Openbare procedure voor de aanmunting met het oog op de productie van eurostukken ten behoeve van de Koninklijke Munt van België.
Bestek nr. S&L/DA/2020/075
Openbare procedure voor de aanmunting met het oog op de productie van eurostukken ten behoeve van de Koninklijke Munt van België.
Uiterste datum voor de indiening van de offertes 28 september 2021 vóór 11u10
B. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 5
B.1. Voorwerp en aard van de overheidsopdracht - Herzieningsclausule 5
B.1.1. Voorwerp en aard van de xxxxxxxxxxxxxxxxx 0
B.2. Duur van de Overeenkomst 7
B.5. Documenten die de opdracht regelen 8
B.6. Kunstmatige beperking van de mededinging - Belangenconflicten - Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 9
B.6.1. Kunstmatige beperking van de mededinging 9
B.6.2. Belangenconflict – Draaideurconstructie 9
B.6.3. Naleving van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht 10
B.8. Recht en wijze van indiening van de offertes 11
B.8.2. Ondertekening van de offertes 12
B.8.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte 13
B.8.4. Uiterste datum voor de indiening van de offertes 13
B.8.5. Structuur van de offerte 13
B.9. Combinatie zonder rechtspersoonlijkheid 14
B.12. Gestanddoeningstermijn 15
B.13. Indienen en openen van de offertes 15
B.14. Opening van de offertes 16
B.15. Toegangsrecht – Kwalitatieve selectie – Regelmatigheid van de offertes 16
B.15.1. Toegangsrecht – Kwalitatieve selectie 16
B.15.1.2. Uitsluitingsgronden 17
B.15.1.4. Kwalitatieve selectie betreffende de technische capaciteit van de inschrijver 21
B.15.2. Toegangsrecht – Beroep op draagkracht van andere entiteiten 23
B.16.1. De prijs (100 punten) 23
C.1. De bestelbon en zijn modaliteiten 31
C.2. Leidende dienst - Leidend ambtenaar 31
C.3. Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer 31
C.3.1. Contractuele aansprakelijkheid 31
C.3.3. Vrijwaring voor aanspraken van derden 32
C.4.1. Samenstelling van de borgtocht 33
C.4.2. Vrijgave van de borgtocht 35
C.6. Onderaannemers - Passieve veredeling 35
C.7. Opvolging xxx xx xxxxxxxxxxx xxxxxxxx 00
C.7.1. Toezicht en technische controle op de productie van de stukken van circulatiekwaliteit. 36
C.7.2. Toezicht op en technische controle van de productie van de stukken van speciale kwaliteit 37
C.8. Boetes voor laattijdige uitvoering 37
C.10. Opleveringsmodaliteiten en -kosten 40
C.10.1. Modaliteiten van oplevering 40
C.11. Facturatie, betaling, retributies en prijsherziening 40
C.11.1. Facturatie, betaling en retributies 40
C.11.3. Invloed van gewijzigde heffingen, onverwachte omstandigheden 42
C.12. Beheer van de slagstempels 43
C.12.1. Beheer en beveiliging van de slagstempels 43
C.12.2. Het gebruik van de stempels: de productie 44
C.13. Publiciteit - referenties - discretieplicht 44
C.14. Eigen bevoegdheden van de KMB - Toepasselijk recht en jurisdictie 44
D.1.2. Aantallen, thema's, ontwerp en procedure 46
D.2. Eurocirculatiemunten - gewone series 49
D.2.1. Eurocirculatiemunten - slaan en verpakken van 8 muntwaarden 49
D.2.2. Eurocirculatiemunten – vervoer en verzekering 52
D.2.3. Euromunten herdenkingsmunten voor circulatie 52
D.2.4. Vervoer en verzekering 54
D.2.6. Vernietiging onder toezicht 56
D.3. Leveringstermijnen en -schema's 56
E. AANBEVELINGEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN OFFERTE EN LIJST VAN DE BIJLAGEN
E.1. Aanbevelingen voor het indienen van een offerte 57
Bestek nr. S&L/DA/2020/075
Openbare procedure voor de aanmunting met het oog op de productie van eurostukken ten behoeve van de Koninklijke Munt van België.
BELANGRIJK
In toepassing van artikel 9, § 4 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat dit bestek afwijkt van :
• artikel 25 en volgende van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de borgtocht;
• artikel 43, §3 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de borgtocht;
• de artikelen 38/8, 38/9 en 38/10 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, betreffende de heffingen en de onvoorzienbare omstandigheden;
• de artikelen 50 en 123 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de boetes wegens laattijdige uitvoering.
Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht en de aanstelling van de opdrachtnemer. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 17 juni 2016 en het koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen.
B.1. VOORWERP EN AARD VAN DE OVERHEIDSOPDRACHT - HERZIENINGSCLAUSULE
B.1.1. Voorwerp en aard van de overheidsopdracht
Na de sluiting van haar werkplaatsen wil de Koninklijke Munt van België (KMB) een deel van haar diensten uitbesteden. Deze uitbesteding zal geschieden in de vorm van drie gelijktijdig gepubliceerde bestekken, die betrekking zullen hebben op de concessie om voor circulatie ongeschikte muntstukken te vernietigen, het verlenen van een licentie voor het gebruik van de intellectuele rechten van de KMB en het slaan van euromunten, waarop deze opdracht betrekking heeft.
Het doel van deze overheidsopdracht is de Koninklijke Munt van België in staat te stellen om de Belgische economie te voorzien van voldoende aantallen euromuntstukken van circulatiekwaliteit en speciale uitgaven.
Deze opdracht betreft een openbare procedure met bekendmaking voor een opdracht van 4 jaar voor de levering aan de Koninklijke Munt van België (KMB)1 van het slaan en leveren van euromunten van circulatiekwaliteit2 en het produceren van euromunten van speciale kwaliteit. De opdrachtnemer zal voor de behoeften van de Koninklijke Munt van België een per bestelling te bepalen aantal euromunten van verschillende denominaties, bestemd om in omloop te worden gebracht, produceren.
De opdracht houdt geen verplichting in voor de opdrachtnemer om een deel van zijn productiecapaciteit te reserveren met het oog op een snelle respons op gewijzigde behoeften. Xxxxxxx wordt van de opdrachtnemer gevraagd om in zijn bedrijfsruimten een reservevoorraad van bepaalde muntstukken aan te leggen.
Het betreft een opdracht voor leveringen tegen prijslijst (koninklijk besluit van 18 april 2017, art. 2, 4°).
De opdracht heeft geen betrekking op de vervaardiging van medailles of de toekenning van exploitatierechten door de FOD Financiën.
1 Deze opdracht gaat niet over de bevoegdheden die de KMB zelf behoudt zoals de internationale vertegenwoordiging al dan niet in Europees verband.
2 Zie artikel 1, 1° van de Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten.
De prijslijst voor de aanmunting omvat per gevraagde euromunt een prijsvork. Deze prijzen worden geacht “alles inbegrepen” te zijn, dit betekent dat alle kosten in de offerteprijs moeten zijn opgenomen, met uitzondering van de aanschafprijs van de benodigde non-ferrometalen.
Deze opdracht omvat slechts één perceel bestaande uit 2 posten :
De eerste post betreft het slaan en leveren van euromunten en herdenkingsmunten van € 2 van circulatiekwaliteit. Er zij op gewezen dat, aangezien contante betalingen thans worden afgerond op de dichtstbijzijnde 0 of 5 cent, de KMB niet voornemens is opdracht te geven tot het slaan van circulatiemunten van 1 en 2 cent.
De tweede post is het slaan en leveren van euromunten en herdenkingsmunten van € 2 in speciale kwaliteit voor verzamelaars. Voor deze muntkwaliteiten zullen de munten van 1 of 2 cent nog steeds moeten worden gemaakt.
De aanbestedende overheid verbindt zich niet tot een minimale afname gedurende de contractperiode maar wel tot het naleven van de minimumhoeveelheden per bestelling die in onderstaande tabel worden vermeld :
Benaming | Hoedanigheid | Minimumaantal | Minimumafname per aanvullende schijf (voor de eerste aanvullende bestelling of een latere bestelling 3met dezelfde jaargang) | |
Post 1 | 5 cent tot 2 euro | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 |
Post 1 | 2 euro herdenking | circulatie | 500.000 | 100.000 |
Post 2 | set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | FDC | 5.000 | 500 |
Post 2 | set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | Proof | 400 | 50 |
Post 2 | 2 euro herdenking | FDC | 75.000 | 1.000 |
Post 2 | 2 euro herdenking | Proof | 1.500 | 500 |
3
Voorbeeld: bestelling van FDC-herdenkingsmunten van 2 euro: eerste bestelling van 80.000 munten
op 1/4/2022: 75.000 munten worden besteld tegen prijs 1 (minimumbestelling van 75.000 munten) en
5.000 munten worden besteld tegen prijs 2; tweede bestelling van 2.000 munten op 1/9/2022: deze worden besteld tegen prijs 2 (=additionele trancheprijs).
B.1.2. Herzieningsclausule (vervanging van de opdrachtnemer)
Overeenkomstig de artikelen 38 en 38/3 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 kan de aanbestedende overheid de opdrachtnemer vervangen zonder nieuwe plaatsingsprocedure in de gevallen van artikel 38/3, 2° en in het geval dat de opdrachtnemer bij toepassing van rubriek
B.2 hierna, het contract zonder fout voortijdig opzegt. Indien de aanbestedende overheid (in het geval de opdrachtnemer het contract zonder fout voortijdig opzegt bij toepassing van rubriek B.2 hierna) van deze herzieningsclausule wenst gebruik te maken, zal de nieuwe opdrachtnemer gekozen worden in functie van de opgestelde rangschikking van het gunningsverslag en aan de voorwaarden van de overeenstemmende offertes, voor zover de aangesproken inschrijver bereid is zijn bod te bevestigen, desgevallend na toepassing van de prijsherzieningsformule (zie C.11.2 hierna).
B.2. DUUR VAN DE OVEREENKOMST
De begindatum van de opdracht begint dags na het versturen van de kennisgevingsbrief van de opdracht. en eindigt op 31/12/2025.
De aanbestedende overheid kan echter een einde stellen aan de opdracht na afloop van het eerste, het tweede of het derde jaar, op voorwaarde dat de kennisgeving aan de opdrachtnemer bij aangetekend schrijven wordt gedaan minstens 3 maanden vóór het einde van het lopende uitvoeringsjaar. In dat geval kan de opdrachtnemer geen schadevergoeding eisen.
Evenzo kan de opdrachtnemer echter een einde stellen aan de opdracht na afloop van het eerste, het tweede of het derde jaar, op voorwaarde dat de kennisgeving aan de aanbestedende overheid bij aangetekend schrijven wordt gedaan minstens 6 maanden vóór het einde van het lopende uitvoeringsjaar.
Bestellingen geplaatst voor het einde van de periode van vier jaar of vóór het einde van de vervroegde opzegging van de overeenkomst dienen verder uitgevoerd te worden en blijven door de overeenkomst beheerst ook indien de leveringsdatum buiten contractduur valt.
B.3. AANBESTEDENDE OVERHEID
De aanbestedende overheid is de Belgische staat vertegenwoordigd door de heer minister van Financiën.
Federale Overheidsdienst Financiën Stafdienst Begroting en Beheerscontrole Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B23 – bus 784 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
B.4. GUNNINGSWIJZE
De opdracht wordt gegund bij wijze van openbare procedure met Europese bekendmaking.
Zoals reeds aangekondigd, houdt het volgen van een procedure geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de opdracht of van (alle) percelen van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de opdracht als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze (artikelen 58 en 85 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
B.5. DOCUMENTEN DIE DE OPDRACHT REGELEN
− Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten.
− Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
− Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
− Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
− Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
− Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, onder meer artikelen 9 en 10 (zie bijlage).
− De toepasselijke gewestelijke milieuwetgeving.
− Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers.
− De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
− Koninklijk besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid.
− Alle wijzigingen aan de wet en de voormelde besluiten die van toepassing zijn op de dag van de opening van de offertes.
− Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten.
− Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken.
− Het koninklijk besluit van 30 maart 2000 betreffende de rand van de muntstukken van 2 euro die deel uitmaken van de eerste serie euromuntstukken.
− De wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers.
− De wet van 17 juli 2013 betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop.
− Het koninklijk besluit van 1 juni 2016 houdende uitvoering van de wet van 17 juli 2013 betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop.
− Verordening (EG) Nr. 2183/2004 van de Raad van 6 december 2004 tot uitbreiding van de toepassing van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen tot de niet-deelnemende lidstaten.
− Verordening (EU) Nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie.
− Alle inschrijvers moeten het 'Quality Management System for Euro Coins' (hierna 'QMSC') volledig in voege hebben, zoals bepaald door Issue n°7 dd 13.05.2015) uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB) en de Mint Directors Working Group (MDWG).
− Alle wijzigingen aan de voormelde en beoogde bepalingen die van toepassing zijn op de dag van de publicatie van de aankondiging van de opdracht in het Bulletin der Aanbestedingen.
B.5.2. Opdrachtdocumenten
− Dit bestek nr. S&L/DA/2020/075.
− De in het Bulletin der Aanbestedingen en in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde aankondigingen en rechtzettingen die op deze opdracht betrekking hebben, maken er integraal deel van uit. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opstellen van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.
− De aangebrachte verduidelijkingen als gevolg van de door de inschrijver gestelde vragen en door de aanbestedende overheid verstrekte antwoorden. Deze verduidelijkingen verkrijgen dezelfde bekendmaking als het bestek. De inschrijver wordt verondersteld er kennis van te hebben genomen en er rekening mee te hebben gehouden bij de opstelling van zijn offerte.
− De door de aanbestedende overheid goedgekeurde offerte van de opdrachtnemer.
B.6. KUNSTMATIGE BEPERKING VAN DE MEDEDINGING - BELANGENCONFLICTEN - NALEVING VAN MILIEU-, SOCIAAL EN ARBEIDSRECHT
B.6.1. Kunstmatige beperking van de mededinging
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 5 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, waarin wordt bepaald dat ze geen handelingen mogen stellen, geen overeenkomsten mogen sluiten of geen afspraken mogen maken die de normale mededingingsvoorwaarden kunnen vertekenen.
B.6.2. Belangenconflict – Draaideurconstructie
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikelen 6 en 69, eerste lid, 5° en 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en op artikel 51 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren met betrekking tot de situaties waarin er een belangenconflict optreedt bij de plaatsing en de uitvoering van de opdracht en dit om elke concurrentievervalsing te vermijden en de gelijkheid van behandeling van alle inschrijvers te verzekeren.
In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de draaideurconstructie ('revolving doors'), zoals bepaald in de wet van 8 mei 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie, gedaan te New York op 31 oktober 2003, onthoudt de inschrijver zich ervan een beroep te doen op één of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de FOD Financiën, binnen 2 jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de FOD Xxxxxxxxx, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op de voorbereiding en/of de indiening van zijn offerte of een andere tussenkomst in het kader van de plaatsingsprocedure, evenals voor de verrichting van bepaalde opdrachten in het kader van de uitvoering van deze opdracht.
De voorgaande bepaling is echter alleen van toepassing voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de betrokken persoon (personen) bij de aanbestedende overheid en zijn (hun) activiteiten in het kader van deze opdracht.
Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg kunnen hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden vertekend zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van de wetgeving en de regelgeving inzake overheidsopdrachten.
B.6.3. Naleving van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht
De ondernemers dienen alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het Europees Unierecht, nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage II bij de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht, na te leven en te doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt voor de uitvoering van deze opdracht.
B.7. OPGAVE VAN DE PRIJS
De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen prijslijst.
Bij een opdracht tegen prijslijst worden forfaitaire eenheidsprijzen opgegeven binnen een prijsvork. Deze eenheidsprijs wordt per bestelling bepaald (zie hierna).
Prijs van de veredeling
De prijs die voor de offerte moet worden opgegeven, betreft enkel de veredelingskosten (dit zijn de aanmuntingskosten en leveringskosten zonder de non-ferrometaalprijs). Om misverstanden te voorkomen, moet de prijs van het staal worden opgenomen in de verwerkingskosten (munten van 1, 2 en 5 eurocent). Dit houdt in dat de inschrijvers zich voor de grondstofprijzen moeten houden aan de LME-koers van “Cash Seller & Settlement”.
De aanrekening van de prijzen worden vastgelegd volgens het theoretisch gewicht van de munten.
Vaststelling van de grondstofprijzen
De LME "London Metal Exchange", (bron xxx.xxx.xx.xx/xxxxxxxxxx) is de sluitingskoers van de metalen van die dag en wordt vastgelegd de werkdag na ontvangst van bestelling hetzij per aangetekende brief, hetzij per e-mail naar (xxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xxx.xx) met bestelbon in bijlage (ingeval van variatie van de prijzen van het metaal tussen de bestelling en de levering, zal het verschil niet in aanmerking genomen worden en elke partij draagt het risico daarvan, in hun voor- of nadeel). Deze koers zal meteen meegedeeld worden aan de KMB op hetzelfde e-mailadres als hierboven.
De bestelbon zal enkel de prijs van de veredelingskost bevatten. De prijs van de metalen die rekening houdt met de LME beurskoers en de wisselkoers USD – EUR (zie hierna) zal het voorwerp uitmaken van een tweede bestelbon voor intern gebruik die zal worden opgemaakt op basis van de gegevens die door de opdrachtnemer worden meegedeeld aan de KMB
De omrekening van de metaalkoers LME die in USD is uitgedrukt wordt omgerekend tegen de indicatieve wisselkoers van de EUR die bepaald wordt door de xxx.xxx.xx.xx/xxxxxxxxxx, de eerstvolgende dag waarbij de publicatie plaats vindt van de LME na ontvangst van bestelling. Deze metaalprijzen worden dus vastgesteld bij iedere bestelling die wordt geplaatst. Een nieuwe bestelling houdt in dat er nieuwe prijzen zullen worden vastgelegd, gebaseerd op de koers, zoals uiteengezet en op de offerteprijs die per bestelde hoeveelheid kan afgelezen worden in de prijsvork.
Alle kosten van welke aard dan ook zijn inbegrepen in de aangeboden prijs:
Inschrijvers dienen bij de opgave van hun veredelingskosten ermee rekening te houden dat alle kosten van welke aard dan ook (bijvoorbeeld: vervoer, verpakking, ...) die niet gedekt zijn door de non-ferrometaalprijs, in de offerteprijs moeten zijn begrepen.
Alle prijzen vermeld in het offerteformulier en in de inventaris moeten verplicht worden uitgedrukt in euro.
De inschrijver zal in zijn offerte de prijzen specificeren van alle onderdelen van de offerte. Daartoe zal hij de inventaris invullen die als bijlage aan het bestek wordt voorzien (bijlage 2 “prijsinventaris”).
De prijzen worden vermeld met alle kosten inbegrepen maar zonder btw. De offerte zal tevens afzonderlijk het btw-bedrag en de totaalprijs inclusief btw vermelden.
B.8. RECHT EN WIJZE VAN INDIENING VAN DE OFFERTES
B.8.1. Algemeen
Elke inschrijver mag slechts één offerte indienen per opdracht.
Elke deelnemer aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid wordt als een inschrijver beschouwd.
De deelnemers aan een combinatie van ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid moeten één van hen aanstellen die de combinatie zal vertegenwoordigen ten aanzien van de aanbestedende overheid.
Op grond van artikel 14 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten moet de elektronische indiening en ontvangst van de offertes met elektronische communicatiemiddelen worden gedaan.
De aanbestedende overheid legt het gebruik van elektronische middelen op.
De elektronische offertes moeten worden verstuurd via de website e-Tendering xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx, die de naleving van de voorwaarden uit artikel 14, § 6 en § 7 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten garandeert.
Het indieningsrapport van de offerte, de bijlagen en het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) moeten worden ondertekend door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening (artikel 43 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren).
Aangezien het versturen van een offerte via e-mail niet aan de voorwaarden van artikel 14, §7 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten voldoet, is het niet toegestaan om op deze manier een offerte in te dienen.
Door het feit dat de inschrijver zijn offerte via elektronische middelen indient, aanvaardt hij dat de gegevens van zijn offerte door het ontvangstsysteem worden geregistreerd.
Meer informatie kan worden teruggevonden op de website: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de helpdesk van de dienst e-procurement op het telefoonnummer: x00 (0)0 000 00 00.
Er wordt aan de inschrijver aanbevolen om zich uiterlijk de dag vóór de opening van de offertes aan te melden teneinde contact te kunnen opnemen met de helpdesk van e-procurement om eventuele toegangsproblemen tot de website xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/ op te lossen.
De inschrijver moet rekening houden met het feit dat elk afzonderlijk bestand dat via elektronische weg wordt ingediend, niet groter mag zijn dan 80 MB en dat alle bestanden samen niet groter mogen zijn dan 350 MB.
B.8.2. Ondertekening van de offertes
De gekwalificeerde elektronische handtekening(en) moet(en) uitgaan van de persoon (personen) die bevoegd of gemachtigd is (zijn) om de inschrijver(s) te verbinden.
Wanneer het indieningsrapport wordt ondertekend door een mandataris, moet hij duidelijk zijn opdrachtgever(s) vermelden. De mandataris voegt de elektronische authentieke of onderhandse akte die hem zijn bevoegdheden verleent of een gescande kopie van de volmacht toe. De mandataris verwijst eventueel naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin het uittreksel van die akte is bekendgemaakt, met vermelding van de betrokken bladzijde(n) en/of van het fragment.
De aanbestedende overheid vestigt de aandacht van de inschrijver erop dat er een speciale volmacht moet bestaan vóór de opening van de offertes (Raad van State, nr. 238.963 van 21 augustus 2017) en dat een bekrachtiging a posteriori door een persoon die is bevoegd om de inschrijver te verbinden, de handtekening van een offerte, gezet door een persoon die niet bevoegd is om de inschrijver te verbinden, niet kan valideren (Raad van State, nr. 201.744 van 9 maart 2010). Bovendien kan een volmacht die post factum opgesteld werd en bezorgd werd na de uiterste datum voor het indienen van de offerte niet aanvaard worden als bewijs van de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte van de inschrijver op het moment van het indienen van de offerte (Raad van State, nr. 229.829, van 16 januari 2015).
In het kader van de machtiging om een naamloze vennootschap te verbinden, vestigt de aanbestedende overheid de aandacht van de inschrijvers op het feit dat de ondertekening van een offerte voor een overheidsopdracht niet mag worden beschouwd als een daad van dagelijks bestuur. Voor het overige mag van de aanbestedende overheid niet worden verwacht dat zij voor elke inschrijver controleert of het indienen van een offerte als een handeling van dagelijks bestuur moet worden beschouwd (Raad van State, nr. 238.963, van 21 augustus 2017).
B.8.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte
Wanneer een inschrijver een reeds verstuurde of ingediende offerte wil wijzigen of intrekken, moet dit gebeuren in overeenstemming met de bepalingen van artikel 43 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Wanneer het indieningsrapport dat wordt opgesteld ingevolge de wijzigingen of de intrekking niet voorzien is van de gekwalificeerde elektronische handtekening, brengt dit van rechtswege de nietigheid van de wijziging of intrekking met zich mee. Deze nietigheid slaat slechts op de wijzigingen of de intrekking en niet op de offerte zelf.
B.8.4. Uiterste datum voor de indiening van de offertes
De offertes moeten vóór 28 september 2021 om 11u10 op het platform zijn ingediend.
B.8.5. Structuur van de offerte
De offerte vermeldt de volgende inlichtingen en respecteert de volgende opbouw:
−
−
−
−
−
−
−
Het offerteformulier, ingevuld en ondertekend (zie B.8., B.13, E1 en E2, bijlage 1). De prijsinventaris (zie B.16 en E2, bijlage 2).
De statuten of andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondergetekende(n) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel B.8.2).
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (artikel 2,11° het koninklijk besluit van 18 april 2017 en de artikelen 38 tot 40) (voor het invullen van het UEA, zie E2, bijlage 4).
de documenten in verband met de gunningscriteria (zie B.16)
Andere in de technische voorschriften gevraagde documenten (zie deel D). Andere bijlagen die de inschrijver nuttig acht.
De aanbestedende overheid vraagt de inschrijvers om (zo mogelijk) de offerte en de bijlagen in één enkel bestand in te dienen en om te voorzien in een doorlopende en ononderbroken nummering van alle pagina’s.
De offerte moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
▪ de prijzen worden uitgedrukt in euro;
▪ de prijzen worden opgegeven tot twee (2) cijfers na de komma;
▪ de prijzen zijn franco inclusief rechten. (incoterm DDP (Delivery Duty Paid);
▪ de prijzen zijn exclusief btw, btw wordt afzonderlijk opgegeven.
Het indieningsrapport moet worden ondertekend door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening.
Het indieningsrapport dat namens een rechtspersoon elektronisch wordt ondertekend door middel van een certificaat op naam van deze rechtspersoon, die daarbij enkel een verbintenis aangaat in eigen naam en voor eigen rekening, vereist geen bijkomende volmacht (art. 44 § 2 van het koninklijk besluit van 18 april 2017).
Wat de onderaannemers betreft :
Elk beroep op onderaannemers moet duidelijk vermeld worden in de offerte van de inschrijver. Hij moet het type contractuele relatie beschrijven dat hem met elk van zijn onderaannemers bindt.
De naam en het adres van de onderaannemers worden bij de offerte gevoegd, met vermelding van het deel/de delen van de opdracht die door elke onderaannemer zal/zullen worden uitgevoerd.
Het beroep doen op onderaannemers laat de aansprakelijkheid van de inschrijver onverlet.
B.9. COMBINATIE ZONDER RECHTSPERSOONLIJKHEID
De indiening van een offerte door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid is toegestaan.
Het offerteformulier (zie formulier dat in bijlage is opgenomen in dit bestek: “bijlage: offerteformulier”) wordt in dat geval ingevuld en afgeleverd door de perso(o)n(en) die bevoegd of gemachtigd is/zijn om de inschrijver te verbinden (art. 44 §1 koninklijk besluit 18 april 2017).
Elk lid van de combinatie zonder rechtspersoonlijkheid moet voldoen aan de uitsluitingscriteria die verderop in huidig document zijn beschreven.
De evaluatie van de economische, financiële en technische draagkracht geschiedt voor de combinatie zonder rechtspersoonlijkheid en niet voor elk afzonderlijk lid.
Elk lid van de combinatie is hoofdelijk verantwoordelijk voor alle verplichtingen die voortvloeien uit huidige opdracht.
B.10. VARIANTEN
Artikel 54 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017. Vrije varianten zijn niet toegelaten.
Er is geen vereiste of toegestane variant.
B.11. OPTIES
Artikel 48 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017.
Er worden geen opties gevraagd of toegestaan, vrijwillige noch verplichte.
B.12. GESTANDDOENINGSTERMIJN
De inschrijvers zijn door hun offerte gebonden gedurende een termijn van 240 kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag die volgt op de datum van de opening van de offertes.
B.13. INDIENEN EN OPENEN VAN DE OFFERTES
Belangrijke opmerking
De offertes moeten ingediend worden in de Nederlandse of de Franse taal, met dien verstande dat de inschrijver een vertaling bijvoegt naar het Nederlands of het Frans van de bijlagen bij zijn offerte die niet in het Nederlands of het Frans zijn opgesteld en die specifiek voor de offerte zijn opgesteld (bestaande documenten die niet specifiek voor de offerte zijn opgemaakt, zoals technische documentatie, documenten opgesteld door externen mogen zonder vertaling blijven indien de inhoud ervan als samenvatting wordt gegeven in het Nederlands of het Frans.
Indieningsrecht en -wijze van offertes
Elke inschrijver mag slechts één offerte per perceel indienen. Elke deelnemer aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid wordt als een inschrijver beschouwd (artikel 54 van het koninklijk besluit van 18 april 2017).
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 17 juni 2017 geldt het overmaken van de offertes met behulp van elektronische communicatiemiddelen als de normale manier om offertes in te dienen.
Bijgevolg mogen de offertes alleen op elektronische wijze worden ingediend via de toepassing e-tendering, wat het volgende inhoudt :
− De elektronische handtekening moet conform zijn met de regels van het Europees recht en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening. Deze handtekening moet een echte elektronische handtekening zijn; een gescande manuele handtekening wordt niet als een aanvaardbare handtekening beschouwd.
− offertes die via elektronische middelen worden ingediend, moeten verstuurd worden via de e-tendering website xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/
− indien nodig worden de attesten zoals gevraagd in de opdrachtdocumenten, in pdf- formaat gescand om ze bij de offerte te voegen.
− door zijn offerte via elektronische middelen in te dienen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens die voortvloeien uit de werking van het ontvangstsysteem van zijn offerte geregistreerd worden.
Meer informatie is beschikbaar op de website: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via het telefoonnummer van de helpdesk van de dienst e-procurement: x00 (0)0 000 00 00.
BELANGRIJK
1. Aan de inschrijver wordt aanbevolen om zich uiterlijk de dag vóór de opening van de offertes aan te melden teneinde contact te kunnen opnemen met de helpdesk van de dienst e-procurement om eventuele problemen op te lossen op het vlak van toegang tot de site xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/.
2. Men moet er rekening mee houden dat het via elektronische weg ingediende bestand niet groter mag zijn dan 350 MB.
B.14. OPENING VAN DE OFFERTES
Overeenkomstig de artikelen 84 van het hogervermeld Koninklijk besluit van 18 april 2017 zal een openbare zitting worden georganiseerd waarin de elektronische offertes zullen worden geopend. De zitting zal plaatsvinden op 28 september 2021 om 11u10.
B.15. TOEGANGSRECHT – KWALITATIEVE SELECTIE – REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES
B.15.1. Toegangsrecht – Kwalitatieve selectie
De inschrijvers worden getoetst aan het toegangsrecht en de hiernavolgende selectiecriteria.
Enkel de offertes van de inschrijvers die voldoen aan de toegangsrechten en de selectiecriteria worden in aanmerking genomen om deel te nemen aan de toetsing van de offertes aan de gunningscriteria vermeld in punt B.16. hierna van dit bestek, voor zover de ingediende offertes formeel en materieel regelmatig zijn.
B.15.1.1. Toegangsrecht
Door het indienen van een Uniform Europees Aanbestedingsdocument verklaart de inschrijver zich niet in een van onderstaande uitsluitingsgevallen te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal zij de betrokken inschrijver vragen via de snelste middelen en binnen de termijn die zij aanduidt, de inlichtingen of documenten te leveren die toelaten zijn persoonlijke toestand na te gaan. De inlichtingen of
documenten die de aanbestedende overheid kosteloos via elektronische middelen bij de gegevensbeheerder kan opvragen, zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd.
B.15.1.2. Uitsluitingsgronden
(Artikelen 67 tot en met 70 Wet 17 juni 2016).
Verplichte uitsluitingsgronden
Art. 67. § 1er. Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer zij heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is om een van de volgende misdrijven:
1° deelneming aan een criminele organisatie; 2° omkoping;
3° fraude;
4° terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit;
5° witwassen van geld en financiering van terrorisme; 6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;
7° het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. De Koning kan de in het eerste lid bedoelde misdrijven nader omschrijven.
In afwijking van het eerste lid, sluit de aanbestedende overheid zelfs bij afwezigheid van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling, de kandidaat of inschrijver die als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld uit, van zodra deze inbreuk is vastgesteld door een administratieve of rechterlijke beslissing, met inbegrip van een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde schriftelijke kennisgeving. Deze afwijking doet geen afbreuk aan de in artikel 70 bedoelde mogelijkheid voor de kandidaat of inschrijver om desgevallend corrigerende maatregelen in te roepen.
In afwijking van het eerste lid kan de aanbestedende overheid aangeven dat, bij wijze van uitzondering, een afwijking op de verplichte uitsluiting kan toegestaan worden om dwingende redenen van algemeen belang.
De verplichting tot uitsluiting van de kandidaat of inschrijver is ook van toepassing wanneer de bij onherroepelijk vonnis veroordeelde persoon lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van deze kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. In het geval het een in het derde lid bedoelde
inbreuk betreft en bij gebrek aan het voormelde onherroepelijk vonnis, is dezelfde verplichting tot uitsluiting van toepassing, wanneer de betrokken persoon in een administratieve of rechterlijke beslissing staat aangeduid als zijnde een persoon bij wie een inbreuk is vastgesteld op het vlak van het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft.
Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, zijn de aanbestedende overheden, in afwijking van het vijfde lid, echter niet verplicht het ontbreken van de in dit artikel bedoelde uitsluitingsgronden na te gaan in hoofde van de in het voormelde lid bedoelde personen.
§ 2. De in de paragraaf 1, eerste lid, 1° tot 6°, bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de veroordeling.
De in de paragraaf 1, eerste lid, onder 7°, bedoelde uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten, geldt slechts voor een periode van vijf jaar, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
Wanneer zij zich in een geval van verplichte uitsluiting bevinden op de dag die volgt op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen tot deelneming dan wel de indiening van de offertes, mogen de ondernemers niet deelnemen aan de overheidsopdracht, behalve wanneer zij overeenkomstig artikel 70 bewijzen dat zij voldoende corrigerende maatregelen hebben genomen om hun betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond en behoudens het in de paragraaf 1, vierde lid, bedoelde geval.
Uitsluitingsgrond in verband met fiscale en sociale schulden
Art. 68. § 1. Behalve om dwingende redenen van algemeen belang en behoudens het in paragraaf 3 vermelde geval, sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer de kandidaat of inschrijver niet blijkt te voldoen aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen enerzijds of socialezekerheidsbijdragen anderzijds, tenzij :
1° wanneer het onbetaald gebleven bedrag het door de Koning te bepalen bedrag niet overschrijdt; of
2° wanneer de kandidaat of de inschrijver kan aantonen dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, een of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn. Deze schuldvorderingen bedragen minstens een bedrag gelijk aan het bedrag waarvoor hij achterstallige betalingen van fiscale of sociale schulden heeft. Dit laatste bedrag wordt verminderd met het bedrag dat door de Koning wordt vastgesteld krachtens de bepaling van 1°.
3° Indien de aanbestedende overheid vaststelt dat de fiscale dan wel sociale schulden het in het eerste lid, onder 1°, vermelde bedrag overschrijden, vraagt ze de kandidaat of inschrijver of deze zich in een in het eerste lid, onder 2°, bedoelde situatie xxxxxxx.Xx aanbestedende overheid geeft elke ondernemer echter de kans om zich in de loop van de plaatsingsprocedure in regel te stellen ten opzichte van de sociale en fiscale verplichtingen nadat ze een eerste
maal heeft vastgesteld dat de kandidaat of inschrijver op dit vlak niet voldeed aan de eisen. Vanaf deze kennisgeving geeft de aanbestedende overheid de ondernemer een termijn van vijf werkdagen om het bewijs te geven van zijn regularisatie. Van deze regularisatie kan slechts eenmalig gebruik gemaakt worden. Deze termijn gaat in op de dag die volgt op de kennisgeving. Voor de berekening van deze termijn is verordening nr.1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden, niet van toepassing.
§ 2. De Koning bepaalt de in aanmerking te nemen fiscale dan wel sociale schulden, alsook de ter zake geldende nadere regels.
§ 3. Dit artikel is niet langer van toepassing indien de kandidaat of inschrijver zijn verplichtingen is nagekomen door de verschuldigde belastingen of socialezekerheidsbijdragen, met inbegrip van lopende rente of boeten, indien toepasselijk, te betalen of een bindende regeling tot betaling daarvan aan te gaan, voor zover deze betaling of het sluiten van de bindende regeling heeft plaatsgevonden vóór het indienen van een aanvraag tot deelneming, of, in openbare procedures, de termijn voor het indienen van offertes.
Facultatieve uitsluitingsgronden
Art. 69. Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, kan de aanbestedende overheid, in elk stadium van de plaatsingsprocedure, een kandidaat of inschrijver van deelname aan deze procedure uitsluiten, in de volgende gevallen :
1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht bedoeld bij artikel 7 heeft geschonden;
2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3° wanneer de aanbestedende overheid met elk passend middel kan aantonen dat de kandidaat of inschrijver een ernstige beroepsfout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;
4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2;
5° wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen;
6° wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7° wanneer de kandidaat of de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
8° wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen; of
9° wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
De in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, is de aanbestedende overheid niet gehouden tot nazicht van de facultatieve uitsluitingsgronden in hoofde van de personen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.
Corrigerende maatregelen
Art. 70. Elke kandidaat of inschrijver die in een van de in de artikelen 67 of 69 bedoelde situaties verkeert, mag bewijzen dat de maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Hiertoe bewijst de kandidaat of de inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft toegezegd te zullen vergoeden, dat hij feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen teneinde een nieuwe strafrechtelijke inbreuk of fout te voorkomen.
De door de kandidaat of inschrijver genomen maatregelen worden beoordeeld met inachtneming van de ernst en de bijzondere omstandigheden van de strafrechtelijke inbreuken of de fout. Het betreft in alle gevallen een door de aanbestedende overheid te nemen beslissing die zowel op materieel als formeel vlak moet gemotiveerd worden. Wanneer de maatregelen onvoldoende worden geacht, worden aan de ondernemer de redenen daarvoor medegedeeld.
Een ondernemer die bij rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde is uitgesloten van deelneming aan plaatsingsprocedures of procedures voor de gunning van concessies mag gedurende de duur van de uitsluiting als gevolg van die beslissing geen gebruik kunnen maken van de in dit artikel geboden mogelijkheid in de lidstaten waar het vonnis van kracht is.
B.15.1.3. Kwalitatieve selectie betreffende de financiële en economische draagkracht van de inschrijver
De inschrijver dient hiertoe volgende informatie te verschaffen/documenten voor te leggen:
- tenminste drie referenties van leveringen (aanmunting) die gedurende de afgelopen drie jaar werden verricht met vermelding van het bedrag en de instanties waarvoor zij bestemd waren; de referenties moeten niet officieel worden geattesteerd.
- een omzetverklaring betreffende de laatste drie beschikbare boekjaren met vermelding van de totale omzet en van de omzet van inzake aanmunting, waaruit blijkt dat de gemiddelde jaaromzet van de inschrijver inzake aanmunting ten minste 2x het bedrag bedraagt van de offerte op jaarbasis voor het onderdeel van de opdracht inzake aanmunting4 om het bedrag te berekenen waarmee de omzet zal vergeleken worden, dient de inschrijver de eenheidsprijzen waarvoor hij inschrijft, te vermenigvuldigen met
¼ (“één vierde”) van de productietotalen voor de periode 2013 tot 2020 (zie rubriek III 1.3.1). Het bekomen resultaat is (enkel met het oog op de beoordeling van dit selectiecriterium) tweemaal het offertebedrag op jaarbasis.
- “een bankverklaring overeenkomstig bijlage 10, waaruit een goede kredietscore blijkt; indien de inschrijver om gegronde redenen geen bankverklaring kan voorleggen, mag deze vervangen worden door een attest van de door de inschrijver aangestelde bedrijfsrevisor waaruit een goede kredietscore blijkt.
B.15.1.4. Kwalitatieve selectie betreffende de technische capaciteit van de inschrijver
De inschrijver zal aantonen te voldoen aan de hiernavolgende vereisten:
1 Alle inschrijvers moeten het 'Quality Management System for Euro Coins' (QMSC) volledig in voege hebben, zoals bepaald door Issue n°7 dd 13.05.2015 uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB) en de Mint Directors Working Group (MDWG). Producenten (munthuizen) die voor het eerst euromunten willen produceren, moeten de
4 De vereiste van een minimumjaaromzet wordt opgelegd gelet op de volstrekte noodzakelijkheid dat de aanbestedende overheid beroep kan doen op een financieel solide inschrijver aangezien het beschikken over eurocirculatiemunten van bijzonder belang is voor de Belgische economie en voor de betalingstransacties door particulieren en ondernemingen.
daartoe door de ECB voorziene pre-audits ondergaan hebben maximum 1 jaar voor start van de productie. Bij de start van de productie zal nogmaals een audit uitgevoerd worden. De inschrijver voegt het meest recente auditverslag van de ECB bij zijn offerte.
2 De inschrijver moet bij toepassing van het Quality Management System over de door de ECB opgelegde certificatie ISO 9001 beschikken en het vastgestelde inspectieplan volgen (Common Basic Inspection Plan).
Het certificaat hiervan moet reeds bij de offerte zijn gevoegd (zie ook de kwaliteitsvereisten, hierna onder III.3.3) dan wel eenvoudig consulteerbaar te zijn (de aanbestedende overheid kan in het laatste geval het certificaat alsnog opvragen).
3 Alle inschrijvers moeten een Environmental Management System in voege hebben dat aantoont dat het voorwerp van de opdracht gebeurt in overeenstemming met de standaard van een internationaal Environmental Management System (ISO 14001: 2004/1996 of een gelijkwaardige standaard). Het certificaat moet bij de offerte zijn gevoegd.
Inschrijvers die niet over een dergelijke certificatie (ISO 14001: 2004/1996
of een gelijkwaardige standaard) beschikken, kunnen wel geselecteerd worden voor zover zij bewijzen dat zij aan de voorwaarde van dergelijke certificatie beantwoorden en zij hiervan het bewijs toevoegen aan hun offerte.
4 Een beschrijving van de middelen die de inschrijver zal inzetten om binnen de gestelde leveringstermijn de productie te verzekeren overeenkomstig de kwaliteitsvereisten en voor een hoeveelheid zoals voorzien door het leveringsschema hierna onder D.3 bepaald; die beschrijving omvat minstens:
a) Een uitvoerige beschrijving van de technische uitrusting van de inschrijver en van de maatregelen die hij treft om een kwaliteit te waarborgen voor de goede uitvoering van de opdracht;
b) Een uitvoerige beschrijving van de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting waarover inschrijver voor het realiseren van de opdracht beschikt; een motivering waarom zij beantwoorden aan de kwaliteitseisen van de opdracht;
c) Een uitvoerige opgave van de tot de onderneming van de inschrijver behorende technici of technische organen, in het bijzonder van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole, de veiligheid, milieuverplichtingen, productie en vervoer;
5 Een beschrijving van de systemen (o.a. toeleveringsketen en traceersystemen) die de inschrijver zal inzetten teneinde in ieder stadium van de productie de traceerbaarheid te verzekeren verzekerd vanaf de ingot tot aan de levering van de afgewerkte muntstukken (muntwafels) in houten kisten aan de Nationale Bank van België.
Deze documenten moeten door de inschrijver bij de indiening van het dossier worden overgelegd.
B.15.2. Toegangsrecht – Beroep op draagkracht van andere entiteiten
Een inschrijver kan zich enkel op de draagkracht van andere entiteiten beroepen, indien hij een verbintenis van die entiteit(en) bijvoegt bij zijn offerte waaruit blijkt dat hij zal kunnen beschikken over de nodige middelen (art. 73, § 1 koninklijk besluit 18 april 2017) om zijn verbintenissen na te komen.
De inschrijver moet het UEA dienovereenkomstig invullen en vermeldt voor welk deel van de opdracht hij beroep doet op deze draagkracht en welke entiteiten hij voorstelt (art. 73, § 2 koninklijk besluit 18 april 2017).
Overeenkomstig het UEA moet elke entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan, eveneens een UEA invullen en moet dit bij de offerte worden gevoegd.
Indien een inschrijver een beroep doet op de draagkracht van andere entiteit(en) voor het vervullen van de economische en financiële criteria, eist de aanbestedende overheid voor deze opdracht uitdrukkelijk dat de inschrijver en die entiteit(en) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht. Die hoofdelijke aansprakelijkheid dient schriftelijk aanvaard te worden door de entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan. Indien de voormelde schriftelijke aanvaarding niet wordt gegeven en/of niet bij de offerte wordt gevoegd, kan de inschrijver zich niet op de draagkracht van die entiteit beroepen. Hetgeen voorafgaat doet geen afbreuk aan krachtens andere wetten ingestelde hoofdelijke aansprakelijkheidsregelingen, met name op het vlak van sociale, fiscale of loonschulden (art. 78 wet 17 juni 2016).
Het beroep op de draagkracht van andere entiteiten laat de aansprakelijkheid van de inschrijver onverlet.
B.16. GUNNINGSCRITERIA
Het eerste en enige gunningscriterium dat op deze opdracht van toepassing is, is de prijs, zoals hieronder uiteengezet.
B.16.1. De prijs (10 punten)
De prijs omvat alle kosten, lasten en heffingen van welke aard dan ook, met uitzondering van de btw. (Zie eveneens punt E.2, bijlage 3 in verband met de prijsinventaris).
De raming van de offerte zal bijgevolg gebaseerd zijn op de volgende formule. Wetende dat:
S = score behaald door de volledig beoordeelde offerte
Sp1 = score behaald door de beoordeelde offerte post 1 – circulatie
Sp2 = score behaald door de beoordeelde offerte post 2 – speciale kwaliteit
C5 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten5 voor muntstukken van 5 cent
C10 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 10 cent
C20 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 20 cent
C50 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 50 cent
C100 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 1 euro
C200 = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 2 euro
C2com = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor muntstukken van 2 euro herdenkingsmunten
*************
CSf = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor de set FDC CSp = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor de set Proof
C2comf = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor de 2 euro herdenkingsmunt FDC
C2comp = Toegekende score op 10 voor de gemiddelde muntkosten voor de 2 euro herdenkingsmunt Proof
*************
C5min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C5c + C5cs) /2 C10min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C10c + C10cs) /2 C20min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C20c + C20cs) /2 C50min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C50c + C50cs) /2 C100min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C100c + C100cs) /2 C200min = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C200c + C200cs) /2
5 Gemiddelde muntkosten is voor elke denominatie, de som van de prijs per duizend voor het minimum aantal + de prijs per duizend van de bijkomende hoeveelheden, gedeeld door 2.
C2commin = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C2comc + C2comcs) /2
*************
CSfmin = laagste waarde voor alle inschrijvers van (CSfc + CSfcs) /2 CSpmin = laagste waarde voor alle inschrijvers van (CSpc + CSpcs) /2
C2comfmin = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C2comfc + C2comfcs) /2 C2compmin = laagste waarde voor alle inschrijvers van (C2compc + C2compcs) /2
*************
C5c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 5 cent van circulatiekwaliteit C10c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 10 cent van circulatiekwaliteit C20c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 20 cent van circulatiekwaliteit C50c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 50 cent van circulatiekwaliteit C100c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 1 euro van circulatiekwaliteit C200c = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks van 2 euro van circulatiekwaliteit
C2comc = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 stuks herdenkingsmunten van 2 euro van circulatiekwaliteit
*************
C5cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 5 cent van circulatiekwaliteit C10cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 10 cent van circulatiekwaliteit C20cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 20 cent van circulatiekwaliteit C50cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 50 cent van circulatiekwaliteit C100cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 1 euro van circulatiekwaliteit C200cs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks van 2 euro van circulatiekwaliteit
C2comcs = kostprijs van de aanmunting voor 1.000 extra stuks herdenkingsmunten van 2 euro van circulatiekwaliteit
*************
CSfc = kostprijs van 125 sets van stukken van 1 cent tot 2 euro van 'FDC'-kwaliteit CSpc = kostprijs van 125 sets van stukken van 1 cent tot 2 euro van 'Proof'-kwaliteit C2comfc = kostprijs van 1.000 stuks herdenkingsmunten van 2 euro van 'FDC'-kwaliteit
C2compc = kostprijs van 1.000 stuks herdenkingsmunten van 2 euro van 'Proof'-kwaliteit
*************
CSfcs = kostprijs van 125 extra sets van stukken van 1 cent tot 2 euro van 'FDC'-kwaliteit CSpcs = kostprijs van 125 extra sets van stukken van 1 cent tot 2 euro van 'Proof'-kwaliteit C2comfcs = kostprijs van 1.000 extra stuks herdenkingsmunten van 2 euro van 'FDC'-kwaliteit
C2compcs = kostprijs van 1.000 extra stuks herdenkingsmunten van 2 euro van 'Proof'- kwaliteit
De score wordt als volgt berekend
C5 = [C5min/((C5c + C5cs)/2)] * 10
C10 = [C10min/((C10c + C10cs)/2))] * 10 C20 = [C20min /((C20c + C20cs)/2)] * 10 C50 = [C50min/((C50c + C50cs)/2)] * 10 C100 = [C100min/((C100c + C100cs)/2] * 10
C200 = [C200min /((C200c + C200cs)/2)] * 10
C2com = [C2commin /((C2comc + C2comcs)/2)] * 10
POST 1
Sp1 = (C5 + C10 + C20 +C50 +C100 + C200 + C2com) / 7
*************
CSf = [CSfmin/((CSfc + CSfcs)/2)] * 10 CSp = [CSpmin/((CSpc + CSpcs)/2)] * 10
C2comf = [C2comfmin/((C2comfc + C2comfcs) /2)] * 10 C2comp = [C2compmin/((C2compc + C2 compcs) /2])] *10 POST 2
Sp2 = (CSf + Csp + C2comf + C2comp) / 4
EINDSCORE
S = 0,50 Sp1 + 0,50 Sp2
Belangrijke opmerking: de prijs “minimum aantal” of “aanvullende productie” is de prijs van de offerte herleid tot de prijs voor 1.000 stuks c.q. 125 sets.
De opdracht wordt gegund aan de inschrijving met de hoogste S-score, mits deze voldoet aan alle eisen van dit bestek.
Belangrijke opmerkingen
1. De gemiddelden en de vermelde wegingsfactoren zijn enkel toe te passen voor het vaststellen van de meest gunstige offerte die voor gunning in aanmerking komt. Bij individuele bestellingen van aanmunting zullen de specifieke bedragen in aanmerking worden genomen die naast de in aanmerking te nemen muntwaarde staan.
2. De opdrachtnemer staat voor de volledige productiekosten in (omzetting in gewenst formaat van het aangeleverde design, muntstempels, beveiligingskosten, verpakking, vervoer, enz.); zijn prijsopgave dient hiermee rekening te houden.
3. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor bestaande voorraden circulerende munten van andere landen van de eurozone aan te kopen of een omruiloperatie te sluiten. Ze is dus niet verplicht om automatisch haar toevlucht te nemen tot aanmunting.
B.16.2. Eindscore
Tenzij indien de aanbestedende overheid afziet van de opdracht, zal de opdracht worden gegund aan de inschrijver die de hoogste eindscore behaalt.
B.16.3. Cijfervoorbeeld
Praktisch voorbeeld op basis van twee fictieve offertes (zuiver fictieve cijfers!).
Offerte inschrijver A (prijs van de offerte na te zijn herleid tot 1000 stuks/125 sets)
Muntstukken | Kwaliteit | Prijs minimum aantal | Prijs aanvullende hoeveelheid | Gemiddelde prijs van de laagste offerte | Gemiddelde prijs van de offerte | Score | ||
Post 1 | 5 cents | circulatie | 10 | 12 | 11 | 11 | 10,00 | |
10 cents | circulatie | 10 | 12 | 11 | 11 | 10,00 | ||
20 cents | circulatie | 12 | 14 | 13 | 13 | 10,00 | ||
50 cents | circulatie | 15 | 20 | 16 | 17,5 | 9,14 | ||
1 euro | circulatie | 20 | 25 | 22,5 | 22,5 | 10,00 | ||
2 euro | circulatie | 20 | 25 | 22,5 | 22,5 | 10,00 | ||
2 € herdenking | circulatie | 30 | 40 | 35 | 35 | 10,00 | ||
SP1 | 9,88 | |||||||
Post 2 | Muntstukken | kwaliteit | Prijs minimum aantal | Prijs aanvullende hoeveelheid | Gemiddelde prijs van de laagste offerte | Gemiddelde prijs van de offerte | Percentage van de weging | Gewogen score |
Set alle waarden | FDC | 100 | 120 | 110 | 30% | 2,86 | ||
Set alle waarden | Proof | 80 | 100 | 90 | 2,50% | 0,25 | ||
2€ herdenking | FDC | 40 | 50 | 45 | 65% | 6,50 | ||
2€ herdenking | Proof | 30 | 40 | 35 | 2,50% | 0,25 | ||
SP2 | 9,86 |
S = (9.88 + 9.86) / 2 = 9.87
Offerte inschrijver B
Post 1 | Muntstukken | Kwaliteit | Prijs minimum aantal | Prijs aanvullende hoeveelheid | Gemiddelde prijs van de laagste offerte | Gemiddelde prijs van de offerte | Score | |
5 cents | circulatie | 12 | 12 | 11 | 12 | 9,17 | ||
10 cents | circulatie | 12 | 12 | 11 | 12 | 9,17 | ||
20 cents | circulatie | 14 | 14 | 13 | 14 | 9,29 | ||
50 cents | circulatie | 14 | 18 | 16 | 16 | 10,00 | ||
1 euro | circulatie | 20 | 25 | 22,5 | 22,5 | 10,00 | ||
2 euro | circulatie | 20 | 25 | 22,5 | 22,5 | 10,00 | ||
SP1 | 2 € herdenking | circulatie | 30 | 40 | 35 | 35 | 10,00 | |
9,66 | ||||||||
Post 2 | Muntstukken | Kwaliteit | Prijs minimum aantal | Prijs aanvullende hoeveelheid | Gemiddelde prijs van de laagste offerte | Gemiddelde prijs van de offerte | Percentage van de weging | Gewogen score |
Set alle waarden | FDC | 90 | 120 | 105 | 105 | 30% | 3,00 | |
Set alle waarden | Proof | 90 | 100 | 90 | 95 | 2,50% | 0,24 | |
2€ herdenking | FDC | 50 | 80 | 45 | 65 | 65% | 4,50 | |
2€ herdenking | Proof | 30 | 40 | 35 | 35 | 2,50% | 0,25 | |
SP2 | 7,99 |
S=(9.66+7.99) / 2 = 8.825
Inschrijver A heeft de hoogste score. De opdracht wordt aan hem toegewezen.
B.17.VRAGEN/ANTWOORDEN
De potentiële inschrijvers moeten hun vragen aan de aanbestedende overheid per e-mail kenbaar maken op het volgende e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
Enkel de vragen die ten laatste op 3 september 2021 om 16.00 uur bij de aanbestedende overheid zijn toegekomen, zullen worden behandeld. Als onderwerp van de e-mail vermeldt de inschrijver "INFO (KMB-Aanmunting)".
Alle vragen moeten via het bijgevoegde formulier worden gesteld. De potentiële inschrijver vult voor elke vraag alle nodige gegevens in.
De aanbestedende overheid zal de antwoorden en de vragen publiceren via het platform e- notification (xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) uiterlijk op 17 september 2021 en vervolgens op de website van de FOD Financiën (xxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/) onder de rubriek 'Overheidsopdrachten'.
Als er tijdens de voorgeschreven termijn geen vragen worden gesteld, zal er niets worden gepubliceerd.
C. CONTRACTUELE BEPALINGEN
Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht.
Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten van toepassing.
Voor de lijst van de afwijkingen van voormeld Koninklijk besluit, zie hoger onder B. Administratieve bepalingen.
C.1. DE BESTELBON EN ZIJN MODALITEITEN
De bestelbon is geadresseerd aan de opdrachtnemer, en dit ofwel via een aangetekend schrijven, ofwel via elk ander medium waarmee de verzendingsdatum absoluut zeker kan worden vastgesteld.
C.2. LEIDENDE DIENST - LEIDEND AMBTENAAR
De leidende dienst is de Koninklijke Munt van België.
De leidend ambtenaar is de Administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Thesaurie of, in voorkomend geval, een ambtenaar van de aanbestedende overheid die specifiek zal worden aangeduid in de betekening van de gunning van de opdracht. De beperkingen van zijn bevoegdheden zijn hierin aangeduid.
De leidend ambtenaar kan een deel van zijn bevoegdheden overdragen.
C.3. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OPDRACHTNEMER
C.3.1. Contractuele aansprakelijkheid
De opdrachtnemer draagt de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende uitvoering voorkomen (zie ook C.9 Oplevering - waarborg)
De opdrachtnemer vrijwaart de aanbestedende overheid bovendien tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van de vertraging bij de uitvoering of op grond van het in gebreke blijven van de opdrachtnemer.
De opdrachtnemer verzekert dat alle leveringen die dienen te worden verricht in het kader van de overeenkomst, worden uitgevoerd conform de beste professionele normen, met inachtneming van de voorziene termijnen, en door voldoende onderlegd en kundig personeel.
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het kwaliteitsniveau van de uitgevoerde prestaties en het behalen van het resultaat.
De opdrachtnemer en zijn onderaannemers zijn er eveneens toe gehouden de vertrouwelijkheid van de door hen uitgevoerde operaties te garanderen. Zij moeten niet alleen voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming van de Europese Unie, maar ook de bijgevoegde 'Non-Disclosure Agreement' ondertekenen en naleven.
C.3.2. Risico
Overeenkomstig artikel 122 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013, zal de aansprakelijkheid voor de goederen, onverminderd alle andere rechten of rechtsmiddelen van de KMB, worden overgedragen aan de KMB, op het ogenblik dat de formaliteiten van onderzoek en kennisgeving zijn verricht, behalve wanneer in de opslagplaatsen van de bestemmeling (NBB, Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx) verliezen of beschadigingen zijn ontstaan.
Voor verliezen en beschadigingen die in die opslagplaatsen van de bestemmeling zouden zijn ontstaan door een fout van de bestemmeling maar nog voordat de hoger bedoelde formaliteiten zijn verricht, draagt de opdrachtnemer geen aansprakelijkheid.
C.3.3. Vrijwaring voor aanspraken van derden
De aanbestedende overheid is in geen geval verantwoordelijk voor schade, toegebracht aan personen of goederen, die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van de activiteiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De opdrachtnemer vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke vordering van schadevergoeding door derden in dit verband.
C.3.4. Verzekering
De opdrachtnemer zal bij een verzekeringsmaatschappij met goede naam en faam één of meer verzekeringspolissen afsluiten en handhaven die een adequate dekking bieden voor alle risico's die de opdrachtnemer loopt en die voortvloeien uit de uitvoering van zijn verplichtingen krachtens de overeenkomst, met inbegrip van dood of lichamelijk letsel, verlies of schade aan eigendommen of enig ander verlies.
In het kader van deze opdracht wordt als adequaat beschouwd, een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van 5 miljoen euro/jaar en 2,5 miljoen euro/bestelling.
De opdrachtnemer dient eveneens een aangepaste brandverzekering, een verzekering die de aansprakelijkheid van de werkgever ten opzichte van zijn personeel dekt en een verplichte verzekering met betrekking tot het transport afsluiten.
C.4. BORGTOCHT
Overeenkomstig artikel 25§2 wordt voor raamovereenkomsten met een opdrachtnemer een globale borgstelling gevraagd van 5% van het initiële bedrag van de opdracht.
C.4.1. Samenstelling van de borgtocht
Overeenkomstig met de wets- en reglementsbepalingen terzake kan de borgtocht in speciën, in publieke fondsen of in de vorm van een gezamenlijke borgtocht worden gesteld.
De borgtocht kan eveneens worden gesteld via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving op het statuut van en de controle op de kredietinstellingen of door een verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen en die is toegelaten tot tak 15 (borgtocht).
De opdrachtnemer moet, binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag waarop de opdracht wordt gesloten, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht op een van de volgende wijzen heeft gesteld:
1. wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld, door storting van het bedrag op de Bpost- bankrekening van de Deposito- en Consignatiekas (NB – zie informatie voor de inschrijving online hieronder) of van een openbare instelling die een functie vervult die gelijkaardig is met die van genoemde Kas, hierna openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult genoemd;
2. wanneer de borgtocht uit publieke fondsen bestaat, door neerlegging van deze voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel of bij een van haar provinciale agentschappen of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
3. wanneer de borgtocht wordt gedekt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij, door neerlegging via een instelling die deze activiteit wettelijk uitoefent, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming.
Dit bewijs wordt geleverd, naargelang het geval, door overlegging aan de aanbesteder van :
1. hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
2. hetzij het debetbericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming;
3. hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
5. hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de kredietinstelling of de verzekeringsonderneming die een waarborg heeft toegestaan.
Deze documenten, ondertekend door de deponent, vermelden waarvoor de borgtocht werd gesteld en de precieze bestemming, bestaande uit de beknopte gegevens betreffende de opdracht en verwijzing naar de opdrachtdocumenten, alsmede de naam, de voornamen en het volledige adres van de opdrachtnemer en eventueel deze van de derde die voor rekening van de opdrachtnemer het deposito heeft verricht, met de vermelding "geldschieter" of "gemachtigde", naargelang het geval.
De hierboven vermelde termijn van 30 kalenderdagen wordt opgeschort tijdens de sluitingsperiode van de onderneming van de opdrachtnemer voor de betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire wijze of in een algemeen bindende collectieve arbeidsovereenkomst werden bepaald.
INFORMATIE VOOR DE INSCHRIJVING ONLINE BIJ DE DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS
De procedure voor het storten van een borgtocht in geld is gewijzigd sinds de ingebruikname bij de Deposito- en Consignatiekas (DCK) van de applicatie e-DEPO. De storting bij de DCK dient steeds te worden voorafgegaan door het invullen van het formulier zoals vermeld op de website xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx
Na ontvangst van dit formulier zendt de DCK per mail de correcte betaalgegevens (rekeningnummer en mededeling voor de storting).
Na de storting en na verwerking van het dossier zendt de DCK per mail de digitale akte van borgstelling aan de e-mailadressen van beide partijen vermeld op het aanvraagformulier (voor de FOD Financiën = xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx)
Voor vragen over borgtochten in geld kan contact opgenomen worden met xxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
Voor vragen over solidaire borgen kan contact opgenomen worden met
xxxxxxxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
BEGUNSTIGDE(N) VAN DE BORGTOCHT
Vul hier de contactgegevens in van de administratie(s) die vragen om de borgtocht te plaatsen. Vraag deze gegevens zo nodig aan deze administratie(s)
BEGUNSTIGDE 1
Ondernemingsnr. : BE0308357159
E-mailadres : xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx Telefoonnr. : 0257/666 81
Naam Administratie : FOD Financiën – Budget en Beheerscontrole – Afdeling Vastleggingen
Voor de borgtochten bij een bank, moet het origineel van het bewijs van de borgstelling moet naar het volgende adres worden verstuurd:
Federale Overheidsdienst FINANCIEN
Stafdienst Begrotings- en Beheerscontrole - Afdeling Vastleggingen Ter attentie van Mevrouw XXXXXXX Xxxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, xxxxxxx 000 – Xxxx X00
1030 BRUSSEL
BELANGRIJKE OPMERKING
Het nummer van de bestelbon (4500XXXXXX) (indien gekend) en het referentienummer van het bestek moeten op het bewijs van de borgstelling worden vermeld.
C.4.2. Vrijgave van de borgtocht
In overeenstemming met artikel 33 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt de borgtocht in één keer vrijgegeven na de definitieve oplevering van het geheel van de diensten die zijn uitgevoerd op basis van het contract dat op grond van dit bestek werd gesloten.
C.5. PLAATS VAN UITVOERING
De plaats van uitvoering (d.w.z. de plaats van levering van de stukken) voor het onderdeel aanmunting is de Nationale Bank van België, Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx.
Indien deze plaats van uitvoering zou wijzigen, dan zal de opdrachtnemer hier vooraf van op de hoogte worden gesteld ofwel via een aangetekend schrijven, ofwel via elk ander medium waarmee de verzendingsdatum absoluut zeker kan worden vastgesteld.
De modaliteiten van transport en levering worden hierna in deel III beschreven.
C.6. ONDERAANNEMERS - PASSIEVE VEREDELING6
Indien bij de uitvoering omstandigheden zouden ontstaan waarbij de opdrachtnemer zijn toevlucht moet nemen tot onderaanneming (anders dan aangegeven in zijn offerte), dient hij hiervoor voorafgaandelijk de uitdrukkelijke toestemming te vragen aan de aanbestedende overheid. Duidelijkheidshalve is de aankoop van de muntplaatjes geen eigenlijke
6 Bij de douaneregeling passieve veredeling vinden be- of verwerkingen van communautaire goederen buiten de EU plaats om daarna wederingevoerd te worden.
onderaanneming maar wordt zij in het kader van deze opdracht beschouwd als een levering aan de opdrachtnemer.
In geen enkel fase van het productieproces mogen de goederen een passieve veredeling ondergaan buiten het grondgebied van de Europese Unie, zelfs niet in productieplaatsen die door de opdrachtnemer beheerd worden. Evenzo moeten de gebruikte muntplaatjes in de Europese Unie zijn vervaardigd. Om dit te bewijzen houdt de opdrachtnemer de aankoopdocumenten van de muntplaatjes ter beschikking van de aanbestedende overheid. De aanbestedende overheid kan zo nodig via de douanedocumenten nagaan of er geen muntplaatjes zijn ingevoerd.
C.7. OPVOLGING VAN DE UITGEVOERDE DIENSTEN
C.7.1. Toezicht en technische controle op de productie van de stukken van circulatiekwaliteit
De opdrachtnemer zal de goederen leveren in overeenstemming met de technische bepalingen die hieronder beschreven worden.
De opdrachtnemer legt stalen voor aan de KMB met het oog op de voorafgaande keuring, zoals hierna uiteengezet.
In de gevallen dat, voorafgaand aan de productie, testslagen met cross-check conform de Europese regelgeving, moeten worden uitgevoerd, worden deze stalen pas opgestuurd (in casu, naar het Munthuis in Hamburg) na het plaatsvinden van het onderdeel van de technische keuring door de KMB, zoals hierna bedoeld (25 “samples” per denominatie). Vervolgens kan de productie worden aangevat na akkoord van het Munthuis in Hamburg.
De grootschalige aanmunting bij iedere bestelling (zonder testslag met cross-check) zal worden aangevat na technische keuring door de KMB van de door de opdrachtnemer voorgelegde proeven. Daartoe dient de opdrachtnemer een monster van 25 stuks per eenheidswaarde per bestelling te verstrekken7.
De vertegenwoordigers van ECB en van de KMB hebben het recht om de gebouwen van de opdrachtnemer te bezoeken om inzage te nemen van de gevoerde administratie en om technische keuringen/audits uit te voeren met betrekking tot de geproduceerde muntstukken en om het productieproces te controleren. De KMB heeft steeds toegang tot de specifieke administratie van de opdrachtnemer waarmee de kwaliteit en de hoeveelheden van de geproduceerde eurocirculatiemunten kan worden opgevolgd.
De opdrachtnemer moet eveneens de controles/technische keuringen a posteriori toestaan op de vervaardigde goederen. Deze controles/technische keuringen kunnen in voorkomend geval plaats vinden op de vervaardigde goederen die zich nog op de plaatsen van productie bevinden maar zullen daarnaast in ieder geval plaatsvinden per geplaatste bestelling. Daartoe dient de opdrachtnemer per 1 miljoen geproduceerde munten per denominatie 25 stalen
7 Het betreft hier een technische keuring met betrekking tot de opdracht en vindt plaats onafhankelijk van de jaarlijkse testslagen met “cross check” per denominatie.
(“samples”) op te sturen naar de KMB. Met het oog op de traceerbaarheid moet de opdrachtnemer duidelijk vermelden uit welk perceel de monsters afkomstig zijn en op welke datum ze vervaardigd werden. De KMB onderwerpt deze stukken aan een controle in het labo. Na goedkeuring door de KMB van de ontvangen samples (de labotesten kunnen binnen 3 werkdagen worden uitgevoerd) kan de levering gebeuren bij de Nationale Bank van België. Als uit de labotesten blijkt dat de geplande levering niet-conforme munten betreft, kan de levering niet plaatsvinden. De vertraging bij de uitvoering van de opdracht en de bijkomende kost voor de vervanging door conforme munten zijn enkel voor rekening van de opdrachtnemer en kunnen op geen enkele wijze verhaald worden op de KMB. Het feit dat de stalen die aan de technische keuring vóór de aanvang van de productie werden onderworpen, wèl conform werden bevonden, staat hiervan los, vermits die conformiteit enkel een voorwaarde was om de productie te mogen aanvangen.
Indien de KMB dit nodig acht, kan zij nog bijkomend stalen opvragen, niet enkel van afgewerkte munten maar ook van de muntplaatjes. Aan ieder verzoek dient de opdrachtnemer binnen de vijf (5) werkdagen te voldoen door binnen deze termijn en op zijn kosten de gevraagde bijkomende stalen (“samples”) ter hand te stellen van de KMB.
De kosten van verzending van de stalen komen ten laste van de opdrachtnemer. Stalen worden na (labo)onderzoek niet mee teruggestuurd.
De opdrachtnemer moet op basis van de in de selectiecriteria beschreven traceerbaarheid van xxxxx tot muntverpakking, controles op het productieproces ondergaan. Controlerapporten op basis van het QMSC zijn ten laste van de opdrachtnemer en worden voor controle en supervisie ter beschikking gesteld van de KMB binnen de 8 kalenderdagen na het einde van de productiemaand, alvorens deze informatie naar de Europese instanties wordt doorgegeven.
De opdrachtnemer vernietigt op zijn kosten en onder toezicht van de KMB de munten waarvan de KMB beslist dat ze moeten vernietigd worden ingevolge het resultaat van de keuringsformaliteiten.
C.7.2. Toezicht op en technische controle van de productie van de stukken van speciale kwaliteit
Bovenstaande bepalingen zijn mutatis mutandis van toepassing op circulatiemunten, met uitzondering van de verslagen van de controles die op basis van de QMSC's zijn uitgevoerd. De verplichtingen tot dubbele controle/technische keuring beperken zich tot 5 stuks (i.p.v. 25 stuks) alvorens de productie op te starten.
C.8. BOETES VOOR LAATTIJDIGE UITVOERING
Overeenkomstig artikel 46 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten zijn de vertragingsboetes opeisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en worden ze van rechtswege toegepast voor het totaal aantal dagen vertraging.
Aangezien de hoogte van de boetes van die aard moet zijn dat enkel solide firma’s op deze opdracht wensen in te gaan, en er geen bedrijfsmatig voordeel mag ontstaan door lagere
boetes te voorzien dan andere opdrachtgevers, al dan niet uit de eurozone, wordt afgeweken van de gebruikelijke hoogte van de vertragingsboetes, zoals bepaald in artikel 123.
Aldus,
- wordt bij een te late indiening van het QMSC-rapport een boete van 250 euro opgelegd per laattijdig rapport;
- indien de opdrachtnemer vergeet het GMSC-rapport vooraf bij de Koninklijke Munt van België in te dienen, bedraagt de boete 100 euro per rapport;
- indien hij vergeet de dagelijkse productietabel aan de KMB over te dragen, zal een boete van 50 euro per niet uitgevoerde dag worden opgelegd;
- in geval van vernietiging van stempels zonder voorafgaande toestemming van de KMB, bedraagt de boete 250 euro per stempel;
- het te laat meedelen van metaalprijzen wordt bestraft met een boete van 100 euro per bestelbon;
- het niet tijdig meedelen van het leveringsschema wordt bestraft met een boete van 100 euro per niet-overgemaakt leveringsschema;
- indien de traceerbaarheid van de stukmonsters die ter controle worden aangeboden, niet wordt aangegeven, wordt een boete van 50 euro opgelegd per ontbrekend traceerbaarheidsstuk;
- bij externe bekendmaking van het ontwerp van een herdenkingsmunt van 2 euro zonder instemming van de KMB is per overtreding een boete van 2.500 euro verschuldigd.
Artikel 50 van het KB van 14 januari 2013 betreffende de teruggave vertragingsboetes, wordt niet toegepast om te vermijden dat de opdrachtnemer uit de teruggavemogelijkheid een bedrijfsmatig voordeel zou kunnen halen dat niet bestaat voor contracten in andere landen al dan niet van de eurozone.
Voor vertragingen in de levering van bestelde stukken worden vertragingsboetes berekend naar rato van 1 procent per kalenderdag, met een maximum van 30 procent van de waarde van de leveringen die het voorwerp van de vertraging vormden. Voor de toepassing van deze boetes voor laattijdige uitvoering is de waarde van de leveringen de waarde na aftrek van de prijs van non-ferrometalen, bepaald zonder btw.
Overeenkomstig artikel 72 van het KB van 14 januari 2013, wordt elk bedrag dat aan de aanbestedende overheid verschuldigd is in het kader van de uitvoering van de opdracht, in eerste instantie ingehouden op de door de opdrachtnemer om welke reden dan ook opeisbare bedragen en vervolgens op de borgtocht. Met andere woorden, de vertragingsboetes zullen op de prijs van de vertraagde bestelling gecompenseerd worden.
Onverminderd de toepassing van de vertragingsboetes, vrijwaart de opdrachtnemer de aanbestedende overheid in voorkomend geval tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht.
C.9. OPLEVERING - WAARBORG
De aanbestedende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de datum van de levering om de formaliteiten betreffende de voorlopige oplevering te vervullen. Deze termijn gaat in de dag volgend op de dag waarop de leveringen ter bestemming zijn gekomen, voor zover de aanbestedende overheid in het bezit van de leveringslijst of factuur werd gesteld. Een PV van voorlopige oplevering zal worden opgemaakt en moet aan de factuur worden gehecht.
De KMB8 zal bij de levering de goederen onderwerpen aan kwaliteits- en kwantiteitscontroles en schriftelijk melding maken van ontbrekende of beschadigde goederen aan de opdrachtnemer binnen de verificatietermijn van 30 dagen na de ontvangst van de goederen. In dergelijke gevallen zijn de volgende bepalingen van kracht :
▪ In geval van een tekort in de geleverde hoeveelheden, levert de opdrachtnemer de goederen die ontbreken ten aanzien van de geplande hoeveelheid zo spoedig mogelijk zonder dat hiervoor een prijssupplement wordt aangerekend aan de KMB. De vervoerskosten zijn dan volledig ten laste van de leverancier.
▪ In geval van gebreken in de geleverde kwaliteit, levert de opdrachtnemer de goederen die deze gebreken compenseren ten aanzien van de geplande kwaliteit zo spoedig mogelijk zonder dat hiervoor een prijssupplement wordt aangerekend aan de KMB. De vervoerskosten zijn dan volledig ten laste van de opdrachtnemer.
Bij vertraging opgelopen wegens niet-conformiteit bij een controle a posteriori zal de opdrachtnemer zich ook bij de gedeeltelijke voorlopige oplevering niet kunnen beroepen op het feit dat deze controle werd uitgevoerd om zich te onttrekken aan zijn verantwoordelijkheid bij vertraging van nieuwe producties.
De aanbestedende overheid kan gedurende twee jaar, te rekenen vanaf de dag van de voorlopige oplevering op de leveringsplaats, van de opdrachtnemer eisen dat hij de geleverde muntstukken op zijn kosten en binnen de gestelde termijn vervangt, wanneer ze gebreken vertonen die geen gebruik toelaten overeenkomstig de voorwaarden van de opdracht.
Op al de in vervanging geleverde producten wordt een nieuwe gelijkwaardige waarborgtermijn toegepast.
De gedeeltelijke definitieve oplevering van de beoogde bestelling heeft plaats twee jaar na de gedeeltelijke voorlopige oplevering. Ze gebeurt stilzwijgend wanneer de levering gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten heeft gegeven9.
8 Gelet op de plaats van levering bij de NBB, zal een praktische regeling tussen KMB en NBB worden uitgewerkt. Voor de opdrachtnemer zal dit evenwel geen verschil uitmaken.
9 Art. 135 KB 14.01.2013: De definitieve oplevering heeft plaats bij het verstrijken van de waarborgtermijn. Ze gebeurt stilzwijgend wanneer de levering gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten heeft gegeven.
Wanneer de levering tijdens de waarborgtermijn aanleiding heeft gegeven tot klachten, wordt binnen vijftien dagen vóór het verstrijken van die termijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of weigering daarvan opgemaakt.
De opdrachtnemer vernietigt op zijn kosten en onder toezicht van de KMB de munten waarvan de KMB de oplevering weigert en de munten die op kosten van de opdrachtnemer moeten vervangen worden tijdens de waarborgtermijn.
De aanbestedende overheid stelt twee jaar na de levering van de laatste bestelling uit hoofde van de overeenkomst een PV van definitieve oplevering van het geheel van de opdracht op, mits alle bestellingen het voorwerp uitgemaakt hebben van een gedeeltelijke definitieve oplevering. De definitieve oplevering van de laatste bestelling en de definitieve oplevering van het geheel van de opdracht kunnen worden vastgesteld in hetzelfde PV. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat elke aanvullende levering als gevolg van een verzuim zal leiden tot een nieuwe aftelling van de periode van twee jaar die vereist is voor de verlening van de gedeeltelijke definitieve oplevering.
De bezorging van het pv van definitieve oplevering geeft recht op de vrijgave van de borgtocht.
C.10.OPLEVERINGSMODALITEITEN EN -KOSTEN
C.10.1. Modaliteiten van oplevering
De bepalingen inzake de oplevering van leveringen, zijn van toepassing (zie C.9).
C.10.2. Opleveringskosten
Alle kosten die te maken hebben met de voorlopige en/of definitieve oplevering(en), zijn ten laste van de opdrachtnemer. Bij uitvoering van de opdracht zonder vertraging of fout van de opdrachtnemer zal de KMB geen extra kosten aanrekenen. In de andere gevallen zal de KMB de extra kosten aanrekenen aan de opdrachtnemer door afhouding van de factuurbedragen.
C.11.FACTURATIE, BETALING, RETRIBUTIES EN PRIJSHERZIENING
C.11.1. Facturatie, betaling en retributies
Facturatie en betaling
Voor zover de aanbestedende overheid in het bezit is van een geldig en correct opgestelde factuur (met vermelding van de BTW en van het nummer van de overeenkomstige bestelbon) waaraan het PV van voorlopige oplevering van de bestelling wordt gehecht, verloopt de procedure met inachtneming van de betreffende bepalingen van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013.
De facturen waarop de btw wordt aangerekend, moeten worden opgesteld op naam van :
Federale Overheidsdienst FINANCIËN Centrale Facturatiedienst
Koning Xxxxxx XX-laan 33 bus 788 – Blok B22
1030 Brussel
De facturen mogen evenwel niet langer met de post worden verstuurd. Het opsturen van de facturen kan op de volgende manieren gebeuren:
• in XML-formaat via het portaal Mercurius
De facturen kunnen via het platform Mercurius worden ingediend in een formaat XML/UBL Voor meer informatie, zie: xxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx.
Opgelet! Vanaf 01/04/2021 worden alleen de business requirements die voldoen aan de versie Bis Billing 3.0, aanvaard worden.
U vindt de specificaties van PEPPOL BIS standaard versie 3 op xxxx://xxxx.xxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/0.0/
• via een pdf-bestand
De factuur kan ook in de vorm van een pdf-bestand worden gestuurd naar het volgende e- mailadres: xx.000@xxxxxx.xxx.xx. Opgelet: elk pdf-bestand mag slechts één factuur bevatten.
Op de facturen moet de volgende vermelding staan: 'Het verschuldigde bedrag moet worden gestort op rekeningnummer ... op naam van ... te ...'.
Het nummer van de bestelbon (4500XXXXXX) en eventueel het nummer van het contract (5XXXXXXX) moeten systematisch op elke factuur worden vermeld.
BELANGRIJK
De prestaties van de andere rubrieken worden gefactureerd na uitvoering van de prestaties.
De opdrachtnemer moet op zijn factuur een gedetailleerde beschrijving van de correct en daadwerkelijk uitgevoerde prestaties geven. Prestaties die niet correct of onvolledig zijn uitgevoerd mogen niet worden gefactureerd.
De vereffeningsprocedure verloopt in overeenstemming met de wetten op de Rijkscomptabiliteit.
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen vanaf de datum van de beëindiging van de diensten, vastgesteld in overeenstemming met de regels van de opdrachtdocumenten, om de formaliteiten betreffende de voorlopige oplevering te vervullen en om de dienstverlener in kennis te stellen van het resultaat daarvan.
De betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de betalingstermijn van 30 dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, op voorwaarde dat de facturen correct zijn opgesteld, alle verantwoordingsstukken zijn bijgevoegd en ze naar het juiste facturatieadres zijn gestuurd.
Wanneer de opdrachtdocumenten niet voorzien in een afzonderlijke schuldvordering, geldt de factuur als schuldvordering.
De factuur moet worden opgesteld in euro.
Alle betalingen gebeuren uitsluitend op het in het offerteformulier vermelde rekeningnummer. In geval van een wijziging van het rekeningnummer wordt gevraagd om:
- een aanvraag tot wijziging in te dienen, die naar behoren is ondertekend door dezelfde persoon die de offerte heeft ondertekend. Als deze regel niet kan worden gevolgd, wordt gevraagd om het document (authentieke/onderhandse akte, nummer van de bijlage bij het Belgisch Staatsblad) toe te voegen dat aantoont dat de persoon gemachtigd is om deze aanvraag te ondertekenen;
- verplicht een bankcertificaat bij te voegen waaruit blijkt dat de opdrachtnemende firma wel degelijk titularis is van het meegedeelde rekeningnummer.
C.11.2. Prijsherziening
Voor de huidige opdracht wordt geen enkele prijsherziening voorzien aangezien de prijzen die worden vastgesteld per bestelling al rekening houden met de fluctuatie van de metaalprijzen en de omzetting USD-EUR.
C.11.3. Invloed van gewijzigde heffingen, onverwachte omstandigheden
Artikelen 38/8, 38/9 en 38/10 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag en andere onvoorziene omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer zijn niet van toepassing, omdat herzieningsclausules en de vaststelling per bestelling van de toe te passen metaalprijs een groot deel van het risico beperkt en anderzijds de samenhang met het commercieel gedeelte zodanig is dat contractuele onevenwichten geen rol zouden kunnen spelen. Om de volledige gelijkheid onder inschrijvers te waarborgen worden binnen de internationale context geen factoren opgenomen die de binnenlandse inschrijvers zouden kunnen bevoordelen.
C.12. BEHEER VAN DE SLAGSTEMPELS
C.12.1. Beheer en beveiliging van de slagstempels
Bij de start van de overeenkomst wordt aan de opdrachtnemer alleen de designfile overgedragen, geen stempels.
De opdrachtnemer dient zijn eigen slagmateriaal aan te maken. Hij dient daarbij alle beveiligingsregels opgelegd door de Europese regelgeving na te leven (m.i.v. zich extern te laten auditeren, onverminderd de audits uitgevoerd door de ECB).
De KMB moet steeds toegang hebben tot de auditrapporten van de ECB en deze van een externe auditor. Eveneens dient de KMB steeds toegang te hebben tot de bedrijfslokalen van de opdrachtnemer waar de muntstempels worden gebruikt dan wel worden opgeborgen.
De KMB heeft te allen tijde het recht tot inzage in de database waarin het beheer van de slagstempels wordt opgevolgd en kan hierop controles uitvoeren. De stempels die niet in de productiemachines zitten, dienen in een beveiligde kluis opgeborgen te zitten. Uitzondering hierop is wanneer de stempels een bewerking dienen te ondergaan (vb. coating).
De moederstempels dienen altijd in een beveiligde koffer te worden bewaard, tenzij op het moment van de indruk van de productie stempels.
Bovenstaande zijn minimumvereisten. De opdrachtnemer dient naast zijn eigen productie -en beveiligingsprocedures ook deze van de Europese instanties na te leven.
De KMB is eigenaar van de stempels, ook al worden deze door de opdrachtnemer vervaardigd.
Gemiddeld 1,5 à 2 jaar na de productie van een bepaalde denominatie dient door de opdrachtnemer de vernietiging of overdracht aan de KMB te worden voorgesteld van de aanwezige slagstempels voor de betreffende denominatie. Bij einde van het contract dienen alle aangemaakte stempels ofwel te worden vernietigd in bijzijn van een ambtenaar van de KMB ofwel aan de KMB te worden overgedragen. Ditzelfde geldt voor tussentijdse vernietigingen van muntstempels, niet enkel voor deze die werden gebruikt voor het slaan van eurocirculatiemunten betreft maar ook voor de herdenkings- en verzamelmuntstukken. De KMB beslist welke stempels fysiek aan haar overgedragen worden en welke in haar bijzijn zullen worden vernietigd.
Wanneer er bij controles onregelmatigheden worden vastgesteld, dan zal de KMB de noodzakelijke stappen ondernemen om de MDWG en de ECB hierover te informeren. Bovendien kan geëist worden dat de werkzaamheden worden stilgelegd totdat de onregelmatigheden zijn uitgeklaard10.
10 In geen geval mag de inventaris van alle slagmateriaal (inzonderheid de slagstempels) niet overeenkomen met de realiteit;
- wanneer er een stempel moet gemaakt worden en deze gaat buitenshuis, vb. voor xxxxxxx, dan mogen nooit beide helften van het stempelpaar het gebouw van de opdrachtnemer verlaten. In een eerste fase dus de ene kant en bij terugkeer mag pas de 2e helft buitenshuis gaan;
- de overnemer materiaal onbeheerd laat. Het materiaal mag bijvoorbeeld niet buiten gaan via derde partij, zoals een koeriersdienst of via enige gesecuriseerde firma. Er is persoonlijk transport nodig overeenkomstig Europese reglementering.
Vertragingen die voortvloeien uit het stilleggen van de werkzaamheden kunnen niet verhaald worden op de KMB. Bovendien blijven de vooropgestelde leveringstermijnen van kracht.
C.12.2. Het gebruik van de stempels: de productie
De productie moet 100% traceerbaar zijn. Op ieder ogenblik van de productie moet ten behoeve van de controlerende instanties duidelijk kunnen worden gemaakt welk lot van muntplaatjes in productie is gesteld. De gegevens hieromtrent moeten dagelijks aan de KMB worden medegedeeld wanneer het een aanmunting betreft in uitvoering –van een geplaatste bestelling van eurocirculatiemunten en herdenkingsmunten.
C.13. PUBLICITEIT - REFERENTIES - DISCRETIEPLICHT
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door een discretieplicht met betrekking tot de informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van deze opdracht. De informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de FOD Financiën meegedeeld worden aan derden.
C.14. EIGEN BEVOEGDHEDEN VAN DE KMB - TOEPASSELIJK RECHT EN JURISDICTIE
Het contract heeft geen betrekking op de bevoegdheden die de KMB zelf blijft uitoefenen (zoals de internationale vertegenwoordiging van België) en uit het contract kan de opdrachtnemer geen restbevoegdheden afleiden die hem zouden toekomen.
De aanbestedende overheden behouden zich het recht voor bestaande voorraden circulerende munten van andere landen van de eurozone aan te kopen of een omruiloperatie te sluiten.
Het contract valt onder het Belgisch recht en moet dienovereenkomstig worden geïnterpreteerd. Geschillen tussen de partijen in verband met de interpretatie of de toepassing van het contract, waarvoor geen minnelijke schikking kan worden getroffen, worden voorgelegd aan de rechtbanken van Brussel. De voertaal is Nederlands of Frans.
D.1. ALGEMENE OMSCHRIJVING
D.1.1. Definities
1. "Circulatiemunten”: voor circulatie bestemde euromunten, bestaat uit acht denominaties, die uiteenlopen van 1 cent tot 2 euro en die aan de in bijlage I bij Verordening (EU) Nr. 729/2014 van de Raad, weergegeven technische specificaties moeten voldoen11 evenals aan het Koninklijk besluit van 30 maart 2000 betreffende de rand van de muntstukken van 2 euro die deel uitmaken van de eerste serie euromuntstukken; Alle specificaties die gecontroleerd zullen worden door het laboratorium in het kader van de kwaliteitscontrole, zijn terug te vinden in het document 'Technical Specificaties' van de 'MDWG'.
11BIJLAGE I
In artikel 1 bedoelde technische specificaties
Zichtwaarde (euro) | Diameter in mm | Dikte in mm | Gewicht in g | Vorm | Kleur | Samenstelling | Deel |
2 | 25,75 | 2,20 | 8,50 | Rond | Buitenste gedeelte: wit | Kopernikkel (Cu75Ni25) | Gravure op dunne groeven |
Binnenste gedeelte: geel | Drie lagen: nikkel-messing/nikkel/nikkel- messing CuZn20Ni5/Ni12/CuZn20Ni5 | ||||||
F1 | 23,25 | 2,33 | 7,50 | Rond | Buitenste gedeelte: geel | Nikkel-messing (CuZn20Ni5) | Afwisseling van gladde en gegroefde delen |
Binnenste gedeelte: wit | Drie lagen: Cu75Ni25/Ni7/Cu75Ni25 | ||||||
0,50 | 24,25 | 2,38 | 7,80 | Rond | Geel | Noorse legering Cu89Al5Zn5Sn1 | getand |
0,20 | 22,25 | 2,14 | 5,74 | Rond met enkele diepe groeven | Geel | Noorse legering Cu89Al5Zn5Sn1 | Vlak |
0,10 | 19,75 | 1,93 | 4,10 | rond | Geel | Noorse legering Cu89Al5Zn5Sn1 | getand |
0,05 | 21,25 | 1,67 | 3,92 | Rond | Met laagje koper | Staal met laagje koper | Glad |
0,02 | 18,75 | 1,67 | 3,06 | Rond | Met laagje koper | Staal met laagje koper | Glad met groef |
0,01 | 16,25 | 1,67 | 2,30 | Rond | Met laagje koper | Staal met laagje koper | Glad |
2. "Gewone circulatiemunten”: voor circulatie bestemde euromunten met uitzondering van herdenkingsmunten;
3. "Herdenkingsmunten”: munten van 2 euro die bestemd zijn om een bepaalde gebeurtenis te herdenken;
4. "Kwaliteit 'Fleur de Coin'": Deze munten zullen een algemeen voorkomen hebben dat overeenkomt met de beschrijving van de beste van de reguliere productiemunten. Ze zullen volledig geslagen zijn en gelijkmatig afgewerkt. Hun fabricageproces vereist een zekere mate van zorgvuldigheid om schade te voorkomen, onder meer door verlaging van de perssnelheid en speciale verwerkingsvoorschriften om schade te minimaliseren.
5. 'Proof'-kwaliteit: Standaardmunten vertonen afbeeldingen (met inscripties) die op een gepolijste tafel worden gematteerd, of die op een gematteerde tafel hoogglanzend kunnen zijn. Een verschillende afzetting of een helder reliëf zijn eveneens aanvaardbaar wanneer ze opzettelijk worden aangebracht om de ontwerpkenmerken te benadrukken. De algemene afwerking van de proefstukken moet uitmuntend zijn. Zeer kleine, met het blote oog waarneembare gebreken kunnen aanvaardbaar zijn, maar alleen als zij zich op afzonderlijke plaatsen voordoen.
Een kleine variatie in de textuur van de afzetting is toegestaan, stuk voor stuk, maar gelijkmatig en met de beperking dat de afzetting duidelijk moet blijven. Deze stukken zullen aan een visueel inspectieprocedé worden onderworpen.
Benaming | Hoedanigheid | Minimumaantal per bestelling | |
Post 1 | 5 cent tot 2 euro | circulatie | 1.000.000 |
Post 1 | 2 euro herdenking | circulatie | 500.000 |
D.1.2. Aantallen, thema's, ontwerp en procedure Euromunten in circulatiekwaliteit
De aanbestedende overheid verbindt zich niet tot een minimale afname tijdens de contractperiode, maar verbindt zich er wel toe telkens ten minste één miljoen munten te bestellen, behalve voor de herdenkingsmunten van € 2 waarvoor ze zich ertoe verbindt er ten minste 500.000 te bestellen.
De geproduceerd munten in de periode 2010 tot 2019 (verwachte aantallen) in miljoen stuks, zijn de volgende (de 1 en 2 cent in 2017 werden aangekocht).
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Totaux | |
€ 2 | 15 | 32 | 16 | 0 | 2 | 0 | 1 | 0 | 0 | 3,2 | 71,20 |
€ 1 | 0 | 15 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 26,00 |
€ 0,50 | 0 | 15 | 30 | 0 | 10 | 10 | 2 | 5 | 0 | 12 | 84,50 |
€ 0,20 | 15 | 40 | 43 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 | 119,20 |
€ 0,10 | 20 | 25 | 25 | 5 | 0 | 11 | 0 | 3 | 12,3 | 5 | 106,40 |
€ 0,05 | 25 | 25 | 23 | 17 | 15 | 10 | 20 | 56 | 5,3 | 10 | 206,35 |
€ 0,02 | 20 | 0 | 15 | 33 | 3 | 22 | 32 | 19 | 0 | 0 | 144,02 |
€ 0,01 | 30 | 10 | 20 | 70 | 0 | 15 | 29 | 32 | 0 | 0 | 206,01 |
Voor 2020 bedroeg de productie 600.000 voor circulatie bestemde herdenkingsmunten van € 2.
Eurostukken van speciale kwaliteit
De aanbestedende overheid verbindt zich niet tot een minimale afname gedurende de contractperiode maar wel tot het bestellen van minstens de volgende hoeveelheden per geplaatste bestelling :
Benaming | Hoedanigheid | Minimumaantal per bestelling | |
Post 2 | set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | FDC | 5.000 |
Post 2 | set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | Proof | 400 |
Post 2 | 2 euro herdenking | FDC | 75.000 |
Post 2 | 2 euro herdenking | Proof | 1.500 |
De maximale oplagen voor de periode 2018 tot 2021 zijn de volgende :
Benaming | Hoedanigheid | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | FDC | 47.000 | 27.500 | 20.500 | 13.000 |
set alle waarden (1 cent tot 2 euro) | Proof | 750 | 1.500 | 1.000 | 750 |
2 euro herdenking | FDC | 500.000 | 300.000 | 300.000 | 300.000 |
2 euro herdenking | Proof | 15.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Melding: Deze gegevens zijn enkel ter beschikking gesteld aan de inschrijvers ten titel van informatie en houden geenszins een verplichting in van welke aard dan ook van de aanbestedende overheid. Deze gegevens zijn louter indicatief.
Herdenkingsmunten 2 €
Maximaal 1 keer per jaar12 kan door de KMB om een uitgave van een speciale herdenkingsmunt van 2 euro gevraagd worden. De aanbestedende overheid beslist over het thema en welke hoeveelheden voor circulatie zullen worden besteld.
Algemene opmerkingen over de stukken
Voor de gewone circulatiemunten wacht de opdrachtnemer tot hij een bestelling ontvangt van de overheid. Daarna dient hij zich aan het leveringsschema te houden, bedoeld in D.3.
De vertraging in verband met de productie van het slagmateriaal mag de leveringstermijn niet verlengen. Al het werk moet worden voltooid binnen de voorziene termijn van 10 weken.
Het ontwerp van de munten is afkomstig van de KMB, met uitzondering van de herdenkingsmunten van 2 euro (zie D.2.3.).
Het volledige wettelijke-administratieve luik blijft bij de overheid (zoals voor het treffen van de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten, …).
Het muntmeesterteken op de geproduceerde munten (nationale circulatiemunten en herdenkingsmunten) is dit van de Belgische Muntmeester.
De afrekening gebeurt op basis van de offerteprijs en de voor die specifieke bestelling vastgestelde non-ferrometaalprijs (die voor die bestelling onveranderd blijft).
12 De mogelijkheid bestaat ook dat er 1x per jaar een gemeenschappelijke uitgifte voor alle landen binnen de eurozone plaatsvindt. In de jaren dat dit het geval is, is het dus mogelijk dat er tot 2 herdenkingsmunten van €2 geproduceerd worden.
D.2. EUROCIRCULATIEMUNTEN - GEWONE SERIES
D.2.1. Eurocirculatiemunten - slaan en verpakken van 8 muntwaarden
Nationale vereisten van de KMB
De opdrachtnemer dient het officiële ontwerp van de nationale zijde van de Belgische eurocirculatiemunt te gebruiken nadat hij het jaartal heeft aangepast. De KMB zorgt voor de tekeningen.
De euromuntstukken moeten als volgt verpakt worden :
In muntrollen :
De volgende aantallen worden in muntrollen verpakt :
Benaming | Aantal woonvertrekken Per rol | Kleur papier muntrol met aanduiding van het jaar |
2 | 25 | Purper |
1 | 25 | Geel |
0,50 | 40 | Groen |
0,20 | 40 | Oranje |
0,10 | 40 | Blauw |
0,05 | 50 | Rood |
0,02 | 50 | Grijs |
0,01 | 50 | Wit |
Op elke muntrol worden het aantal verpakte muntstukken per rol, de muntwaarde, de totale waarde, het land van uitgifte "België" en het jaartal "20xx" vermeld, alsook de naam (en het logo) van de opdrachtnemer.
Verzegeld pakket
Per muntwaarde worden 10 muntrollen samen verzegeld in een transparante krimpfolie.
De verzegelde verpakkingen worden vervoerd in Belgische kisten met een vloeroppervlak van 50 x 80 cm.
Het maximale gewicht per Belgische kist bedraagt 450 kg.
Benaming | Aantal munten per half pallet | Aantal verzegelde pakken per houten kist |
2 | 50.000 | 200 |
1 | 50.000 | 200 |
0,50 | 50.000 | 125 |
0,20 | 70.000 | 175 |
0,10 | 100.000 | 250 |
0,05 | 100.000 | 200 |
0,02 | 125.000 | 250 |
0,01 | 175.000 | 350 |
De bodem van de houten kist heeft de afmetingen van een Belgische kist waar de muntwafels in worden ingepakt. Op elke kant van de pallet wordt een sticker aangebracht waarop duidelijk de muntwaarde, het jaartal “20xx”, het aantal verzegelde pakketten, het totale aantal munten en het totale gewogen gewicht vermeld in kg met 1 cijfer na de komma.
Tijdens het transport worden ten hoogste twee (2) Belgische kisten op elkaar gestapeld.
Belangrijkste vereisten van de NBB
In de kist, moeten alle verzegelde pakketten van 10 rollen zich bevinden in een plastiek zak afgesloten door een niet herbruikbare zegel. De zegel, voorzien van barcode, wordt geleverd door de NBB.
De barcode formaat is de volgende :
Op de kant van de kist moet dezelfde barcode zich vinden.
Voor meer inlichtingen betreffende de vereisten van de Nationale Bank van België (NBB), zal u in bijlage 9 de “Overeenkomst basisdienstverlening” vinden.
De opdrachtnemer moet de gegevens met de NBB via de webapplicatie MyCashSSP uitwisselen.
De procedures en voorwaarden voor het gebruik van telecommunicatiemiddelen, meer bepaald de veiligheidsvereisten, worden in afzonderlijke documenten beschreven die terug te vinden zijn op het volgend adres: xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxxxx?xxxxxxxxxxxxxxxx.
De te leveren munten worden door de opdrachtnemer aangekondigd met een Notification for Delivery. De Notification for Delivery gebeurt door middel van een XML-bestand waarvan de specificaties terug te vinden zijn op het volgend adres :
xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxx-xxxxxxxxxxxxxx
Meer inlichtingen kunt U ook krijgen op het e-mailadres : xxxxxxx.xxxxxxxx@xxx.xx
D.2.2. Eurocirculatiemunten – vervoer en verzekering
De munten moeten in verschillende transporten door een speciaal geldtransportbedrijf worden afgeleverd in de bedrijfsgebouwen van NBB. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor deze transporten tot aan de levering aan de NBB. Gelet op de maximumcapaciteit van de Bank om een geldtransporttruck uit te laden, moet de opdrachtnemer het transport beperken tot maximum 45 Belgische kisten en het aantal transporten tot één per week. Daarnaast mag de truck die de leveringen aan de NBB uitvoert niet langer zijn dan 9,00 m en niet hoger dan 3m, niet breder dan 2,45 m en met een maximum gewicht van 26T.
De opdrachtnemer zal worden belast met het lossen van de Belgische kisten in de losplaats die gelegen is in de veiligheidszone van de NBB. De opdrachtnemer dient voor elke levering een vorkheftruck te verstrekken of te regelen.
De munten moeten worden geleverd op basis van het leveringsschema overeen te komen per bestelling (zonder echter de termijnen van D.3 te overschrijden) en de gedetailleerde timing van de leveringen wordt geverifieerd met de verantwoordelijke vertegenwoordigers van de Bank. Elke wijziging van het leveringsschema moet meegedeeld worden aan de KMB.
D.2.3. Euromunten herdenkingsmunten voor circulatie
Het ontwerp van de herdenkingsmunt van 2 euro wordt in principe uitgevoerd door de geselecteerde inschrijver op basis van door de KMB verstrekte instructies, maar de Koninklijke Munt van België kan besluiten dit zelf te doen. De KMB bepaalt de onderwerpen, de kwaliteitsuitvoering en de hoeveelheden voor de circulatie bestemde munten.
Productie en verpakking
Productieaantallen en verpakkingsspecificaties van herdenkingsmunten voor circulatie: Zie D.1.2. en vertrouwelijkheidsverklaring (bijlage 9).
Verpakking van de herdenkingsmunten van 2 euro en van 2 euro van circulatiekwaliteit: Muntrollen
De 2 € herdenkingsmunten van circulatiekwaliteit moeten als volgt in muntrollen worden verpakt :
Het volgende aantal wordt in muntrollen verpakt :
Muntstuk speciale uitgave | Aantal per muntrol | Papierrol |
2 € | 25 | Purper met witte rasterlijn |
Op elke muntrol worden het aantal verpakte muntstukken per rol, de muntwaarde, de totale waarde, het land van uitgifte "België" en het jaartal "20xx" vermeld, alsook de naam (en het logo) van de opdrachtnemer.
Verzegeld pakket
Tien muntrollen worden samen verzegeld in een transparante filmfolie. Belgische kist met grondafmetingen 50 x 80 cm
Het maximumgewicht per half Europallet is 450 kg.
Benaming | Aantal munten per half pallet | Aantal verzegelde pakken per half pallet |
2 | 50.000 | 200 |
De te gebruiken houten kisten voor de inpak worden opgelegd door de NBB. Op elke kant van de houten kist wordt een sticker aangebracht waarop duidelijk de muntwaarde, het jaartal “20xx”, het aantal verzegelde pakketten, het totale aantal munten en het totale gewicht vermeld staan. De sticker op het pallet met de herdenkingsmunten van 2 € geeft duidelijk de tekst weer, alsook het opschrift “2 € herd.
Tijdens het transport worden ten hoogste twee (2) Belgische kisten op elkaar gestapeld.
D.2.4. Vervoer en verzekering
De leveringsvoorwaarden voor de herdenkingsmunten van 2 euro van circulatiekwaliteit luiden als volgt:
De muntstukken moeten in verschillende transporten door een speciaal geldtransportbedrijf worden afgeleverd in de bedrijfsgebouwen van NBB. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor deze transporten tot aan de levering aan de NBB. Gelet op de maximumcapaciteit van de Bank om een geldtransporttruck uit te laden, moet de opdrachtnemer het transport beperken tot maximaal 45 halve Europallets en het aantal transporten tot één per week. Daarnaast mag de truck die de leveringen aan de NBB uitvoert niet langer zijn dan 9,00 m en niet hoger dan 3m, niet breder dan 2,45 m en met een maximum gewicht van 26T.
Eurostukken van speciale kwaliteit Stukken van 'Fleur de Coin'-kwaliteit
Voor elke set van 8 eenheidswaarden of herdenkingsmunten van 2 euro worden maximaal 10 (of een veelvoud van 5) sets FDC-munten naast elkaar op een vlakke plastic plank gelegd, op zodanige wijze dat geen enkele munt een andere kan raken, behalve aan de randen. Verschillende planken worden samengebonden en vacuüm verpakt met een beschermende film om precies 100 sets onderdelen per verzegelde verpakking te hebben. Een veelvoud van 100 sets van elke nominale waarde (1 cent - herdenkingsmunt van 2 euro) wordt verzameld op een halve europallet met een maximaal gewicht van 400 kg.
Stukken in 'Belle-épreuve'- / 'Proof'-kwaliteit
Elk stuk wordt verpakt in een capsule met een bepaalde vlakheid van het capsule-oppervlak en met een vooraf bepaalde diameter die overeenkomt met de gaten van de proefbakken die door de KMB worden gebruikt.
Voor elke set van 8 eenheidswaarden of herdenkingsmunten van 2 euro worden maximaal 10 (of een veelvoud van 5) 'Proof'-munten in capsules naast elkaar op een vlakke plastic plank gelegd, op zodanige wijze dat geen enkele munt een andere kan raken, behalve aan de randen. Verschillende planken worden samengebonden en vacuüm verpakt met een beschermende film om precies 100 sets onderdelen per verzegelde verpakking te hebben. Een veelvoud van 100 sets van elke eenheidswaarde wordt verzameld op een halve europallet met een maximaal gewicht van 400 kg. Het doel van deze verpakking is ervoor te zorgen dat de stukken in de capsule tijdens het vervoer niet worden beschadigd en na het vervoer geen krassen vertonen.
D.2.5. Kwaliteitseisen
De munten moeten worden geproduceerd op basis van de Verordening (EG) nr. 975/98 van 3 mei 1998 en de latere wijzigingen. De euromunten worden geproduceerd in overeenstemming met de technische specificaties van de eerste reeks euromunten en specimens, uitgave nr. 17 van 6 december 2016, en in overeenstemming met het kwaliteitscontrolesysteem zoals vastgelegd in de Groep Directeuren van de Munten van de EU.
De gebreken van eurocirculatiemunten worden bepaald in overeenstemming met de laatste versie van de gebrekencatalogus van de Groep Directeuren van de Munten van de EU (MDWG).
Tijdens de uitvoering van deze overeenkomst, zal het kwaliteitsmanagement van de muntleverancier worden geregeerd door de meest recente toepasselijke versie van volgende documenten :
▪ het kwaliteitsmanagementsysteem voor euromuntstukken (QMSC);
▪ de technische bepalingen (TB), die de nominale waarde en tolerantie bepalen voor alle kenmerken van iedere muntwaarde;
▪ het gemeenschappelijke standaard inspectieplan voor de eerste reeks euromunten, specimens en hulpmiddelen (CBIP);
▪ het gemeenschappelijke kwaliteitsborgingsplan voor eurocirculatiemunten (CQAP).
Eurocirculatiemunten
De leverancier voert de nodige tests uit om de nieuwe ontwerpen van de gemeenschappelijke zijde, gecombineerd met de Belgische nationale zijden, succesvol te produceren.
De eerste stalen (25 per miljoen stuks) moeten door KMB voorafgaandelijk aan de eigenlijke productie goedgekeurd worden, zie ook rubriek C.7.1.
De verpakkingen van de eurocirculatiemunten mogen geen beschadigingen vertonen na transport.
Bijkomende kwaliteitscriteria voor FDC
Alleen munten die geen krassen of oxidatieplekken vertonen, komen in aanmerking als glanzende euromunten die niet in circulatie worden gebracht.
De verpakking van euromunten van FDC-kwaliteit moet ervoor zorgen dat:
- de stukken niet beschadigd raken tijdens het vervoer en geen krassen zullen vertonen;
- dezelfde kwaliteit van munten van elke denominatie verpakt zal worden op elke halve europallet.
Bijkomende kwaliteitscriteria voor de stukken van 'Proof'-kwaliteit
Alleen munten die vrij zijn van krassen, stofdeeltjes op en in de munt/capsule en oxidatieplekken op de munt komen in aanmerking als euromunten van 'Proof'-kwaliteit.
De verpakking van de 'Proof'-euromunten moet ervoor zorgen dat de stukken in de capsule tijdens het vervoer niet worden beschadigd en dat de capsules geen krassen zullen vertonen.
D.2.6. Vernietiging onder toezicht
Indien door de opdrachtnemer geproduceerde munten ongeschikt blijken om in circulatie gebracht te worden, moet de opdrachtnemer deze op eigen kosten vernietigen of laten vernietigen in een werkplaats in de Europese Unie.
Hij moet daarvan een certificaat van vernietiging aan de KMB voorleggen. De KMB kan eisen om de vernietiging bij te wonen, indien zij dat zo beslist.
D.3. LEVERINGSTERMIJNEN EN -SCHEMA'S
De maximale leveringstermijn bedraagt 10 weken voor de bestellingen (voor alle soorten stukken die op hetzelfde ogenblik besteld werden).
Indien bij de opstart van de productie een cross-check13 van de testslagen noodzakelijk is bij de munt van Hamburg (zoals bij eerste opstart van een producent, een nieuwe gemeenschappelijke Europese zijde of een Europese beslissing andere grondstoffen te gebruiken), dan wordt de leveringstermijn verlengd met de periode die de cross check zal duren.
Indien de oplevering wordt geweigerd, stelt de opdrachtnemer bij eventuele overschrijding van de uitvoeringstermijn om aan de gebreken te verhelpen, zich bloot aan de sancties die worden voorzien door het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, onverminderd de vertragingsboetes voorzien onder rubriek C.8.
Alle verzendingen die klaar zijn voor transport zullen ten laatste één week voor levering worden aangemeld bij KMB en bij de NBB.
Het leveringsschema moet door de opdrachtnemer worden bevestigd. Bij ontvangst van een bestelbon moet de opdrachtnemer binnen twee weken na de datum van ontvangst van deze bestelbon een ontvangstbevestiging sturen en een leveringsschema verstrekken. Alle veranderingen in het schema moeten schriftelijk door beide partijen worden overeengekomen en bevestigd en aan de KMB meegedeeld.
13 Wordt thans uitgevoerd in Hamburg, reden voor de bijkomende termijn.
E. AANBEVELINGEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN OFFERTE EN LIJST VAN DE BIJLAGEN
E.1. AANBEVELINGEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN OFFERTE
- Ga na of u aan al de selectievoorwaarden voldoet alvorens een offerte op te maken.
- Houd rekening met de minimum te verwezenlijken aantallen voor de herdenkings- en verzamelaarsmunten.
- Houd rekening met de minimum vereiste keuze in de soorten verzamelaarsmunten.
- Vul uw offerte in op basis van bedrijfsmatige gegevens; vul geen gegevens in enkel in functie van de verwachte gunningsresultaten.
- Houd rekening met de voorafgaandelijke afdracht van de faciale waarde van de herdenkingsmunten van 2 euro die commercieel worden verspreid.
- Uw offerte is onvoorwaardelijk en kan op geen enkel wijze een afwijking op de bestekvoorwaarden inhouden.
- Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument maakt integraal deel uit van uw offerte en dient zorgvuldig te worden ingevuld.
- Houd de termijn in het oog waarbinnen vragen over dit bestek kunnen worden gesteld.
E.2. LIJST VAN BIJLAGEN
1. Offerteformulier
2. Prijsinventaris
3. Buitenlandse firma - Vaste inrichting
4. Hoe een UEA downloaden en invullen?
5. Artikel 9 en 10 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn op het werk
6. Model voor het stellen van vragen
7. Geheimhoudingsovereenkomst
8. Bankverklaring
9. Basisdienstverlening Euromunten
Gezien en goedgekeurd,
(w.g. 20 juli 2021) Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx
Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de coördinatie van de fraudebestrijding
BIJLAGE 1 : OFFERTEFORMULIER
Federale Overheidsdienst Financiën Stafdienst Begroting en Beheerscontrole Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B4 – bus 961 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
Bestek: S&L/DA/2020/075
Openbare procedure voor de aanmunting met het oog op de productie van eurostukken ten behoeve van de Koninklijke Munt van België.
De firma:
(volledige benaming)
met als adres:
(straat)
(postcode en gemeente) (land)
Ingeschreven bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen onder nummer:
en waarvoor de heer/mevrouw14: | (naam) (functie) |
gedomicilieerd op het adres:
14 Schrappen wat niet past.
(straat)
(postcode en gemeente) (land)
als inschrijver of gevolmachtigde optreedt en hieronder ondertekent, verbindt zich tot de uitvoering, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen van het bestek van de omschreven diensten tegen de hierna volgende prijzen (zie ook de prijsinventaris in bijlage 2).
Stukken | Soort stukken | Kwaliteit | Prijs minimum aantal | Prijs aanvullende hoeveelheden/ bestellingen |
Post 1 | 5 cent | circulatie | ||
10 cent | circulatie | |||
20 cent | circulatie | |||
50 cent | circulatie | |||
1 euro | circulatie | |||
2 euro | circulatie | |||
2 C herdenkingsmunt | circulatie | |||
Post 2 | Set alle waarden | FDC | ||
Set alle waarden | Proof | |||
2 € herdenkingsmunt | FDC | |||
2 € herdenkingsmunt | Proof |
In de offerte is de vertrouwelijke informatie en/of de informatie die betrekking heeft op technische of commerciële geheimen duidelijk aangeduid.
Het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid zal de verschuldigde sommen betalen door storting of overschrijving op
het rekeningnummer:
− IBAN:
− BIC:
Alle briefwisseling betreffende de uitvoering van de opdracht moet worden gestuurd naar:
(straat)
(postcode en gemeente) (telefoonnummer)
(e-mailadres)
Kmo (kleine en middelgrote ondernemingen):
Wordt uw onderneming beschouwd als een kmo in de zin van artikel 15 van Wetboek van Vennootschappen?15 | JA / NEEN16 |
Opgesteld | Te (plaats) | Op (datum) |
15 De voorwaarden om als kmo te worden beschouwd:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50;
- jaarlijks omzetcijfer, exclusief belasting over de toegevoegde waarde: 9.000.000 euro;
- balanstotaal: 4.500.000 euro.
Wanneer meer dan één van de bovenstaande criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. In dat geval zijn de gevolgen van deze overschrijding van toepassing vanaf het boekjaar volgende op het lopende boekjaar waarin voor de tweede keer meer dan een criterium overschreden werd of niet meer overschreden werd.
16 Schrappen wat niet van toepassing is.
De inschrijver die vertegenwoordigd wordt door de bevoegde persoon om hem te verbinden:
(naam) (functie) (handtekening)
Dit vak is voorbehouden aan de aanbestedende overheid:
GOEDGEKEURD:
PRO MEMORIE: ABSOLUUT BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN DOCUMENTEN
− Het offerteformulier, ingevuld en ondertekend (zie B.8., B.13, E1 en E2, bijlage 1).
− De prijsinventaris (zie B.16 en E2, bijlage 2).
− De statuten of andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondergetekende(n) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel B.8.2).
− Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (artikel 2,11° het koninklijk besluit van 18 april 2017 en de artikelen 38 tot 40) (voor het invullen van het UEA, zie E2, bijlage 4).
− de documenten in verband met de gunningscriteria (zie B.16)
− Andere in de technische voorschriften gevraagde documenten (zie delen D).
− Andere bijlagen die de inschrijver nuttig acht.
BIJLAGE 2 : PRIJSINVENTARIS (EXCLUSIEF BTW)
Stukken | Soort stukken | Kwaliteit | Minimum aantal | Prijs minimum aantal | Aanvullende hoeveelheden/ bestellingen | Prijs aanvullende hoeveelheden/ bestellingen |
=per | =per | |||||
Post 1 | 5 cent | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | ||
10 cent | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | |||
20 cent | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | |||
50 cent | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | |||
1 euro | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | |||
2 euro | circulatie | 1.000.000 | 1.000.000 | |||
2 C herdenkingsmunt | circulatie | 500.000 | 100.000 | |||
Post 2 | Set alle waarden | FDC | 500 | 500 | ||
Set alle waarden | Proof | 50 | 50 | |||
2 € herdenkingsmunt | FDC | 1.000 | 1.000 | |||
2 € herdenkingsmunt | Proof | 500 | 500 |
BIJLAGE 3 : BUITENLANDSE FIRMA - VASTE INRICHTING
1. BESCHIKT OVER EEN VASTE INRICHTING IN BELGIE:17
• JA - NEEN18
Deze vaste inrichting neemt deel aan de levering van goederen of diensten:
• JA - NEEN19
Btw-nummer van de vaste inrichting: BE……………………………………………
Met het volgende adres:
(volledige benaming) (straat)
(postcode en gemeente)
Indien de onderneming beschikt over een vaste inrichting en deze deelneemt aan de levering van goederen of diensten, zal het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid de verschuldigde bedragen via overschrijving of storting betalen op:
het rekeningnummer van de vaste inrichting: |
• IBAN: |
• BIC: |
17In de zin van artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Xxxxxxxxx 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Voor de toepassing van artikelen 50, 51 en 55 van het Btw-Wetboek gaat de administratie ervan uit dat een belastingplichtige in het land een vaste inrichting heeft wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
a) de belastingplichtige heeft hier te lande een directiezetel, een filiaal, een fabriek, een werkplaats, een agentschap, een magazijn, een kantoor, een laboratorium, een inkoop- of verkoopkantoor, een opslagplaats of enige andere vaste inrichting, met uitsluiting van de bouwplaatsen;
b) de hiervoor in a) bedoelde inrichting wordt beheerd door een persoon die bekwaam is om de belastingplichtige te verbinden tegenover de leveranciers en de klanten;
c) de in a) bedoelde inrichting voert regelmatig handelingen uit die in het Btw-Wetboek worden bedoeld: leveringen van goederen en diensten.
Een belastingplichtige die in België een vaste inrichting heeft, wordt aangemerkt als een niet in België gevestigde belastingplichtige als deze inrichting niet betrokken is bij de levering van goederen of de dienst (artikel 51, § 2, tweede lid van het Btw-Wetboek en 192bis van de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
Een vaste inrichting wordt beschouwd als zijnde betrokken bij de levering van goederen of de prestatie van diensten wanneer deze levering of dienst werd verricht vanuit deze vaste inrichting, met andere woorden als de menselijke en technische middelen van de inrichting werden aangewend om die levering of dienst te verrichten. Een loutere administratieve ondersteuning vanwege de vaste inrichting volstaat echter niet. (artikel 53 van de Uitvoeringsverordening nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Xxxxxxxxx 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
18 Schrappen wat niet van toepassing is.
19 Schrappen wat niet van toepassing is.
2. ALS DE FIRMA NIET BESCHIKT OVER EEN VASTE INRICHTING IN BELGIË OF NIET BETROKKEN IS BIJ DE LEVERING VAN GOEDEREN OF DE PRESTATIE VAN DIENSTEN:
Belgisch btw-nr. van de buitenlandse onderneming (directe identificatie): BE OF
Belgisch btw-nummer van de aansprakelijke vertegenwoordiger in België (NB: verplicht voor ondernemingen buiten de Europese Unie): BE……………………………………………
Met het volgende adres:
(volledige benaming) (straat)
(postcode en gemeente)
Indien de onderneming beschikt over een aansprakelijke vertegenwoordiger in België en deze het document betreffende de betaling van btw opmaakt, zal het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid de verschuldigde bedragen per overschrijving of storting betalen op:
het rekeningnummer van de vaste inrichting: |
• IBAN: |
• BIC: |
In geval van levering van goederen zullen deze vanuit (land) worden vervoerd.
BIJLAGE 4 : HOE HET UEA INVULLEN EN DOWNLOADEN?
Zoals aangegeven in het UEA zelf, moet u per onderneming een UEA toevoegen wanneer u voor deze opdracht samen met andere ondernemers deelneemt en/of wanneer u een beroep doet op de draagkracht van andere ondernemingen. In dat geval moeten deze allemaal toegevoegd worden op het moment dat u uw offerte indient.
Er zijn twee mogelijkheden om het UEA in te vullen.
Via het html-bestand
1. Klik op de volgende link: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/.
2. Kies uw taal.
3. 'Wie bent u? kiest u voor “Ik ben een ondernemer”.
4. Bij “Wat wilt u doen” Kies 'Een UEA-vraag/antwoord importeren'.
5. Upload het document 'dume.xml', beschikbaar onder de rubriek 'Document' van de aankondiging van een opdracht op e-Notification (xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
6. Bij “Waar bevindt uw onderneming zich?” kiest u uw land.
7. Klik op “Volgende”.
8. U kan nu beginnen met het invullen van de vereiste velden:
− deel I (enkel als de aanbestedende overheid dit deel niet vooraf heeft ingevuld)
− Deel II, A, B, C en D;
− Deel III, A, B, C;
− Deel IV, α
− Deel VI.
9. Wanneer u het document volledig ingevuld hebt, klikt u op “Overzicht”.
10. Klik op “Downloaden in beide formaten” (XML- en PDF-formaat).
11. Wanneer u uw offerte indient, moet u het ingevulde UEA in XML- en PDF-formaat toevoegen.
Via het pdf-bestand
12. Druk het pdf-bestand van het UEA af dat beschikbaar is onder de rubriek 'Document' van de aankondiging van een opdracht op e-Notification (xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
13. Vul het in.
− deel I (enkel als de aanbestedende overheid dit deel niet vooraf heeft ingevuld)
− Deel II, A, B, C en D;
− Deel III, A, B, C;
− Deel IV, α
− Deel VI.
14. Scan het ingevulde UEA.
15. Op het ogenblik dat u uw kandidatuur/offerte indient, moet uw UEA in pdf-formaat worden bijgevoegd.
BIJLAGE 5 : ARTIKEL 9 EN 10 VAN DE WET VAN 4 AUGUSTUS 1996 BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK
Art. 9. <W 2007-06-03/81, art. 87, 017; Inwerkingtreding: 02-08-2007> § 1. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden:
1° de aannemers de nodige informatie te verstrekken ten behoeve van de werknemers van de aannemers en onderaannemers en ten behoeve van het overleg met betrekking tot de maatregelen bedoeld in 4°.
Deze informatie betreft inzonderheid:
a) de risico's voor het welzijn van de werknemers alsmede de beschermings- en preventiemaatregelen en -activiteiten, zowel voor de inrichting in het algemeen als voor elk type werkpost en/of elke soort functie of activiteit voor zover deze informatie relevant is voor de samenwerking of coördinatie;
b) de maatregelen welke zijn genomen voor de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en de aangewezen werknemers die belast zijn met het in praktijk brengen van deze maatregelen;
2° zich ervan te vergewissen dat de in 1° bedoelde werknemers de passende opleiding en instructies inherent aan zijn bedrijfsactiviteit hebben ontvangen;
3° de gepaste maatregelen te treffen voor de organisatie van het aan zijn inrichting specifiek onthaal van de in 1° bedoelde werknemers en, in voorkomend geval, deze aan een lid van zijn hiërarchische lijn toe te vertrouwen;
4° het optreden van de aannemers en onderaannemers te coördineren en de samenwerking tussen deze aannemers en onderaannemers en zijn inrichting bij de uitvoering van de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te verzekeren;
5° er zorg voor te dragen dat de aannemers hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan zijn inrichting, naleven.
§ 2. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden:
1° elke aannemer te weren waarvan hij kan weten of vaststelt dat deze de verplichtingen opgelegd door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten met het oog op de bescherming van de werknemers niet naleeft;
2° met elke aannemer een overeenkomst te sluiten waarin inzonderheid volgende bedingen zijn opgenomen:
a) de aannemer verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar hij werkzaamheden komt uitvoeren, na te leven en door zijn onderaannemers te doen naleven;
b) indien de aannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, kan de werkgever in wiens inrichting de werkzaamheden worden uitgevoerd, zelf de nodige maatregelen treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de aannemer;
c) de aannemer die een beroep doet op (een) onderaannemer(s) voor het uitvoeren van werkzaamheden in de inrichting van een werkgever, verbindt er zich toe om in de overeenkomst(en) met deze onderaannemer(s) de bedingen op te nemen zoals bedoeld onder a) en b), wat inzonderheid inhoudt dat hijzelf, indien de onderaannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, de nodige maatregelen kan treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de onderaannemer;
3° zelf, na ingebrekestelling van de aannemer, onverwijld de nodige maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk eigen aan de inrichting te treffen, indien de aannemer deze maatregelen niet neemt of zijn verplichtingen gebrekkig naleeft.
Art. 10. <W 2007-06-03/81, art. 88, 017; Inwerkingtreding: 02-08-2007> § 1. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers die werkzaamheden komen uitvoeren in de inrichting van een werkgever, zijn ertoe gehouden:
1° hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar zij werkzaamheden komen uitvoeren, na te leven en te doen naleven door hun onderaannemers;
2° de informatie, bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, aan hun werknemers en onderaannemer(s) te verstrekken;
3° aan de werkgever bij wie zij werkzaamheden zullen uitvoeren de nodige informatie te verstrekken over de risico's eigen aan die werkzaamheden;
4° hun medewerking te verlenen aan de coördinatie en samenwerking bedoeld in artikel 9, § 1, 4°.
§ 2. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers hebben ten aanzien van hun onderaannemers dezelfde verplichtingen als de werkgever in toepassing van artikel 9, § 2 heeft ten aanzien van de aannemers.
BIJLAGE 6 : MODEL VOOR HET STELLEN VAN VRAGEN
Om snel antwoord te krijgen, dienen alle vragen naar het bestek te verwijzen (bv. punt A.5.1, paragraaf 1, pagina 5). De taal van het bestek waarnaar wordt verwezen, moet ook worden vermeld, aangezien de paginanummering van de ene taal tot de andere kan verschillen.
Punt/Paragraaf | Paginanummer | Taal | Vraag |
BIJLAGE 7 : GEHEIMHOUDINGSOVEREENKOMST
Deze geheimhoudingsovereenkomst (hierna "de Overeenkomst") wordt opgesteld
TUSSEN:
De Koninklijke Munt van België (hierna "KMB"), gevestigd te Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, en vertegenwoordigd door het ministerie van Financiën, vertegenwoordigd voor de doeleinden van de huidige overeenkomst door:
Naam: Xxxxxx Xxx Xxxxxxx Functie: Muntmeester
EN
……………………………….. (hierna “XXX”), gevestigd te en vertegenwoordigd door:
Naam: Functie:
Waarbij naar de KMB en XXX hierna samen als de "Partijen" en apart als de "Partij" zal worden verwezen.
Teneinde ongeoorloofde bekendmaking van vertrouwelijke informatie, zoals hieronder gedefinieerd, te voorkomen, komen de partijen overeen een vertrouwelijke relatie aan te gaan met betrekking tot de bekendmaking van bepaalde vertrouwelijke en bedrijfseigen informatie.
OVERWEGENDE:
(A) Dat de minister van Financiën op xxxxx de machtiging verleend heeft aan XXX voor de opdracht in verband met de openbare procedure voor de aanmunting met het oog op de productie van eurostukken ten behoeve van de Koninklijke Munt van België (bestek nr. S&L/DA/2020/075)
(B) XXX dient over Technische specificaties te beschikken (zoals hieronder gedefinieerd). Dit werd vastgesteld door de Mint Directors Working Group (hierna "MDWG") en nader bepaald bij artikel
1.1.a van voorliggende Overeenkomst;
(C) Dat de KMB een dienst is die (1) ressorteert onder de autoriteit van het ministerie van Financiën en (2) die de coördinatie van het bestek en alle aanverwante dossiers verricht;
(D) Dat de KMB de nationale vertegenwoordiger blijft, deelneemt aan de MDWG en haar subgroepen en in die optiek over Technische specificaties beschikt;
(E) Dat deze Overeenkomst wordt aangegaan in toepassing van het bestek en met name van xxxxxxx XX, 12, lid 2, van de contractuele verplichtingen, teneinde de discretionaire bevoegdheid van de opdrachtnemer te verduidelijken, zonder de draagwijdte van de discretionaire bevoegdheid die in algemene termen in het bestek is vastgesteld, te beperken;
(F) Dat de KMB een geheimhoudingsovereenkomst wenst aan te gaan met XXX aangaande de Technische specificaties. XXX heeft verklaard hiertoe bereid te zijn;
(G) Dat de KMB, na de gezamenlijke ondertekening van de huidige Overeenkomst, de Technische specificaties ter beschikking van XXX zal stellen met het oog op de uitvoering van het bij paragraaf A beoogde order;
WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
1. DEFINITIES
1.1. In deze Overeenkomst hebben de met een hoofdletter geschreven begrippen de volgende betekenis:
a) Technische specificaties: de technische specificaties van de euromuntstukken en/of delen daarvan, zoals vastgesteld door de MDWG, waarvan het vertrouwelijke karakter XXX bekend is, alsmede de werkzaamheden die daaruit voortvloeien;
b) Opdracht: de opdracht toegekend door het ministerie van Financiën voor het slaan en leveren van euromunten, gereglementeerd conform de normen van het bestek S&L/DA/2020/077;
c) Overeenkomst: deze geheimhoudingsovereenkomst krachtens welke XXX ertoe gehouden is om de Technische specificaties van de euromunten geheim te houden;
d) Personeel: alle personen die XXX inschakelt voor de uitvoering van zijn opdracht om euromunten te produceren en te leveren aan de KMB en die toegang hebben tot of over (een deel van) de Technische specificaties beschikken;
2. VERTROUWELIJKHEID
2.1. Zowel XXX als zijn personeel zijn verplicht tot strikte geheimhouding van de van de KMB afkomstige Technische specificaties, ongeacht de wijze waarop deze gepresenteerd worden, bijvoorbeeld schriftelijk, mondeling, elektronisch, enz., alsmede de Technische specificaties die iemand onthouden heeft;
2.2. Onverminderd de bepalingen van artikel 2, lid 1, omvat de geheimhoudingsplicht van XXX met betrekking tot de Technische specificaties het volgende:
a) xxx en zijn Personeel mogen de Technische specificaties uitsluitend voor de doeleinden gebruiken waarvoor ze door de KMB bezorgd worden;
b) xxx zal de Technische specificaties niet overdragen aan zijn moedermaatschappij, zijn filialen of zijn gelieerde entiteiten;
2.3. Vanaf het einde van de Opdracht moet xxx alle van bij de KMB ontvangen Technische specificaties aan de KMB terugbezorgen, zonder er een kopie van te bewaren.
2.4. Uitgesloten van de geheimhoudingsplicht is (i) informatie die algemeen bekend is, zonder dat deze informatie bekend is geworden als gevolg van een schending van de Overeenkomst, (ii) informatie die door een Partij bekend is gemaakt na uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij, en (iii) bekendmaking ingevolge een wettelijke verplichting.
2.5. In geval van schending van de vertrouwelijkheidsverplichting door xxx en/of zijn Personeel of niet-naleving van de bepalingen van artikel 2.3 zal het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten van toepassing zijn. Artikel 45, §2, van voormeld KB stelt het volgende:
Art. 45, § 1. De opdrachtdocumenten kunnen voorzien in de toepassing van een bijzondere straf voor elke gebrekkige uitvoering.
§ 2. § 2. Elke gebrekkige uitvoering waarvoor niet in een bijzondere straf is voorzien, geeft aanleiding tot een algemene straf die:
1° eenmalig is en 0,07 procent bedraagt van het oorspronkelijke opdrachtbedrag met een minimum van veertig euro en een maximum van vierhonderd euro, of
2° dagelijks is en 0,02 procent bedraagt van het oorspronkelijke opdrachtbedrag met een minimum van twintig euro en een maximum van tweehonderd euro, wanneer de gebrekkige uitvoering onmiddellijk ongedaan moet worden gemaakt.
Deze straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van afgifte van de aangetekende zending of bij elektronische zending die op vergelijkbare wijze de exacte datum van de verzending waarborgt vermeld in artikel 44, § 2, tot en met de dag waarop aan de gebrekkige uitvoering een einde werd gesteld door toedoen van de opdrachtnemer of van de aanbesteder zelf.
§ 3. De paragrafen 1 en 2 zijn van toepassing wanneer geen enkele rechtvaardiging werd aanvaard of wanneer deze rechtvaardiging niet binnen de termijn vereist door artikel 44, § 2, werd verstrekt.
2.6 De door xxx verschuldigde boete als bedoeld in artikel 2.5 strekt mede tot vergoeding van de schade die de KMB lijdt ten gevolge van de schending van de geheimhoudingsplicht, tenzij de KMB bewijst dat de geleden schade hoger is dan de boete, in welk geval de KMB aanspraak kan maken op een volledige schadeloosstelling.
2.7 Alle auteursrechten of andere intellectuele-eigendomsrechten die verband houden met de Technische specificaties van een Partij en die aan de andere Partij bekend worden gemaakt, blijven eigendom van de bekendmakende Partij. De Partij die dergelijke informatie verkrijgt, verwerft geen octrooi- of auteursrechten op die informatie.
3. INFORMATIEVEILIGHEID
3.1. XXX komt uitdrukkelijk met de KMB overeen dat de te ontvangen Technische specificaties uitsluitend in fysieke vorm zullen worden bewaard en niet zullen worden gekopieerd, gedigitaliseerd of na scanning digitaal zullen worden opgeslagen. Deze fysieke kopieën zullen veilig worden opgeslagen zodat alleen bevoegde personen ze kunnen inzien (zie 3.3).
3.2. XXX zal alle technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen nemen en uitvoeren die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst na te komen. Deze maatregelen moeten, rekening houdend met de stand van de techniek en de aan de uitvoering ervan verbonden kosten, een adequaat beschermingsniveau waarborgen, waarbij de risico's die inherent zijn aan de aard van de technische specificaties aan behoren in aanmerking genomen dienen te worden.
3.3. xxx legt de KMB een volledige lijst voor van de aangewezen personeelsleden die over de Technische specificaties beschikken. Elke wijziging van deze lijst dient onmiddellijk meegedeeld te worden aan de KMB.
3.4. Indien en wanneer XXX de mogelijkheid en/of een (poging tot) illegale of ongeoorloofde inbreuk op de beveiliging van de technische specificaties (met inbegrip van een datalek) ontdekt, stelt hij de KMB daarvan onmiddellijk in kennis en neemt xxx op eigen kosten alle maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om deze en elke andere illegale of ongeoorloofde inbreuk te beëindigen, te voorkomen of te beperken. Dit laat de verplichting van XXX onverlet om de KMB te vergoeden voor alle door haar hierdoor geleden schade.
3.5. In het geval van een bij artikel 3.4 van deze overeenkomst beoogde situatie kan de KMB XXX vragen om de Technische specificaties terug te sturen en in te trekken zoals voorzien bij artikel
2.3 van deze Overeenkomst.
3.6. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van XXX.
3.7. De KMB is te allen tijde gerechtigd op eigen kosten audits bij XXX uit te (laten) voeren met betrekking tot het onderwerp van deze overeenkomst en het bestek. Indien uit de audit blijkt
dat XXX zijn verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst niet (volledig) nakomt, zal XXX de kosten van de audit aan de KMB vergoeden, onverminderd de rechten van de KMB.
4. DUUR VAN DE OVEREENKOMST
4.1. De geheimhoudingsplicht uit hoofde van deze Overeenkomst, en alle bepalingen die daarop van toepassing zijn, zoals uiteengezet en toegelicht waar van toepassing, zijn van toepassing voor de duur van het bestek S&L/DA/2016/075.
5. SLOTBEPALINGEN
5.1. Deze Overeenkomst vormt de volledige Overeenkomst tussen de Partijen met betrekking tot het onderwerp ervan en vervangt alle eerdere overeenkomsten en afspraken tussen de Partijen met betrekking daartoe.
5.2. Deze Overeenkomst kan alleen worden gewijzigd of aangevuld door middel van een document dat door beide Partijen wordt ondertekend door een daartoe gemachtigde persoon. Er bestaan geen andere mondelinge of feitelijke verplichtingen naast deze schriftelijke Overeenkomst tussen de partijen op de datum van uitvoering.
5.3. Indien één of meer bepalingen van deze Overeenkomst ongeldig worden bevonden of door een rechtbank worden vernietigd, blijven de overige bepalingen van deze Overeenkomst onverminderd van kracht. De Partijen zullen de ongeldige of nietige bepalingen in dat geval in onderling overleg vervangen door geldige en bindende bepalingen waarvan de gevolgen, gelet op de inhoud en de strekking van deze Overeenkomst, zo nauw mogelijk aansluiten bij die van de ongeldige of nietige bepalingen.
5.4. Het niet of met vertraging uitoefenen van een recht uit hoofde van deze Overeenkomst houdt geen afstandsverklaring van dat recht in, en het gedeeltelijk uitoefenen van dat recht belet niet het uitoefenen van enig ander recht uit hoofde van deze Overeenkomst.
5.5.
6. GESCHILLEN, TOEPASSELIJK RECHT EN FORUMKEUZE
6.1. Het Belgisch recht is van toepassing op deze Overeenkomst.
6.2. In geval van juridische geschillen tussen de Partijen nemen zij alle nodige maatregelen om deze geschillen te regelen zonder de aandacht van het publiek te trekken. Indien een gerechtelijke procedure onvermijdelijk is, zijn de rechtbanken van Brussel exclusief bevoegd voor alle vorderingen en gerechtelijke acties die voortvloeien uit of verband houden met deze Overeenkomst en de uitvoering ervan.
Deze Overeenkomst werd gesloten en treedt in werking op .../...... 20....
Deze Overeenkomst is opgesteld in twee originele exemplaren en elke Partij bevestigt de ontvangst van één van deze originelen.
In naam van de Federale Overheidsdienst Financiën In naam van XXXX
Brussel, xx/xxxx/20xx (plaats + datum),
(Naam vertegenwoordiger + handtekening) (naam vertegenwoordiger + handtekening)
Bijlage 8 : Model Bankverklaring
Met betrekking tot: Overheidsopdracht nr. ..., gepubliceerd in..., op datum van... Hierbij bevestigen wij U dat de (naam vennootschap) onze cliënt is sinds (datum). Wat betreft de financiële relatie bank-cliënt.
De financiële relaties die wij onderhouden met (naam vennootschap) hebben tot op heden, (datum), beantwoord aan onze verwachtingen.
Op basis van de gegevens waarover onze bank vandaag beschikt hebben wij geen ongunstige elementen vastgesteld en de (naam vennootschap) heeft tot op heden, voor zover wij kunnen nagaan en met betrekking tot de ons gekende contracten en projecten, de financiële capaciteit gehad om de contracten of projecten uit te voeren die haar werden toegewezen.
De (naam vennootschap) geniet ons vertrouwen en
ofwel : onze bank stelt op dit ogenblik volgende kredietlijnen ter beschikking van deze vennootschap (alleen vermelden met de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de klant) :...
ofwel : onze bank stelt op dit ogenblik kredietlijnen ter beschikking van de vennootschap.
ofwel : onze bank is bereid eventuele kredietaanvragen of een aanvraag voor borgstelling met het oog op de uitvoering van de opdracht te onderzoeken.
ofwel: (geen van de drie voorafgaande verklaringen).
Deze verklaring houdt geen verbintenis in van onzentwege voor de toekomst en onze bank neemt dienaangaande geen enkele verantwoordelijkheid.
Wat betreft de notoriëteit van de cliënt.
De (naam vennootschap) bekleedt een belangrijke plaats (ofwel : is actief) in de sector van (...). Tot op heden en voor zover we konden nagaan heeft ze een uitstekende (ofwel : goede) technische reputatie en is gebleken dat ze werd geleid door bekwame en achtbare personen. De bank kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de juistheid en de volledigheid van haar verschafte informatie. De feiten die in de toekomst deze verklaring zouden beïnvloeden kunnen U niet automatisch worden medegedeeld.
Gedaan te …………………….., op…………….
Benaming bank, naam en titel ondertekenaar en handtekening
Gezien
Bijlage 9 : BASISDIENSTVERLENING EUROMUNTEN