ECO Energie Coöperatie Oldemarkt U.A.
ECO Energie Coöperatie Oldemarkt U.A.
Statuten van de coöperatie
zoals opgenomen in de Akte van Oprichting d.d. 8 februari 2018
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De coöperatie draagt de naam: Energie Coöperatie Oldemarkt U.A., hierna aangeduid met “coöperatie”.
2. De coöperatie is gevestigd te Oldemarkt, gemeente Steenwijkerland.
3. De coöperatie is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 - Doel
1. De coöperatie heeft als doel bij te dragen aan de verduurzaming van het energiegebruik in de samenleving. Met dit doel voorziet de coöperatie in de stoffelijke behoeften van haar leden krachtens overeenkomsten, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen.
2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het uitoefenen van een bedrijf ten behoeve van de leden die wonen in de postcode 8375 en/of de direct aangrenzende postcodes (hierna ook te noemen: het werkgebied);
b. het verwerven, realiseren en exploiteren van systemen voor de opwekking van duurzame energie waaronder - maar niet limitatief - zonne-energiesystemen;
c. het sluiten van overeenkomsten met leden teneinde te voorzien in hun behoefte aan duurzame, lokaal geproduceerde, energie;
d. het oprichten van, deelnemen in of samenwerken met organisaties, als dat voor het bereiken van het doel van de coöperatie bevorderlijk kan zijn;
e. het uitvoeren van alle voorkomende werkzaamheden die met het vermelde doel in verband staan of daartoe bevorderlijk kunnen zijn, alles in de ruimste zin.
3. De coöperatie kan de overeenkomsten die zij met haar leden sluit ook met derden aangaan, mits niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden van ondergeschikte betekenis zijn.
Artikel 3 - Lidmaatschap
1. Lid van de coöperatie kunnen zijn: natuurlijke personen van achttien jaar en ouder en rechtspersonen, die het doel en de statuten van de coöperatie onderschrijven, en wonen of gevestigd zijn in het werkgebied. Als het lid(rechtspersoon) betrokken is bij een fusie of splitsing en daardoor ophoudt te bestaan, gaat het lidmaatschap over op de verkrijgende rechtspersoon, of de rechtspersoon die op grond van de beschrijving bij splitsing is aangewezen.
2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de coöperatie zijn toegelaten. Xxxxxxx van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
3. De coöperatie sluit met elk lid afzonderlijk een ledenovereenkomst waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen tussen de coöperatie en de leden zijn beschreven ten behoeve van de oprichting en de exploitatie van een duurzame zonnestroom-installatie in en rond de postcode 8375 op door het bestuur aan te wijzen daken/plaatsen.
Artikel 4 - Ledenregister
1. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een algemene
vergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
2. Voorts wordt in het ledenregister bijgehouden hoeveel (zonne)-energiesystemen (in deze statuten hierna te noemen: zonnepanelen) ieder lid aan de coöperatie heeft betaald (tegen uitgifte van de in artikel 21 te melden certificaten) en eventuele mutaties in dit aantal panelen. Het gebruik van het woord "zonnepaneel" sluit niet uit dat er sprake kan zijn een ander, al dan niet (zonne)energiesysteem.
3. Ieder lid is verplicht onverwijld wijzigingen in zijn gegevens aan het bestuur door te geven.
4. In het ledenregister wordt tevens aangetekend de beëindiging van het lidmaatschapsrecht, met datum van ingang en wijze van beëindiging.
5. Het ledenregister is genummerd per lid en wordt door het bestuur nauwkeurig bijgehouden.
6. Het register is ter inzage van de leden.
Artikel 5 - Overdracht van het lidmaatschap inclusief de certificaten
1. Het lidmaatschap van de coöperatie is slechts met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bestuur voor overdracht vatbaar. De overdracht van een lidmaatschap houdt tevens in een overdracht van alle certificaten gehouden door het desbetreffende lid.
2. Voor de overdracht van het lidmaatschap is een akte, waarbij de betrokkenen partij zijn, vereist, gevolgd door erkenning van de overdracht door de coöperatie.
Artikel 6 - Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van een lid eindigt
a. indien een lid/rechtspersoon ophoudt te bestaan anders dan door fusie of splitsing;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de coöperatie;
d. door ontzetting (royement) door de coöperatie.
2. Het lidmaatschap eindigt niet door de dood van een lid; deze statuten laten overgang krachtens erfrecht aan een erfgenaam of legataris toe. Indien het lidmaatschap en de daaraan gekoppelde certificaten tot een gemeenschap behoren, kunnen de deelgenoten zich slechts door één (1) schriftelijk aan te wijzen persoon tegenover de coöperatie doen vertegenwoordigen. Na een toedeling van het lidmaatschapsrecht (inclusief de certificaten) aan een deelgenoot is de desbetreffende deelgenoot verplicht onverwijld mededeling van de toedeling aan de coöperatie te doen.
3. Het lidmaatschap van een rechtspersoon (inclusief de certificaten), die doorfusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving over op een van de verkrijgende rechtspersonen.
4. Indien het lidmaatschap eindigt zoals omschreven in lid 1 van dit artikel, moet het voormalige lid (of diens rechtsopvolger) de certificaten overdragen aan een ander lid conform het bepaalde in artikel 5 lid 2.
5. Mochten er echter binnen drie (3) maanden na de datum van de beëindiging van het lidmaatschap binnen de kring van de leden geen gegadigden voor de certificaten zijn, dan komen (de rechten van een lid op) de certificaten te vervallen en worden deze toegevoegd aan het eigen vermogen van de coöperatie. Het bestuur van de coöperatie is bevoegd de termijn van drie (3) maanden te verlengen. Bij berekeningen, waar het aantal certificaten een rol speelt, tellen de certificaten van een voormalig lid niet mee.
Artikel 7 -- Opzegging lidmaatschap door het lid
1. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste één (1) maand. Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging door het lid mogelijk:
a. indien redelijkerwijs niet van hem gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
b. binnen één (1) maand nadat een besluit aan een lid bekend is geworden of medegedeeld, waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen;
c. binnen één (1) maand nadat een lid een besluit tot fusie en/of splitsing dan wel tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm bekend is geworden of meegedeeld.
2. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
3. Het lid, dat de opzegging doet, ontvangt daarvan een schriftelijke bevestiging van het bestuur.
Artikel 8 - Opzegging lidmaatschap door coöperatie
1. Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie kan eveneens slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. De opzegging geschiedt door het bestuur, schriftelijk, met opgave van redenen en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste één (1) maand. Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging door de coöperatie mogelijk, indien redelijkerwijs niet van haar gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
2. Een besluit tot opzegging wordt genomen door het bestuur.
3. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
4. Van een besluit tot opzegging wordt door het bestuur, schriftelijk, onder
vermelding van de feiten waarop het besluit is gegrond, zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan het betrokken lid. De betrokkene is bevoegd binnen één (1) maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering, een en ander als hierna vermeld.
Xxxx het lid niet in beroep, dan eindigt zijn lidmaatschap één (1) maand na de dag, waarop de hiervoor bedoelde mededeling is verzonden.
Artikel 9 - Verplichte opzegging lidmaatschap door coöperatie
Het bestuur is conform artikel 8 lid 1 eerste zin tot opzegging van het lidmaatschap aan een lid verplicht, indien:
a. hij in staat van faillissement verkeert;
b. aan hem surseance van betaling verleend is;
c. hij niet meer handelingsbekwaam is;
d. door overdracht van het lidmaatschap aan of de verkrijging van het lidmaatschap door een ander;
e. indien het lid niet langer woont of gevestigd is in het werkgebied. Tegen deze opzegging is geen beroep mogelijk bij de algemene vergadering.
Artikel 10 - Ontzetting door coöperatie
1. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie handelt of wanneer het lid de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur.
2. Van een besluit tot ontzetting wordt door het bestuur, schriftelijk, onder vermelding van de feiten waarop het besluit is gegrond, zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan het betrokken lid.
De betrokkene is bevoegd binnen één (1) maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering, een en ander als hierna vermeld. Xxxx het lid niet in beroep, dan eindigt zijn lidmaatschap één (1) maand na de dag, waarop de hiervoor bedoelde mededeling is verzonden.
Artikel 11 - Beroep tegen ontzetting en opzegging
1. Een lid, dat uit het lidmaatschap is ontzet en het lid waarvan het lidmaatschap door de coöperatie is opgezegd op grond van het bepaalde in artikel 8, kan daartegen bij de algemene vergadering in beroep komen. Het bepaalde in artikel 13 is dan van overeenkomstige toepassing.
2. De algemene vergadering kan het door het bestuur genomen besluit bekrachtigen of vernietigen.
3. Gedurende de behandeling van het beroep is het lid geschorst.
4. In geval van bekrachtiging na ingesteld beroep eindigt het lidmaatschap op de datum van het besluit van de algemene vergadering.
5. Een geschorst lid kan gedurende de termijn van de schorsing de uit het lidmaatschap voortvloeiende rechten niet uitoefenen; zijn uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen blijven onverkort bestaan.
Artikel 12 - Schorsing van een lid
Het bestuur kan een lid dat handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een door het bestuur te bepalen periode van maximaal zes (6) maanden. Tegen de schorsing is geen beroep bij de algemene vergadering mogelijk.
Artikel 13 - Verplichting tot horen van een lid
Voordat een besluit tot opzegging, ontzetting of schorsing kan worden genomen, moet het lid, ten aanzien van wie een dergelijk besluit wordt genomen, in de gelegenheid worden gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verdedigen.
Artikel 14 – Contributie van de leden
1. De algemene vergadering kan bepalen dat de leden een jaarlijkse contributie betalen. De algemene vergadering stelt de hoogte van deze contributie vast.
2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of ten dele ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.
3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald, en kan daaraan voorwaarden verbinden.
Artikel 15 - Bestuur
1. De coöperatie wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen.
De algemene vergadering stelt, met inachtneming van het in de eerste zin van dit lid bepaalde, het aantal bestuursleden vast.
Het bestuur heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies.
De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die ingeval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.
Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden.
Deze benoeming geschiedt uit de leden van de coöperatie, dan wel de bestuurders van de leden- rechtspersonen van de coöperatie.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht.
Tot het opmaken van een dergelijke voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als ten minste een zodanig aantal leden dat bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping tot de vergadering meegedeeld.
Een voordracht door de hiervoor bedoelde groep van leden moet uiterlijk vijfdagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. De voordracht is niet bindend.
4. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Een bestuurslid is onbeperkt herbenoembaar.
5. Het bestuur stelt, op basis van de zittingsperiode van de bestuursleden, een rooster van aftreden vast en houdt dit bij.
Dat rooster moet zodanig worden opgemaakt dat het een goed functioneren van het bestuur niet in de weg staat. Om dat te bereiken mag het eerstbenoemde bestuur, in afwijking van het hiervoor bepaalde, besluiten voor het eerste rooster de zittingsperiode van ten hoogste twee door hen
aan te wijzen bestuursleden eenmaal met een of twee jaar te verlengen. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
6. De algemene vergadering stelt de beloning en eventuele andere arbeidsvoorwaarden van de bestuursleden vast, indien deze aan de orde zijn.
Artikel 16 – Einde bestuurslidmaatschap; schorsing
1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
- door verloop van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;
- door aftreden op eigen verzoek;
- door het einde van het lidmaatschap van de coöperatie;
- door overlijden of onder curatelestelling;
- wanneer een bewindvoerder of mentor wordt aangesteld wegens geestelijke stoornis;
- door ontslag krachtens een besluit van de algemene vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen;
- wanneer hij in staat van faillissement wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt; een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.
2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
Artikel 17 – Bestuur, bijeenroeping, besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering bijeen te roepen.
2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt schriftelijk plaats. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de coöperatie bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
4. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan alleen één medebestuurder in de vergadering vertegenwoordigen.
6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 18 - Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. Deze notulen worden vastgesteld in de volgende bestuursvergadering.
5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.
Artikel 19 – Bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie. Iedere bestuurder is tegenover de coöperatie verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de coöperatie en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de coöperatie, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de coöperatie kunnen worden gekend.
Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
Het bestuur heeft de goedkeuring nodig van de algemene vergadering voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als hiervoor omschreven.
Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen.
Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit plaats vindt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor besluiten tot het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten, het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering kan vaststellen.
De algemene vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven, andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur, aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de algemene vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.
Artikel 20 - Overeenkomsten namens de leden
1. De coöperatie kan namens en voor rekening van haar leden kortingen en andere rechten bedingen.
2. De coöperatie kan de voor een lid bedongen rechten uitoefenen en terzake schadevergoeding vorderen, tenzij het betreffende lid daartegen bezwaar maakt.
Artikel 21 - Overeenkomsten met de leden
1. Het bestuur legt aan de algemene vergadering ter goedkeuring een berekening voor, waarin zo nauwkeurig mogelijk wordt vastgesteld hoeveel een door de coöperatie aan te schaffen zonnepaneel kost, inclusief alle daarmee verband houdende kosten, waaronder de kosten van aansluiting, eventuele dakhuur, retributie voor het opstalrecht, verzekering, onderhoud, enzovoorts.
2. Het bestuur geeft aan een lid, dat het in het vorige lid bedoelde bedrag aan de coöperatie overmaakt, een certificaat uit. Maakt een lid een veelvoud van het in lid 1 bedoelde bedrag over, dan geeft het bestuur aan dat lid een corresponderend aantal certificaten uit.
Artikel 22 – Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de coöperatie bestaat ook als tussen de coöperatie en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
5. In alle gevallen waarin de coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de coöperatie te vertegenwoordigen.
Artikel 23 – De algemene vergadering: bevoegdheid en jaarvergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de coöperatie alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
d. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar;
e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en
f. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
Artikel 24 – De algemene vergadering: oproeping
1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek.
Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd.
2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister;
De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.
3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
Artikel 25 – De algemene vergadering: toegang en stemrecht
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de coöperatie. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
2. Ieder gewoon lid heeft één stem. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen.
Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.
Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan als de volmacht elektronisch is vastgelegd.
Eén lid kan niet meer dan één ander lid vertegenwoordigen.
Artikel 26 – De algemene vergadering: besluitvorming
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal.
Xxxxxx en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming.
2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel
van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaats vond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben.
Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
5. Over personen wordt schriftelijk gestemd, alle overige stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering, als dit met voorkennis van het bestuur is genomen.
7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.
Artikel 27 – De algemene vergadering: leiding en notulen
1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de coöperatie.
Ontbreekt de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.
Artikel 28 - Uitsluiting van aansprakelijkheid
Noch zij, die bij de ontbinding van de coöperatie lid zijn, noch zij, wier lidmaatschap voordien is beëindigd, zijn tegenover de coöperatie voor een tekort aansprakelijk.
Artikel 29 – Verslaggeving en verantwoording
1. Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering met ten hoogste vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de coöperatie en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
Als de coöperatie een of meer ondernemingen in stand houdt, die op grond van de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, wordt op de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen vermeld.
3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
Artikel 30 - Resultaatbestemming
1. De winst, die in het laatst verstreken boekjaar is behaald, kan door het bestuur onder goedkeuring van de algemene vergadering geheel of gedeeltelijk worden gereserveerd; voor zover de winst niet wordt gereserveerd, staat zij ter beschikking van de algemene vergadering.
Indien de algemene vergadering tot winstuitkering besluit, wordt de winst onder de leden verdeeld naar evenredigheid van ieders aantal certificaten (per eenendertig december van dat boekjaar).
2. Uitkering van winst geschiedt eerst na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. Het bestuur kan onder goedkeuring van de algemene vergadering besluiten tot het doen van tussentijdse uitkeringen ten laste van de winst over het lopende boekjaar.
3. Tenzij de algemene vergadering een andere termijn vaststelt, worden uitkeringen aan leden ten laste van de in het laatst verstreken boekjaar behaalde winst binnen dertig (30) dagen nadat het besluit tot uitkering is genomen, ter beschikking gesteld.
4. Ten laste van door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd indien en voor zover de wet dat toestaat.
5. Een eventueel verlies zal worden afgeboekt van de reserves en indien het tekort de reserves te boven gaat, dan zal een negatieve resultaatreserve worden gevormd
6. Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot uitkering aan de leden van een reserve of een deel daarvan.
Artikel 31 – Statutenwijziging
1. De statuten van de coöperatie kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte
plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
Artikel 32 - Fusie splitsing omzetting
Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 33 - Ontbinding
1. De coöperatie kan worden ontbonden door een besluit van de algemenevergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld.
Als de coöperatie op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft,houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het handelsregister.
De boeken en stukken van de ontbonden coöperatie blijven gedurende zeven jaren nadat de coöperatie heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
2. De coöperatie wordt bovendien ontbonden door:
- insolventie nadat de coöperatie in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
Artikel 34 - Vereffening
1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de
coöperatie, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de coöperatie zich in liquidatie.
De coöperatie blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de coöperatie worden toegevoegd.
3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de coöperatie.
Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s).
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De coöperatie houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.
Artikel 35 – Reglementen
1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen.
2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.
Artikel 36 - Overgangsbepaling
Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig december tweeduizend achttien (31-12-2018). Dit artikel vervalt op de dag dat het eerste boekjaar eindigt.