Juiste Palliatieve Zorg op de Juiste Plek op het Juiste Moment en met de Juiste Zorgverleners en Juiste Bekostiging: Procedure om te komen tot samenwerking met Consortia / Netwerken voor realisatie van NPPZ II
Juiste Palliatieve Zorg op de Juiste Plek op het Juiste Moment en met de Juiste Zorgverleners en Juiste Bekostiging: Procedure om te komen tot samenwerking met Consortia / Netwerken voor realisatie van NPPZ II
Periode 30 november – 9 mei 2023
Deze procedure beschrijft de stappen om te komen tot samenwerking met (boven)regionale samenwerkingsverbanden in de palliatieve zorg, te weten Consortia en/of Netwerken Palliatieve Zorg ten behoeve van de uitvoer en realisatie van de ambitie van de 5 J's van het NPPZ II. De procedure is vastgesteld in de stuurgroep NPPZ II op 30 november 2022.
Het inrichten van een heldere procedure om te komen tot samenwerkingsafspraken tussen Consortia en/of Netwerken Palliatieve Zorg en PZNL. De procedure moet leiden tot enerzijds de beste samenwerkingsvorm en het zo snel als mogelijk realiseren van de doelen van het NPPZ II, zonder voorbij te gaan aan de vereisten van zorgvuldigheid en transparantie. En waarbij in gezamenlijke afstemming een zo evenwichtig en zorgvuldig mogelijke samenwerking met de (boven)regionale samenwerkingsverbanden gerealiseerd wordt.
De procedure kent een looptijd van 30 november 2022 tot en met 9 mei 2023. Op 9 mei 2023 wordt tijdens de stuurgroep stilgestaan bij het gebruik en de gebruiksvriendelijkheid van de vastgestelde procedure en kan deze worden aangepast en verlengd. Het plan is om de procedure in 2023 steeds in de stuurgroep te agenderen en te bezien of aanpassingen noodzakelijk is.
De samenwerking ten behoeve van de NPPZ II kent twee varianten:
1. Niet-projectgebonden (alleen op consortium niveau)
Deze samenwerking betreft het samenstellen van en samen optrekken met een team op consortiumniveau dat zorgdraagt voor de bovenregionale afstemming en sturing op de diverse activiteiten die voor het NPPZ II in betreffende (boven)regionale regio plaats vinden. Dit team kan bestaan uit een kwartiermaker, verkenner, implementatiedeskundige, etc. Dit is in overleg nader te bepalen.
2. Projectgebonden
Deze samenwerking betreft het samen optrekken bij de uitvoer van feitelijke projecten op (boven)regionaal niveau. Hierbij kan een regionale projectleider worden aangesteld.
Wat | Wie |
1. Voorleggen beoogde samenwerking aan regio-adviseur en EPZ voorzitter | Netwerk of consortium |
2. Bespreken van de beoogde samenwerking met regio- adviseur en EPZ voorzitter | Netwerk of consortium |
3. Delen van beoogde samenwerking in het eigen consortium | Netwerk |
4. Voorleggen van beoogde samenwerking bij NPPZ II- commissie* (vanuit PZNL werkgebieden) | Netwerk en/of consortium |
5. Bespreken beoogde samenwerking | NPPZ II-commissie* |
6. Terugkoppelen uitkomsten bespreking aan netwerk en/of consortium | NPPZ II-commissie* |
7. Bij uitkomst voor groen licht voor samenwerking, dan vastleggen van de samenwerkingsafspraken in een overeenkomst | Netwerk / consortium en PZNL |
*NPPZ II commissie: voorzitter EPZ, Netwerkcoördinator, Directeur NPPZ II en Programmacoördinator L&P
Binnen dit voorstel volstaat het om de beoogde samenwerking te delen binnen het eigen consortium, zodat consortiumpartners inzicht en overzicht hebben over de verdeling van niet-projecten gebonden initiatieven en projecten in hun regio. Afhankelijk van de consortium/EPZ structuur kan de vorm en wijze van overleg, toetsing en besluitvorming variëren.
Voorleggen beoogde samenwerking
Het voorleggen van de beoogde samenwerking is vorm-vrij. We gaan ervan uit dat generieke randvoorwaarden beschreven worden in de beoogde samenwerking gericht aan de regio-adviseur.
De beoogde samenwerkingen worden besproken door de NPPZ II-commissie als:
1. Het stappenplan is toegepast.
2. Is vastgesteld dat de beoogde samenwerking past binnen de doelstellingen van het NPPZ II inclusief de programmabegroting.
Dit zijn tevens de enige randvoorwaarden voor de niet-projectgebonden beoogde samenwerkingen.
Additionele randvoorwaarden projectgebonden beoogde samenwerkingen
De projectgebonden beoogde samenwerkingen kennen een bespreking door de NPPZ II-commissie op inhoud. Daarbij wordt aangesloten bij de drie randvoorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in de stuurgroep van mei 2022:
1. Het project draagt bij aan de ambitie van XXXX XX: maatschappelijke bewustwording,
proactieve zorg en ondersteuning voor iedereen, altijd en overal. En past bij de essenties van het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg? (Proctor: geschiktheid)
2. Het project heeft verbetering/impact op de patiënt en/of naasten en/of zorg- en hulpverleners aangetoond door middel van bijvoorbeeld evaluatieonderzoek. (Proctor: aanvaardbaarheid, geschiktheid, haalbaarheid)
3. Het project is haalbaar en schaalbaar voor implementatie in andere regio’s? (Proctor:
draagvlak, geschiktheid, kosten, haalbaarheid, conformiteit, bereik, borging)
De randvoorwaarden van de projectgebonden samenwerkingen worden met behulp van onderstaande tabel gewaardeerd. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met de omvang van projecten bijvoorbeeld qua benodigd budget of qua (boven)regionaal bereik. Bij projecten van kleine(re) aard wordt verwacht dat er minder Proctor-criteria geadresseerd zijn in de beschrijving van de beoogde samenwerking dan bij grote projecten. De regio-adviseur kent deze Proctor-criteria en is gesprekspartner voor de Netwerken en/of Consortium. Aanvullend is voor het beschrijven van de beoogde samenwerking een zelfbeoordelingsformulier beschikbaar.
Het feit dat een aantal Proctor-criteria geen onderdeel van het gesprek vormen, betekent niet dat die onbelangrijk zijn. We vragen dan geen additionele toelichting gezien de omvang van het project.
Randvoorwaarden | |
Bijdrage doelstellingen NPPZ II | |
Toegevoegde waarde voor patiënt/naasten en evt. ook voor hulp-/zorgverleners | |
Haalbaar/schaalbaar voor implementatie in andere regio’s | |
Proctor-criteria | |
1 Aanvaardbaarheid | |
2 Draagvlak | |
3 Geschiktheid | |
4 Kosten | |
5 Haalbaarheid | |
6. Conformiteit | |
7 Bereik | |
8 Borging | |
Onderbouwing |
Maandelijks worden de beoogde samenwerkingen besproken door de NPPZ II-commissie, bestaande uit:
1. Voorzitter EPZ
Xxxxxxxxx neemt een voorzitter van een EPZ deel, een voorzitter van een EPZ kan alleen deelnemen aan het bespreken van beoogde samenwerkingen buiten zijn/haar eigen consortium en/of netwerk. Door deelname van een EPZ voorzitter is het zorginhoudelijke perspectief in de bespreking verankerd.
2. Netwerkcoördinator
Roulerend uit pool van netwerkcoördinatoren per consortium. Een netwerkcoördinator kan alleen deelnemen aan het bespreken van beoogde samenwerkingen buiten zijn/haar eigen netwerk en consortium.
3. Programmadirecteur NPPZ II
4. Programmacoördinator Leren en praktijk
De NPPZ II-commissie geeft de terugkoppeling aan de betreffende Consortia en/of Netwerken van de beoogde samenwerking. Om de beoogde samenwerking te concretiseren stellen betreffende Consortia en/of Netwerken en PZNL een passende overeenkomst op waarin de onderlinge taakverdeling en inzet van NPPZ II subsidie wordt vastgelegd.
Indien de beoogde samenwerkingspartij zelf geen rechtsvorm kent, zoals bij Consortia het geval is en ook bij een aantal Netwerken, kan een van de leden van het samenwerkingsverband mét rechtsvorm als rechtsgeldige vertegenwoordiger (zogenaamd construct van penvoerderschap) optreden bij de overeenkomst. Zie onderstaand stappenplan:
Wat | Wie |
1. Vaststellen partij bij de samenwerkingsovereenkomst: penvoerder namens consortium, netwerk of penvoerder namens netwerk. | Consortium / Netwerk |
2. Opstellen samenwerkingsovereenkomst met daarin onderlinge taakverdeling en inzet van NPPZ II subsidie | Consortium / Netwerk en PZNL (gefaciliteerd door regioadviseur) |
3. Implementeren afspraken samenwerkingsovereenkomst | Consortium / Netwerk en PZNL (gefaciliteerd door regio-adviseur) |