Contract
7. UITKERINGSREGLEMENT SCHOLING B-DEEL BBL-SUBSIDIE HOVENIERS
Artikel 1 Toepassing en begripsbepalingen
Dit reglement is van toepassing op de sector Hoveniersbedrijf zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 5 cao Colland.
In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de begripsbepalingen omschreven in artikel 1 sub D. cao Colland.
Voorts wordt in dit reglement verstaan onder:
a. school
Een Agrarisch Opleidingscentrum (AOC) dan wel een andere onderneming of instelling dat erkend is voor het geven van BBL-opleidingen;
b. Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)
Een in het CREBO-register opgenomen opleiding die gegeven wordt in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (voorheen leerlingwezen);
c. beschikking
Een besluit op een subsidieaanvraag;
d. cursusjaar
Het cursusjaar duurt 12 maanden en vangt aan op de datum zoals vermeld in de beroepspraktijkovereenkomst. Het tweede en derde cursusjaar zijn direct daaropvolgend of aansluitend;
e. kalenderjaar
Het jaar dat loopt van 1 januari tot en met 31 december;
f. werkgever
De rechtspersoon of natuurlijk persoon zoals bedoeld in artikel 1 sub B xxx Xxxxxxx die premies afdraagt aan de stichting op basis van xxx Xxxxxxx of de rechtspersoon of natuurlijk persoon die premies afdraagt op basis van een contract met de stichting.
g. werknemer
Diegene, die bij een werkgever als bedoeld onder f. krachtens een overeenkomst tot het persoonlijk verrichten van arbeid werkzaam is;
h. sectorcommissie
De door het bestuur van de Stichting ingestelde commissie van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zoals omschreven in artikel 11 van de statuten, hieronder beschreven als bevoegd gezag;
i. CAS;
het Colland Administratie Systeem. Dit is het digitaal loket van de stichting voor aanvragen en declaraties in het kader van dit reglement. Het loket is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
j. Opleidingsperiode
De periode waarin er sprake is van een Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV overeenkomst) zoals afgesloten tussen de onderwijsinstelling, de werknemer en het bedrijf en er een arbeidsovereenkomst, niet zijnde een oproepcontract, voor bepaalde of onbepaalde tijd tussen de werknemer en het bedrijf van kracht is.
Artikel 2 Vergoedingen
De werkgever kan in aanmerking komen voor een door de sectorcommissie te bepalen vergoeding voor de BBL-opleidingen welke door de sectorcommissie zijn aangewezen. De vergoeding betreft de compensatie voor de loondoorbetaling conform de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst.
a. Jeugdige leerling
Aan de werknemer waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en die bij de start van het
desbetreffende cursusjaar (peildatum aanvang praktijkovereenkomst) jonger is dan 21 jaar, wordt de schooldag verplicht conform de cao voor het Hoveniersbedrijf doorbetaald door de werkgever. De werknemer die gedurende het schooljaar 21 jaar wordt behoudt conform het gestelde in de cao voor het Hoveniersbedrijf het recht op een door de werkgever doorbetaalde schooldag gedurende dat schooljaar.
b. Xxxxxxxxxxxx leerling
Voor een werknemer van 21 jaar of ouder die een BBL-opleiding volgt is de werkgever niet verplicht de schooldag door te betalen. Indien hij dit wel doet, komt hij in aanmerking voor een subsidie.
De hoogte van de vergoeding en de specifieke BBL-opleiding waarover de vergoeding wordt verstrekt wordt jaarlijks per 1 juni na instemming van de sectorcommissie door het bestuur vastgesteld en gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Ongeacht de duur van de opleidingsperiode wordt uitsluitend over maximaal de eerste drie cursusjaren van de betreffende werknemer een vergoeding verstrekt.
De vergoeding wordt uitsluitend verstrekt voor de werknemer waarvoor de schooldag wordt doorbetaald.
De vergoeding wordt verstrekt op basis van een fulltime dienstverband conform de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst inclusief doorbetaalde schooldag. Bij een kleiner dienstverband wordt de vergoeding naar rato verstrekt. Het kleinste dienstverband waarvoor naar rato een vergoeding wordt verstrekt is 28 uur inclusief doorbetaalde schooldag per week.
Artikel 3 Aanvragen van subsidie
De subsidie kan door de werkgever per cursusjaar worden aangevraagd via CAS. Indien de werkgever geen mogelijkheden heeft om de aanvraag via CAS in te dienen, kan de aanvraag schriftelijk ingediend te worden.
Het aanvraagformulier dient uiterlijk 5 maanden na afloop van het betreffende cursusjaar te zijn ingediend. Bepalend hierbij is de datum van ontvangst van het aanvraagformulier bij CAS.
De aanvraag dient bij indiening te worden vergezeld van een kopie ondertekende arbeidsovereenkomst, kopie ondertekende beroepspraktijkovereenkomst (BPVO) en een kopie loonstrook van de laatste maand van het betreffende cursusjaar. Uit de arbeidsovereenkomst dient onomwonden duidelijk te worden dat er sprake is van doorbetaling van de schooldag.
De werkgever verklaart door indiening van de aanvraag dat:
a. hij de aanvraag naar waarheid heeft ingevuld;
b. hij akkoord gaat met het controleren van de gegevens door de administratie;
c. hij bekend is en akkoord gaat met de voorwaarden zoals vermeld in dit reglement. Aanvragen die niet aan de in dit reglement genoemde voorwaarden voldoen, worden met redenen omkleed afgewezen.
Artikel 4 Toekenning van subsidie
De administratie beslist over de toekenning van de aanvragen zoals bedoeld in artikel 3 van dit reglement.
Bij toekenning van de aanvraag wordt de werkgever per beschikking geïnformeerd over de toegekende bedragen.
Artikel 5 Uitbetaling en hoogte van de subsidie
De vergoeding wordt uitbetaald als aan de voorwaarden zoals gesteld in dit reglement is voldaan.
De hoogte van de vergoeding wordt berekend op basis van de door het bestuur vastgestelde vergoeding.
In het eerste en tweede aanvraagjaar moet de opleidingsperiode tenminste 9 maanden aaneengesloten zijn. Indien de opleidingsperiode 6 tot 9 maanden aaneengesloten heeft geduurd, dan wordt 75% van de subsidie uitbetaald. Bij een opleidingsperiode van minder dan 6 maanden wordt er geen subsidie uitbetaald. In het derde aanvraagjaar moet de opleidingsperiode tenminste 6 maanden aaneengesloten geduurd hebben.
Een besluit inzake een vergoeding kan worden ingetrokken of herzien indien de door de werkgever of werknemer verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te zijn. Indien misbruik wordt geconstateerd dan zal de beschikking onverwijld worden ingetrokken.
Op basis van lid 4 kunnen verstrekte subsidies worden teruggevorderd.
Artikel 6 Beroep
Tegen een op grond van dit reglement uitgebrachte beschikking kan een belanghebbende in beroep gaan.
Beroep kan worden ingediend tegen de volgende beschikkingen:
a. afwijzing van een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 3 lid 5;
b. toekenning van een vergoeding als bedoeld in artikel 4 lid 2;
c. intrekking of herziening van een besluit als bedoeld in artikel 5 lid 3.
Het beroep dient binnen twee maanden na dagtekening van de beschikking door middel van een beroepschrift te worden ingediend bij het bestuur van de Stichting. Als beroep is ingediend, delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de
sectorcommissie. De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een besluit.
Tegen een besluit van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.
Artikel 7 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 8 Citeertitel
Dit reglement kan worden aangehaald als Uitkeringsreglement Scholing B-deel BBL-subsidie Hoveniers.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking per 1 juli 2016 en is van toepassing voor aanvragen met een startdatum na 1 augustus 2015.