DATUM]
PROTOCOL VOOR DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VAN het
Agentschap Integratie en Inburgering NAAR [INSTANTIE 2]
in het kader van het participatie- en netwerktraject voor inburgeraars
[DATUM]
Dit protocol wordt gesloten conform artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektroni- sche bestuurlijke gegevensverkeer.
TUSSEN
Het extern verzelfstandigd Agentschap Integratie en Inburgering, een privaatrechtelijke stichting met sta- tutaire zetel te Tour & Taxis - Koninklijk Pakhuis, Xxxxxxxxx 00X, xxx 000, 0000 Xxxxxxx, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen met ondernemingsnummer 0543.307.391 (RPR Brussel), rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, in de hoedanigheid van voorzitter van de Raad van Be- stuur en de heer Xx Xx Xx, in de hoedanigheid van algemeen directeur
hierna: “het Agentschap Integratie en Inburgering”; EN
(Lokaal bestuur), met zetel [adres van de maatschappelijke zetel], vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie tekenen: [de burgemeester of de bevoegde schepen] en [de alge- meen directeur] in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit/collegebesluit d.d. [datum van het desbetref- fende besluit]
hierna: “INSTANTIE 2”;
Het Agentschap Integratie en Inburgering en [INSTANTIE 2] worden hieronder ook wel afzonderlijk aangeduid als een “partij” of gezamenlijk als de “partijen”;
NA TE HEBBEN UITEENGEZET
A. Het Agentschap Integratie en Inburgering is op 12 december 2013 opgericht. De stichting is een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap zoals bedoeld in artikel 29 van het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 in de vorm van een private stichting zoals bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de in- ternationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. De stichting draagt de naam “Agentschap Integratie en Inburgering’ De stichting is opgericht door de Vlaamse Gemeenschap, pu- bliekrechtelijke rechtspersoon, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, met adres te 1000 Xxxx- xxx, Xxxxxxxxxxxxxxx 00, in uitvoering van Hoofdstuk 6, afdeling 1 van het Decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsdecreet. De stichting heeft tot doel om overeen- komstig het Decreet het Vlaamse integratie- en inburgeringsdecreet te ondersteunen, te stimuleren en te begeleiden.
1 / 9
B. [INSTANTIE 2] is een gemeente zoals beschreven in het decreet lokaal bestuur.
C. Samenvattend:
“Nieuwkomers in Vlaanderen volgen een inburgeringstraject zoals beschreven in artikel 29 van het Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Het doel van dit traject is om mensen die naar België migreren, zelfredzaam te maken en hen de kans te geven om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Naast de pijlers van maatschappelijke oriëntatie, Nederlands leren en een traject naar werk, wordt het inburgeringstraject uitgebreid met een 4de pijler, met name een participatie -en netwerktraject. Met deze 4de pijler volgt de inburgeraar een bijkomend traject op maat om zijn/haar sociaal netwerk en participatie te versterken. Enkele voorbeelden zijn een buddy- project, een kennismakingsstage bij een bedrijf of organisatie, deelname aan activiteiten van een ver- eniging of lokaal bestuur, of vrijwilligerswerk… Het participatietraject duurt minimum 40 uur per individuele inburgeraar. De inburgeraar kan verschillende activiteiten combineren. De activiteiten ge- beuren in een Nederlandstalige context en moeten participatie op sociaal vlak bevorderen. Inburge- raars die verplicht zijn om een inburgeringstraject te volgen, zijn ook verplicht om het participatietra- ject te doen, tenzij ze werken of studeren. Niet-verplichte inburgeraars en verplichte inburgeraars die werken of studeren, krijgen de kans om het participatietraject te volgen, maar kiezen zelf of ze dit willen doen.
Decretale rollen en verantwoordelijkheden 4de pijler:
De inburgeraar is verantwoordelijk om geschikte participatie- en netwerkinitiatieven te vinden. Daar- bij kan gekeken worden naar het aanbod van lokale besturen, aanbod dat mee door de agentschap- pen Integratie en Inburgering ontsloten en kenbaar gemaakt wordt, of de inburgeraar kan een eigen gevonden aanbod aanbrengen bij de trajectbegeleider.
De inburgeraar wordt bij zijn keuze voor één of meerdere initiatieven ondersteund door zijn traject- begeleider bij het Agentschap Integratie en Inburgering (voor Antwerpen en Gent het stedelijk Agent- schap Integratie en Inburgering). Daarbij wordt maximaal rekening gehouden met de behoeften en mogelijkheden van de inburgeraar zodat hij contacten kan leggen buiten zijn directe omgeving. Het 4de pijler traject kan gevolgd worden tijdens de gehele duur van het inburgeringstraject. De inburge- raar kan op elk moment van zijn inburgeringstraject instappen en het participatie- en netwerktraject kan in verschillende tijdsfases opgebouwd worden. Ook een combinatie van trajecten behoort tot de mogelijkheden.
Voor het participatie- en netwerktraject zijn de lokale besturen een prioritaire partner. Zij ontsluiten een aanbod dat aanwezig is in hun gemeente. De rol van de lokale besturen binnen de vierde pijler sluit aan bij de decretale regierol lokaal integratiebeleid zoals omschreven in artikel 12 van het De- creet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid:
“Binnen de grenzen van hun grondgebied hebben de steden en gemeenten de regierol over het integratiebeleid. Dat betekent dat ze binnen de grenzen van het subsidiariteitsbeginsel voor de uitwerking, sturing, afstemming en uitvoering van het inclusieve lokale integratiebe- leid zorgen. Ze coördineren de relevante actoren in de eigen stad of gemeente en betrekken de personen, vermeld in artikel 3, 1°, en hun organisaties bij dat beleid.”
Lokale besturen hebben immers zicht op het relevante aanbod van lokale en bovenlokale actoren in hun gemeente. Het kan gaan om reguliere initiatieven van vrijwilligerswerk, buddy-trajecten,… die reeds bestaan, dan wel ontwikkeld worden vanuit verschillende mogelijke partners van de lokale be- sturen. Ze kunnen bij de afstemming van het aanbod intergemeentelijk samenwerken. Voor Brussel- Hoofdstad neemt de Vlaamse Gemeenschapscommissie de regierol op en vervult ze dezelfde op- drachten als de lokale besturen.
Aangezien lokale besturen secundair, aanvullend bij de trajectbegeleider, nuttig werk kunnen doen in de toeleiding van de inburgeraar naar een participatie-initiatief blijft de uitwisseling van bepaalde per- soonsgegevens aangewezen of noodzakelijk om de inburgeraar zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in de zoektocht. Het maakt dat zij gegevens niet opnieuw moeten opvragen bij inburgeraars en meteen zicht hebben op relevante info over de inburgeraar, waar zij kunnen op verder bouwen.
AgII deelt persoonsgegevens (zoals omschreven in art 3 van dit protocol), met het lokaal bestuur. Deze gegevensstroom is éénzijdig, met uitzondering van de status van de activiteit in het participatie- en netwerktraject van de inburgeraar. De gegevens worden ingebracht in een excel binnen een be- veiligde sharepoint omgeving, beheerd door AgII.
De data worden door AgII in deze beveiligde omgeving geplaatst en het toegangsbeheer gebeurt ook door AgII. Het aantal personen van het lokaal bestuur dat hier toegang toe heeft is beperkt en deze zijn op voorhand bekend. De data worden gebruikt door het lokaal bestuur om inburgeraars (die moeten toegeleid worden naar een activiteit in het kader van het participatietraject) zo vlot als mo- gelijk toe te leiden en op deze manier op een duurzame manier kunnen integreren in de maatschappij.
In afwachting van het nieuwe decreet - Het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid werd vrijdag 27 oktober voor de eerste keer principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering – wordt dit tijdelijk protocol aangeboden aan lokale besturen in kader van het participatie- en netwerktraject. De inschatting is dat er maximum 40 lokale besturen zullen gebruik maken van dit protocol.
D. De partijen wensen overeenkomstig artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer een protocol te sluiten met betrekking tot de elektroni-
sche mededeling van persoonsgegevens. Dat protocol wordt bekendgemaakt op de website van beide partijen.
F. De functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap Integratie en Inburgering heeft op [DATUM] advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
G. De functionaris voor gegevensbescherming van [INSTANTIE 2] heeft op [DATUM] advies met betrek- king tot een ontwerp van dit protocol gegeven.
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Artikel 1: Onderwerp
In dit protocol worden de voorwaarden en modaliteiten van de elektronische mededeling van de persoonsge- gevens zoals omschreven in artikel 3 tussen het Agentschap Integratie en Inburgering en [INSTANTIE 2] uit- eengezet. Het lokaal bestuur verrijkt de data die door het Agentschap Integratie en Inburgering gedeeld wor- den.
Artikel 2: Rechtvaardigingsgronden van zowel de mededeling als de inzameling van de persoonsgegevens
De beoogde gegevensverwerking door [INSTANTIE 2] gebeurt op grond van artikel 6.1. e) van de AVG: de ver- werking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang.
Het Agentschap Integratie en Inburgering heeft de opgevraagde gegevens oorspronkelijk verzameld voor vol- gende doeleinden:
In het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid (decreet van 7 juni 2013) wordt in artikel 20 het volgende geformuleerd betreffende de doeleinden:
“§ 1. De Vlaamse Regering stelt een uniform computergestuurd cliëntvolgsysteem ter beschikking van het EVA. Dat systeem moet het EVA toelaten de taken en kerntaken die aan het XXX zijn toevertrouwd door of krachtens dit decreet te vervullen en meer in het bijzonder :
1° het EVA ondersteunen bij het uitvoeren van de inburgeringstrajecten en de toeleidingstrajecten en bij het oriënteren van de anderstaligen naar het meest gepaste aanbod Nederlands als tweede taal;
2° het EVA toelaten om het individuele dossier van de inburgeraar, de anderstalige, de minderjarige nieuwko- mer en de anderstalige kleuter te registreren en het traject van die personen op te volgen en om het individu- ele dossier te registreren van de anderstalige die verzoekt om een bewijs van het taalniveau Nederlands als vermeld in artikel 17, tweede lid, 6°;
3° minstens maandelijks een lijst ter beschikking te stellen van het EVA waarin de volgende categorieën van personen zijn opgenomen :
a) de inburgeraars die de afgelopen periode voor het eerst tot die categorie behoren;
b) de minderjarige nieuwkomers die de afgelopen periode voor het eerst tot die categorie behoren;
c) de anderstalige kleuters die de afgelopen periode voor het eerst tot die categorie behoren;
4° eenmalig een lijst ter beschikking te stellen van het XXX van de inburgeraars die gedurende meer dan twaalf maanden in het Rijksregister zijn ingeschreven;
5° de gegevensuitwisseling in het kader van de inburgeringstrajecten, taalkennis Nederlands en Nederlands als tweede taal-trajecten tussen het EVA, de centra, vermeld in artikel 2, 4°, de Vlaamse onderwijsadmi- nistratie, de VDAB, Actiris en het OCMW elektronisch te laten verlopen;
6° het EVA, het departement van het beleidsdomein of het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechts- persoonlijkheid, aangewezen door de Vlaamse Regering, toelaten om de inburgering, vermeld in afdeling 3, het aanbod Nederlands als tweede taal verstrekt door de centra, vermeld in artikel 2, 4°, en de dienstverle- ning ten aanzien van anderstaligen, vermeld in afdeling 9, op te volgen;
7° het EVA toelaten om persoonsgegevens van inburgeraars opgenomen in het cliëntvolgsysteem, elektro- nisch mee te delen aan de gemeenten, met het oog op de inschakeling in het lokaal inclusief integratiebeleid, vermeld in artikel 4, § 4, 2°”.
In het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wordt in artikel 29 en 33 het volgende geformuleerd betreffende het participatie- en netwerktraject:
“Artikel 29. (01/03/2022- ...)
§ 1. Het inburgeringstraject laat de inburgeraars toe te komen tot grotere zelfredzaamheid. Het inburgeringstraject bestaat uit de volgende onderdelen:
1° een vormingspakket maatschappelijke oriëntatie als vermeld in artikel 30;
2° een vormingspakket opleiding Nederlands als tweede taal als vermeld in artikel 31; 3° een inschrijving bij de VDAB of bij Actiris als vermeld in artikel 32;
4° een participatie- en netwerktraject als vermeld in artikel 33.”
“Het participatie- en netwerktraject, vermeld in het tweede lid, 4°, kan worden opgenomen in het inburge- ringscontract door een inburgeraar die niet verplicht is het inburgeringstraject te volgen.”
“Artikel 33. (01/03/2022- ...)
§ 1. Het participatie- en netwerktraject, vermeld in artikel 29, § 1, tweede lid, 4°, heeft als doelstelling een betere participatie en integratie te bewerkstelligen door een netwerk te creëren.
§ 2. De inburgeraar toont op een van de volgende wijzen aan dat hij de doelstelling van het participatie- en netwerktraject heeft behaald:
1° door aan te tonen dat hij gedurende minimaal veertig uur heeft deelgenomen aan het participatie- en net- werktraject gedurende de termijn van het inburgeringscontract, vermeld in artikel 34/2, § 1, 4° ;
2° door aan te tonen dat hij werkt of studeert op het ogenblik van de ondertekening van het inburgeringscon- tract;
3° door aan te tonen dat hij werkt of studeert na de ondertekening van het inburgeringscontract en voordat het inburgeringstraject afloopt.”
In het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de inwerkingtreding van het participatie- en netwerk- traject en de retributies voor het vormingspakket maatschappelijke oriëntatie in het kader van het inburge- ringstraject en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoe- ring van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid is bepaald dat het participatie- en netwerktraject op 1 januari 2023 in werking treedt:
“Art. 17. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van artikel 7, dat in werking treedt op 1 september 2023.”
[INSTANTIE 2] zal de opgevraagde gegevens verwerken voor volgende doeleinden:
Gemeenten voeren een actief lokaal integratiebeleid. Hiervoor hebben de gemeenten toegang nodig tot de ge- gevens van de inburgeraars, zoals voorzien in het protocol. Artikel 4 van het decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid verwijst naar de inschakeling van het lokaal inclusief integratiebeleid:
§ 4. De doelstellingen, vermeld in paragraaf 2, worden op een geïntegreerde manier gerealiseerd. Dat houdt in dat er gewerkt wordt op een manier waarbij er:
2° inschakeling is in het lokaal en bovenlokaal inclusief integratiebeleid;
Het doeleinde van de verdere verwerking van deze persoonsgegevens door [INSTANTIE 2] is verenigbaar met de doeleinden waarvoor het Agentschap Integratie en Inburgering de gegevens oorspronkelijk heeft verza- meld, gezien de vermelde regelgeving. De bron van de gegevens is het cliëntvolgsysteem.
Artikel 3: De gevraagde persoonsgegevens en de categorieën en omvang van de gevraagde persoonsgegevens conform het proportionaliteitsbeginsel
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende persoonsgegevens die worden mee- gedeeld, alsook de verantwoording van de proportionaliteit. Daarna vermelden we de bewaartermijn van de gegevens.
Het betreft geen persoonsgegevens als vermeld in artikel 9 en/of 10 van de algemene verordening gegevens- bescherming. Indien dat wel het geval is, wordt dit gespecificeerd in onderstaande tabel.
Gegeven 1
Het concrete gegeven dat wordt meegedeeld. Als er veel gegevens zijn, kunnen ze in clusters worden vermeld.
1° identiteitsgegevens: naam & voornaam
2° contactgegevens: adres, telefoonnummer en e-mailadres
3° inburgeringsgegevens: contacttaal, niveau van het Nederlands, status van de cursus Maatschappelijke Oriëntatie, door de inburgeraar meegedeelde in- teresses en noden (te kiezen uit exhaustieve lijst)
Verantwoording proportiona- liteit
Waarom elk gegeven noodza- kelijk is voor het gevraagde doel. Als in artikel 1 en 2 ver- schillende doelen zijn opgege- ven, aangeven voor welk doel het gegeven wordt meege- deeld.
Om inburgeraars die deelnemen aan het participatie- en netwerktraject aanvul- lende begeleiding aan te bieden:
- zijn identiteits- en contactgegevens noodzakelijk om de persoon correct te identificeren en te bereiken om het aanbod kenbaar te maken
o naam en voornaam: hiermee wordt de inburgeraar kenbaar ge- maakt bij het lokaal bestuur
o contactgegevens: via deze kanalen kan het lokaal bestuur com- municeren over het aanbod
- zijn inburgeringsgegevens noodzakelijk om de inburgeraar te koppelen aan een aanbod aan activiteiten op maat van hun situatie.
o contacttaal: dit is nodig zodat het lokaal bestuur de inburgeraar meteen in een taal die de inburgeraar begrijpt kan contacteren; met de inachtneming van de taalwetgeving
o niveau van het Nederlands: dit is nodig om de inburgeraar aan de juiste activiteit te koppelen: Voor sommige activiteiten is er im- mers een bepaald niveau van Nederlands vereist.
o Status cursus Maatschappelijke Oriëntatie: dit biedt een meer- waarde voor het lokaal bestuur om voldoende te kunnen inschat- ten welke de verworven kennis is van de inburgeraar over onze maatschappij en zijn normen (school, werk, gezondheidszorg, vrijetijdsbesteding) alsook kunnen de activiteiten afgestemd wor- den op de tijdstippen van de cursussen indien nodig.
o Door de inburgeraar meegedeelde interesses en noden in kader van het participatietraject: op basis hiervan heeft het lokaal be- stuur een duidelijker beeld van de inburgeraar en kan het beter een rol opnemen in de toeleiding naar en matching met het aan- bod. Het is zeer relevante informatie om snel een activiteit op maat van de inburgeraar te vinden en het stelt het lokaal be- stuur bovendien in staat om proactief te werken (het lokaal be- stuur heeft immers een goed zicht op de verschillende activitei- ten en het geschikte profiel dat wenselijk is om te matchen met het aanbod).
Volgende interessevelden en noden ( en enkel deze) kunnen mee- gedeeld worden: (1) buddy, (2) Nederlands oefenen, (3) iets le- ren/cursus, (4) informeel participeren, (5) cultuur/kunst/creativi- teit, (6) sport en beweging, (7) stage/voorbereiden op werk, (8) vrijwilligerswerk, (9) nood aan kinderopvang, (10) nood aan ge- zinsactiviteit, (11) nood aan gratis activiteit. Ook kan ‘geen’ aan- geduid worden wanneer er geen info werd gegeven hierover.
De meegedeelde gegevens zullen door [INSTANTIE 2] tot 6 maanden na behalen van het Inburgeringsattest door de inburgeraar bewaard worden. Deze bewaartermijn kan worden verantwoord gezien het participatie- traject verplicht moet opgenomen worden tijdens het inburgeringstraject en gezien de gemiddelde looptijd van een inburgeringstraject anderhalf jaar is.
Artikel 4: De categorieën van ontvangers en derden die mogelijks de gegevens eveneens verkrijgen
Enkel personen van [INSTANTIE 2] die omwille van hun functieprofiel deze informatie nodig hebben voor de uitvoering van hun werk, krijgen toegang tot de informatie.
o [INSTANTIE 2] stelt een lijst op van functieprofielen die toegang krijgen tot de meegedeelde gegevens en houdt deze lijst actueel.
Elke eventuele andere mededeling van de gevraagde persoonsgegevens door [INSTANTIE 2] aan derden moet uiteraard in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving inzake de bescherming van natuur- lijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens. Dat betekent onder meer dat [INSTANTIE 2] waar vereist een protocol sluit voor de mededeling van de gevraagde gegevens.
Artikel 5. Periodiciteit van de mededeling en de duur van de mededeling
Het Agentschap Integratie en Inburgering verleent toegang tot de gegevens, via een SharePoint die door het Agentschap Integratie en Inburgering beheerd wordt. De mededeling van de persoonsgegevens gebeurt voor bepaalde duur: het protocol eindigt 31/12/24. Of indien een nieuw protocol, op grond van het vernieuwd decreet, dit tijdelijk protocol overbodig maakt.
Artikel 6: Beveiligingsmaatregelen
Per lokaal bestuur wordt door het Agentschap Integratie en Inburgering een SharePoint aangemaakt en be- heerd. Het Agentschap Integratie en Inburgering houdt een lijst per SharePoint bij van de toegangsrechten van de rollen & profielen die toegang hebben tot de SharePoint.
• Het Agentschap Integratie en Inburgering heeft een functionaris voor gegevensbescherming (DPO) aangewe- zen en heeft een actueel veiligheidsbeleid en veiligheidsplan dat jaarlijks wordt herzien.
[INSTANTIE 2] verbindt zich ertoe om de gepaste organisatorische maatregelen te nemen om de gegevens en de verwerking ervan te beveiligen.
• [INSTANTIE 2] verbindt zich ertoe de personen die onder hun verantwoordelijkheid of gezag werken kennis te geven van:
‒ de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 van 27 april 2016;
‒ elk voorschrift betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwer- king van persoonsgegevens;
‒ enig ander voorschrift dat van toepassing is op de verwerking van gegevens in het kader van de opdracht waarop deze overeenkomst van toepassing is.
• [INSTANTIE 2] garandeert dat de personen die in hun naam en voor hun rekening werken uitsluitend toegang hebben tot de gegevens die ze nodig hebben om hun taak of opdracht in het kader van dit Protocol uit te voeren. Dit geldt voor personeel, ingehuurd of tijdelijk personeel.
• [INSTANTIE 2] heeft een functionaris voor gegevensbescherming (DPO) aangewezen en heeft minstens een actueel veiligheidsbeleid en -plan dat jaarlijks wordt herzien.
Naam Naam DPO Adres Telefoon/E-mail
[INSTANTIE 2]
[INSTANTIE 2] verbindt zich er toe alle onrechtmatige of anderszins ongeautoriseerde verwerkingen of toe- gangen tot persoonsgegevens of andere vertrouwelijke gegevens te melden. [INSTANTIE 2] meldt dit onmid- dellijk aan het Agentschap Integratie en Inburgering, ten laatste 48 uur na het vaststellen van het incident. Het lokaal bestuur is verantwoordelijk voor alle vervolgverwerking.
• Daarnaast zal [INSTANTIE 2] in geval van datalek alle redelijkerwijs benodigde maatregelen treffen om (ver- dere) schending van de beveiligingsmaatregelen te voorkomen of te beperken.
• [INSTANTIE 2] verbindt zich ertoe om de gepaste technische maatregelen te nemen om de Gegevens en de verwerking ervan te beveiligen.
• [INSTANTIE 2] waarborgt, voor zover dit technisch mogelijk is, de integriteit, de beschikbaarheid en de ver- trouwelijkheid van alle gegevens die zij in het kader van dit contract verwerken. Dit doen zij minstens door het implementeren en gebruiken van beveiligingstechnologieën en – technieken, die in overeenstemming zijn met de best practices op dat vlak. Dit is inclusief mechanismen om kwetsbaarheden te detecteren en/of te identificeren en het tijdig doorvoeren van patches en/of updates.
• [INSTANTIE 2] voorkomt door middel van functiescheiding dat een combinatie van toegangsrechten kan lei- den tot ongeautoriseerde handelingen en/of toegang tot gegevens.
• [INSTANTIE 2] neemt maatregelen met betrekking tot de preventie en opsporing van fraude en elk ander oneigenlijk gebruik van of toegang tot systemen en netwerken.
• Het netwerk en de informatiesystemen worden actief gemonitord en beheerd door de [INSTANTIE 2]. Er is tevens een procedure beschikbaar om eventuele datalekken af te handelen. Onderdeel hiervan is het infor- meren van het Agentschap Integratie en Inburgering.
• [INSTANTIE 2] verstrekt op redelijk verzoek van het Agentschap Integratie en Inburgering de nodige informa- tie over de mechanismen voor fysieke en/of elektronische toegang tot de systemen en gegevens van het Agentschap Integratie en Inburgering. Deze mechanismen moeten een aantoonbaar veilige manier voorzien om toegang tot de gegevens te verschaffen.
• [INSTANTIE 2] verzekert dat, voor zover zij dit redelijkerwijze horen te weten, geen enkele uitrusting of soft- ware die zij in het kader van dit protocol gebruiken een inbreuk maakt op het intellectuele eigendomsrecht van een derde (zoals het auteursrecht, octrooi, recht sui generis, merk, …).
[INSTANTIE 2] moet kunnen aantonen dat de in dit artikel opgesomde maatregelen werden getroffen. Op eenvoudig verzoek van het Agentschap Integratie en Inburgering moet [INSTANTIE 2] hiervan aan het Agent- schap Integratie en Inburgering het bewijs overmaken.
In het geval [INSTANTIE 2] voor de verwerking van persoonsgegevens die het voorwerp zijn van voorliggend protocol, beroep doet op een verwerker (of meerdere verwerkers), doet de [INSTANTIE 2] uitsluitend beroep op verwerkers die afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende technische en organi- satorische maatregelen bieden opdat de verwerking aan de vereisten van de algemene verordening gegevens- bescherming voldoet en de bescherming van de rechten van de betrokkene is gewaarborgd. [INSTANTIE 2] sluit in voorkomend geval met alle verwerkers een verwerkersovereenkomst in overeenstemming met artikel 28 van de algemene verordening gegevensbescherming. [INSTANTIE 2] bezorgt het Agentschap Integratie en Inburgering een overzicht van de verwerkers die de gevraagde gegevens verwerken, en actualiseert dit over- zicht zo nodig.
Artikel 7: Kwaliteit van de persoonsgegevens
Zodra [INSTANTIE 2] één of meerdere foutieve, onnauwkeurige, onvolledige, ontbrekende, verouderde of over- tollige gegevens in de persoonsgegevens, vermeld in artikel 3, vaststelt (al dan niet op basis van een mededeling van de betrokkene), meldt zij dat onmiddellijk aan het Agentschap Integratie en Inburgering, die na onderzoek binnen 2 weken van de voornoemde vaststellingen de gepaste maatregelen treft en [INSTANTIE 2] daarvan ver- volgens op de hoogte brengt.
Artikel 8: Sanctie bij niet-naleving
Onverminderd haar recht om een schadevergoeding te vorderen en in afwijking van artikel 5, 2°, kan het Agentschap Integratie en Inburgering dit protocol middels eenvoudige kennisgeving en zonder voorafgaan- delijke ingebrekestelling eenzijdig beëindigen indien [INSTANTIE 2] deze persoonsgegevens verwerkt in strijd met hetgeen bepaald is in dit protocol, met de algemene verordening gegevensbescherming of met andere relevante wet- of regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoons- gegevens.
Artikel 9: Meldingsplichten
Partijen engageren zich in het licht van artikel 33 van de algemene verordening gegevensbescherming om elkaar [via de functionarissen voor gegevensbescherming] zonder onredelijke vertraging op de hoogte te stel- len van elk gegevenslek dat zich voordoet betreffende de meegedeelde gegevens met impact op beide partijen en in voorkomend geval onmiddellijk gezamenlijk te overleggen teneinde alle maatregelen te nemen om de gevolgen van het gegevenslek te beperken en te herstellen. De partijen verschaffen elkaar alle informatie die ze nuttig of nodig achten om de beveiligingsmaatregelen te optimaliseren.
[INSTANTIE 2] brengt het Agentschap Integratie en Inburgering onmiddellijk op de hoogte van wijzigingen van wetgeving met impact op voorliggend protocol, zoals de finaliteit, proportionaliteit, frequentie, duurtijd enz. en in voorkomend geval van wijzigingen omtrent de verwerkers.
Artikel 10: Transparantie
Dit protocol zal door het Agentschap Integratie en Inburgering worden gepubliceerd via een tekst op hun websites.
Dit protocol zal door [INSTANTIE 2] worden gepubliceerd via een tekst op hun websites.
Artikel 11: Toepasselijk recht en geschillenbeslechting
Dit protocol wordt beheerst door het Belgisch recht.
Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met dit protocol worden beslecht door de bevoegde rechtbank in Brussel.
Artikel 12: Inwerkingtreding en opzegging
Dit protocol treedt in werking op [DATUM].
Partijen kunnen dit protocol schriftelijk opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden.
Het protocol eindigt van rechtswege na afloop van de in artikel 5 van dit protocol bedoelde termijn van me- dedeling. Het protocol eindigt tevens van rechtswege wanneer er geen rechtsgrond meer bestaat voor de gevraagde doorgifte van persoonsgegevens.
Opgemaakt te [PLAATS], op [DATUM], in evenveel exemplaren als dat er partijen zijn.
_ _ __ _ ________ __ ___________________ __
het Agentschap Integratie en Inburgering [namens INSTANTIE 2]