Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen
Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal.
Overwegende dat:
- de deelnemers de werkzaamheden in het kader van Beschermd Wonen reeds gezamenlijk uitvoeren;
- de uitvoering is belegd bij de centrumgemeente Enschede;
- daar waar het gaat om Beschermd Wonen de gemeente Enschede vanaf 2015 was aangewezen als centrumgemeente;
- de taak Beschermd Wonen wordt gedecentraliseerd en de verantwoordelijkheid wordt teruggelegd bij de individuele gemeenten;
- de deelnemers de huidige samenwerking willen voortzetten;
- de vorm van een lichte gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumregeling daarvoor de meest geschikte vorm is;
- er sprake is van een gemeenschappelijke regeling zonder openbaar lichaam en zonder gemeenschappelijk orgaan;
Gelet:
- Op de vereiste toestemming van de gemeenteraden van de deelnemers op grond van artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
b e s l u i t e n :
vast te stellen de
Centrumgemeenteregeling samenwerking Beschermd Wonen
Artikel 1 Algemene bepalingen
Deze regeling verstaat onder:
a. regeling: de centrumgemeenteregeling samenwerking Beschermd Wonen;
b. deelnemer: een aan deze regeling deelnemend college;
c. college: college van burgemeester en wethouders;
d. deelnemende gemeente: de gemeente van een deelnemend college;
e. centrumgemeente: de gemeente Enschede;
f. raad: gemeenteraad van een deelnemende gemeente;
g. dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst tussen de centrumgemeente en de deelnemende gemeenten, waarin onder meer afspraken zijn vastgelegd over de prijs en kwaliteit van de te leveren diensten en producten, zie ook artikel 2 lid 5 en 6.
h. accounthouder: ambtelijk aanspreekpunt van elke deelnemende gemeente met betrekking tot de samenwerking.
i. jaarbudget: het gezamenlijk budget zoals bedoeld in artikel 6, lid 1.
Artikel 2 Doel, taken en bevoegdheden en reikwijdte van de regeling
1. De regeling heeft tot doel om de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen op het gebied van Beschermd Wonen zoals bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2. De behartiging van de in dit artikel bedoelde belangen omvat het uitvoeren van taken op het gebied van Beschermd Wonen.
3. De organisatie van de centrumgemeente voert mede namens de overige deelnemers de taken uit en oefent de bevoegdheden uit die noodzakelijk zijn om de in lid 1 en lid 2 beschreven belangen namens de deelnemers te behartigen voor zover de hiermee verband houdende en ten laste van de overige deelnemers komende kosten vallen binnen de daartoe van rijkswege beschikbaar gestelde budgetten.
4. De beleidsbepalende bevoegdheden blijven berusten bij de afzonderlijke raden en colleges van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft.
5. Ter uitwerking van lid 3 maken de deelnemers binnen de kaders van deze regeling nadere afspraken over de te verrichten taken en uit te oefenen bevoegdheden en de daarbij behorende kwaliteitseisen.
Deze afspraken worden opgenomen in een dienstverleningsovereenkomst.
6. Voor de uitvoering van de bevoegdheden verlenen de colleges mandaat aan het college van de centrumgemeente. Dit met het recht om ondermandaat te verlenen. De gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen als bijlage bij de dienstverleningsovereenkomst.
Artikel 3 Personeel
De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Wonen zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van de centrumgemeente.
Artikel 4 Dienstverleningsovereenkomst
1. De werkzaamheden die de centrumgemeente Enschede uitvoert zijn nader omschreven en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de deelnemers die partijen gezamenlijk overeenkomen. Aan de dienstverleningsovereenkomst is een producten- en dienstencatalogus gehecht.
2. De DVO wordt jaarlijks voor 1 december geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.
Artikel 5 Communicatie en afstemming
1. De deelnemers hechten aan een zorgvuldige communicatie over de samenwerking gedurende de werking van deze gemeenschappelijke regeling. Daartoe dienen de volgende afstemmingmomenten:
o a. De portefeuillehouders komen minimaal twee keer per jaar in overleg bijeen. Dit overleg zal worden voorbereid door de centrumgemeente, die zich bij die voorbereiding kunnen laten ondersteunen door de accounthouders van de deelnemers.
Op de agenda van dit overleg staan in ieder geval de volgende onderwerpen:
- de algemene gang van zaken rond de samenwerking;
- het jaarplan inclusief begroting;
- de jaarrapportage;
- de DVO
o b. Minimaal vier keer per jaar overleg tussen alle accounthouders.
2. De deelnemers wijzen een medewerker binnen hun organisatie aan als accounthouder voor de samenwerking (zie hiervoor ook artikel 1.h). De accounthouder van de gemeente Enschede is het vaste aanspreekpunt voor de accounthouders van de deelnemers om inhoudelijke vragen of ontwikkelingen te bespreken. De deelnemers wijzen tevens een vervanger aan.
Artikel 6 Financiële bepalingen
1. De deelnemers stellen de financiële middelen die zij vanuit de Rijksoverheid ontvangen voor de uitvoering van Beschermd Wonen beschikbaar aan de centrumgemeente in één gezamenlijk budget. De taak wordt budgetneutraal uitgevoerd.
2. Indien er sprake is van een overschot, wordt deze gestort in de hiervoor ingestelde bestemmingsreserve.
3. De bovengrens van de bestemmingsreserve wordt periodiek beoordeeld aan de hand van een risicoanalyse.
4. Indien er sprake is van een resterend overschot, dan wordt deze aan de hand van de volgende verdeelsleutel uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten; de verdeelsleutel wordt gebaseerd op de in dat jaar geldende verdeling van de middelen die de deelnemende gemeenten ontvangen van de Rijksoverheid.
5. Indien er sprake is van een tekort wordt dit in eerste instantie gedekt met de reserve, tenzij de deelnemende gemeenten hier andere afspraken over maken.
6. De bestemmingsreserve mag niet negatief zijn.
7. Indien de reserve het tekort niet dekt, wordt gekeken welke beleids- en/of financiële maatregelen de gemeenten in kunnen zetten om het tekort op te vangen. Mocht er desondanks een tekort resteren dan wordt dit verdeeld over de deelnemende gemeenten. Als verdeelsleutel wordt gehanteerd de in dat jaar geldende verdeling van de middelen die de deelnemende gemeenten ontvangen van de Rijksoverheid.
Artikel 7 Informatie en verantwoording
1. Indien een of meer leden van de colleges of de raden van de deelnemende gemeente schriftelijk inlichtingen vraagt, waarvan het belang niet in strijd is met het openbaar belang, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen zes weken aan het betreffende bestuursorgaan.
2. De centrumgemeente stelt een jaarplan op inclusief een begroting met daarin de verwachte lasten en baten voor het komende jaar.
3. Bij het opstellen van het jaarplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de lokale cyclus van planning & control. In de DVO worden hier nadere afspraken over gemaakt.
4. De financiële verantwoording door de centrumgemeente naar de deelnemers vindt plaats door middel van een jaarlijkse (management)verantwoording en kwartaalrapportages. De nadere uitwerking hiervan is geregeld in de DVO.
5. De centrumgemeente draagt namens de deelnemende gemeenten zorg voor informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden.
Artikel 8 Archief
1. Het college van de centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.
2. Elke deelnemende gemeente draagt het beheer van de archiefbescheiden op aan de gemeente Enschede, onverminderd de verantwoordelijkheid van de colleges van de deelnemers als zorgdrager op basis van de Archiefwet 1995.
3. Voor de bewaring van de grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen bescheiden wijst het college van de centrumgemeente een Bewaarplaats, als bedoeld in de Archiefwet 1995, aan.
4. Elke deelnemende gemeente draagt er zorg voor dat de Archiefverordening en andere van toepassing zijnde regelgeving het beheer van de archiefbescheiden door de gemeente Enschede mogelijk maken.
5. Nadere afspraken over het archief- en informatiebeheer worden vastgelegd in de DVO.
Artikel 9 Behandeling van bezwaren en klachten
1. De centrumgemeente draagt zorg voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften inzake deze regeling, met inachtneming van de werkwijze van de deelnemende gemeenten. Voor de behandeling van bezwaarschriften geldt dat hierbij de commissie voor de bezwaarschriften van de desbetreffende deelnemer
adviseert.
2. Het beslissen op bezwaarschriften blijft voorbehouden aan de deelnemende gemeenten.
3. Klachten over gedragingen van medewerkers over de uitvoering worden behandeld overeenkomstig de klachtenregeling van de centrumgemeente.
Artikel 10 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
1. Toetreding tot de regeling door derden behoeft de goedkeuring van de deelnemers.
2. Een deelnemer kan uittreden uit de regeling. Gedurende vier jaren na de datum van toetreding tot de regeling is het niet mogelijk om uit de regeling te treden.
3. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste één jaar in acht genomen.
4. Uittreding vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar.
5. Een deelnemer die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan de centrumgemeente en de overige deelnemers.
6. De financiële en personele gevolgen van uittreding, waaronder mede moet worden begrepen de daardoor ontstane wachtgeldverplichtingen, komen voor rekening van de uittredende deelnemer.
7. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding als bedoeld in het vorige lid, wordt voorafgaande aan die uittreding door de deelnemers gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de deelnemers bindend.
De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende deelnemer.
8. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend gelijkluidend besluit van de raden en de colleges respectievelijk dagelijks bestuur van de deelnemers, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft.
9. Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan vast te stellen door de raden van de deelnemers. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het personeel en in de gevolgen van het door de deelnemers wederom zelfstandig uitvoeren van de regelgeving als vermeld in artikel 2 van deze regeling, alsmede in de gevolgen voor het archief.
10. Het college van de centrumgemeente is belast met de voorbereiding en uitvoering van de liquidatie.
Artikel 11 Evaluatie
1. De werking van deze regeling wordt iedere twee jaar geëvalueerd.
2. De evaluatie wordt in samenwerking met de accounthouders door de centrumgemeente voorbereid.
Artikel 12 Geschillen
1. Op geschillen tussen de deelnemers onderling omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling is artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.
2. Een verzoek op grond van artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen vindt niet plaats dan nadat de deelnemers zich tot het uiterste hebben inspannen het geschil in onderling overleg op te lossen.
3. Mocht een voor deelnemers bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door betreffende deelnemers samengestelde geschillencommissie bestaande uit drie personen, waarvan elke deelnemer er één heeft aangewezen en beide aangewezenen gezamenlijk een derde.
4. Het advies van de commissie is bindend.
Artikel 13 Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
2. Het college van de gemeente Enschede draagt zorg voor bekendmaking van de regeling in de Staatscourant en toezending aan Gedeputeerde Staten.
3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen”.
Aldus vastgesteld door:
Het college van B&W xxx Xxxxx op
Het college van B&W xxx Xxxxxxxxxx op Het college van B&W van Enschede op Het college van B&W van Haaksbergen op Het college van B&W van Hengelo op
Het college van B&W van Hof van Twente op Het college van B&W van, Losser op
Het college van B&W van Oldenzaal op