan moeten deze eisen als minimum worden overgenomen in de BRL. Indien een minimale bezoekfrequentie wordt genoemd dan mag deze niet worden onderschreden.
4.3.3 Over opname in een BRL van bepalingsmethoden uit een hEN waarmee geen relatie bestaat met het Bouwbesluit, evenals private eisen uit de hEN beslist het CvD.
4.3.4 Europese normen die niet zijn opgenomen in de annex ZA van geharmoniseerde Europese normen (hEN), zoals bijv. de Eurocodes, maar die wel bestaande NEN normen vervangen met betrekking tot bouwproducten en/of processen moeten worden opgenomen in een BRL als het Bouwbesluit naar die normen verwijst.
4.3.5 Als er een ETAG is dan moeten daaruit de bepalingsmethoden in de BRL worden overgenomen als in het Bouwbesluit die bepalingsmethoden worden aangestuurd.
4.4 Bestaande/vervallen BRL'en
Schemabeheerders moeten Stichting KOMO melden als er BRL’en zijn waarop gedurende een periode van drie jaar, na bindend verklaring van die BRL door de schemabeheerder, geen enkele geldige kwaliteitsverklaring is afgegeven of heeft bestaan. In overleg wordt vastgesteld of de BRL wordt ingetrokken.
4.5 De lay-out/indeling van een KOMO BRL
4.5.1 Een KOMO BRL bestaat bij voorkeur uit de volgende onderdelen:
• een titelblad, (zie bijlage 1);
• een achterzijde titelblad;
• een inhoudsopgave;
• een hoofdstuk ‘Inleiding’;
• een hoofdstuk ‘Terminologie’ (indien noodzakelijk);
• een hoofdstuk ‘Procedure voor het verkrijgen van een kwaliteitsverklaring’;
• een hoofdstuk Bouwbesluit gerelateerde eisen inclusief bepalingsmethoden (indien van toepassing);
• een hoofdstuk Besluit bodemkwaliteit gerelateerde eisen incl. bepalingsmethoden (indien van toepassing);
• een hoofdstuk product of proces gerelateerde en overige eisen, inclusief bepalingsmethoden;
• verdere hoofdstukken met:
⮚ eisen te stellen aan het kwaliteitssysteem van het bedrijf;
⮚ eisen te stellen aan de kwaliteitscontrole door de CI;
⮚ eisen te stellen aan de CI zelf en de controleurs/inspecteurs;
⮚ te vermelden bedrijfsgerichte informatie in de KV (facultatief);
⮚ lijst van vermelde documenten;
• een bijlage met een model voor elke mogelijke af te geven kwaliteitsverklaring met de overeengekomen teksten met een ingevuld model van de Bouwbesluitingang voor zover van toepassing (zie voorbeeld bijlage 6).
4.5.2 Titelblad
Een modelvoorblad is bijgevoegd (bijlage 1). Voorzijde:
a De rechtsboven op het voorblad genoemde datum is de datum van bindend verklaren van de BRL door de CI of rechtspersoon waaronder het beherend CvD valt
b Toevoeging aan voorblad: 'Op (datum) aanvaard door de HCB et cetera' indien van toepassing
c Toevoeging: vastgesteld door CvD (naam CvD) d.d. (datum).
Achterzijde:
a Onder het hoofd ‘Algemene informatie’ kan worden aangegeven door welke schemabeheerder de BRL bindend is verklaard. Alleen deze ruimte is beschikbaar voor informatie over de opstellers.
b Mededelingen betreffende het copyright worden opgenomen onderaan de pagina.
4.5.3 Inleiding
a In de inleiding wordt ten minste de tekst opgenomen zoals aangegeven in bijlage 2 van dit document.
b De verdere tekst van een inleiding is informatief.
4.5.4 Terminologie
De in de BRL'en te hanteren termen moeten in overeenstemming zijn met bijlage 3 van dit document.
4.5.5 Voor de Bouwbesluit gerelateerde eisen en bepalingsmethoden geldt:
1. De van toepassing zijnde prestatie-eisen uit het Bouwbesluit worden vermeld in een aansluittabel zoals is aangegeven in bijlage 5.
2. Van de hEN’s die worden aangestuurd door het Bouwbesluit worden de verplichte test- en bepalingsmethoden voor de producteigenschappen uit de annex ZA verwerkt.
4.5.6 Voor de Besluit Bodemkwaliteit gerelateerde eisen en bepalingsmethoden geldt dat alle van toepassing zijnde eisen en voorwaarden worden opgenomen.
4.5.7 Lijst van vermelde documenten
De voorwaarden met betrekking tot dit hoofdstuk zijn opgenomen in bijlage 4.
4.5.8 Model kwaliteitsverklaring
Een model van de kwaliteitsverklaring met de overeengekomen teksten (zie de website xxx.xxxx.xx) moet zijn opgenomen in een bijlage van de BRL.
4.5.9 Bladaanduiding
Op elke bladzijde worden het nummer en de datum van de beoordelingsrichtlijn vermeld, bijvoorbeeld als volgt: (nationale) beoordelingsrichtlijn 9102 d.d. 1993-04-01.
5. Procedure KOMO kwaliteitsverklaringen
5.1. Inleiding
KOMO gecertificeerde producten worden altijd beoordeeld op conformiteit met de private eisen die vanuit de marktpartijen worden gesteld aan ontwerpen, producten, processen en/of diensten. Evenals rechtsgeldige regels aangaande concurrentie en marktafscherming. Dit betekent dat KOMO gecertificeerde producten, processen en diensten:
- in hun toepassing voldoen aan de eisen en wensen van de klant;
- geschikt zijn voor beoogde toepassing;
- kwalitatieve toegevoegde waarden bieden;
- worden gecontroleerd door een onafhankelijke derde partij.
KOMO kwaliteitsverklaringen geven indien regelgeving van toepassing is ook de zekerheid dat de gecertificeerde ontworpen processen, producten en diensten zijn beoordeeld op conformiteit met de: van toepassing zijnde Nederlandse wet- en regelgeving. In dat geval spreken we van erkende kwaliteitsverklaringen.
Erkende kwaliteitsverklaringen hebben voor de handhavende overheid de betekenis dat:
- het voldoen van bouwwerken, bouwproducten en bouwprocessen aan de van toepassing zijnde regelgeving is geborgd;
- toetsing door handhavers eenvoudiger is;
- de vrije toetreding tot de markt (o.a. in de Europese context) niet wordt belemmerd.
5.2. Procedure afgifte kwaliteitsverklaringen
5.2.1. Verzenden kwaliteitsverklaring naar Stichting KOMO
Stichting KOMO ontvangt van de CI digitaal (in kleur) van elke afgegeven kwaliteitsverklaring binnen 10 werkdagen na afgifte een compleet exemplaar
i.v.m. publicatie op de website.
5.2.2. Controle kwaliteitsverkarling door Stichting KOMO
Stichting KOMO controleert binnen 5 werkdagen na ontvangst de juistheid van de kwaliteitsverklaring op de voorgeschreven eisen en modelteksten4.
5.2.3. Verzenden kwaliteitsverklaring
Stichting KOMO mailt van de goedgekeurde erkende kwaliteitsverklaringen binnen 2 werkdagen na goedkeuring een exemplaar naar SBK voor registratie en opname op de website van SBK.
4 Zie xxx.xxxx.xx voor de vigerende versie
5.2.4. Publicatie door Stichting KOMO
Stichting KOMO publiceert het certificaatnummer, titel en relevante NAW gegevens van de kwaliteitsverklaring op haar website binnen 5 werkdagen na goedkeuring. Indien de betreffende CI hiervoor toestemming heeft gegeven zal een niet kopieerbaar bestand via de website xxx.xxxx.xx worden gepubliceerd.
N.B. Voor KOMO kwaliteitsverklaringen die (ook) aansluiten op het Besluit bodemkwaliteit stuurt de certificaathouder een exemplaar van de kwaliteitsverklaring met aanvullende documenten naar Bodem+.
6. Eisen aan KOMO kwaliteitsverklaringen
6.1 Algemene eisen aan een KOMO kwaliteitsverklaring
6.1.1. KOMO- kwaliteitsverklaringen kunnen alleen worden afgegeven op basis van een bindend verklaarde KOMO BRL.
6.1.2. Het nummer van de BRL’en de datum van bindend verklaring (dd/mm/jjjj) ervan dienen te zijn vermeld op de kwaliteitsverklaring. Indien er een wijzigingsblad is, dient de datum bindend verklaren (dd/mm/jjjj) hiervan ook te zijn vermeld op de kwaliteitsverklaring.
6.1.3. Van een kwaliteitsverklaring bestaat slechts één uitgave gekenmerkt door het nummer ervan. Een CI stelt dit nummer vast en treedt op als uitgever.
6.1.4. De datum van uitgifte van een kwaliteitsverklaring kan niet liggen vóór de datum van bindend verklaring van bijbehorende BRL door de CI.
6.1.5. Een kwaliteitsverklaring is toegewezen aan één bedrijf, organisatie dan wel rechtspersoon, zoals geregistreerd bij de Kamer van Koophandel en is niet overdraagbaar. Indien meerdere productielocaties op de kwaliteitsverklaring zijn vermeld, dan dienen de producten van deze locaties aan de hand van onderscheiden coderingen traceerbaar te zijn.
6.1.6. Een kwaliteitsverklaring voor een ontwerp, product, proces dan wel dienst mag voor onbepaalde duur worden afgegeven en mag bij voortduring worden gebruikt indien het ontwerp, de producten, processen of diensten blijvend voldoen aan de eisen zoals gesteld in de relevante KOMO-BRL. Een attest mag worden afgegeven voor een periode van maximaal vijf jaar. Na deze periode wordt opnieuw onderzocht of het product, proces of de dienst nog steeds voldoet aan de eisen gesteld in de relevante KOMO BRL. De CI controleert elk jaar zelf op in de BRL beschreven wijze de blijvende geldigheid van het door hem afgegeven attest.
Een attest in combinatie met een product- of een procescertificaat dan wel een attest met productcertificaat mag voor onbepaalde duur worden afgegeven, onder voorwaarde dat wat hiervoor omschreven is voor het attestdeel in acht wordt genomen
6.1.7. De verantwoordelijkheid voor het beheer, van de geldigheid van kwaliteitsverklaringen ligt bij de CI'en. Stichting KOMO zal steekproefsgewijs toetsen op juistheid en geldigheid van de kwaliteitsverklaringen.
6.1.8. In geval van wijzigingen in een afgegeven kwaliteitsverklaring dient een nieuwe kwaliteitsverklaring te worden afgegeven voorzien van een nieuwe datum van afgifte. Alleen bij een administratieve wijziging (bijv. adreswijziging van de houder) is dit niet van toepassing.
6.1.9. Per kwaliteitsverklaring mag slechts 1 wijzigingsblad zijn uitgegeven. Een wijzigingsblad bevat tevens alle voorgaande wijzigingen voor zover deze nog van kracht zijn.
6.1.10. Wanneer wordt geconstateerd dat het aanbrengen van wijzigingen in kwaliteitsverklaringen, binnen de in dit document gestelde tijdslimieten voor verplichte aanpassingen, niet wordt nagekomen, en reparatie binnen de gestelde tijdslimiet niet meer mogelijk is, dan zal de kwaliteitsverklaring door
Stichting KOMO van het overzicht KOMO-kwaliteitsverklaringen worden verwijderd. SBK zal zo nodig overeenkomstig worden geïnformeerd.
6.1.11. Op het moment dat een CI een kwaliteitsverklaring afgeeft aan een houder, zendt de CI digitaal in kleur binnen 10 werkdagen een volledig exemplaar van de kwaliteitsverklaring naar Stichting KOMO.
6.2 Eisen aan de inhoud van een KOMO kwaliteitsverklaring
6.2.1 De inhoud van een kwaliteitsverklaring hangt samen met het onderwerp van certificatie. Uit de titel moet duidelijk zijn wat dat onderwerp is en de soort kwaliteitsverklaring moet worden vermeld (zie bijlage 2). Aan de titel moet een extra aanduiding worden toegevoegd indien onderscheid nodig is tussen gelijksoortige producten als ze zijn gecertificeerd op basis van verschillende BRL'en en/of eigenschappen.
N.B. Wordt hiervan gebruik gemaakt dan wordt de afnemer/opdrachtgever geadviseerd na te gaan of:
- is geleverd wat is overeengekomen (informatie op de afleveringsbon in relatie tot de meegeleverde kwaliteitsverklaring);
- het merk en de wijze van merken van het geleverde product juist zijn;
- de geleverde producten geen zichtbare gebreken vertonen.
6.2.2 Bij erkenning voor het Bouwbesluit moet op blad 2 van de kwaliteitsverklaring een ingevulde tabel worden opgenomen met de Bouwbesluitingang. Een voorbeeld voor die tabel is opgenomen in bijlage 6.
6.2.3 De technische specificaties bevatten zowel een algemene omschrijving als de technische specificaties van het product of het systeem. De BRL is de grondslag voor deze technische specificaties.
6.2.4 Bij de technische specificaties wordt aangegeven hoe het certificatiemerk en/of de identificatiecodering is aangebracht.
6.2.5 Bij processpecificatie moet een omschrijving van het aan te houden proces zijn beschreven.
6.2.6 Desgewenst kunnen detailtekeningen, de aansluitdetails aan aangrenzende bouwdelen of toepassingsvoorbeelden van het product of systeem worden opgenomen.
6.2.7 De verwerkingsvoorschriften van het systeem of product worden in relatie tot de toepassingsvoorbeelden beschreven. Relevante aandachtspunten worden daaraan toegevoegd.
6.2.8 Behalve het logo van de CI, de RvA, het bedrijfslogo van de certificaathouder en het KOMO logo mogen geen andere logo's of merken op het voorblad van de kwaliteitsverklaring worden aangebracht tenzij hiervoor door Stichting KOMO schriftelijk toestemming is gegeven.
6.2.9 Er bestaat de mogelijkheid om aanvullend kwaliteitsinformatie over het bedrijf op te nemen op de laatste pagina van de kwaliteitsverklaring.
6.3 De lay-out en het formaat van een KOMO kwaliteitsverklaring
6.3.1 De lay-out (formaat, indeling en vormgeving) dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de laatste door Stichting KOMO gegeven aanwijzingen.
6.3.2 Een kwaliteitsverklaring bevat (afhankelijk van het type kwaliteitsverklaring):
- Een voorblad
- De Bouwbesluitingang indien van toepassing
- De technische/product/proces specificatie (incl. prestaties)
- De verwerking
- Wenken voor de gebruiker
6.3.4 In de gele band op het voorblad van een kwaliteitsverklaring moet Bouwbesluit en/of Besluit Bodemkwaliteit worden opgenomen in het geval er wordt aangesloten op de geldende wetgeving.
6.4 De erkenning van KOMO kwaliteitsverklaringen
6.4.1 Indien kwaliteitsverklaringen worden afgegeven op basis van een KOMO BRL met een aansluiting op het Bouwbesluit, worden deze automatisch erkend overeenkomstig de tripartiete overeenkomst.
6.4.2 Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van een KOMO BRL die aan het Besluit bodemkwaliteit voldoen, worden ter erkenning voorgedragen aan de ministers van VROM en V&W. Voor het Besluit bodemkwaliteit geldt extra dat de certificaathouders de erkenning moeten aanvragen bij Bodem+.
6.5 Beheer van een KV
6.5.1 Bij opschorting c.q. beëindiging van de overeenkomst tussen de KOMO certificaathouder en de CI, meldt de betreffende CI dit binnen 5 werkdagen schriftelijk bij Stichting KOMO.
6.5.2 Indien een houder van een kwaliteitsverklaring overgaat naar een andere CI, stelt deze CI vóór afgifte van een nieuwe kwaliteitsverklaring aan de hand van de voortgaande controlerapportages vast of er om certificatietechnische redenen een tekortkoming of sanctie van toepassing is. Een dergelijke tekortkoming dan wel sanctie moet door deze CI worden overgenomen.
6.5.3 Een CI moet een nieuw toelatingsonderzoek verrichten (ten minste naar het aspect waarvoor de tekortkoming dan wel de sanctie geldt), alvorens na een tekortkoming een nieuwe kwaliteitsverklaring kan worden afgegeven.
7. Eisen aan KOMO Colleges van Deskundigen
7.1. Inleiding
De blijvende betrouwbaarheid van KOMO-certificatie is mede afhankelijk van de voortdurende inzet van partijen en personen. Eén van die partijen zijn de KOMO Colleges van Deskundigen (CvD). De rol van de CvD’s is zeer belangrijk omdat zij de uiteindelijk inhoud van een KOMO-BRL vaststellen op basis waarvan KOMO-kwaliteitsverklaringen kunnen worden afgegeven aan bedrijven en organisaties die voldoen aan de in de BRL gestelde voorwaarden.
Een KOMO CvD kan ressorteren onder een certificeringinstelling (CI) met een KOMO licentieovereenkomst of onder een rechtspersoon, niet zijnde een CI, die KOMO schemabeheerder is.
Een KOMO CvD kan uitsluitend functioneren als de CI of rechtspersoon waaronder zij ressorteert een overeenkomst heeft met de Raad voor Accreditatie voor de in het werkveld van het KOMO CvD opgenomen KOMO BRL'en.
Aan het functioneren van CvD’s worden vanuit de accreditatienorm NEN-EN 45011 eisen en voorwaarden gesteld. Die zijn in dit document genoemd. Daarnaast zijn aanvullende voorwaarden toegevoegd die de Stichting KOMO noodzakelijk acht voor de realisering van kwalitatief hoogwaardige KOMO-certificatie.
7.2. Vormen van CvD’s
Er worden drie vormen van CvD’s onderscheiden:
- een CvD gelieerd aan één KOMO certificeringinstelling (CI);
- een gezamenlijk CvD gelieerd aan meerdere KOMO certificeringinstellingen (CI'en);
- een centraal CvD gelieerd aan een KOMO schemabeheerder niet zijnde een CI.
Hierbij geldt het volgende:
- Een CvD gelieerd aan één CI begeleidt voor die CI het certificatieschema. Zo’n CvD dient ook het certificatieschema voor een andere CI te begeleiden indien meerdere CI'en dezelfde BRL gebruiken.
- Een gezamenlijk CvD (GCvD) begeleidt voor twee of meerdere CI'en één of meerdere certificatieschema’s.
- Een centraal CvD (CCvD) is een college dat is ingesteld door een KOMO schemabeheerder niet zijnde een CI. Een CCvD begeleidt het certificatieschema voor de schemabeheerder, dat door minimaal twee CI'en wordt uitgevoerd.
In dit document wordt alleen gesproken van het CvD.
7.3. Taak van een CvD
Algemeen
Een College van Deskundigen (CvD) heeft als onafhankelijk adviesorgaan tot taak:
1. de inhoudelijke kwaliteit en juistheid van beoordelingsrichtlijnen te bevorderen, vast te stellen en voortdurend te bewaken;
2. de inhoud van KOMO BRL'en te harmoniseren met binnen de scope vallende andere KOMO BRL'en;
3. de voortdurende kwaliteitsbewaking van certificatieschema’s (BRL'en) te zekeren.
4. toe te zien op de uitvoerende werkzaamheden CI'en binnen het kader van de betreffende KOMO BRL'en aan de hand van jaarlijkse rapportages.
5. beoordeling van de jaarlijkse rapportages van de certificeringinstituten waarin verslag wordt gedaan van opgedane ervaringen, eventuele tekortkomingen dan wel ondervonden problemen met de uitvoering van controles en inspecties voor een BRL.
N.B. Deze jaarlijkse rapportages zijn de bronnen op grond waarvan een College kan besluiten een BRL aan te passen zodat voortdurend de kwaliteit van de KOMO-certificatie evenals de toegevoegde waarde ervan wordt verhoogd.
7.4. Specifieke KOMO taken voor een CvD:
Een College van Deskundigen (CvD) heeft de navolgende specifiek KOMO taken:
- het functioneert volledig onafhankelijk t.o.v. een KOMO schemabeheerder en de deelnemende CI, zoals wordt vereist in de NEN- EN 45011 en is er verantwoordelijk voor dat KOMO certificatieschema’s voldoen aan de KOMO kwaliteitstandaard inclusief het toelichtende document T 33 van de Raad voor Accreditatie;
- het wordt als zodanig gefaciliteerd door een KOMO schema beheerder;
- het bewaakt de inhoudelijke juistheid en compleetheid van zowel het publieke als het private deel van KOMO BRL'en;
- het stelt de frequentie vast van de controles die door de CI'en moeten worden uitgevoerd t.b.v. een optimaal toezicht op certificatie schema’s op basis van risicobeheersing;
- het stelt vast wat moet worden gecontroleerd, op welke wijze dat dient plaats te vinden, hoe moet worden gecontroleerd en op welke plaats/locatie;
- het stelt vast hoe (geharmoniseerd) en op welke datum jaarlijks moet worden gerapporteerd aan het CvD over de uitgevoerde controles;
- indien meerdere CI'en deelnemen aan het CvD schrijft het CvD een model jaarverslag voor dat voor iedere CI gelijk is;
- het stelt vast over welke opleidingen en kwalificaties auditors moeten beschikken;
- het houdt toezicht op de gelijkwaardigheid en de kwaliteit van het toezicht op de certificaathouders door de CI'en.
- het zorgt voor onderlinge consistentie en harmonisatie van samenhangende KOMO BRL'en in de keten.
- het draagt er aan bij dat voor een onderwerp van certificatie maar één KOMO BRL wordt opgesteld.
- het zorgt ervoor dat als meerdere CI'en kwaliteitsverklaringen op één en dezelfde KOMO BRL afgeven die in het werkveld van het CvD liggen, deze CI'en jaarlijks tijdig en op uniforme en geharmoniseerde wijze rapporteren aan het CvD dat de KOMO BRL heeft vastgesteld.
- het kan zich per KOMO BRL laten bijstaan door een deskundigencommissie.
- het behandelt het jaarverslag uiterlijk in het 2e kwartaal van het jaar en neemt op basis daarvan besluiten over eventuele aanpassingen van een BRL en/of over aanpassing van het verificatie- en sanctieregiem;
- het CvD vergadert zo vaak als nodig is, maar ten minste eenmaal per jaar;
- het moet vertrouwelijk omgaan met zakelijke belangen.
7.5. Bevoegdheden van een CvD
Alle KOMO CvD’s mogen de KOMO kwaliteitscommissie gevraagd of ongevraagd adviseren binnen het eigen werkterrein en over te treffen maatregelen bij constatering van tekortkomingen bij certificaathouders.
7.6. De samenstelling van een CvD
Een CvD dient een evenwichtige afspiegeling te zijn van zo dicht mogelijk bij de scope van een KOMO BRL (het certificatieschema) betrokken marktpartijen. Die partijen vertegenwoordigen bij voorkeur een branche/organisatie (‘all parties concerned’).
Indien een belanghebbende groepering (branche/organisatie) besluit om niet deel te nemen aan de vergaderingen van het CvD dan kan het CvD besluiten die groepering als corresponderend lid te laten toetreden tot het CvD.
De voorzitter van een CvD moet een onafhankelijke positie bekleden t.o.v. de betrokken marktpartijen.
Binnen een CvD moet aantoonbaar specifieke kennis over de scope en de daaraan gerelateerde inhoud van een (op te stellen) KOMO BRL aanwezig zijn.
Indien een KOMO BRL een publiek deel bevat, moet binnen het CvD kennis van de voor het betreffende schema relevante onderdelen van de Nederlandse wetgeving (zoals het Bouwbesluit en/of Besluit bodemkwaliteit aanwezig zijn.
Deelnemers aan een CvD zijn bij voorkeur direct werkzaam in de praktijk. De op voordracht van een belangengroepering (branche/organisatie) benoemde leden hebben zitting zolang zij worden geacht die groepering te vertegenwoordigen.
De samenstelling van een CvD moet schriftelijk worden gemeld door de CI resp. de schemabeheerder bij Stichting KOMO. Daarbij wordt van een lid tevens zijn/haar functie vermeld en indien van toepassing de branche/organisatie die wordt vertegenwoordigd.
Ook bij wijziging van het CvD is het hiervoor vermelde van toepassing.
7.7. Publicatie
De samenstelling van het CvD dat een BRL heeft vastgesteld, wordt na toestemming op de KOMO website gepubliceerd.
BIJLAGE 1- Model voorblad van een KOMO beoordelingsrichtlijn (buitenblad)
BRL XXXX d.d. ..-..-..
(unieke datum (maand en jaartal van bindend verklaring5 van de BRL door de beherende CI) waarmee beoordelingsrichtlijn wordt geïdentificeerd)
KOMO®6 BEOORDELINGSRICHTLIJN
VOOR
(aanduiding kwaliteitsverklaring) VOOR Titel BRL
Vastgesteld door CvD (naam CvD) d.d. (datum)
Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. (datum) (indien van toepassing)
Bindend verklaard door [naam beherende schemabeheerder] d.d.(datum)
Uitgave: Naam Certificatie-instelling of rechtspersoon (alleen naam, alleen letters, geen beeldmerk)
Nadruk verboden
5 Is gelijk aan aanvaardingsdatum SBK (mogelijke uitzondering bij BRL’en met aansluiting regeling Bodemkwaliteit).
6 Term “nationaal” vervalt voor BRL'en met aansluiting op Bouwbesluit en/of Besluit Bodemkwaliteit zodra HCB-document SBK overeenkomstig is aangepast. Voor beoordelingsrichtlijnen zonder een dergelijke aansluiting vervalt de term “nationaal” per direct.
BIJLAGE 2 – Model Inleiding KOMO beoordelingsrichtlijnen
1.1 Inleiding
De in deze beoordelingsrichtlijn vastgelegde eisen worden door de certificatie- en attesteringinstellingen, die hiervoor zijn erkend door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd: (N.B. CI maakt keuze uit de volgende opsomming)
- bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een attest;
- bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een attest met productcertificaat;
- bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding van een productcertificaat al of niet in combinatie met een separaat attest;
- bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding van een procescertificaat al of niet in combinatie me een separaat attest;
- bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding van een kwaliteitsverklaring voor het leveren van diensten.
De af te geven kwaliteitsverklaring wordt als volgt aangeduid: (N.B. CI maakt keuze uit de volgende opsomming)
- KOMO® attest
- KOMO® productcertificaat in combinatie met een attest
- KOMO® productcertificaat
- KOMO® attest-met-productcertificaat
- KOMO® procescertificaat
- KOMO® attest-met-procescertificaat
- KOMO INSTAL® procescertificaat
- KOMO-Klimkeur® attest met productcertificaat
- KOMO Afbouw® procescertificaat
- Nog eventueel toe te voegen KOMO merken
Het techniekgebied van de KOMO BRL is: (zowel nr. als tekst vermelden)
Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stellen de certificatie- en attesteringinstellingen aanvullende eisen in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie en attestering, zoals vastgelegd in het algemeen certificatie- of attesteringsreglement van de betreffende instelling (indien van toepassing).
Deze beoordelingsrichtlijn vervangt KOMO BRL XXXX d.d (indien van
toepassing)
De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven verliezen in elk geval hun geldigheid op (datum invullen).
N.B. De teksten onder 1.1 dienen standaard in de inleiding van een KOMO BRL te zijn opgenomen.
1.2 Toepassingsgebied
Onder dit kopje dient het exacte toepassingsgebied van de KOMO BRL te worden omschreven.
1.3 Eisen aan de certificatie-instelling
De certificatie-instelling moet voor het onderwerp van deze BRL zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie op basis van de NEN-EN 45011.
BIJLAGE 3 – Terminologie
a. Kwaliteitsverklaring:
Dit is een document dat is uitgegeven volgens de regels van een geaccrediteerd certificatiesysteem en dat uitspraken doet over het onderwerp van certificatie.
De volgende soorten kwaliteitsverklaringen kunnen van toepassing zijn;
- attest
- attest in combinatie met een productcertificaat
- attest in combinatie met een procescertificaat
- productcertificaat
- attest-met-productcertificaat
- procescertificaat
b. Attest
Dit is een document dat verklaart dat een product geschikt is om in zijn toepassing te voldoen aan de relevante (bouwtechnische) prestatie-eisen (Bouwbesluit) mits het op de voorgeschreven wijze wordt vervaardigd en in het werk aangebracht (verwerkingsmethode)
c. Product-/procescertificaat in combinatie met een attest:
Dit zijn twee documenten die verklaren dat een product/proces geschikt is om in de toepassing te voldoen aan de relevante bouwtechnische prestatie- eisen zoals is vermeld in het bijbehorende toegewezen attest mits het op de voorgeschreven wijze wordt vervaardigd (verwerkingsmethode). Het attest moet altijd een verwijzing naar een bijbehorend product/procescertificaat bevatten.
d. Productcertificaat:
Dit is een document dat verklaart dat een product of een dienst in overeenstemming is met de ‘specificaties’ zoals deze in de kwaliteitsverklaring zijn vastgelegd.
Voor Besluit Bodemkwaliteit:
Dit is een document dat verklaart dat een product geschikt is om te voldoen aan de relevante milieu(technische) eisen.
e. Attest-met-productcertificaat:
Dit is een document dat verklaart dat een product geschikt is om in de toepassing te voldoen aan de relevante bouwtechnische prestatie-eisen zoals is beschreven in het attestdeel mits het op de voorgeschreven wijze wordt vervaardigd.
f. Procescertificaat:
Dit is een document dat verklaart dat een product (eindresultaat van proces) in overeenstemming is met in de kwaliteitsverklaring vastgelegde productspecificaties en dat het daarvoor benodigde proces in overeenstemming is met de in de kwaliteitsverklaring vastgelegde processpecificaties en/of prestaties.
Onder proces wordt verstaan:
1 Het aanbrengen, installeren, monteren, verwerken van producten in bouwwerken.
2 Het gebruik / beheer van bouwwerken.
3 Het uitvoeren van diensten
g. Certificatieschema:
Dit is een algemeen stelsel van voorschriften en procedures voor het beheren en uitvoeren van certificatie.
h. KOMO beoordelingsrichtlijn:
Dit is een door stichting KOMO en de HCB van SBK aanvaarde beoordelingsrichtlijn.
i. Techniekgebied:
Dit is een gebied waarin een BRL kan worden ingedeeld/geordend t.b.v. accreditatie
N.B. Een CI kan zich (in de toekomst) door de RvA laten accrediteren voor een techniekgebied.
j. Licentieovereenkomst:
Dit is een contract tussen Stichting KOMO en een CI, waarin de regels vastgelegd zijn voor het gebruik door de CI van de collectieve keurmerken KOMO, KOMO-INSTAL, KOMO Afbouw en KOMO-KlimKeur.
k. Gebruiksovereenkomst
Dit is een contract tussen Stichting KOMO en een rechtspersoon zijnde een schemabeheerder waarin de regels zijn vastgelegd voor het gebruik van de overeengekomen KOMO gerelateerde keurmerknaam.
BIJLAGE 4 - Model ‘Lijst van vermelde documenten’ KOMO-beoordelingsrichtlijnen
Lijst van vermelde documenten *)
NEN 6075:1991 Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten: 1991, inclusief wijzigingsblad A1: 1997.
NEN 6068: 2001 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten.
Bouwbesluit 2005 Bouwbesluit 2003 Stb. 2001, 410; Stb. 2002, 203, 516, 518,
582, en Stb 2005, 1, (368), 417 en 528 en de Ministeriële
Regeling Stcrt. 2002, 241, Stcrt 2003, 101 en Stcrt. 2005, 163.
Besluit Bodemkwaliteit
BRL XXXX Titel BRL en datum **)
*) Indien achter het nummer van een gecorrigeerde of aangevulde norm een jaartal is geplaatst, betreft dit het jaar waarin de laatst gepubliceerde correctie of aanvulling is uitgegeven
**) Voor de juiste datum van een BRL en eventuele bijbehorende wijzigingsbladen wordt verwezen naar de ‘Overzichten’ op de website van KOMO.
BIJLAGE 5 Voorbeeld van de Aansluittabel Bouwbesluit in BRL
BRL nummer “Titel” | |||||||
Beschouwde afdelingen het Bouwbesluit | van | Afdeli ng | Artikel | Lid | Eventueel verwijzingspad | verder | |
Algemene sterkte van bouwconstructie | de | 2.1 | 2.2 2.4 | 1 1, c en d | NEN 6702, 8.6.4 NEN 6760 en NEN 2608 | ||
Beperking van ontwikkeling van brand (facultatief ) | 2.12 | 2.92 2.93 2.94 | - - - | Artikel 1.2, lid Bouwbesluit 2003 NEN-EN 13501-1 | 3 | Regeling | |
Beperking van uitbreiding van brand (informatief) | 2.13 | 2.106 | NEN 6068, 6.3 | ||||
Beperking van ontstaan rook (facultatief) | van | 2.15 | 2.126 2.128 | - | Artikel 1.2, lid Bouwbesluit 2003 NEN-EN 13501-1 | 3 | Regeling |
Vluchten binnen een rookcompartiment en een sub- brandcompartment (informatief) | 2.17 | 2.146, 2.148 | 8 3 | ||||
Inrichting van rookvrije vluchtroutes (informatief) | 2.19 | 2.167 | |||||
Inbraakwerendheid (facultatief) | 2.25 | 2.215 | NEN 5096, 5.1 | ||||
Bescherming tegen geluid van buiten (informatief) | 3.1 | 3.2 3.3 | |||||
Beperking van (informatief) | galm | 3.4 | 3.16 | Artikel 4.12 Regeling Bouwbesluit 2003 (NEN-EN 12354-6) | |||
Wering vocht van buiten (facultatief) | 3.6 | 3.23 | 1 | ||||
Beperking van de toepassing van schadelijke materialen (informatief) | 3.15 | 3.107 | - | Afdeling 2.2 Bouwbesluit 2003 Afdeling 2.3 Bouwbesluit 2003 | Regeling Regeling | ||
Beschermen tegen ratten en muizen (facultatief) | 3.17 | 3.115 | |||||
Vrije doorgang (facultatief) | 4.3 | 4.11 | 1 | ||||
Thermische isolatie (informatief) | 5.1 | 5.3 | 1 | NEN 1068, 7.2 | |||
Beperking van luchtdoorlatendheid (informatief) | de | 5.2 | 5.9 |
Relatie van de BRL en de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit.
BIJLAGE 6 - Voorbeeld bouwbesluitingang voor een Erkende Kwaliteitsverklaring (EKV)
HCB /2002-200 versie 2004 | ||||
BIJLAGE 16 – Voorbeeld Bouwbesluitingang voor een EKV DRAGENDE BINNEN- EN BUITENWANDEN MET CELLENBETONBLOKKEN BOUWBESLUITINGANG | ||||
Nr | afdeling | grenswaarde / bepalingsmethode | prestaties volgens kwaliteitsverklaring | opmerkingen i.v.m. toepassing |
2.1 | Algemene sterkte van de bouwconstructie | Uiterste grenstoestand, berekening volgens NEN 6790 | Te maken berekening | Materiaalgrootheden, zie blad 8, tabel 3 |
2.2 | Sterkte bij brand | Uiterste grenstoestand, bepaling volgens NEN 6069 | Te maken berekening | |
Brandwerendheid op bezwijken > 30, 60, 90 of 120 minuten | Van >90 tot >360 minuten | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 8/9, tabel 4 | ||
2.11 | Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie | Onbrandbaar of brandveilig volgens NEN 6064 | Onbrandbaar | Onafgewerkt, zie blad 9 |
2.12 | Beperking van ontwikkeling van brand | Klassen 1, 2, 3 of 4, resp. T1 of T3 volgens NEN 6065 | Klasse 1 | Onafgewerkt, zie blad 9 |
2.13 | Beperking van uitbreiding van brand | WBDBO > 30 of 60 minuten volgens NEN 6068 | Te bepalen o.b.v. de brandwerendheid m.b.t. scheiden van >90 tot >360 min. | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 9, tabel 5, onafgewerkt |
2.14 | Verdere beperking van uitbreiding van brand | WBDBO > 30 of 60 minuten volgens NEN 6068 | Te bepalen o.b.v. de brandwerendheid m.b.t. scheiden van >90 tot >360 min. | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 9, tabel 5, onafgewerkt |
2.15 | Beperking van ontstaan van rook | Rookdichtheid < 10 m-1, 5,4 m-1 of 2,2 m-1 volgens NEN 6066 | < 5,4 m-1 | Onafgewerkt, zie blad 10 |
2.16 | Beperking van verspreiding van rook | WRD > 30 minuten volgens NEN 6075 | Te bepalen o.b.v. rook- werendheid van >135 tot >360 min | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 10, tabel 6 |
3.1 | Bescherming tegen geluid van buiten | Karakteristieke geluidwering > 20 dB(A) volgens NEN 5077 | Te maken berekening met geluidsisolatiewaarden RA > 35 dB(A) | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 10/11, grafiek 1 |
3.3 | Geluidwering tussen | Ilu;k ≥ -20 of 0 dB volgens NEN | Massieve wand met Ilu;k ≥ | Toepassingsvoorwaarden en |
verblijfsruimten van dezelfde | 5077 | -20 dB, onder voorwaarden | toepassingsvoorbeelden, zie blad 11/12/13 en grafieken 2 en 3 | |
gebruiksfunctie | Ankerloze spouwmuur | |||
met Ilu;k ≥ 0 dB, onder | ||||
voorwaarden | ||||
Ico;k ≥ -20 of 10 dB volgens NEN | Ico;k wordt niet beoordeeld. | |||
5077 | ||||
3.4 | Beperking van galm | Geluidsabsorptie (in m2) ≥ ⅛ * inhoud ruimte (in m3) volgens NEN 5078 | Te maken berekening met geluidsabsorptie coëfficiënten van 0,10 tot 0,20 | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 13, tabel 7 |
Nagalmtijd ≤ 1 of 1,5 seconde volgens NEN 5077 | ||||
3.5 | Geluidwering tussen | Ilu;k ≥ -5, 0, 5 of 10 dB volgens | Massieve wand met Ilu;k ≥ | Toepassingsvoorwaarden en |
verblijfsruimten van verschillende | NEN 5077 | -20 dB, onder voorwaarden | toepassingsvoorbeelden, zie blad 11/12/13 en grafieken 2 en 3 | |
gebruiksfuncties | Ankerloze spouwmuur | |||
met Ilu;k ≥ 0 dB, onder | ||||
voorwaarden | ||||
Ico;k ≥ -5, 0, 5 of 10 dB volgens | Xxx;k wordt niet beoordeeld. | |||
NEN 5077 | ||||
3.6 | Wering van vocht van buiten | Waterdicht volgens NEN2778 | Spouwmuurconstructie waterdicht, massieve wand vanaf 150 mm dik waterdicht | |
Specifieke luchtvolumestroom ≤ 20*10-6 m³/(m².s) volgens NEN 2690 |
HCB /2002-200 versie 2004 | ||||
BIJLAGE 16 – Voorbeeld Bouwbesluitingang voor een EKV DRAGENDE BINNEN- EN BUITENWANDEN MET CELLENBETONBLOKKEN BOUWBESLUITINGANG | ||||
Nr | afdeling | grenswaarde / bepalingsmethode | prestaties volgens kwaliteitsverklaring | opmerkingen i.v.m. toepassing |
3.7 | Wering van vocht van binnen | factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte ≥ 0,5 of 0,65 volgens NEN 2778 | Te maken berekening conform NEN 2778, voorbeelddetails conform NPR 2652 | Toepassingsvoorbeelden, zie blad 14, tabel 8 |
wateropname gemiddeld ≤ 0,01 kg/(m².s1/2) en overal ≤ 0,2 kg/(m².s1/2) volgens NEN 2778 | Alleen indien afgewerkt, bijv. met tegelwerk | |||
5.1 | Thermische isolatie | warmteweerstand Rc ≥ 2,5 m²·K/W volgens NEN 1068 | Te maken berekening conform NEN1068 met λ-waarden van 0,12 tot 0,22 W/(m.K) | Materiaalgrootheden, zie blad 15, tabel 9, Toepassingsvoorbeelden, zie blad 15, tabel 10 |
5.2 | Beperking van luchtdoorlatendheid | Luchtvolumestroom (van het totaal aan gebieden en ruimten) ≤ 0,2 m³/s volgens NEN 2686 | Verwaarloosbaar klein | Detaillering zoals aangegeven en met inachtneming van de verwerkingsvoorschriften |
BIJLAGE 7 – Risicoanalyse (RA) van kwaliteitscriteria voor BRL-en
De stichting KOMO zal een handleiding Risicoanalyse opstellen als handvat voor de schrijvers van beoordelingsrichtlijnen. Deze handleiding zal voordat deze verplicht wordt eerst worden getest in samenspraak met de KOMO-licentienemers. Na vaststelling van de handleiding zal stichting KOMO in samenspraak met de licentienemers een implementatieplan opstellen voor het gebruik van de handleiding risicoanalyse.
De RA van BRL'en omvat in grote lijnen de volgende onderwerpen:
1. Toepassingsgebied(en)
2. Werkingsgebied
3. Risico analyse (gebaseerd op ketenbenadering (identificatie van voor de relevante risico’s) en op basis daarvan vast te stellen relevante gegevens
4. Relevante prestaties op het gebied van Bouwregelgeving, zoals constructieve veiligheid, brandveiligheid, bouwfysica, gebruiksveiligheid, etc. (inclusief de gehanteerde bepalingsmethoden)
5. Relevante ontwerpgegevens zoals kleurechtheid, vormen, reacties op weersinvloeden en milieu en detaillering.
6. Relevante verwerkingsvoorschriften die garanderen dat de geclaimde prestaties ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.
7. Proceseisen om de geïdentificeerde relevante risico’s te beheersen.
8. Relevante informatie die van belang is voor exploitant en gebruiker.
9. Beoordeling van de relevante risico’s en op welke wijze deze beheerst kunnen worden.
10. Handhaving op basis van RA (bonus/malus)
.
BIJLAGE 8 Model formulier aanmelden/wijzigen van een KOMO BRL
Tekst van formulier voor het melden van het voornemen van het opstellen van een nieuwe BRL of het wijzigen van een bestaande BRL.
Hiermee melden wij het volgende nieuwe BRL-onderwerp aan, dan wel een wijziging van een bestaande KOMO-BRL.
Naam instituut :
(nieuwe) Titel BRL :
Omschrijving van het toepassingsgebied :
Aanpassing bestaande BRL : ja/neen Zo ja, nummer en (oorspronkelijke) titel BRL : Techniekgebied :
Aanleiding/initiatief :
Soort kwaliteitsverklaring :
Naam en samenstelling van het College van Deskundigen : (bijlage) :
Datum melding
Naam contactpersoon :