CBRB/VNPR*
CBRB/VNPR*
Personenvervoercondities voor de binnenvaart
Artikel 1: Definities
Overeenkomst van personenvervoer: de overeenkomst waarbij de ene partij (de vervoerder) zich tegenover de andere partij verbindt aan boord van een schip, al dan niet volgens een dienstregeling, een of meer personen (reizigers) en al dan niet hun bagage over binnenwateren te vervoeren.
Bagage: de zaken, die de vervoerder in verband met de door hem gesloten overeenkomst van personenvervoer op zich neemt te vervoeren met uitzondering van zaken, vervoerd onder een het vervoer van zaken betreffende overeenkomst. Bagage omvat mede hutbagage, handbagage en levende dieren.
Hutbagage: de bagage, met uitzondering van levende dieren, die de reiziger in zijn hut heeft, die hij in zijn bezit, onder zijn toezicht of in zijn macht heeft.
Handbagage: de bagage, met uitzondering van levende dieren, die de reiziger als gemakkelijk mee te voeren, draagbare dan wel met de hand verrijdbare zaken op of bij zich heeft.
Dienstregeling: een voor ieder kenbaar schema van reismogelijkheden.
Artikel 2: Werkingssfeer
1. Op de overeenkomst van personenvervoer volgens een dienstregeling is afdeling 5 van titel 2 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing voor zover daarvan in deze voorwaarden niet wordt afgeweken.
2. Op de overeenkomst van personenvervoer niet volgens een dienstregeling is afdeling 3 van titel 10 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing voor zover daarvan in deze voorwaarden niet wordt afgeweken.
Artikel 3: Aansprakelijkheid (volgens dienstregeling) van de vervoerder
Onverminderd de artikelen 5, 6, 7 en 8 van deze voorwaarden is, in het geval er een overeenkomst van personenvervoer volgens een dienstregeling is, de aansprakelijkheid van de vervoerder als volgt: Aansprakelijkheid voor dood of letsel
1. De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen.
2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel is de vervoerder niet aansprakelijk, voor zover het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder niet heeft kunnen vermijden en voorzover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
3. Gebrekkigheid of slecht functioneren van het schip of van het materiaal, waarvan hij zich voor het vervoer bedient, wordt aangemerkt als een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden en waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
4. Bij de toepassing van het tweede lid van dit artikel wordt slechts dan rekening gehouden met een gedraging van een derde, indien geen andere omstandigheid, die mede tot het ongeval leidde, voor rekening van de vervoerder is.
Aansprakelijkheid voor handbagage en levende dieren
5. De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van handbagage met inbegrip van levende dieren, voorzover dit verlies of deze beschadiging is ontstaan tijdens het vervoer en is veroorzaakt:
a) door een aan de reiziger overkomen ongeval dat voor rekening van de vervoerder komt, of
b) door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
6. Gebrekkigheid of slecht functioneren van het schip of van het materiaal waarvan hij zich voor het vervoer bedient, worden aangemerkt als een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden en waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
7. Bij de toepassing van het vijfde lid van dit artikel wordt slechts dan rekening gehouden met een gedraging van een derde, indien geen andere omstandigheid die mede tot het voorval leidde voor rekening van de vervoerder is.
8. De leden 5, 6 en 7 van dit artikel laten de artikelen 8:545 en 1006 BW (over aanvaringsschade en schuld van twee of meer schepen) onverlet.
Aansprakelijkheid voor bagage, niet zijnde handbagage of levende dieren
9. Lid 9 van artikel 4 van deze voorwaarden is van toepassing met betrekking tot de aansprakelijkheid van de vervoerder voor bagage, niet zijnde handbagage en levende dieren.
Artikel 4: Aansprakelijkheid (zonder dienstregeling) van de vervoerder
Onverminderd de artikelen 5, 6, 7 en 8 van deze voorwaarden is, in het geval er een overeenkomst van personenvervoer niet volgens een dienstregeling is, de aansprakelijkheid van de vervoerder als volgt:
Aansprakelijkheid voor dood of letsel
1. De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger, indien een voorval dat hiertoe leidde zich voordeed tijdens het vervoer en, voor zover dit voorval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of door een omstandigheid waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
2. Vermoed wordt dat een zorgvuldig vervoerder de omstandigheid die leidde tot schipbreuk, aanvaring, stranding, ontploffing of brand heeft kunnen vermijden, alsmede dat zulks een vervoerder heeft kunnen verhinderen dat deze omstandigheid tot een dergelijk voorval leidde.
3. Gebrekkigheid of slecht functioneren van het schip of van het materiaal waarvan hij zich voor het vervoer bedient, wordt aangemerkt als een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden en waarvan hij de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
4. Bij de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt slechts dan rekening gehouden met een gedraging van een derde, indien geen andere omstandigheid, die mede tot het voorval leidde, voor rekening van de vervoerder is.
Aansprakelijkheid voor hut- of handbagage
5. De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van hut- of handbagage, indien een voorval dat hiertoe leidde zich voordeed tijdens het vervoer en voor zover dit voorval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
6. Het tweede en derde lid van dit artikel zijn ook van toepassing met betrekking tot hut- en handbagage.
7. Bij de toepassing van het vijfde lid van dit artikel wordt slechts dan rekening gehouden met een gedraging van een derde, indien geen andere omstandigheid, die mede tot het voorval leidde, voor rekening van de vervoerder is.
8. De leden 5, 6, 7 en 8 van dit artikel laten de artikelen 8:545 en 8:1006 BW (over aanvaringsschade en schuld van twee of meer schepen) onverlet.
Aansprakelijkheid voor bagage, niet zijnde hut- of handbagage
9. Onder voorbehoud van de leden 5, 6, 7 en 8 van dit artikel is de vervoerder aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van bagage, indien een voorval dat hiertoe leidde zich voordeed tijdens het vervoer en voor zover dit voorval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan zulk een vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
Navigatiefouten
10. Behoudens de leden 1 tot en met 9 van dit artikel en artikel 5 van deze voorwaarden is de vervoerder niet aansprakelijk voor schade ontstaan door een handeling, onachtzaamheid of nalatigheid van de kapitein of de schipper, een ander lid van de bemanning, de loods of de ondergeschikten van de vervoerder, gepleegd bij de navigatie van het schip.
Poging tot redding
11. Behoudens de leden 1 tot en met 9 van dit artikel en artikel 5 van deze voorwaarden wordt generlei afwijking van de koers tot redding of poging tot redding van mensenlevens of goederen en generlei redelijke afwijking van de koers beschouwd als een schending van enige vervoersovereenkomst en de vervoerder is niet aansprakelijk voor enig verlies of enige schade daardoor ontstaan.
Artikel 5: Geen aansprakelijkheid voor geldstukken, goud, juwelen e.d.
De vervoerder is niet aansprakelijk in geval van verlies of beschadigingen overkomen aan geldstukken, verhandelbare documenten, goud, zilver, juwelen, sieraden, kunstvoorwerpen of andere zaken van waarde, tenzij deze zaken van waarde aan de vervoerder in bewaring zijn gegeven en hij overeengekomen is hen in zekerheid te zullen bewaren.
Artikel 6: Beperking van aansprakelijkheid
1. De schadevergoeding, die de vervoerder mogelijkerwijs is verschuldigd uit hoofde van de leden 1, 2, 3 en 4 van respectievelijk de artikelen 3 en 4 van deze voorwaarden is beperkt tot een bedrag van € 137.000 per reiziger.
2. In het geval dat de schadeloosstelling wordt bepaald in de vorm van een rente mag het gekapitaliseerde bedrag een bedrag van € 137.000 per reiziger niet te boven gaan.
3. Onverminderd lid 4 van dit artikel is de schadevergoeding, die de vervoerder mogelijkerwijs verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van bagage beperkt tot € 1.000.
4. Onverminderd lid 3 van dit artikel en lid 4 van artikel 12 van deze voorwaarden is, in het geval dat de vervoerder aansprakelijk is voor beschadiging of verlies van bagage, deze aansprakelijkheid beperkt tot de waarde van die bagage; de vervoerder is in geval van beschadiging of verlies van dergelijke bagage nimmer aansprakelijk voor immateriële schade, indirecte schade of gevolgschade.
Artikel 7: Opzet en grove schuld
Een handeling of een nalaten van wie ook, behalve van de vervoerder zelf, geschied hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien, ontneemt de vervoerder niet het recht zich op enige uitsluiting of beperking van zijn aansprakelijkheid te beroepen.
Artikel 8: Vertraging
De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door vertraging, door welke oorzaak dan ook voor, tijdens of na het vervoer opgetreden, dan wel is veroorzaakt door welke afwijking van de dienstregeling dan ook.
Artikel 9: Onbekendheid met meegebrachte zaken
De vervoerder is terzake van door de reiziger aan boord gebrachte zaken die hij, indien hij hun aard of gesteldheid had gekend, niet aan boord zou hebben toegelaten en waarvoor hij geen bewijs van ontvangst heeft afgegeven, geen enkele schadevergoeding verschuldigd indien de reiziger wist of behoorde te weten, dat de vervoerder de zaken niet ten vervoer zou hebben toegelaten; de reiziger is alsdan aansprakelijk voor alle kosten en schaden voor de vervoerder voortvloeiend uit de aanbieding ten vervoer of uit het vervoer zelf.
Artikel 10: Aansprakelijkheid van de reiziger
Onverminderd artikel 9 van deze voorwaarden is de reiziger verplicht de vervoerder de schade te vergoeden die hij of zijn bagage deze berokkende, behalve voor zover deze schade is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig reiziger niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een reiziger de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen. De reiziger kan niet om zich van zijn aansprakelijkheid te ontheffen beroep doen op de hoedanigheid of een gebrek van zijn bagage.
Artikel 11: Aansprakelijkheid van ondergeschikten en hulppersonen
De uit deze voorwaarden voortvloeiende uitsluitingen of beperkingen van de aansprakelijkheid van de vervoerder en de aan deze toegekende rechten gelden eveneens voor en komen toe aan zijn ondergeschikten en alle andere personen die door de vervoerder ter uitvoering van de overeenkomst van personenvervoer worden gebruikt.
Artikel 12: Vorderingsrecht van de reiziger
1. Onverminderd artikel 6:107 BW heeft in geval van aan de reiziger overkomen letsel uitsluitend de reiziger zelf een vordering tot schadevergoeding.
2. Onverminderd artikel 6:108 BW hebben uitsluitend de overblijvende echtgenoot, de kinderen of de ouders van de reiziger, die door zijn arbeid plachten te worden onderhouden een vordering tot schadevergoeding.
3. De vorderingen bedoeld in de vorige leden van dit artikel worden gewaardeerd naar gelang van de wederzijdse stand en de fortuin der personen en naar de omstandigheden.
4. In geval van verlies of beschadiging van bagage, wordt de vordering tot schadevergoeding gewaardeerd naar de omstandigheden.
Artikel 13: Eigen schuld van de reiziger
Indien de vervoerder bewijst dat schuld of nalatigheid van de reiziger schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen, kan de aansprakelijkheid van de vervoerder daarvoor geheel of gedeeltelijk worden opgeheven.
Artikel 14: Hulppersonen
Indien personen van wier hulp de vervoerder bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakt, op verzoek van de reiziger diensten bewijzen, waartoe de vervoerder niet is verplicht, worden zij aangemerkt als te handelen in opdracht van de reiziger aan wie zij deze diensten bewijzen.
Artikel 15: Garantieplicht wederpartij dat reiziger tijdig aanwezig is
De wederpartij van de vervoerder is verplicht deze de schade te vergoeden die hij lijdt doordat de reiziger, door welke oorzaak dan ook niet tijdig ten vervoer aanwezig is.
Artikel 16: Garantieplicht wederpartij dat documenten naar behoren aanwezig zijn
De wederpartij van de vervoerder is verplicht deze de schade te vergoeden die hij lijdt doordat de documenten met betrekking tot de reiziger, die van haar zijde voor het vervoer vereist zijn, door welke oorzaak dan ook, niet naar behoren aanwezig zijn.
Artikel 17: Reiziger te laat terug aan boord
1. Wanneer de reiziger na verlaten van het schip niet tijdig terugkeert kan de vervoerder de overeenkomst beschouwen als op dat tijdstip beëindigd.
2. De wederpartij van de vervoerder blijft de passagegelden en andere op de reiziger drukkende kosten voor het gehele overeengekomen vervoer verschuldigd. Daarenboven is de wederpartij van de vervoerder verplicht de vervoerder de schade te vergoeden, die deze tengevolge van de beëindiging lijdt.
Artikel 18: Weigering toegang
De toegang tot het schip, de wachtruimten voor reizigers, de toegangsinrichtingen en/of het vervoer van personen en bagage, kan zonder opgave van redenen door de vervoerder worden geweigerd, indien zulks noodzakelijk is in verband met de capaciteit, de veiligheid, de openbare orde, het dreigende ontstaan van schade, hinder en dergelijke, en wegens het in strijd handelen met deze voorwaarden. In geval van een opeisbare vordering van de vervoerder op zijn contractuele wederpartij is de vervoerder eveneens daartoe bevoegd.
Artikel 19: Opvolgen van voorschriften
1. De reiziger, die zich in de wachtruimte, de toegangsinrichting of aan boord van het schip bevindt, moet de van Overheidswege en door de vervoerder gestelde voorschriften of gegeven aanwijzingen, welke met name doch niet uitsluitend in het belang van orde en veiligheid zijn gegeven, strikt opvolgen.
2. Bij niet opvolging van de voorschriften en aanwijzingen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is de vervoerder gerechtigd de overeenkomst van personenvervoer op te zeggen. De opzegging geschiedt door een mondelinge of schriftelijke kennisgeving aan de wederpartij van de vervoerder of aan de reiziger en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van de eerst ontvangen kennisgeving, onverminderd het recht van de vervoerder op schadevergoeding.
Artikel 20: Wijziging van vaarschema's e.d.
Indien de gesteldheid van de vaarweg of andere omstandigheden de vaart betreffend, mede doch niet uitsluitend in het belang van de veiligheid dit eisen of rechtvaardigen heeft vervoerder te allen tijde het recht wijzigingen in vaarschema's, vaarroutes of programma's aan te brengen, zonder tot enige schadevergoeding gehouden te zijn.
Artikel 21: Contractuele wederpartij moet instaan voor reiziger
Voor zover de reiziger niet de contractuele wederpartij van de vervoerder is, is de contractuele wederpartij gehouden de schade te vergoeden, die de vervoerder lijdt doordat de reiziger de op grond van deze voorwaarden en de wet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.
Artikel 22: Verval
1. Onverminderd artikel 8:1753 BW vervalt een rechtsvordering jegens de vervoerder xxxxxxx van dood of letsel van de reiziger of terzake van hut- en handbagage dan wel terzake van een levend dier indien de rechthebbende niet binnen een termijn van drie maanden aan de vervoerder kennis heeft gegeven van het aan de reiziger overkomen voorval of ongeval.
2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op de dag van het voorval of ongeval.
Artikel 23: Verjaring
1. Een rechtsvordering jegens de vervoerder terzake van aan een reiziger overkomen letsel verjaart door verloop van drie jaren, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op de dag van het de reiziger overkomen voorval of ongeval.
2. Een rechtsvordering jegens de vervoerder xxxxxxx van dood van een reiziger verjaart door verloop van drie jaren, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op de dag van overlijden van de reiziger, doch welke niet langer loopt dan vijf jaren beginnend met de aanvang van de dag, volgende op de dag van het de reiziger overkomen voorval of ongeval.
3. Onverminderd artikel 8:1750 BW verjaart een rechtsvordering jegens de vervoerder terzake van het vervoer van hut- of handbagage of een levend dier door verloop van één jaar, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de reiziger het schip heeft verlaten of had moeten verlaten.
4. Onverminderd artikel 8:1750 BW verjaart een rechtsvordering jegens de vervoerder terzake van het vervoer van bagage, geen hut- of handbagage of een levend dier zijnde, door verloop van één jaar, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop deze bagage is afgeleverd of had moeten zijn afgeleverd.
Artikel 24: Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Op de overeenkomst van personenvervoer, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, en de daarmee verband houdende acties is Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen voortvloeiend uit of verband houdende met de uitvoering van de overeenkomst van personenvervoer, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn, zullen, voor zover behorende tot de bevoegdheid van een arrondissementsrechtbank, in eerste instantie uitsluitend worden berecht door de arrondissementsrechtbank te Rotterdam.