DEKKINGSBEPALINGEN VOOR WA- EN CASCOSCHADE
Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxx
Xxxxxxx 0000, 0000 XX, Xxxxxxx
T 030 288 47 74
DEKKINGSBEPALINGEN VOOR WA- EN CASCOSCHADE
(van toepassing per 1 juli 2018)
Deze bepalingen vloeien voor wat betreft het WA-gedeelte voort uit de door Terberg Business Lease Group B.V. (voorheen h.o.d.n. Terberg Leasing B.V.) met verzekeraar Allianz gesloten verzekeringsovereenkomst.
De bijzondere Cascovoorwaarden vormen tezamen met de Algemene Bepalingen operationele lease, de voorwaarden waaronder Terberg Business Lease Group
B.V het cascorisico ten aanzien van personenauto’s en bestelauto’s voor haar rekening neemt.
SFTL 024E
1
RUBRIEK I ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekeraar
Allianz Benelux N.V.
1.2 Verzekeringnemer
Terberg Business Lease Group B.V. h.o.d.n. Terberg Business Mobility, hierna ook te noemen lessor.
1.3 Verzekerden
de eigenaar, de bezitter, de houder, de bestuurder van het motorrijtuig, en degenen die met het motorrijtuig worden vervoerd met toestemming van een tot het verlenen daartoe bevoegde persoon;
- zich bevinden in of op de daarvoor bestemde ruimte van het motorrijtuig;
- het motorrijtuig ingaan of verlaten, of op- of afstappen van het motorrijtuig.
1.4 Motorrijtuig
dit betreft het motorrijtuig waarvoor de verzekering is afgesloten.
1.5 Regelmatige bestuurder
degene die in de regel het motorrijtuig bestuurt.
Artikel 2 Geldigheidsgebied
De verzekering geldt voor gebeurtenissen in de landen die zijn vermeld op het bij deze verzekering behorende internationale verzekeringsbewijs (groene kaart) en voor gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens het vervoer van het motorrijtuig tussen die landen, tenzij het land op de groene kaart is doorgehaald.
Artikel 3 Gemeenschappelijke uitsluitingen
De volgende uitsluitingen zijn op alle Bijzondere voorwaarden van toepassing, voor zover daarin daarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. De verzekering geeft geen dekking indien:
3.1 Geen rijbevoegdheid
de bestuurder van het motorrijtuig:
- niet in het bezit is van een geldig en voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, of
- op grond van een ontzegging of een vonnis niet tot het besturen van het motorrijtuig bevoegd is;
3.2 Opzet of roekeloosheid
een verzekerde of iemand die bij de uitkering belang heeft de schade met opzet of door roekeloosheid veroorzaakt;
3.3 Onderverhuur, andere gebruiksdoeleinden e.d.
het motorrijtuig wordt gebruikt voor:
- onderverhuur, waaronder wordt verstaan het door een lessee beschikbaar stellen van een motorrijtuig aan derden tegen betaling;
- vervoer van personen tegen betaling, tenzij het vervoer niet beroeps- of bedrijfsmatig plaatsvindt en de betaling uitsluitend een tegemoetkoming in de kosten betreft;
3.4 Wedstrijden e.d.
met het motorrijtuig wordt deelgenomen aan:
- een snelheidswedstrijd of -rit;
- een behendigheid- of regelmatigheidwedstrijd of -rit;
3.5 Alcohol e.d.
de schade is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een adem- of een urinetest of bloedproef heeft geweigerd;
3.6 Molest
de schade is veroorzaakt door of ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij. De begripsomschrijvingen van molest zijn door het Verbond van Verzekeraars in Nederland ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage gedeponeerd;
3.7 Atoomkernreacties
de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
De uitsluitingen genoemd in de artikelen 3.1 t/m 3.5 gelden niet voor de verzekerde die aantoont, dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
Artikel 4 Verplichtingen in geval van schade en verval van rechten
Zodra verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht:
4.1 Schademeldingsplicht
4.1.1 die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de verzekeraar te melden;
4.1.2 in geval van diefstal van, braak aan of poging daartoe, oplichting, verduistering van of joyriding met het verzekerde motorrijtuig, daarvan tevens aangifte te doen bij de politie of justitie. De verzekeraar is gerechtigd de gegevens van het gestolen motorrijtuig aan te melden bij het Vermiste Objecten Register ten behoeve van het terugvinden van het motorrijtuig;
4.2 Schade-informatieplicht
4.2.1 binnen redelijke termijn aan de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen, die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen;
4.3 Medewerkingplicht
4.3.1 zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen benadelen;
4.4 Verval van rechten
4.4.1 aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien één of meer van genoemde verplichtingen in geval van schade niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar zijn geschaad;
4.4.2 in ieder geval vervalt elk recht uit hoofde van deze verzekering indien één of meer van genoemde verplichtingen in geval van schade niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij deze misleiding het verval van recht op uitkering niet rechtvaardigt.
Artikel 5 Fraude
De verzekeraar accepteert geen enkele vorm van fraude en spant zich in om fraude te voorkomen en te bestrijden.
Artikel 6 Toepasselijk recht, klachten en geschillen
6.1 Toepasselijk recht
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
6.2 Klachten
6.2.1 Klachten over de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekering dienen in eerste instantie schriftelijk te worden voorgelegd aan de directie van de verzekeraar.
6.2.2 Indien de klacht niet naar tevredenheid door de directie van de verzekeraar is behandeld, kan de verzekeringnemer zich wenden tot de:
Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
Xxxxxxx 00000 0000 XX Xxx Xxxx.
6.3 Geschillen
Alle geschillen die voortvloeien uit deze verzekeringsovereenkomst zijn onderworpen aan het oordeel van de bevoegde rechter in Rotterdam of Amsterdam.
Artikel 7 Privacybescherming
De bij de aanvraag van de verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de verzekeraar geregistreerd en verwerkt. De verzekeraar gebruikt deze gegevens voor de acceptatie en de uitvoering van deze overeenkomst, voor statistische analyses, voor het voorkomen en bestrijden van fraude en om te voldoen aan wettelijke verplichtingen.
Op deze registratie is een privacyreglement van toepassing, alsmede de gedragscode “Verwerking persoonsgegevens financiële instellingen”. In deze gedragscode worden de rechten en plichten van partijen bij de gegevensverwerking weergegeven. De volledige tekst van de gedragscode kan worden opgevraagd bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
RUBRIEK II BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING MOTOR- RIJTUIGEN
De aansprakelijkheidsverzekering wordt geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (hierna te noemen WAM) gestelde eisen te voldoen.
Artikel 1 Aard van de dekking
1.1 In het algemeen
Deze dekking geldt per gebeurtenis met een maximum verzekerd bedrag van € 2.500.000,- voor materiële schade en € 7.500.000,- voor letselschade. De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de navolgende verzekerden:
1.1.1 de verzekeringnemer;
1.1.2 de eigenaar, de bezitter, de houder, de bestuurder van het motorrijtuig, en degenen die met het motorrijtuig worden vervoerd;
1.1.3 de werkgever van de onder 1.1.1 en 1.1.2 genoemde personen, indien hij krachtens artikel
6:170 BW aansprakelijk is voor de door één van hen veroorzaakte schade;
1.1.4 voor schade aan personen en zaken veroorzaakt met of door:
- het motorrijtuig;
- de aanhangwagen of een ander voorwerp, dat volgens de WAM deel uitmaakte van het motorrijtuig.
- een ander motorrijtuig dat bij wijze van vriendendienst werd gesleept door het motorrijtuig, voor zover deze schade niet wordt gedekt door een andere verzekering;
- een zaak die zich bevindt in of op, valt uit of van het motorrijtuig, of is gevallen uit of van het motorrijtuig of wat daarvan volgens de WAM deel uitmaakte.
- Aansprakelijkheid wegens schade veroorzaakt bij het laden en lossen van zaken op, in, van of uit het motorrijtuig is gedekt, tenzij een andere verzekering hiervoor dekking biedt, of zou bieden indien deze dekking niet zou bestaan.
1.2 Schade aan andere motorrijtuigen van de verzekerde
De verzekering biedt ook dekking tegen schade veroorzaakt met of door het motorrijtuig aan andere motorrijtuigen of aanhangwagens, waarvan de verzekeringnemer, bestuurder of lessee de eigenaar, bezitter of houder is. Deze dekking geldt niet indien:
- de schade niet is veroorzaakt door schuld van de bestuurder van het schadeveroorzakende motorrijtuig;
- dat andere motorrijtuig of die aanhangwagen volgens de WAM deel uitmaakte van het motorrijtuig;
Artikel 2 Ten hoogste te vergoeden bedragen
De verzekeraar vergoedt per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen niet alleen de voor de verschillende soorten schade volgens de onder artikel 1.1 vermelde bedragen, maar zonodig ook:
2.1 Hoger wettelijk voorgeschreven bedrag
als de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een tot het geldigheidsgebied behorend land, waarin krachtens een met de WAM overeenkomende wet met betrekking tot het motorrijtuig een hoger bedrag is voorgeschreven, het verschil tussen dit hogere bedrag en het onder artikel 1.1 daarvoor vermelde bedrag, overeenkomstig de bepalingen van die wet;
2.2 Kosten van rechtsbijstand
de kosten van met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde processen en in haar opdracht verleende rechtsbijstand;
2.3 Zekerheidstelling
tot ten hoogste € 50.000,- per gebeurtenis, de geldelijke zekerheid (cautie) die een overheid met betrekking tot door deze verzekering gedekte aanspraken eist ter waarborging van de rechten van benadeelden. De verzekerden dienen de verzekeraar te machtigen over de zekerheid te beschikken, zodra deze wordt vrijgegeven, en alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van de Algemene voorwaarden, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
3.1 Niet gemachtigde bestuurder of inzittende iemand schade veroorzaakt die zich zonder toestemming van een tot het verlenen daarvan bevoegde persoon in of op het motorrijtuig bevindt;
3.2 Alcohol e.d.
de schade is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat het besturen van het motorrijtuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. De verzekering geeft ook geen dekking als de bestuurder zijn medewerking aan een ademtest, urinetest of bloedproef heeft geweigerd;
3.3 Schade aan personen
het gaat om personenschade van de bestuurder van het motorrijtuig;
3.4 Schade aan zaken
het gaat om schade aan:
- het motorrijtuig zelf, met inbegrip van hetgeen daarvan volgens de WAM deel uitmaakt;
- zaken die zich bevinden in of op, vallen uit of van of zijn gevallen uit of van het motorrijtuig, tenzij die zaken tot de particuliere huishouding van de met het motorrijtuig vervoerde personen, met uitzondering van de bestuurder, behoren, of
- onroerende en roerende zaken, waarvan de verzekerde de eigenaar, de huurder of de houder is, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade;
3.5 Aansprakelijkheid verhogende bedingen
de aanspraken voortvloeien uit een boetebeding, schadevergoedingbeding, garantiebeding, vrijwaringbeding of ander soortgelijk beding, behalve indien en voor zover aansprakelijkheid ook zou hebben bestaan zonder een zodanig beding.
De uitsluitingen genoemd in de artikelen 3.1 en 3.2 gelden niet voor de verzekerde die aantoont, dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
Artikel 4 Schaderegeling
De verzekeraar zal de schade regelen en deze vaststellen. De verzekeraar mag de schade rechtstreeks aan uitkeringsgerechtigden vergoeden en met hen schikkingen treffen. Daarbij zal de verzekeraar rekening houden met de belangen van de verzekerde en/of verzekeringnemer.
Bestaat de vergoeding uit periodieke uitkeringen en is het totaal van die uitkeringen tezamen met eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan zal de verzekeraar in overleg met de verzekeringnemer de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderen.
Artikel 5 Verhaalsrecht van de verzekeraar
Voor zover een verzekerde krachtens deze verzekering of een wettelijke bepaling geen recht heeft op dekking, maar de verzekeraar desondanks krachtens de WAM of een daarmee overeenkomende buitenlandse wet schadevergoeding verschuldigd is, heeft de verzekeraar het recht de betaalde schade, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
- de verzekerde, die jegens de uitkeringsgerechtigde aansprakelijk is of op
- de verzekeringnemer, tenzij op hen artikel 3, laatste alinea van de Algemene voorwaarden van toepassing is. Met betrekking tot het verhaalsrecht worden eventuele tussen verzekeraars onderling gesloten overeenkomsten van schaderegeling niet in aanmerking genomen. De verzekeraar doet afstand van zijn verhaalsrecht op de verzekeringnemer, indien de schade na het einde van de verzekering door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt.
RUBRIEK III BIJZONDERE CASCOVOORWAARDEN
Artikel 1 Algemeen
Schade aan en verlies van het geleasete motorrijtuig is voor rekening van xxxxxx, met inachtneming van de navolgende bepalingen alsmede hetgeen hiervoor onder Rubriek I is vermeld, voor zover daarvan hierna niet uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 2 Gedekte gebeurtenis
Een onvoorziene, plotselinge, onverwachte gebeurtenis die
a. ten opzichte van het motorrijtuig van buitenaf op de verzekerde zaken inwerkt of
b. een gevolg is van eigen gebrek van de verzekerde zaken.
2.1. Algemeen
Botsen, stoten, omslaan, van de weg of te water geraken.
2.2. Averij-grosse
De verschuldigde bijdrage in de averij-grosse.
2.3. Brand
Brand, explosie, zelfontbranding, kortsluiting en blikseminslag.
2.4. Diefstal
Diefstal van het motorrijtuig, verduistering of joyriding waaronder inbegrepen schade, die de pleger van dit misdrijf aan het motorrijtuig wordt toegebracht, tenzij de diefstal, verduistering of joyriding het gevolg is van onachtzaamheid van de bestuurder of lessee. Onder onachtzaamheid wordt onder meer verstaan het achterlaten van de (reserve)sleutel in of aan het motorrijtuig of de (reserve)sleutel opbergen in een jas in openbare gelegenheden.
Diefstalbeveiliging
Motorrijtuigen met een door de lessor bepaalde cataloguswaarde alsmede diefstalgevoelige motorrijtuigen dienen voorzien te zijn van een door de lessor te bepalen voertuigvolgsysteem. Lessor kan voor bepaalde motorrijtuigen de diefstalbeveiliging verplicht stellen. De hieruit voortvloeiende exploitatiekosten zoals start- en abonnementskosten worden in het leasetarief opgenomen.
2.5. Inbraak
(In)braak of poging daartoe
Elektronica en accessoires
Ten aanzien van vast in het motorrijtuig gemonteerde audio(visuele)-, telefoon- en/of navigatieapparatuur geldt, dat daarvoor in geval van een gedekte gebeurtenis ten hoogste € 500,00 zal worden vergoed, tenzij bij de vaststelling van de verzekerde som met een hogere waarde rekening is gehouden. Bij het bepalen van de omvang van deze dekking wordt alleen uitgegaan van het bedrag op de originele aankoopnota waaruit blijkt welke accessoires in het motorrijtuig aanwezig waren. De dekking geldt uitsluitend na overlegging van het afneembare bedieningspaneel, beeldscherm, securitycard of andere voorziening ter beveiliging. Vergoeding maximaal één maal per kalenderjaar en rekening houdende met een gelijke afschrijving per kalenderjaar berekend over 5 jaar.
2.6. Vandalisme
Schade ontstaan door vandalisme
2.7. Storm
(Om)vallende voorwerpen op, of het omwaaien van het motorrijtuig ten gevolge van storm (waaronder wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde).
2.8. Natuurrampen
Hagel, overstroming (waaronder wordt verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen), vloedgolf, inundatie, vulkanische uitbarsting, aardbeving, aardverschuiving, instorting, lawines en vallend gesteente.
2.9. Relletjes
Relletjes (waaronder wordt verstaan incidentele geweldmanifestaties gericht tegen het openbaar gezag).
2.10. Dieren
Xxxxxxx met volgels, loslopende dieren of overstekend wild, echter uitsluitend voor zover de schade rechtstreeks door die botsing is toegebracht.
2.11. Luchtvaartuigen
Het vallen van luchtvaartuigen of onderdelen daarvan, alsmede het vallen van voorwerpen uit een luchtvaartuig.
2.12. Transport
Een van buiten komende gebeurtenis gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en slepen en van schade als schrammen, krassen en lakschade.
Artikel 3 Uitsluitingen
Naast de in artikel 3 van de Algemene Bepalingen (Rubriek I) genoemde uitsluitingen is voor rekening van xxxxxx en vrijwaart lessee lessor van alle aanspra- kelijkheden jegens derden, een en ander voor zover niet door de verzekering gedekt, voor:
3.1. Eigen gebrek
Een eigen gebrek van het motorrijtuig. Deze uitsluiting geldt niet indien de schade is veroorzaakt door een gebeurtenis onder artikel 2.3.
3.2. Technische schade of bedieningsfout
Schade ontstaan aan een technisch gedeelte van het motorrijtuig, zoals de motor, de versnellingsbak en de elektronica, die het gevolg is van een tekort aan smeer- of koelmiddelen dan wel een bedieningsfout. Onder bedieningsfout wordt ook verstaan het gebruik van een voor het motorrijtuig verkeerde brandstof, alsmede het niet opvolgen van de fabrieksinstructies. Deze uitsluiting geld niet indiende schade is veroorzaakt door een gebeurtenis onder artikel 2.3.
3.3. Bevriezing
Schade door vorst, tenzij de bevriezing het gevolg is van een gedekte gebeurtenis.
3.4. Verlies of diefstal van documenten, sleutels, accessoires e.d.
Schade in de vorm van vervangingskosten, direct verband houdend met het verlies of diefstal van documenten, sleutels, accessoires behorende bij het motorrijtuig.
3.5. Diefstal van audio(visuele) apparatuur
Schade door diefstal van audio(visuele) apparatuur welke niet vast in het motorrijtuig is gemonteerd, dan wel vast in het motorrijtuig is gemonteerd maar waarvan na diefstal het bijhorend afneembare bedieningspaneel, beeldscherm, securitycard of andere voorziening ter beveiliging, niet kan worden getoond.
3.6. Esthetische schade
Schade in de vorm van kleine krasjes e.d. en schade die de basisfunctionaliteit van het accessoire en/of de voorziening niet aantast, alsmede schade ontstaan door de chemische inwerking van bijvoorbeeld vogelpoep.
3.7. Bedrijfsschade en dergelijke
Bedrijfsschade en schade ontstaan ten gevolge van verdui- stering.
3.8. Gevaarlijke of explosieve stoffen
Schade veroorzaakt door of voortvloeiende uit het gebruik van het motorrijtuig voor het vervoer van gevaarlijke of explosieve stoffen of de aanwezigheid in het motorrijtuig van gevaarlijke of explosieve stoffen (tenzij het motorrijtuig ervoor is ingericht en aldus schriftelijk overeengekomen).
3.9. Rijvaardigheidstrainingen en dergelijke
Schade die voortvloeit uit het gebruik van het motorrijtuig voor het deelnemen aan wedstrijden, rijvaardigheidstrainingen, snelheidsproeven, prestatieritten, grip- en antisliptrainingen en dergelijke evenementen.
3.10. Uitgeschakeld alarm
Schade ontstaan aan of diefstal van het motorrijtuig terwijl
de eventueel in het motorrijtuig aanwezige beveiligingsinstallatie niet is ingeschakeld. Dit tenzij het niet ingeschakeld zijn daarvan het gevolg is van een storing in een overigens automatisch inschakelende beveiligingsinstallatie.
3.11. Weigeren medewerking
Schade door of met het motorrijtuig veroorzaakt, waarbij de bestuurder de plaats van het ongeval verlaat en/of geen medewerking verleent aan een onderzoek naar zijn/haar bevoegdheid en vaardigheid om de auto te besturen.
Artikel 4 Schaderegeling
4.1. Plaats van schadeherstel
Indien ingeval van schade tot reparatie wordt overgegaan bepaalt lessor of, hoe en waar de schade wordt hersteld.
4.2. Wachttijd dekking diefstal
Ingeval van diefstal of verduistering van het motorrijtuig, joyriding of oplichting geldt de dekking nadat, na kennisgeving van de gebeurtenis aan lessor, een termijn verstreken is van 30 dagen.
RUBRIEK IV HULPVERLENING
Artikel 5 Hulpverlening bij Ongeval
5.1. Definitie ongeval
Uitsluitend binnen het kader van de hulpverlening door lessor of diens alarmservice wordt verstaan onder ongeval: iedere gebeurtenis waardoor mede schade aan het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger is ontstaan, tengevolge waarvan het niet meer kan rijden en/of de bestuurder en andere inzittenden niet in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen.
Onder ongeval in dit artikel wordt in ieder geval niet verstaan het tot stilstand komen van het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger als gevolg van een mechanisch gebrek.
5.2. Hulpverlening motorrijtuig
Xxxxxx heeft recht op hulp en/of vergoeding van kosten zoals hierna onder 5.3 en 5.4 omschreven als;
- de hulpverlening en/of de kosten tot stand komen in overleg met en na verkregen toestemming van xxxxxx of diens alarmservice;
- de bestuurder zijn volledige medewerking verleent en de nodige redelijkheid in acht neemt;
- er geen uitsluiting van toepassing is, of de hulpverlening door plaatselijke (tijdelijke) omstandigheden niet kan worden uitgeoefend.
5.3. Hulpverlening binnenland
Het recht op hulp ontstaat bij een ongeval na telefonische melding aan lessor (24-uur bereikbaar). De hulpverlening omvat:
- het vervoer van het motorrijtuig en eventuele aanhanger naar een door lessor aan te wijzen plaats;
- het vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage per taxi naar een door de bestuurder te bepalen
adres of het door lessor aanbieden van vervangend vervoer, als dit in de leaseovereenkomst is inbegrepen.
5.4. Hulpverlening buitenland
Het recht op hulp ontstaat bij een ongeval, buiten Nederland maar in het verzekeringsgebied, na telefonische melding aan lessor (24-uur bereikbaar). De hulpverlening omvat:
- het regelen, en/of vergoeden van de berging en het slepen van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
- het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of eventuele aanhanger naar een door lessor te bepalen adres in Nederland, mits het beschadigde motorrijtuig niet binnen 2 werkdagen eventueel door middel van een noodreparatie zodanig gerepareerd kan worden dat de reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
Eventueel in verband met de reparatie te maken verblijfkosten worden na voorafgaand overleg met lessor en naar redelijkheid vergoed;
- de terugreis van de bestuurder en de passagiers, als op grond van het voorgaande niet met het motorrijtuig wordt verder gereisd. Geregeld en/of vergoed worden:
- een taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation of vervangend vervoer depot;
- een trein naar een spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
- een taxi van dat station naar de plaats van bestemming;
- of een vervangend motorrijtuig waarmee de reis kan worden voortgezet, als dit in de leaseovereenkomst is inbegrepen.
5.5. Voorgeschoten kosten
Als in verband met de hulpverlening door lessor kosten worden voorgeschoten, welke niet zijn verzekerd danwel niet op grond van de leaseovereenkomst voor vergoeding in aanmerking komen, dan behoudt lessor zich het recht voor deze kosten bij lessee in rekening te brengen.