ALGEMENE VOORWAARDEN WWHS21 WOONHUISVERZEKERING VOOR PARTICULIEREN
Inhoudsopgave:
ALGEMENE VOORWAARDEN WWHS21 WOONHUISVERZEKERING VOOR PARTICULIEREN
Artikel | 1 | Begripsomschrijvingen |
Artikel | 2 | Omschrijving van de dekking |
Artikel | 3 | Uitsluitingen en bijzondere insluitingen |
Artikel | 4 | Omschrijving van de schadebehandeling |
Artikel | 5 | Premie (o.a. gevolgen non-betaling) |
Artikel | 6 | Wijzigingen |
Artikel | 7 | Looptijd van de verzekering |
Artikel | 8 | Overige bepalingen (o.a. geschillen) |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.01 In deze polis wordt verstaan onder:
1.01.1 Polis:
het polisblad, alle aanhangsels en deze algemene voorwaarden, alsmede al hetgeen onderdeel uitmaakt van de verzekeringsovereenkomst tussen verzekeringnemer en verzekeraars.
1.01.2 Verzekeringnemer:
degene die de verzekering met verzekeraars is aangegaan en die de premies en kosten is verschuldigd.
1.01.3 Verzekerde(n):
- verzekeringnemer;
- de met hem/haar (in gezinsverband) samenwonende personen.
1.01.4 Verzekeraars:
zij die gezamenlijk het risico dragen, ieder voor zijn aandeel in het verzekerde bedrag.
1.01.5 Woonhuis:
het in de polis als risico-adres omschreven gebouw, bestemd voor permanente particuliere bewoning, met:
- al hetgeen volgens de verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt, met inbegrip van de funderingen, doch exclusief de grond, tuinaanleg, beplanting en bestrating;
- al hetgeen daarmee aard- en nagelvast is verbonden en naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven;
- inbegrip van bijgebouwen, kelders en terreinafscheidingen, tenzij bestaande uit beplantingen.
1.01.6 Schade:
beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van (onderdelen van) het woonhuis.
1.01.7 Gebeurtenis:
een voorval tengevolge waarvan schade is ontstaan en waarvoor de verzekering dekking verleent.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
2.01 Grondslag van de verzekering
2.01.1 De door verzekeringnemer aan WUTHRICH verstrekte inlichtingen en gedane verklaringen -in welke vorm dan ook- vormen de grondslag van deze verzekering en worden geacht daarmee één geheel te vormen.
2.01.2 De omschrijving van het risico en het verzekerde bedrag, met uitzondering van de eventuele jaarlijkse aanpassing op basis van indexering, worden geacht van verzekeringnemer afkomstig te zijn.
2.02 Bekendheid/aan- en verbouw/risicowijzing
2.02.1 Verzekeraars verklaren zich bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van het woonhuis ten tijde van het tot stand komen van de verzekering, alsmede met de belendingen gedurende de looptijd van de verzekering.
2.02.2 Verzekeringnemer heeft de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles mits binnen de grenzen gesteld door de omschrijving van het risico. Tijdens aanbouw of ingrijpende uitwendige verbouwing dekt de verzekering alleen schade aan het woonhuis door brand of naburige brand, ontploffing, blikseminslag, luchtverkeer, storm (mits en voor zover het woonhuis volledig glas-, wind- en waterdicht is), aanrijding of aanvaring of het omvallen van kranen of heistellingen.
Gedurende deze periode zijn de op de locatie aanwezige en voor het woonhuis bestemde bouwmaterialen, mits en voor zover voor rekening en risico van verzekeringnemer, op dezelfde wijze verzekerd.
Schade aan het woonhuis door andere dan de hier omschreven gevaren/gebeurtenissen is alleen gedekt voor zover verzekeringnemer aantoont dat er geen enkel verband bestaat tussen de schade en de aanbouw- of verbouwings- activiteiten.
2.02.3 Verzekeringnemer dient WUTHRICH zo spoedig mogelijk mededeling te doen van:
- wijziging van bestemming en/of bouwaard;
- het buiten gebruik raken van het woonhuis voor een aaneengesloten periode die (naar verwachting) langer dan 2 maanden zal duren;
- leegstand van het woonhuis;
- het geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn van het woonhuis.
Bedoelde mededeling dient in ieder geval binnen 2 maanden te worden gedaan, tenzij verzekeringnemer van het optreden van één der genoemde wijzigingen niet op de hoogte was en dat redelijkerwijs ook niet kon zijn.
Behalve in geval van wijziging van bestemming en/of bouwaard dekt de verzekering alleen nog schade aan het woonhuis door brand of naburige brand, ontploffing, blikseminslag, luchtverkeer of storm.
2.02.4 Verzekeraars hebben het recht om binnen 2 maanden na kennisneming van de risicowijziging de verzekering te beëindigen dan wel voort te zetten tegen nader overeen te komen voorwaarden en/of premie(s) en wel op een door hen te bepalen datum.
Verzekeringnemer wordt van de voorgenomen wijziging(en) tijdig schriftelijk door WUTHRICH in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 30 dagen na de dag waarop hij hiervan door WUTHRICH in kennis is gesteld, schriftelijk het tegendeel aan WUTHRICH heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering per de in hiervoor bedoelde wijzigingsdatum of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen.
2.02.5 Verzuimt verzekeringnemer tijdig mededeling te doen van een risicowijziging als in 2.02.3 bedoeld en maken verzekeraars aannemelijk dat zij de verzekering niet of slechts gewijzigd zouden hebben voortgezet, dan vervalt alle recht op schadevergoeding 2 maanden na aanvang van de risicowijziging.
Indien verzekeraars de verzekering tegen een hogere premie zouden hebben voortgezet, wordt een eventuele schade vergoed in dezelfde verhouding als de voor het optreden van de risicowijziging geldende premie staat tot de nieuw te noteren premie.
Indien verzekeraars de verzekering tegen gewijzigde voorwaarden zouden hebben voortgezet, wordt een eventuele schade vergoed met inachtneming van deze gewijzigde voorwaarden.
2.03 Omvang van de dekking
2.03.1 De verzekering dekt plotseling ontstane schade aan het woonhuis veroorzaakt door een gevaar/gebeurtenis als in 2.04 omschreven, ongeacht of dit is veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf of dat het uit de aard en de natuur van het woonhuis zelf onmiddellijk voortspruit.
2.03.2 Met schade aan onderdelen van het woonhuis doordat deze zelf door een verzekerd(e) gevaar/gebeurtenis worden getroffen, wordt gelijkgesteld schade aan deze en andere onderdelen van het woonhuis die daarvan het gevolg is.
2.03.3 Schade aan het woonhuis is ook verzekerd als die schade is veroorzaakt doordat niet-verzekerde zaken door een verzekerd(e) gevaar/gebeurtenis zijn getroffen en de schade aan het woonhuis het gevolg is van de nabijheid van de niet-verzekerde zaken.
2.03.4 Indien een in 2.04 genoemd(e) gevaar/gebeurtenis is voorzien van een *, wordt dit/deze toegelicht in de na artikel 8 opgenomen ‘Nadere omschrijvingen’.
2.04 Gedekte gevaren/gebeurtenissen:
2.04.1 brand*, alsmede brandblussing;
2.04.2 ontploffing*;
2.04.3 xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen of broeien als gevolg van hitte-uitstraling door een andere zaak of xxxxxxxxx daarmee;
niet gedekt is evenwel:
schade aan elektrische apparaten en leidingen als gevolg van doorbranden of oververhitting;
2.04.4 blikseminslag of overspanning/inductie op het elektriciteitsnet als gevolg van blikseminslag;
2.04.5 luchtverkeer*;
2.04.6 diefstal of poging daartoe van tot het woonhuis behorende en daaraan aard- en nagelvast aangebrachte onderdelen, met inbegrip van door of bij gelegenheid van inbraak of poging daartoe aan het woonhuis veroorzaakte schade; indien door of bij gelegenheid van inbraak in het woonhuis of poging daartoe één of meerdere sloten van een zogenaamd passe-partout-sleutelsysteem beschadigd raakt en hierdoor het gehele passe-partout-sleutelsysteem onbruikbaar is geworden, vergoeden verzekeraars tot een maximum van € 250 per gebeurtenis ook de onbeschadigde sloten;
niet gedekt is evenwel:
schade ontstaan gedurende de tijd dat het woonhuis geheel of grotendeels leeg staat of geheel of gedeeltelijk is gekraakt;
2.04.7 vandalisme, gepleegd uit vernielzucht nadat iemand wederrechtelijk het woonhuis is binnengedrongen;
niet gedekt is evenwel:
schade ontstaan gedurende de tijd dat het woonhuis geheel of grotendeels leeg staat of geheel of gedeeltelijk is gekraakt;
2.04.8 rellen, relletjes of opstootjes (waaronder te verstaan incidentele collectieve geweldsmanifestaties), alsmede plundering of ongeregeldheden bij werkstaking;
2.04.9 storm*;
niet gedekt is evenwel:
- schade als gevolg van slecht onderhoud;
- schade aan zonweringen, (schotel)antennes en vlaggenmasten, voor zover deze na aftrek van het eigen risico meer bedraagt dan € 500;
2.04.10 inslag van hagelstenen, zulks tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag;
niet gedekt is evenwel:
hagelschade aan ruiten in ramen en deuren, (kunststof) dakramen en -koepels, glazen overkappingen en andere glazen onderdelen van het woonhuis dienende tot daglichtdoorlating, tenzij uit de polis blijkt dat glasschade uitdrukkelijk is meeverzekerd;
2.04.11 neerslag (waaronder te verstaan op het risico-adres opgetreden regenval, sneeuwval, hagel of smeltwater) onvoorzien
het woonhuis binnengedrongen en/of (riool)water onvoorzien via de begane grond of openbare weg het woonhuis binnengedrongen, indien dit (riool)water uitsluitend en alleen als gevolg van hevige plaatselijke regenval (waaronder te verstaan neerslag van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur) op en/of nabij het risico- adres buiten zijn normale loop is getreden;
niet gedekt is evenwel:
- schade als gevolg van slecht onderhoud of constructiefouten;
- schade door vochtdoorlating van muren (zgn. doorslaan van muren), vloeren of kelders;
- schade door grondwater, tenzij het woonhuis binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten sanitair en toestellen;
- schade door overstroming;
- schade door neerslag binnengedrongen via openstaande ramen, deuren, luiken en dergelijke openingen;
- herstel van daken (incl. dakbeschot), balkons e.d., dakgoten en afvoerpijpen;
2.04.12 sneeuwdruk (waaronder te verstaan schade als gevolg van sneeuwbelasting op daken en/of tegen muren);
niet gedekt is evenwel:
- schade als gevolg van slecht onderhoud;
- schade aan zonweringen, (schotel)antennes en vlaggenmasten;
2.04.13 water of stoom onvoorzien gestroomd of overgelopen uit de waterleiding-, centrale verwarmings-, airconditionings- of sprinklerinstallatie en/of daarop vast/permanent aangesloten aan- en afvoerleidingen, sanitair en toestellen als gevolg van een plotseling optredend defect, waaronder begrepen breuk, springen door vorst en verstopping;
voor zover de schade het gevolg is van het losschieten van een flexibele tuin-, afvoer- of vulslang is het recht op schadevergoeding beperkt tot een maximum van € 2.500 per gebeurtenis;
indien door een defect aan een aan- of afvoerleiding, die onderdeel is van het woonhuis, binnen of onder het woonhuis water uitstroomt (ongeacht of dit schade aan het woonhuis veroorzaakt), zijn tevens gedekt de kosten van het opsporen van het defect en het herstel van die leiding, alsmede de kosten van het daarvoor noodzakelijke hak- en breekwerk aan het woonhuis en van het herstel hiervan;
bij het springen door vorst zijn bovendien gedekt de kosten van herstel van de gesprongen toestellen en sanitair;
niet gedekt is evenwel:
- schade als gevolg van slecht onderhoud of constructiefouten;
- schade als gevolg van geleidelijke vochtdoorlating van tegelwerk of een andere vloer- of wandafdichting die waterdicht behoort te zijn, zulks met inbegrip van (kit)voegen;
- schade als gevolg van werkzaamheden aan leidingen, sanitair of toestellen, tenzij de werkzaamheden door een ander dan een verzekerde worden verricht;
- bevriezing door nalatigheid of onzorgvuldigheid in het treffen van voorzorgsmaatregelen;
- uitvoering op last van de overheid;
2.04.14 water onvoorzien gestroomd uit een waterbed;
2.04.15 water onvoorzien gestroomd uit aquaria door xxxxx of een defect daarvan, met inbegrip van schade door de breuk van het glas van een aquarium;
2.04.16 aanrijding of aanvaring, met inbegrip van de schade hierbij of hierna veroorzaakt met of door zaken die uit/van het motorrijtuig of vaartuig zijn gevallen of gestroomd;
niet gedekt is evenwel:
schade aan het motorrijtuig of vaartuig resp. de zaken die de schade veroorzaakten;
2.04.17 walm, rook of roet plotseling en onverwacht uitgestoten door een op een schoorsteen aangesloten verwarmings- installatie of vrijgekomen bij het onverwacht droogkoken en verkolen van voedsel;
niet gedekt is evenwel:
herstel van reeds aanwezige vervuiling als gevolg van het normale gebruik van de kachel of haard resp. de normale voedselbereiding;
2.04.18 olie en andere vloeistoffen onvoorzien gestroomd uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie of uit een met olie gevulde elektrische radiator;
niet gedekt is evenwel:
- vervanging van de verloren gegane olie of vloeistof;
- herstel van de oorzaak van het uitstromen;
2.04.19 het omvallen van (delen van) bomen of het afbreken van takken (al dan niet als gevolg van het kappen of snoeien), het omvallen van windmolens, antennes, vlaggenmasten, kranen, hoogwerkers of heistellingen of het losraken van delen daarvan of van belendende gebouwen;
niet gedekt is evenwel:
schade aan de genoemde zaken indien en voor zover die zaken de schade hebben veroorzaakt;
2.04.20 glasscherven, na breuk afkomstig van tot het woonhuis behorende ruiten of van in het woonhuis bevestigde spiegels, schilderijen of etsen;
niet gedekt is evenwel:
schade aan de zaken die de schade hebben veroorzaakt;
2.04.21 dieren;
niet gedekt is evenwel:
schade veroorzaakt door dieren die eigendom zijn van, in gebruik zijn bij of onder berusting zijn van een verzekerde;
2.04.22 bijtende stoffen;
niet gedekt is evenwel:
schade ontstaan als gevolg van reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
2.05 Omvang van de all-risks-dekking
2.05.1 Indien uit de polis blijkt dat op basis van all-risks-dekking is verzekerd, dekt de verzekering tevens schade aan het woonhuis door iedere andere voor verzekeringnemer plotselinge, onvoorziene gebeurtenis.
Niet gedekt is evenwel:
2.05.2 schade aan het woonhuis die ook in 2.04 expliciet van dekking is uitgesloten onder een kopje “niet gedekt is evenwel”;
2.05.3 schade als gevolg van een gebeurtenis die niet onvoorzien, plotseling en/of onverwacht op het woonhuis inwerkt, maar die geleidelijk is ontstaan door bijvoorbeeld:
- constructiefouten, slijtage, achterstallig onderhoud;
- vervuiling, verontreiniging, smog, industriële of agrarische rook, verkleuring, veroudering, vervorming, verrotting, corrosie of andere langzaam (in)werkende (weers)invloeden;
- plantengroei, vogels, insecten, ongedierte, knaagdieren, bacteriën, virussen, schimmels, zwammen of andere micro-organismen;
- veranderingen in de bodemstructuur, zoals (grond)verzakking, (grond)verschuiving of (grond)wateronttrekking;
2.05.4 schade als gevolg van een gebeurtenis die niet onvoorzien, plotseling en/of onverwacht op het woonhuis inwerkt, maar die voorzienbaar of te verwachten is, zoals:
- schade ontstaan tijdens en als gevolg van normaal huishoudelijk gebruik, zoals vlekken, barsten, krassen, schrammen, butsen of deuken;
- schade door (ondeskundig door) verzekerde uitgevoerde werkzaamheden in het kader van reiniging of onderhoud van resp. structurele verandering of reparatie aan (onderdelen van) het woonhuis;
2.05.5 schade aan ruiten in ramen of deuren, (kunststof) dakramen en -koepels, glazen overkappingen en andere glazen onderdelen van het woonhuis dienende tot daglichtdoorlating veroorzaakt op andere wijze dan bij gelegenheid van inbraak of poging daartoe, tenzij uit de polis blijkt dat glasschade uitdrukkelijk is meeverzekerd;
2.05.6 aantasting van het woonhuis met inbegrip van grond en water door verontreiniging van bodem, lucht of water;
2.05.7 schade uitsluitend bestaande uit graffiti of het niet of niet goed functioneren van (onderdelen van) het woonhuis zonder dat er tevens sprake is van een fysieke aantasting van het materiaal.
2.06 Omvang van de glasdekking
2.06.1 Indien uit de polis blijkt dat glas is meeverzekerd, dekt de verzekering tevens schade bestaande uit breuk (waaronder ook te verstaan een ster, gat of barst die door de ruit heen gaat) van ruiten in ramen en deuren, (kunststof) dakramen en -koepels, glazen overkappingen en andere glazen onderdelen van het woonhuis, dienende tot (dag)lichtdoorlating, als gevolg van een voor verzekerde plotselinge en onvoorziene gebeurtenis.
2.06.2 Tot een maximum van € 500 per gebeurtenis dekt de verzekering eveneens breuk van glas in windschermen en balkonafscheidingen, alsmede gebrandschilderd, geëtst of gebogen glas.
2.06.3 Niet gedekt is evenwel:
- glas in terreinafscheidingen en broeikassen of -bakken;
- versieringen, beschilderingen, beplakkingen, folie, etc.;
- eenzijdige beschadiging, zoals putjes, krassen, schroei- en brandplekken;
- lekkage van of condensvorming in isolatieglas;
- schade door eigen gebrek in geval van glas-in-lood, draadglas of kunststof;
- schade tijdens aanbouw of verbouwing resp. leegstand of het gekraakt zijn van het woonhuis;
- schade tijdens vervoer, verplaatsing, verandering, bewerking (anders dan glazenwassen), versiering of kunstmatige verhitting.
2.06.4 Evenmin komen voor vergoeding in aanmerking de kosten van de- en montage van onderdelen van het woonhuis, zoals betimmeringen, zonweringen, luifels, rolluiken of cv-radiatoren.
2.07 Dekking boven het verzekerde bedrag
Boven het verzekerde bedrag worden na een gebeurtenis vergoed:
2.07.1 de schade aan de funderingen van het woonhuis;
2.07.2 de bereddingskosten, waaronder te verstaan de kosten van maatregelen die door of namens een verzekerde direct bij of na een gebeurtenis redelijkerwijs worden getroffen om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade aan het woonhuis te voorkomen of om die schade te beperken;
2.07.3 de salvage kosten, waaronder te verstaan de kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een
brand worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om schade te beperken;
2.07.4 de kosten van extra herstelwerkzaamheden aan het woonhuis, na een gebeurtenis gemaakt op grond van een door de overheid rechtmatig opgelegde verplichting daartoe;
2.07.5 de schade door huurderving op basis van de huurwaarde van het woonhuis gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 1 jaar ten gevolge van het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar zijn van het woonhuis;
indien geen huurovereenkomst is gesloten of verzekeringnemer het woonhuis zelf bewoont, wordt een vergoeding voldaan overeenkomende met het bedrag dat zou zijn vergoed wanneer het woonhuis met dezelfde bestemming zou zijn verhuurd;
indien verzekeringnemer niet tot herstel resp. herbouw overgaat, vindt vergoeding plaats over een periode van maximaal 3 maanden;
2.07.6 de kosten van noodvoorzieningen, waaronder te verstaan de kosten van de redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening bij of na een gebeurtenis aangebracht in of aan het woonhuis, in afwachting van definitief herstel van de door die gebeurtenis aan het woonhuis ontstane schade;
2.07.7 de kosten van herstel van de bij het woonhuis behorende tuinaanleg, beplanting en bestrating, tenzij de schade is veroorzaakt door diefstal of poging daartoe, vandalisme, storm, inslag van hagelstenen, neerslag, sneeuwdruk of dieren;
2.07.8 de opruimingskosten, waaronder te verstaan afbraak, wegruimen en afvoeren van (onderdelen van) het woonhuis die niet reeds in de vaststelling van de schade aan het woonhuis zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een gebeurtenis;
2.07.9 de saneringskosten, waaronder te verstaan de kosten van onderzoek, reinigen, opruimen, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, grondwater en/of oppervlaktewater teneinde de verontreiniging hierin weg te nemen en de kosten om die verontreiniging te isoleren, waaronder begrepen de bereddingskosten en de kosten van nood- voorzieningen, alles mits en voor zover grond, grondwater en/of oppervlaktewater zijn gelegen op het in de polis omschreven risico-adres van het woonhuis of op de directe belendingen daarvan èn de kosten door verzekerde uitsluitend en alleen als direct gevolg van een gebeurtenis zelf zijn gemaakt resp. voor zijn rekening komen in verband met door de overheid ter zake uitgeoefende bestuursdwang;
niet gedekt is evenwel:
- sanering van een reeds bestaande verontreiniging;
- herinrichting van het terrein.
2.07.10 De artikelonderdelen 2.07.1 t/m 2.07.5 worden zonder maximering vergoed. Artikelonderdeel 2.07.6 wordt tot een maximum van € 1.000 vergoed. De artikelonderdelen 2.07.7 t/m 2.07.9 worden ieder tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag vergoed.
2.08 Eigen risico
2.08.1 In geval van schade aan het woonhuis veroorzaakt door storm geldt per gebeurtenis een eigen risico van € 200.
2.08.2 Indien uit de polis blijkt dat op basis van all-risks-dekking is verzekerd, geldt voor iedere andere schade aan het woonhuis per gebeurtenis een eigen risico van € 50.
2.09 Indexering
2.09.1 Indien uit de polis blijkt dat de verzekering is gesloten op basis van indexering, wordt het verzekerde bedrag jaarlijks op de (hoofd)premievervaldatum -en in evenredigheid daarmee de premie- automatisch aangepast aan het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor de herbouwkosten van woningen.
Het verzekerde bedrag wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 50.
2.09.2 In geval van schade zullen de in 4.02 bedoelde experts behalve de daar vermelde taxaties ook een raming geven van het indexcijfer op het moment van de schade. Is dit indexcijfer hoger dan het indexcijfer ten tijde van de laatste (hoofd)premievervaldatum, dan geldt voor de regeling van de schade als het verzekerde bedrag het bedrag overeenkomende met het indexcijfer op het moment van de schade, echter met als maximum 125% van het op de laatste (hoofd)premievervaldatum vastgestelde verzekerde bedrag.
Deze regeling geldt niet voor de periode van de ingangsdatum van de verzekering tot de eerste (hoofd)premie- vervaldatum.
2.10 Vaste taxatie
2.10.1 Indien uit de polis blijkt dat de verzekering is gesloten op basis van vaste taxatie door een deskundige als bedoeld in artikel 275 WvK, resp. het equivalent hiervan in titel 7.17 NBW nadat en voor zover dat toepassing vindt, èn op basis van indexering, wordt het in de polis genoemde verzekerde bedrag voor de duur van 6 jaar -te rekenen vanaf de dagtekening van het taxatierapport- aangemerkt als werkelijke waarde voor een gebeurtenis. Het taxatierapport wordt, na fiattering door of namens verzekeraars, geacht deel uit te maken van de verzekering.
Aanpassing van het verzekerde bedrag voortvloeiende uit de indexering als omschreven in 2.09 wordt geacht op dezelfde wijze te zijn getaxeerd.
2.10.2 Indien voor afloop van de in 2.10.1 bedoelde termijn geen nieuw taxatierapport is opgemaakt, blijft de taxatie nog gedurende 6 maanden van kracht als partijentaxatie. Daarna wordt het verzekerde bedrag beschouwd als een opgave van verzekeringnemer zelf.
2.11 Waardegarantie
2.11.1 Indien uit de polis blijkt dat de verzekering is gesloten met waardegarantie èn op basis van indexering, is onderverzekering niet mogelijk, omdat als basis voor de bepaling van de te verzekeren herbouwwaarde gebruik is gemaakt van een bij WUTHRICH in gebruik zijnde ‘herbouwwaardemeter’, welke is gebaseerd op de door het Verbond van Verzekeraars uitgegeven ‘Handleiding voor de globale vaststelling van de gemiddelde herbouwkosten per kubieke meter voor woningen’.
2.11.2 Deze waardegarantie vervalt:
- na verloop van 5 jaar, te rekenen vanaf de in de polis vermelde dagtekening van de ‘herbouwwaardemeter’;
- zodra en indien bouwkundige of andere wijzigingen aan het woonhuis en/of de bijgebouwen zijn voltrokken die van invloed zijn op de factoren die bepalend zijn voor de berekening van de herbouwwaarde;
- na 30 dagen nadat verzekeraars na een schade of op een ander door hen te bepalen tijdstip een nieuw ingevulde ‘herbouwwaardemeter’ verlangen.
2.11.3 Indien bij de schaderegeling blijkt dat de ‘herbouwwaardemeter’ bij de vaststelling van het verzekerde bedrag niet naar waarheid is ingevuld of niet overeenkomstig de aanwijzingen is gebruikt, zodanig dat verzekeringnemer heeft begrepen of heeft moeten begrijpen dat het op die wijze vastgestelde verzekerde bedrag niet in overeenstemming is met de werkelijke herbouwwaarde van het woonhuis, vervalt eveneens de waardegarantie en geldt wederom de onderverzekeringsregel als in 4.03.6 bedoeld.
2.12 Andere verzekeringen/samenloop
2.12.1 Indien blijkt dat het woonhuis ten tijde van een gebeurtenis tevens door één of meer andere verzekering is gedekt en het totaal van de verzekerde bedragen de herbouwwaarde van het woonhuis overtreft, behoeven verzekeraars niet meer te vergoeden dan een evenredig aandeel in verhouding tot alle verzekerde bedragen tezamen, zonder dat vermindering of restitutie van premie plaatsvindt.
2.12.2 Verzekeraars behoeven geen schade te vergoeden indien en voor zover het belang (tevens) door een speciale verzekering is gedekt.
2.12.3 Indien verzekeringnemer eigenaar is van het woonhuis en de daarin aanwezige inboedel en sprake is van schade waarvoor in principe zowel een woonhuisverzekering als een inboedelverzekering dekking verleent, zullen verzekeraars voor de vraag of de onderhavige verzekering dan wel de inboedelverzekering dekking moet verlenen de door het Verbond van Verzekeraars afgegeven advieslijst ‘opstal/inboedel’ (meest recente versie) volgen.
2.12.4 Verzekerde is ingeval van schade verplicht op verzoek van verzekeraars alle overige hem bekende en ter zake relevante verzekeringen op te geven.
2.13 Bijverzekering na schade
2.13.1 Het bedrag van de schadevergoeding wordt op het tijdstip van de gebeurtenis geacht te zijn bijverzekerd, tenzij verzekeraars binnen 30 dagen nadat alle voor de schadevaststelling noodzakelijke gegevens zijn ontvangen kenbaar maken de bijverzekering niet te accepteren. De bijverzekering eindigt dan na 14 dagen te rekenen vanaf de dag van de verzending van de kennisgeving.
Artikel 3 Uitsluitingen en bijzondere insluitingen
3.01 Aardbeving of vulkanische uitbarsting
3.01.1 Niet verzekerd zijn aanspraken betreffende schade veroorzaakt door aardbeving of vulkanische uitbarsting.
Bij schade ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij het woonhuis de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
3.02 Atoomkernreacties
3.02.1 Niet verzekerd zijn aanspraken betreffende schade veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoom- kernreacties, waaronder te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radio-activiteit, onverschillig hoe de reactie is ontstaan.
Deze uitsluiting geldt niet voor:
aanspraken betreffende schade veroorzaakt door radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, wetenschappelijke, onderwijskundige of (niet militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van
radioactieve stoffen en voor zover krachtens de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen of enig verdrag niet een derde aansprakelijk is.
Onder "kerninstallatie" wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet (Staatsblad 1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3.03 Molest
3.03.1 Niet verzekerd zijn aanspraken betreffende schade veroorzaakt door of ontstaan uit molest, waaronder uitsluitend te verstaan:
- gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen, bestrijden, waaronder mede te verstaan het gewapend optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, Noord Atlantische Verdragsorganisatie of West Europese Unie;
- burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
- opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
- binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
- oproer: min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
- muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Deze nadere omschrijvingen vormen een onderdeel van een tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 onder nummer 136/1981 is gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage.
3.04 Opzet
3.04.1 Niet verzekerd zijn aanspraken betreffende schade veroorzaakt met goedvinden resp. door opzet of eigen grove schuld van verzekeringnemer.
Onder grove schuld moet in dit verband worden verstaan een handelen of nalaten van verzekeringnemer dat roekeloos en met de wetenschap dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien is geschied.
3.05 Overstroming
3.05.1 Niet verzekerd zijn aanspraken betreffende schade veroorzaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers en andere waterkeringen, ongeacht of deze overstroming werd veroorzaakt door storm of (langdurige) neerslag.
Met overstroming wordt gelijk gesteld uitstroming van water via scheuren, gaten en andere beschadigingen van/in waterkeringen.
3.05.2 Deze uitsluiting geldt niet voor:
brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
Artikel 4 Omschrijving van de schadebehandeling
4.01 Schade-aanmelding
4.01.1 Zodra verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een verplichting tot schadevergoeding kan leiden is verzekerde verplicht;
- deze zo spoedig mogelijk aan WUTHRICH te melden;
- aan WUTHRICH alle gegevens te verstrekken en alle dienaangaande (nog te) ontvangen stukken aan WUTHRICH door te zenden; deze gegevens en/of stukken zullen (mede) dienen ter vaststelling van de toedracht, alsmede de omvang van de schade en het recht op schadevergoeding;
- alles in het werk te stellen om schade te beperken;
- in geval van (een vermoeden van) enig strafbaar feit daarvan terstond aangifte te doen bij de politie;
- zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen schaden.
4.02 Schaderegeling
4.02.1 De schade wordt in onderling overleg of door een door WUTHRICH namens verzekeraars ingeschakelde onafhankelijke expert vastgesteld. In het laatste geval heeft verzekerde het recht eveneens een expert te benoemen. Voor het geval beide experts ten aanzien van de omvang van de schade niet tot overeenstemming kunnen komen, benoemen zij voor aanvang van hun werkzaamheden een derde expert die, na beide experts te hebben gehoord, de omvang van de schade overeenkomstig deze algemene voorwaarden bindend zal vaststellen binnen de grenzen van de taxaties van beide experts.
4.02.2 Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel te Utrecht gedaan, voor alle partijen bindend zijn. De partij van wie deze actie uitgaat zal daarvan aan de wederpartij terstond kennis geven.
4.02.3 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor verzekeraars geen erkenning van schade- vergoedingsplicht in.
4.02.4 Het salaris en de kosten van alle experts zijn -zo nodig boven het verzekerde bedrag- ten volle voor rekening van verzekeraars. Overtreft de declaratie van de door verzekerde benoemde expert die van de namens verzekeraars ingeschakelde expert, dan is/blijft het meerdere voor rekening van verzekerde.
4.03 Schadevergoeding
4.03.1 De verplichting van verzekeraars tot schadevergoeding na een gebeurtenis omvat tot ten hoogste het verzekerde bedrag het verschil tussen de waarde van het woonhuis onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis, vermeerderd met het bedrag van de vergoedingen als in 2.07 bedoeld.
Als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis zal worden aangehouden:
4.03.2 - het bedrag van de vaste taxatie zoals in 2.10.1 omschreven in geval van verzekering op basis van een geldige vaste taxatie, mits en voor zover verzekeringnemer binnen 1 jaar na de gebeurtenis mededeelt dat door hem tot herstel resp. herbouw wordt overgegaan en het herstel resp. de herbouw binnen 2 jaar na de gebeurtenis
aanvangt;
4.03.3 - de herbouwwaarde, zijnde het bedrag dat benodigd is voor herbouw van het woonhuis -op dezelfde locatie, met dezelfde bestemming en gelijkwaardige bouwaard en inrichting- onmiddellijk na de gebeurtenis, indien:
* verzekeringnemer binnen 1 jaar na de gebeurtenis mededeelt dat door hem tot herstel resp. herbouw wordt overgegaan en het herstel resp. de herbouw binnen 2 jaar na de gebeurtenis aanvangt;
* deze lager is dan de verkoopwaarde;
* op het woonhuis een herbouwplicht rust;
4.03.4 - de verkoopwaarde, zijnde de prijs van het woonhuis bij verkoop in het normale verkeer exclusief de grond, indien:
* geen sprake is van herstel resp. herbouw op hetzelfde risico-adres en/of met dezelfde bestemming;
* het woonhuis leeg stond of al langer dan 2 maanden buiten gebruik was en bovendien te koop stond aangeboden;
* het woonhuis reeds voor de gebeurtenis door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard resp. was bestemd voor afbraak of onteigening;
* het woonhuis geheel of gedeeltelijk langer dan 3 maanden was gekraakt.
4.03.5 Indien de bevoegde autoriteiten herbouw op hetzelfde risico-adres niet toestaan en herbouw derhalve elders binnen Nederland plaatsvindt, wordt dit gelijkgesteld met herbouw op hetzelfde risico-adres.
Indien in dit geval de kelder(s) en fundering onbeschadigd zijn gebleven, maar door de herbouw elders onbruikbaar zijn geworden, vergoeden verzekeraars tot een maximum van € 25.000 ook de waarde van deze zaken, met dien verstande dat de totale vergoeding nimmer meer zal bedragen dan de werkelijk gemaakte kosten.
4.03.6 Behoudens in geval van verzekering op basis van een geldige vaste taxatie resp. waardegarantie als in 2.10 resp. 2.11 bedoeld, is schadevergoeding slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerde bedrag lager is dan de waarde van het woonhuis onmiddellijk voor de gebeurtenis, tenzij de aldus berekende onderverzekering niet meer dan 10% bedraagt en het verzekerde bedrag direct na de gebeurtenis hiermee in overeenstemming wordt gebracht. Vergoedingen als in 2.07 en 4.02.4 bedoeld worden echter volledig voldaan overeenkomstig het aldaar bepaalde.
4.03.7 In geval van glasbreuk als in 2.06 bedoeld vergoeden verzekeraars de prijs van ander glas van dezelfde soort en kwaliteit, vermeerderd met de inzetkosten.
Indien de glaszetter op grond van de NEN-norm voor veiligheidsbeglazing in gebouwen (NEN-3569) verplicht is een ruit die lager begint dan 85 cm van de vloer resp. een schuin raam te vervangen door speciaal veiligheidsglas, vergoeden verzekeraars de extra kosten voor het duurdere glas.
4.03.8 Verzekeraars hebben het recht in geval van schadevergoeding op basis van herbouwwaarde eerst 100% van de naar verkoopwaarde vastgestelde schadevergoeding te voldoen en het restant eerst te voldoen nadat herinvestering heeft plaatsgevonden, met dien verstande dat de totale schadevergoeding nimmer meer zal bedragen dan de werkelijk gemaakte kosten.
4.03.9 In geval van diefstal van onderdelen van het woonhuis is verzekeringnemer desgewenst verplicht zijn eigendoms- rechten ter zake aan verzekeraars over te dragen.
Indien de gestolen zaken zonder tussenkomst van WUTHRICH of verzekeraars weer in het bezit komen van verzekerde, is hij verplicht binnen 2 weken WUTHRICH daarvan in kennis te stellen.
4.03.10 Xxxx verschuldigde schadevergoeding zal worden voldaan binnen 30 dagen na ontvangst door verzekeraars van alle voor de schadevaststelling noodzakelijke gegevens, waaronder begrepen de overdracht van de eigendomsrechten als in 4.03.9 bedoeld. Verzekeraars zullen nimmer eerder in verzuim zijn dan vanaf 30 dagen na deze ontvangst.
4.04 Verlies van recht op uitkering
4.04.1 Elk recht op schadevergoeding vervalt:
- indien verzekerde bij schade opzettelijk onjuiste en/of onvolledige gegevens verstrekt of laat verstrekken;
- indien verzekerde één of meer van de in 4.01.1 omschreven verplichtingen niet is nagekomen en voor zover daardoor de belangen van verzekeraars zijn geschaad;
- indien schade-aanmelding niet plaatsvindt binnen 3 jaar na het moment waarop verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis als in 4.01.1 bedoeld;
- indien, nadat verzekeraars ten aanzien van een aanspraak een definitief standpunt hebben ingenomen, hetzij door deze af te wijzen, hetzij door (een aanbod van) betaling bij wijze van finale afdoening, verzekerde niet binnen
1 jaar te rekenen vanaf de dag waarop hij of zijn gemachtigde van dit standpunt kennis kreeg, het standpunt van verzekeraars in rechte heeft aangevochten.
Artikel 5 Premie
5.01 Premiebepalende factoren
5.01.1 Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, wordt de premie bepaald aan de hand van één of meerdere van de hierna omschreven factoren:
- bouwaard van het woonhuis;
- regio waarin het woonhuis is gelegen;
- herbouwwaarde van het woonhuis;
- gekozen dekking;
- eventueel vrijwillig eigen risico;
- contractsduur.
5.01.2 Indien zich een wijziging voordoet in de in 5.01.1 bedoelde gegevens, dient verzekeringnemer daarvan terstond mededeling te doen aan WUTHRICH. Voor zover nodig zal de premie worden herzien. Verzekeringnemer kan met betrekking tot de gewijzigde situatie, voor zover daardoor het door verzekeraars gelopen risico is verzwaard, geen rechten aan de polis ontlenen indien hij deze verplichting niet is nagekomen.
5.01.3 Indien de verzekering is aangegaan op grond van tussen de werkgever van verzekeringnemer en verzekeraars gemaakte afspraken, in welk geval sprake is van een zogenaamde collectieve verzekering, is verzekeringnemer verplicht zodra de dienstbetrekking eindigt anders dan wegens vervroegd uittreden of pensionering hiervan terstond aan verzekeraars kennis te geven, waarna de verzekering -onverminderd het in 7.03 bepaalde- eindigt. Zij kan alsdan worden voortgezet tegen nader overeen te komen premie en/of voorwaarden.
5.01.4 Indien verzekeraars een onjuistheid constateren in de opgegeven gegevens, hebben zij het recht premie en/of voorwaarden met terugwerkende kracht te herzien.
5.02 Premiebetaling
5.02.1 Verzekeringnemer is verplicht premie, kosten en assurantiebelasting bij vooruitbetaling aan WUTHRICH te voldoen binnen 30 dagen nadat zij verschuldigd zijn geworden.
5.02.2 Indien verzekeringnemer het verschuldigde niet tijdig betaalt of weigert te betalen, wordt -zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist- geen dekking verleend voor na de in 5.02.1 bedoelde termijn plaatshebbende gebeurtenissen, zulks onverminderd de verplichting het verschuldigde alsnog te betalen. De dekking gaat eerst weer in om 12.00 uur op de dag volgend op die waarop het verschuldigde -met inbegrip van de in 5.02.3 bedoelde incassokosten- alsnog is ontvangen en aanvaard. Xxxxxxxxxxxxxx die zich hebben voorgedaan gedurende de periode waarin de verzekering geen dekking bood blijven echter van dekking uitgesloten.
5.02.3 Indien verzekeringnemer weigert premie, kosten en assurantiebelasting te betalen en WUTHRICH tot (buiten)gerechtelijke incasso moet overgaan, dient verzekeringnemer naast het verschuldigde tevens vertragingsrente en 15% incassokosten over de hoofdsom te voldoen. Iedere betaling zal eerst strekken tot vereffening van de vertragingsrente en incassokosten en het restant pas tot vereffening van premie, kosten en assurantiebelasting.
5.02.4 Onder verzekeringnemer wordt voor de toepassing van artikelonderdelen 5.02.1 t/m 5.02.3 tevens verstaan de tussenpersoon, in geval de verzekering door bemiddeling van een tweede, zelf incasserende tussenpersoon is gesloten.
5.03 Premierestitutie
5.03.1 Verzekeringnemer heeft alleen recht op terugbetaling van pro rata premie en assurantiebelasting:
- bij tussentijdse beëindiging van de verzekering anders dan wegens het niet of niet tijdig betalen van premie, kosten en assurantiebelasting resp. (een poging tot) opzettelijke misleiding van verzekeraars;
- bij toepassing van een lagere premie in geval van een wijziging als in 5.01.2 bedoeld.
5.03.2 Alsdan zal de te restitueren premie worden vastgesteld naar evenredigheid van de onverstreken termijn en onder aftrek van € 4 royementskosten, tenzij de te restitueren premie minder dan € 10 bedraagt.
Artikel 6 Wijzigingen
6.01 Wijziging van premie(s) en/of voorwaarden
6.01.1 Indien verzekeraars premie(s) en/of voorwaarden voor bepaalde groepen verzekeringen van dezelfde soort als deze wijzigen, hebben zij het recht premie(s) en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel op een door hen te bepalen datum.
6.01.2 Verzekeringnemer wordt van de voorgenomen wijziging(en) tijdig schriftelijk door WUTHRICH in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen 30 dagen na de dag waarop hij hiervan door WUTHRICH in kennis is gesteld, schriftelijk het tegendeel aan WUTHRICH heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de verzekering per de in 6.01.1 bedoelde wijzigingsdatum of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen.
6.01.3 Bestaat de verzekering uit verschillende in de polis en in de premie-opstelling gespecificeerde onderdelen, dan geldt de in 6.01.1 bedoelde herzieningsregeling per onderdeel en is beëindiging van de verzekering als in 6.01.2 bedoeld alleen mogelijk voor het (de) onderdeel (onderdelen) waarop de aanpassing betrekking heeft.
6.01.4 De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekeringnemer geldt niet indien:
- de wijziging van premie(s) en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van premie(s) bij een gelijkblijvende dekking inhoudt;
- de wijziging een uitbreiding van de dekking zonder premieverhoging inhoudt;
- de wijziging van premie(s) uitsluitend is gebaseerd op een wijziging als in 2.09.1, 2.10.1 of 5.01.2 bedoeld.
Artikel 7 Looptijd van de verzekering
7.01 Begin en einde van de verzekering
7.01.1 De verzekering gaat in op de in de polis genoemde ingangsdatum om 12.00 uur en eindigt op de in de polis genoemde einddatum eveneens om 12.00 uur. De dekking vangt evenwel niet eerder aan dan het tijdstip waarop de verzekering tot stand is gekomen, dan wel waarop een voorlopige dekking is afgegeven.
7.02 Duur van de verzekering
7.02.1 De verzekering is aangegaan voor een periode als in de polis is omschreven en wordt geacht daarna telkens stilzwijgend te zijn voortgezet voor de in de polis genoemde contractsduur.
7.02.2 Indien verzekeringnemer bij zijn overlijden een echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner en/of kinderen nalaat, wordt (worden) deze vanaf dit overlijden als verzekeringnemer(s) beschouwd.
7.02.3 Indien sprake is van een situatie als in 7.02.2 omschreven, zullen verzekeraars de verzekering beëindigen indien deze wens schriftelijk kenbaar wordt gemaakt door de nagelaten betrekkingen van de oorspronkelijke verzekeringnemer.
7.03 Beëindiging van de verzekering
7.03.1 Opzegging van de verzekering door één van beide partijen tegen het einde van de contractsduur waarvoor de verzekering is aangegaan of verlengd dient per aangetekende brief te geschieden aan WUTHRICH, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 2 maanden.
7.03.2 Een opzegging door verzekeringnemer is slechts van kracht, indien zij tot de contractsvervaldatum van de verzekering wordt gehandhaafd en zal, indien zij voor die datum wordt herroepen, geacht worden nimmer te hebben plaatsgehad.
7.03.3 De verzekering eindigt voorts:
- indien verzekeringnemer het woonhuis verkoopt; de verzekering eindigt dan op de dag van de eigendoms- overdracht, tenzij verzekeraars en de nieuwe belanghebbende(n) overeenstemming hebben bereikt over het doorlopen van de verzekering;
- indien verzekeringnemer gebruik maakt van zijn in 2.02.4 of 6.01.2 bedoelde recht;
- indien de nagelaten betrekkingen van verzekeringnemer gebruik maken van hun in 7.02.3 bedoelde recht;
- indien het dienstverband tussen verzekeringnemer en zijn werkgever als in 5.01.3 bedoeld eindigt en verzekeringnemer en verzekeraars geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over continuatie op individuele voorwaarden;
- indien verzekeraars binnen 30 dagen nadat zij schadevergoeding hebben verleend resp. schadevergoeding hebben geweigerd resp. nadat een aanspraak is ingediend, de verzekering hebben opgezegd resp. verzekeringnemer en verzekeraars geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over maatregelen en/of voorzieningen en/of wijziging van voorwaarden ter beperking van het risico; de verzekering eindigt dan na 14 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van deze opzegging;
- indien verzekeraars gedurende de periode als in 5.02.2 bedoeld, in welke periode verzekeringnemer in gebreke is de verschuldigde premie, kosten en assurantiebelasting te voldoen, de verzekering opzeggen; de verzekering eindigt dan na 14 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van deze opzegging.
Artikel 8 Overige bepalingen
8.01 Handelingen van verzekeraars
8.01.1 Verzekeraars verbinden zich in geval van co-assurantie de bovenstaande verzekeraar te allen tijde in alles te volgen, zonder enige uitzondering of beperking, zowel ten aanzien van verplichte of onverplichte schadevergoedingen, als ten aanzien van interpretatie of wijziging van de voorwaarden.
8.01.2 Indien gedurende de looptijd van de verzekering een door een verzekeraar geaccepteerd aandeel geheel of gedeeltelijk wordt overgesloten naar (een) andere verzekeraar(s), gebeurt dit op dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde afspraken zoals deze gelden op de dag van de oversluiting.
De overnemende verzekeraar(s) doet (doen) hiermede afstand van het recht zich ten aanzien van de oversluiting te beroepen op artikel 251 WvK, resp. het equivalent hiervan in titel 7.17 NBW nadat en voor zover dat toepassing vindt. Voor zover echter de oorspronkelijk op de verzekering betrokken verzekeraars een beroep hebben/hadden op artikel 251 WvK, resp. het equivalent hiervan in titel 7.17 NBW, gaat dit recht onverminderd over op de overnemende verzekeraar(s).
8.02 Mededelingen/domicilie
8.02.1 Alle mededelingen van verzekeraars kunnen rechtsgeldig geschieden aan WUTHRICH.
8.02.2 Alle mededelingen van verzekeringnemer moeten worden gericht aan WUTHRICH.
8.03 Toepasselijk recht/klachten/geschillen
8.03.1 Op deze verzekeringsovereenkomst en alle geschillen die daaruit voortvloeien is Nederlands recht van toepassing.
8.03.2 Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan de directies van WUTHRICH, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXXXXXX en/of de (bovenstaande) verzekeraar.
8.03.3 Wanneer het oordeel van WUTHRICH en/of de (bovenstaande) verzekeraar voor verzekeringnemer niet bevredigend is kan hij zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Verzekeringen, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXX XXXX.
8.03.4 Wanneer verzekeringnemer geen gebruik wil maken van de in 8.03.2 en 8.03.3 bedoelde klachtenbehandelings- mogelijkheden of de behandeling of uitkomst hiervan niet bevredigend vindt, kan hij het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter te Utrecht.
8.04 Persoongegevens
8.04.1 De bij de aanvraag of wijziging van deze verzekeringsovereenkomst verstrekte persoonsgegevens en eventuele andere gegevens worden door WUTHRICH verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten, het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude, en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
8.04.2 Op de verwerking van de in 8.04.1 bedoelde persoonsgegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf’ van toepassing.
NADERE OMSCHRIJVINGEN
Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Ontploffing
Onder schade door ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling, onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een -al dan niet gesloten- vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan, dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden.
Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen of een mengsel daarvan zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
De bij deze omschrijving behorende toelichting is door de Vereniging van Brandassuradeuren in Nederland op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
Luchtverkeer
Onder schade door luchtverkeer wordt verstaan het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
Met schade door luchtverkeer wordt gelijkgesteld:
- schade veroorzaakt door een meteoriet, waaronder te verstaan een massa uit de kosmos, die de kampkring is binnengekomen en daar in brand is geraakt;
- schade die ontstaat als gevolg van startende en/of proefdraaiende luchtvaartuigen of het doorbreken van de geluidsbarrière door een luchtvaartuig.
Storm
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger), vastgesteld krachtens:
- waarneming door het KNMI, Meteo Consult of een vergelijkbare instelling;
- waarneming door betrouwbare getuigen;
- stormschade aan meerdere gebouwen binnen een kring van 10 kilometer. Met schade door storm wordt gelijkgesteld:
- schade tengevolge van door storm bewogen resp. getroffen zaken;
- regen-, sneeuw- of hagelschade aan onderdelen van het woonhuis, voor zover deze schade het gevolg is van stormschade aan het woonhuis;
- de gehele of gedeeltelijke vernieling van door storm beschadigde onderdelen van het woonhuis krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid, geschied teneinde gevaar voor schade aan naburige zaken te voorkomen of voor de openbare veiligheid;
- vermissing van onderdelen van het woonhuis door dieverij of op enigerlei andere wijze gedurende de storm of de bereddering, doch alleen indien de storm schade aan het woonhuis heeft toegebracht.
Indien de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, wordt voor de vaststelling van het aantal malen dat het eigen risico van toepassing is de periode vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde is tot het begin van een periode van tenminste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest als één gebeurtenis beschouwd.