Coalitieakkoord 2018 – 2022
KRACHTIG XXXXX AAN DE MAAS, GEZONDE BLIK OP DE TOEKOMST!
Coalitieakkoord 2018 – 2022
CDA, Essentie, D66/GroenLinks en PvdA
Mei 2018
Inleiding
Xx xxxxxxxx Xxxxx xxx xx Xxxx verdient een daadkrachtig bestuur. Vanuit deze gedachte hebben wij elkaar in een brede coalitie gevonden. Samen bouwen we verder aan een slagvaardige gemeente. Een gemeente die dicht bij haar inwoners en ondernemers staat en die de kracht van de samenleving centraal stelt.
We hebben met onze vier partijen bruggen geslagen, bruggen naar elkaar en bruggen binnen bepaalde thema’s, zoals duurzaamheid, economie, onderwijs en leefbaarheid. We hebben elkaar op basis van argumenten gevonden. We hebben daarbij de kwaliteit van ieders standpunten behouden.
Er ligt een positief akkoord dat idealen en realisme met elkaar verbindt. We pakken ambities en uitdagingen voor Xxxxx aan de Maas op de korte én de lange termijn aan. Zo werken wij verder aan een stabiel, sterk, gezond en duurzaam Horst aan de Maas.
Dit doen wij in samenwerking met onze inwoners en in een constructief debat met de gemeenteraad. Respect voor elkaars ideeën en meningen is daarbij uitgangspunt. We staan voor een open, transparant, betrouwbaar en daad- krachtig bestuur.
Krachtig Xxxxx aan de Maas, gezonde blik op de toekomst!
Ondertekening
Xxx Xxxxxxxxxx
Xxxx Xxxxxxx
Xxx Xxxxx
Xxx Xxxxxx
2
3
Inhoudsopgave 2
3
5
6
7
7
8
12
13
13
14
16
17
17
18
20
21
21
22
26
27
27
28
32
33
33
35
38
42
Inleiding Ondertekening Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 | Economie en Ruimte
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 2 | Wonen, Mobiliteit en Openbare ruimte
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 3 | Duurzaamheid: klimaatambities, energietransitie en circulariteit
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 4 | Sociaal Maatschappelijk, Participatie en Voorzieningen
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 5 | Cultuur, Sport en Onderwijs
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 6 | Openbare Orde & Veiligheid, Toezicht & Handhaving Organisatie en Samenwerking
Waar willen wij naar toe?
Welke uitdagingen zien wij?
Wat gaan wij doen?
Hoofdstuk 7 | Financiën
Portefeuilleverdeling
4
5
Hoofdstuk 1
Economie en Ruimte
Waar willen wij naar toe?
We zijn een welvarende en ondernemende ge- meenschap; we wonen, werken en recreëren in een prachtig landschap. Soms ervaren we span- ningen tussen het belang van een dynamische economie en een gezonde en duurzame leefom- geving.
We geloven dat innovatief ondernemerschap en een kader stellende overheid kunnen bijdragen aan een gezonde en duurzame toekomst. Een toekomst waarin spanningen overbrugd zijn.
Om de druk op het milieu en de leefomgeving verder te verlagen, stellen wij duidelijke doelen en kaders. Hierbij zetten we actief in op econo- mische ontwikkeling en op ondernemerschap dat kan concurreren op basis van kwaliteit in een ‘level playing field’. We zijn daarbij zuinig op onze omgeving, geven ruimte waar het kan en stellen grenzen waar dat nodig is. We zijn als overheid daarbij consistent, zorgvuldig en betrouwbaar.
We geloven ook in het belang van een open hou- ding en oprechte dialoog tussen ondernemers en hun omgeving over economische en andere maatschappelijke belangen. Als we bruggen slaan en onderhouden, dan geven we toekomst- gericht invulling aan het gezegde: ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’.
Welke uitdagingen zien wij?
Horst aan de Maas kent belangrijke economische pijlers, waaronder agribusiness, maakindustrie en de vrijetijds- economie. Ook de detailhandel en de professionele maatschappelijke organisaties bieden een grote werk- gelegenheid en zijn belangrijk voor onze lokale en regi- onale economie.
Het is van belang de lokale (en regionale) economie bruisend te houden. We herkennen de opgave voor onze ondernemers van het beschikbaar hebben en hou- den van voldoende en vakbekwaam personeel.
Onze ondernemers willen groeien, nieuwe ondernemers willen zich vestigen en daarvoor is ruimte nodig. Wij willen op duurzame plekken ruimte bieden.
We willen als gemeente (regio) interessant en boeiend blijven voor afgestudeerden, starters en doorstarters op de arbeidsmarkt. We zien de krapte op de arbeidsmarkt niet alleen door inzet van arbeidsmigranten worden opgelost.
Innovatieve ontwikkelingen gericht op een duurzame samenleving juichen wij toe en ondersteunen wij door planologische medewerking, facilitering, inzet van het eigen netwerk, dan wel andere middelen om tot realisa- tie te komen. We willen koploper zijn en blijven!
We zien daarnaast ook dat robotisering zorgt voor ver- schuivingen op de arbeidsmarkt. Dit heeft effecten voor de verhouding werk voor hoog- en lager geschoolden.
We hebben op dit moment circa 1.600.000 overnach- tingen in de gemeente Horst aan de Maas! Xxxxx aan de Maas kent vele toeristische parels. Bedrijven die kwa- litatief hoogwaardig ondernemen, die vele bezoekers naar ons toe trekken en die onze lokale producten (food en agri) promoten. Deze ondernemers verdienen onze support!
We zijn trots op onze agrarische ondernemers en we waarderen de stappen die gezet zijn op het gebied van gezondheid voor mens en dier en voor ons landschap. We zien ook nog volop uitdagingen voortkomend uit diverse maatschappelijke debatten over onder andere de intensieve veehouderij in relatie tot gezondheid en duurzaamheid. Met onze inwoners, stakeholders en an- dere overheden houden we verbinding om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. We anticiperen op de omgevingsdialoog en we worden ambassadeur van het gesprek tussen initiatiefnemer en omgeving. Soms lukt draagvlak niet en dan hebben wij als overheid beslissin- gen te nemen.
6 7
De Structuurvisie is onze leidraad om aan de voorkant helder te maken waar er duurzame ontwikkelkansen liggen voor de land- en tuinbouw, waar natuur, land- schap en groen geborgd is en waar ruimte is voor de toeristische sector.
Door concurrentieprincipes groeit wereldwijd de primai- re productie waardoor de export van niet onderschei- dende producten steeds meer onder druk komt te staan. Dit raakt ook de ondernemers van Xxxxx aan de Maas.
Zonder primaire productie is er geen innovatie en krijgt ook de agrarische maakindustrie het lastig. In Horst aan de Maas is dus ruimte voor innovatie!
We erkennen dat een sterke primaire productie mede van belang is om ook de marktpositie van andere aan- palende sectoren, zoals de maakindustrie en de logistiek te versterken. Ondernemers binnen de agribusiness die zich kwalitatief hoogwaardig door innovatie willen ont- wikkelen, ondersteunen wij graag.
In onze regio zien we ook specifieke sectoren zoals blau- we bessen, zacht fruit, et cetera een sterke ontwikkeling doormaken. Ontwikkelingen die gepaard gaan met een andere ruimte-vraag. Beleid voor teelt-ondersteunende voorzieningen is noodzakelijk om afwegingen te kun- nen maken en ondernemers richting te geven.
Wat gaan wij doen?
Algemeen
1. Om de aanwezige potentie voor innovatie, econo- mische ontwikkeling en arbeidsmarkt volledig te benutten, zetten we ons actief en structureel in voor ontmoetingen en projecten met en tussen onder- nemers, kennisinstellingen (onderwijs) en overheid (‘triple helix’). Lokaal en regionaal.
2. Wij omarmen het actieprogramma vanuit O-twee (lobbydocument) en het lokale onderwijs waar on- der aansturing van een programmamanager onder- nemers en onderwijs met elkaar worden verbonden én waaraan duidelijke doelstellingen en resultaten worden gekoppeld. Wij zien hier een actieve rol vanuit de gemeente met als (neven)doel onze vak- mensen uit de regio vast te houden en anderen te verleiden naar ons toe of terug te komen.
3. We hebben een concrete verbinder tussen overheid en ondernemers op strategisch en tactisch niveau. Deze “verbinder” ziet trends en ontwikkelingen van- uit het perspectief van de ondernemer en de over- heid (en het onderwijs). De verbinder begeeft zich
in het veld en in de netwerken.
4. Onze werkgeversdienstverlening sluit hier bij aan en biedt werkgevers één loket voor arbeid.
5. Onze algemene afspraken gelden voor alle econo- mische sectoren, zoals gesteld agribusiness, maak- industrie, vrijetijdseconomie, detailhandel en de professionele maatschappelijke organisaties.
6. We voldoen aan de gemaakte banenafspraak voor mensen met een grotere afstand tot de arbeids- markt.
7. We gaan voor differentiatie in werkgelegenheid. Naast logistiek en productiewerk in de agribusiness, zetten we in op hoogwaardige werkgelegenheid in de maak- en kennisindustrie. De focus van acquisitie verschuift mee, lokaal en regionaal. Wij richten een dashboard in om te kunnen sturen op de effecten op de arbeidsmarkt in relatie tot het opleidingsni- veau.
8. We faciliteren innovatieve projecten in samenwer- king met de provincie, de regio, het bedrijfsleven, onderwijs en onderzoek.
9. We besteden als gemeente lokaal aan wat lokaal kan, we bezien hiervoor de marges in ons aanbeste- dingsbeleid in relatie tot de wettelijke mogelijkhe- den en bezien een duurzaamheidstoets.
10. Vanuit een visie op onze bedrijventerreinen be- oordelen we, samen met de ondernemers, wat de mogelijkheden zijn voor herstructurering, inbreiden in verouderde gebieden en uitbreiden op duurzame plekken. We stemmen dit af met de Regio. We stel- len ons op het standpunt dat lokale ondernemers in de eigen gemeente moeten kunnen uitbreiden, zij het op toekomstbestendige locaties.
11. Naast samenwerking tussen de diverse Brightlands zullen wij ons maximaal inzetten op een verbinding tussen Greenport Venlo en onder andere Brainport Eindhoven, maar we leggen ook de verbinding met de Duitse grensregio. Dit omdat de daar aanwezig kennis en kunde belangrijk zijn om de eigen ambi- ties in de regio te realiseren.
12. Gezien de cumulatie van economische ontwikkelin- gen, willen wij ons verder inzetten om de kwaliteit van Grubbenvorst en omgeving te behouden en waar mogelijk te versterken. We geven verdere invulling en uitvoering aan de robuuste groene buffer rond Grubbenvorst. We beschermen verder de Maasoevers. We benutten kansen voor nieuwe
natuur(verbindingen). We benutten kansen voor recreatie aan met name de Xxxx. We koesteren waardevolle open cultuurlandschappen. We redu- ceren zo mogelijk geluidshinder van de snelwegen en we zetten in op een goede bereikbaarheid van het dorp.
13. We boordelen de realisatie van de hoogwaterbe- schermingsmaatregelen voor Lottum en Grubben- vorst objectief vanuit het oogpunt van hoogwa- terbescherming, duurzaamheid, landschappelijke effecten, economische aspecten, invloeden op de omgeving en bewoners. Hierbij zetten wij in op
de kansen die dit voor Lottum en Grubbenvorst kunnen bieden (bijvoorbeeld de verbinding van Grubbenvorst met de Maas door een nieuw Maas- front). Bescherming tegen hoogwater is en blijft de aanleiding.
14. We bezien de toekomstige ontwikkelingen van de grindwinning in de Diepeling vanuit de kansen en het perspectief voor verhoging van de ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en draagvlak.
Vrijetijdseconomie
15. Vanuit een strategische visie zetten we in op een kwalitatief hoogwaardige, professionele en goed georganiseerde samenwerkende vrijetijdsector (inclusief branding). Hierbij vinden we de balans tussen zowel de economische als ecologische meer- waarde van ons natuur- en buitengebied.
16. We zetten in op versterking van de promotie en verbetering van de vindbaarheid op Internet en social media. Dit doen wij niet alleen, maar sámen met onze lokale ondernemers en de regio.
17. We bewegen met grote bezoekersstromen mee. Dat betekent concreet dat er vrijetijds-informatie wordt verstrekt op die plaatsen waar veel mensen komen.
18. De ontwikkeling van het lokaal gastheerschap in en voor Horst aan de Maas zetten we volop voort in overeenstemming met de “Routekaart naar gast- heerschap”. Bij deze ontwikkeling betrekken we zoveel mogelijk creatieve kennis uit Horst aan de Maas (creatieve industrie).
19. Totdat een nieuwe manier van informatieverstrek- king uitgerold is, behouden we een fysiek punt voor het verstrekken van informatie over Xxxxx aan de Maas/Regio.
20. Naast grootschalige ontwikkelingen in de toeristi- sche ‘Strip’ langs de Midden Peelweg (de Peelber- gen), stimuleren we ook de ontwikkeling van het kleinschalig toeristisch aanbod.
21. Horeca in het buitengebied en verblijfs-recreatie- ve voorzieningen zijn thema’s die vragen om een heldere visie van de gemeente. Op basis van de visie wegen wij af welke initiatieven een duidelijke meerwaarde hebben en passend zijn bij ons als agrarische gemeente. De verkoop en promotie van de eigen streekproducten juichen wij toe en we denken mee met ondernemers in de vrijetijds-eco- nomie die onze producten en daardoor Horst aan de Maas promoten.
Ruimte
22. In deze coalitieperiode wordt de Omgevingswet geïmplementeerd. We beschouwen dit als een majeur project vergelijkbaar met de transformatie van het sociaal domein waar tijd en middelen voor moeten zijn.
23. We herijken de huidige indeling van gebieden en het afwegingskader in de Structuurvisie herijkt. We maken scherper onderscheid in de gebieden die bedoeld zijn voor groene- en/of recreatieve- en/of woonfuncties en gebieden waar ruimte geboden wordt voor economische ontwikkeling.
24. We maken de Structuurvisie in brede dialoog met de samenleving begrijpelijker. We kijken daarbij uitdrukkelijk naar tijdwinst in de klantprocessen.
25. Ook het Gemeentelijk Kwaliteits-Menu zoals opge- nomen in de Structuurvisie herijken we en verbre- den we op duurzaamheid.
Intensieve Veehouderij
26. We maken een aparte Visie op de veehouderij (gangbaar en biologisch). Deze ontwikkelen we in brede dialoog met de samenleving en bevat in ieder geval de volgende punten:
a) Schaalvergroting kan vanwege innovatie (ge- richt op duurzaamheid en gezondheid) en continuï- teit aan de orde zijn.
b) Nieuwvestiging van IV bedrijven kan enkel in een LOG.
8
9
c) We kunnen actieve grondpolitiek inzetten om ondernemers te ontzorgen in procedures.
d) Het LOG is primair bedoeld voor knelgevallen in de gemeente of eigen ondernemers uit de eigen gemeente.
e) Innovatieve initiatieven, met oog voor duur- zaamheid en gezondheid, passend in de bestaande kaders en met aantoonbaar draagvlak in de directe omgeving kunnen op steun van de gemeente reke- nen.
f) Uitbreiding van een intensieve veehouderij kan, mits er naast aantoonbare innovatie met oog voor duurzaamheid en/of gezondheid en draagvlak ver- betering van de leefomgeving op gemeentelijk ni- veau plaatsvindt. Dit laatste wordt aangetoond door middel van objectieve maatstaven die zijn vastge- legd in de wet en/of lokaal beleid (dashboard).
g) Verplaatsen (‘nieuwvestiging’ komt in de plaats van een bestaand te beëindigen bedrijf) van een intensieve veehouderij kan enkel, mits er naast een aantoonbaar goed doorlopen proces sprake is van een verbetering van de leefomgeving op gemeen- telijk niveau. Dit laatste wordt aangetoond door middel van maatstaven die zijn vastgelegd in de wet, rijks-, provinciaal of gemeentelijk en/of lokaal beleid. De business-case in zijn geheel is daarbij een belangrijke afweging.
h) Bij de omgevingsdialoog is de kwaliteit van het proces mede doorslaggevend voor de afweging die we moeten maken.
i) Alvorens een omgevingsvergunning af te ge- ven voor ontwikkelingen in de veehouderij, zullen we met de ondernemer afspraken maken over doelen en de te behalen resultaten ten aanzien van de leefomgeving. Ondernemers moeten de tijd krijgen om zich hier op te preparen. Als betrouw- bare overheid zullen we in overleg met de LLTB een instrument hiervoor ontwikkelen met een haalbare termijn.
j) In de visie beschouwen we het thema gezond- heid uitdrukkelijk (inclusief landelijke onderzoeken en landelijk beleid). Indien mogelijk ontwikkelen we een lokaal afwegingskader om toe te passen.
k) We onderzoeken een Gezondheidseffectrap-
portage als instrument bij IV-ontwikkelingen.
l) Een verbetering van het dierenwelzijn is een pré bij de afweging om wel of geen medewerking te verlenen aan een initiatief.
m) We verlenen alleen medewerking aan mestver- werking van mest afkomstig van lokale onderne- mers (ondernemers die in Horst aan de Maas hun basisbedrijf hebben, maar ook in aangrenzende dorpen locaties kunnen hebben). Wij verlenen geen medewerking aan initiatieven waar ook mest uit de regio wordt verwerkt, tenzij hier al eerder over be- sloten is. Bedrijven die al regionaal verwerken/een regionale functie hebben, behouden deze.
27. Voor knelsituaties kan verplaatsing of sanering een oplossing bieden. We zijn alert op subsidie en/of andere externe financieringsstromen. In het regeer- akkoord zijn fors middelen opgenomen voor het saneren van knelgevallen en innovatie in de sector. Wij inventariseren in die context concrete plannen.
28. We borgen dat mensen laagdrempelig terecht kun- nen bij de gemeente met vragen met betrekking tot intensieve veehouderij.
29. We juichen innovatie gericht op duurzaamheid in de IV-sector toe en willen deze ontwikkeling steu- nen. Wij willen projecten aanjagen die inspireren tot innovatie en we leggen daartoe actief verbindingen met de sector en andere belanghebbenden, zoals milieu- en dierorganisaties.
30. We stimuleren en faciliteren ondernemers om aan de slag te gaan met nieuwe eiwitbronnen. Deze zullen naar de toekomst een steeds grotere basis vormen om de wereldbevolking duurzaam te voe- den. Regionaal verankerde verdienmodellen zullen ontwikkeld moeten worden. Wij willen een actieve rol pakken door partijen bij elkaar te brengen.
31. Wij vinden dat elke sector zijn verantwoordelijkheid moet nemen om vastgestelde milieudoelen te re- aliseren. Deze doelen zijn door Xxxxx aan de Maas onderschreven door medeondertekening van het klimaatakkoord van Parijs.
Wij gaan samen met de landbouwsector de ver- dieping opzoeken om de mogelijkheden en de fasering hiervan nader te duiden. Wij realiseren ons dat er zich in de komende jaren vraagstukken gaan voordoen waar wij als gezamenlijke coalitie- partijen afwegingen in moeten maken die soms strijdig lijken met de milieudoelen. Wij gaan voor
het verlagen van de milieudruk in zijn totaliteit in Horst aan de Maas waarbij wettelijke kaders worden gerespecteerd.
32. We zetten een dashboard op voor Xxxxx aan de Maas waarin de effecten van beleid worden gemo- nitord (parameters nader te bepalen maar bijvoor- beeld: m2’s glas uitbreiding/sloop/transformatie, gesloopte/transformatie vrijkomende agrarische bebouwing, aantallen vee, aantal tonnen mestver- werking, gestopte ondernemers, nieuwe onderne- mers, uitkomsten van de fijnstofmetingen, ammo- niakemissie, vergunde milieu-ruimte per sector, et cetera). Dit alles om de milieuwinst in de sector op de schaal van Horst aan de Maas te volgen, mili- eudoelen te realiseren en deze zichtbaar te maken (imagoverbetering van sectoren) voor Horst aan de Maas en haar omgeving.
33. Het dashboard geldt als 0-meting (feiten) voor te stellen doelen voor Xxxxx aan de Maas. De te stellen doelen zijn gerelateerd aan de effecten op de leef- omgeving (geen m2’s minder, maar minder overlast, geen dieren minder, maar minder uitstoot) en de gemeenteraad stelt ze vast.
Voedingstuinbouw, fruitteelt en boomkwekerij
34. Er komt een visie op teelt-ondersteunende voorzie- ningen (TOV) en glastuinbouw. In deze visie leggen we vast dat initiatieven in gebieden die daarvoor geschikt zijn op een meewerkende grondhouding van de gemeente kunnen rekenen.
35. We gaan vorm geven aan ketensamenwerking door met de provincie, de regio, het bedrijfsleven, het on- derwijs en onderzoeksinstituten projecten ruimte- lijk, maar ook financieel te faciliteren. Wij gaan ons, samen met de regio en de provincie, inzetten om grote veredelaars, ook op lange termijn, te behou- den in verband met het belang voor de totale keten
36. De bestaande concentratiegebieden voor glastuin- bouw worden gerevitaliseerd (in samenwerking met de provincie), zodat daar uitgeefbare ruimte ontstaat.
37. Ook als het toekomstgerichte, op duurzame locaties gelegen, solitaire bedrijven betreft die dus buiten de project- en concentratiegebieden liggen, willen we meewerken aan (door)ontwikkeling waarbij de totale planologische ruimte (exclusief Californië) ge- lijk blijft. Belangen van groen, natuur en openheid
voor inwoners en toeristen wegen we zorgvuldig.
38. Tot de vaststelling van de nieuwe visies, handelen we in de geest van de afspraken.
10
11
Hoofdstuk 2
Wonen, Mobiliteit en Openbare ruimte
Waar willen wij naar toe?
Horst aan de Maas is een gemeente waar het prettig en betaalbaar wonen is voor alle inwo- ners. We blijven bij de beste woongemeenten van Limburg horen. Sterker nog, onze ambitie is de beste te zijn, uitgeroepen door ons eigen inwoners.
Prettig en comfortabel wonen doe je in een ver- zorgde en aantrekkelijke woonomgeving met de voorzieningen die daarbij horen. Een woonom- geving die goed bereikbaar is en een verzorgde openbare ruimte heeft.
Welke uitdagingen zien wij?
Xxxxx aan de Maas kent nog lange tijd inwonersgroei. De groei neemt naar de toekomst toe langzaam af en stabi- liseert zich rond het jaar 2035. Daarna zal er sprake zijn van een bevolkingsafname.
De bevolkingssamenstelling wijzigt zich sneller. Het aandeel 65-plussers groeit en het aandeel jongeren neemt af.
Een andere ontwikkeling is dat mensen langer thuis wonen, meer zelfredzaam zijn en regie over het eigen leven houden. Net als op de arbeidsmarkt ligt op de woningmarkt ook de uitdaging aantrekkelijk te blijven voor afgestudeerden, starters en doorstarters.
Instroom van nieuwkomers, zoals arbeidsmigranten en statushouders dragen bij aan mindere bevolkingsdaling. Onze nieuwkomers zijn welkom en stellen ons voor de vraag hoe en waar zij kunnen gaan wonen, hoe zij inte- greren en deel gaan uitmaken van onze gemeenschap.
De verhouding koop- versus huurwoningen is in onze gemeente 80/20. Sociale huurwoningen zijn er relatief weinig en worden door de corporatie alleen in de groot- ste kernen toegevoegd.
Er wordt druk op de leefbaarheid ervaren in wijken met veel huurwoningen door concentratie van nieuwko- mers, anderstaligen en inwoners met GGZ-problematiek. Samenwerking tussen gemeente, woningcorporatie en de buurt is noodzakelijk met als uitdaging te zorgen voor een goede verdeling van alle doelgroepen over meerdere buurten en dorpen.
In 2016 is het Masterplan Wonen (lokale woonvisie 2016-2021) vastgesteld. We zetten in op een nieuw- bouwprogramma met toekomstwaarde en een sluitend netwerk van wonen, zorg en welzijn. We hebben oog voor het aantrekkelijk houden van de bestaande wo- ningvoorraad, van bestaand maatschappelijk vastgoed en van verduurzaming in brede zin.
Wij vinden het van belang dat onze openbare ruimte er netjes en onderhouden bij ligt en we realiseren ons dat onze openbare ruimte het visitekaartje is voor inwoners, ondernemers en toeristen.
Onze te onderhouden arealen kapitaalgoederen, zoals wegen, groen en riolering groeien en dit gaat gepaard met meer benodigde middelen.
In het kader van klimaatveranderingen zien we ook gro- te kansen in de openbare ruimte, bijvoorbeeld bij het verwerken van hemelwater.
12 13
Groen in de openbare ruimte draagt bij aan een mooie en gezonde woon- en leefomgeving. Groen bevordert de biodiversiteit (bijenstand, insecten, vogels en ander diersoorten), heeft een positief effect op de waarde van woningen, draagt het bij aan het welbevinden van men- sen, geeft kinderen de mogelijkheid om in eigen omge- ving buiten te spelen en te ravotten.
Een optimale auto, - fiets, - voetganger, - en openbaar vervoerinfrastructuur maakt onderdeel uit van onze comfortabele woon- en leefomgeving. Daarbij hoort een snelle verbinding naar de steden.
Wat gaan wij doen?
1. We concretiseren het Masterplan Wonen en we leg- gen in een uitvoeringsprogramma voor de periode 2019-2022 vast wat we concreet gaan doen. Het doel is en blijft bouwen naar concrete behoefte in alle kernen, waarbij extra aandacht uitgaat naar mo- gelijkheden voor starters, ouderen en alleenstaan- den. In het programma werken we onder andere de volgende onderwerpen uit:
a) Stimuleringsmaatregelen voor duurzaamheid (onder andere afkoppelen hemelwater, ruimte voor zonnepanelen, gas-loos).
b) We onderzoeken de mogelijkheden om grond uit te geven in erfpacht in plaats van verkoop ten behoeve van starters op de woningmarkt.
c) Het vergroten van het aantal sociale huurwo- ningen; we kijken hierbij verder dan alleen bouwen met en door de corporaties.
d) Het vergroten van het aantal huurwoningen in het middensegment om de doorstroming verder te bevorderen.
e) Het bieden van ruimte aan nieuwe wooncon- cepten: tijdelijke woonruimtes, eenpersoonswo- ningen, woonhofjes, kamerverhuur, bejaardenhuis 2.0/vriendenhofje, waarbij experimenten worden toegestaan en groepen mensen in CPO verband nieuwe woon(zorg)vormen kunnen ontwikkelen;
f) Het meer promoten van woningsplitsing.
g) Het prioriteit geven aan levensloopbestendig (ver)bouwen.
h) We zetten verschillende instrumenten in om onze doelen te bereiken; actieve grondpolitiek en andere wettelijke mogelijkheden, zoals bijvoor- beeld vestiging van de WVG behoren tot de moge- lijkheden.
i) We kijken goed naar al bestaand vastgoed en de mogelijkheden van transformatie naar huis- vestingsdoeleinden. We realiseren ons dat een onrendabele top belemmerend werkt voor feitelijke transformatie. Dit kan betekenen dat we als over- heid ook financieel faciliteren. We brengen het voor transformatie geschikt vastgoed actief in beeld en beoordelen de kansen.
2. De uitvoering van het Masterplan is een integrale opgave. Duurzaamheid, bestaand vastgoed, grond- verkoop, sociale samenhang in wijken en andere zijn thema’s die in samenhang benaderd moeten worden. Wij ontwikkelen een tool (nieuwsbrief/ monitor/dashboard) waarin we onze integrale stap- pen voor onze inwoners inzichtelijk maken. Hierbij maken we vol gebruik van de informatie die er al is en we brengen het samen. Met als doel inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te inspi- reren zich in te zetten voor een duurzame woning- markt.
3. Elk dorp is in beeld wat betreft kansen, behoeften en ontwikkelingen op het gebied van woningbouw.
4. We richten onze regelgeving, voor zover beïnvloed- baar, zo in dat mensen ook in die regelgeving de ruimte krijgen om hun woning duurzaam in te rich- ten en zorgbestendig te maken. Dit betekent ook dat we aan- en uitbouwen in dat licht bezien.
5. Wij zien een beweging dat voormalige bedrijfswo- ningen op de reguliere woningmarkt te koop wor- den aangeboden. Bedrijfswoningen hebben in de regel niet de juiste planologische bestemming. We herkennen de behoefte voor een snelle verkoop/ aankoop, terwijl de procedure voor een omzetting van de bestemming lang kan duren. Wij gaan daarin faciliteren door als gemeente één bestemmingsplan te maken voor meerdere gevallen (veegplan), naar behoefte 1 a 2 keer per jaar. We maken hier heldere spelregels voor, zodat duidelijk is welke situatie wel en welke situatie niet mee kan liften.
6. In gebieden waar je kiest voor IV en glas (concen- tratiegebieden) streven we er naar om burgerwo- ningen die liggen binnen geldende milieucirkels de status plattelandswoning te geven. Ook deze situa-
ties nemen wij mee in het veegplan.
7. Bewoners krijgen bij bouwplannen voor nieuwe wijken inspraak over de inrichting van de openbare ruimte.
Mobiliteit en Openbare ruimte
1. We weten dat als gevolg van ruimtelijke ontwik- kelingen (areaaluitbreidingen) de kosten voor de openbare ruimte gaan toenemen. Hier nemen we verantwoordelijkheid voor.
2. We zetten in op projecten die biodiversiteit verster- ken.
3. Mocht, om dringende redenen het kappen van karakteristieke laanbomen aan de orde zijn, dan zorgen we voor herplanting op een wijze waarop het aanzicht het minst geschaad wordt. Bij overlast van bomen, gaan we in gesprek. We evalueren de effecten van de aanpak van de vervangingen van laanstructuren in Horst aan de Maas, bijvoorbeeld in Griendtsveen.
4. Voor landschapsplannen die horen bij een ruimtelijk initiatief geldt dat deze gerealiseerd moeten wor- den.
5. We realiseren goede fietsverbindingen om een vei- lig en sluitend netwerk te krijgen. Te beginnen met de verlenging van de Greenport Bike Way richting America. We realiseren hiermee weer een deel van het grotere geheel, namelijk een snel fietspad van GREENPORT naar BRAINPORT.
6. Wetende dat er zich veel kinderen in het verkeer begeven, houden wij vooral zicht op de plekken waar zich dit geconcentreerd voordoet. Zodoende kunnen wij in preventieve zin maatregelen nemen op plekken die potentieel gevaarlijk zijn. Gedrags- beïnvloeding in het verkeer speelt hierbij een be- langrijke rol. Als voorbeelden van dergelijke poten- tiele plekken benoemen wij alvast de afritten van de A73 (in de wetenschap dat we hier mede te maken hebben met de provinciale en rijksoverheid) en de oversteekplaatsen op bijvoorbeeld de Westsingel.
7. De ontwikkeling van een duurzame Stationsomge- ving Horst-Sevenum is prioritair en deze realiseren we in deze bestuursperiode.
8. We blijven ons met realisme inzetten voor de komst van Station Grubbenvorst-Greenport.
9. We ondersteunen een regionale lobby met als inzet de verbreding van de A67.
10. We inzetten in op een integrale benadering van de A73. We kijken naar een groene inpassing van
bedrijven met een geluid-reducerend effect voor de dorpen. We onderzoeken een inpassing van de Gro- te Molenbeek vanuit een toeristisch/recreatieve blik en passend bij ontwikkelingen in Afslag 10.
11. We bieden ruimte aan en stimuleren vormen van flexibele mobiliteit (zoals deel-auto’s, wensbus en andere vervoermiddelen) georganiseerd door inwo- ners, bedrijven of dorpsinitiatieven. We streven naar een dekkend netwerk in de gemeente in aansluiting op de eigen mogelijkheden van inwoners en het reguliere openbaar vervoer.
12. Sociale veiligheid van fietsers is belangrijk; we zet- ten ons in om op de meest gebruikte routes voor huis-school/werk-verkeer openbare verlichting te realiseren. Voor deze verlichting maken we gebruik van nieuwe en duurzame technieken.
13. We hebben aandacht voor de ontsluiting van vrachtverkeer en willen dit vrachtverkeer waar mo- gelijk weren door de dorpskernen.
14. We blijven actief investeren in de centra van Xxxxx, Sevenum en Grubbenvorst om de centra kwalitatief telkens te upgraden en aan te passen aan de wen- sen/behoeften van onze inwoners en toeristen. We stimuleren dat kwalitatief mindere plekken op een goede wijze worden in- en aangepast. We nemen een actieve rol daar waar noodzakelijk.
14
15
Hoofdstuk 3
Duurzaamheid: klimaatambities, energietransitie en circulariteit
Waar willen wij naar toe?
We hebben de plicht ons gebied in goede en verzorgde staat door te geven aan toekomstige generaties. In Horst aan de Maas heeft het ener- zijds betrekking op een gezond ondernemerskli- maat en anderzijds op het thema duurzaamheid, waarbij uitgangspunt is dat we zuinig omgaan met onze omgeving. Xxxxx aan de Maas kent ver- schillende duurzaamheidinitiatieven die we van harte ondersteunen. We gaan voor maatschappe- lijk verantwoord leven, met oog voor het milieu, ecologie en met toekomst-denken. We staan voor een aantrekkelijk landschap om in te wonen, te werken en te recreëren. Voor het behoud en ver- sterking van een gezonde diversiteit aan plant- en diersoorten is een goed functionerend eco- logisch netwerk van natuurgebieden van groot belang. We staan voor een maatschappelijke opgave om onze energievoorziening te verduur- zamen. Waar inwoners de afgelopen jaren al heb- ben gekozen voor zonnepanelen, komt het er nu op aan om een breed programma te ontwikkelen. De gemeente ontwikkelt samen met de omge- ving een visie om te zorgen dat onze gemeente op termijn energieneutraal en klimaatneutraal is. Samen zorgen we dat deze ambitie uitgewerkt wordt in een doortimmerde visie en strategie.
Welke uitdagingen zien wij?
Xxxxx aan de Maas heeft het klimaatverdrag van Parijs ondertekend. Hiermee spreken wij uit dat wij de ge- stelde klimaatdoelstellingen onderschrijven. Terwijl klimaatverandering een mondiale uitdaging is, worden oplossingen vaak decentraal vormgegeven. Wij kunnen en willen er als gemeente aan bijdragen de klimaatver- andering tegen te gaan. Wij zien dit als een uitdaging die wij samen met onze inwoners en andere stakehol- ders willen invullen. Wij zien onze rol vooral in het sti- muleren, aanjagen en enthousiasmeren van betrokken partijen. Wij willen hier samen met andere overheden ook middelen voor inzetten. De klimaat- en duurzaam- heidsopgaven gaan wij integraal oppakken in beleid en acties.
In juni 2018 wordt de Regionale Energievisie Noord-Lim- burg ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraden van de zeven samenwerkende gemeenten. De visie stelt doelen voor 2030, schetst de urgentie en geeft aan op welke onderdelen regionale samenwerking nodig is. Er is nog geen uitvoeringsplan. Dat is onze opgave en een regionale uitdaging voor 2018.
Het klimaat verandert. Buien worden intensiever terwijl er ook meer en langere periodes van droogte zullen voorkomen. Klimaatverandering is een feit waardoor we aan de slag moeten om te werken aan een klimaatbe- stendig en water-robuust ingericht Horst aan de Maas. Daarmee willen we wateroverlast, schade, hittestress en droogte zoveel als mogelijk voorkomen en beperken.
Om problemen op te lossen is kennis van het (afval) watersysteem alleen niet voldoende. Oplossingen zullen vooral ook moeten komen vanuit de ruimtelijke inrich- ting van onze leefomgeving. Een integrale benadering is daarbij essentieel. Het klimaatbestendig inrichten van onze leefomgeving vormt daarmee een grote uitdaging voor de komende jaren.
De samenwerking rond klimaatbestendigheid (in de openbare ruimte) is steeds intensiever geworden. Xxxxx aan de Maas werkt samen met het waterschap en de re- giogemeenten (Waterpanel Noord). Belangrijkste actie- punt tot nu toe is het uitvoeren van de klimaatstresstest. De uitkomsten daarvan worden binnenkort gepresen- teerd. Hieruit komen opgaven voor de komende jaren (inrichting openbare ruimte, riolering etc.).
We hebben intensief ingezet op een innovatief afvalin- zamelsysteem waarbij service, kosten en duurzaamheid in balans zijn. De gemeente is nu koploper: Sinds 2012 zijn onze inwoners de afvalscheidingskampioenen van
16 17
Nederland. We willen deze koploperspositie behouden.
Er zijn vier duurzaamheidsthema’s voor Horst aan de Maas: duurzaam bouwen en wonen; duurzaam onder- nemen; duurzaam gezond en de voorbeeldrol van de gemeente.
Het actieplan Duurzaamheid 2014-2018 loopt dit jaar af. Wij zetten ons in voor een ambitieus overkoepelend Milieu- & Duurzaamheidsbeleid 2018-2022 met een uit- voeringsprogramma voor dezelfde periode.
We realiseren ons hierbij dat het begrip duurzaamheid breed is en dat we moeten prioriteren en faseren, maar bovenal integraal blijven sturen. We onderkennen ook dat de opdrachten niet eindigen bij de gemeentegrens, de regiogrens, de provinciegrens, dan wel de rijksgrens. Het is aan ons om telkens vanuit de grote “wereld-opga- ve” terug te stappen naar de door ons op lokale schaal te beïnvloeden onderwerpen. De overheid kan het echt niet alleen. Samenwerking met andere partijen (zoals inwoners, bedrijven, buurgemeenten, bestaande initia- tieven zoals energie-coöperaties) is essentieel.
Wat gaan wij doen?
1. We maken een Milieu- en Duurzaamheidsbeleid met een actieprogramma waarin in ieder geval de volgende onderwerpen een plek krijgen:
a. de verdere optimalisatie van ons afvalsysteem (circulaire benadering/zwerfvuil),
b. circulaire economie,
c. duurzame opwekking energie (warmte, tran- sitie, besparing, zonnepanelen -in relatie ook met de “showcase Asbestdaken”-, zonneweides -niet op goede landbouwgrond-, geothermie en windener- gie),
d. gezondheid en voeding,
e. sociale duurzaamheid (in relatie tot leefbaar- heid),
f. klimaat (afkoppeling hemelwater),
x. xxxxxxx bouwen, en 0 op de meter, zelfvoorzie- nend (innovatieve woningbouwprojecten worden gestimuleerd).
Een portefeuillehouder wordt verantwoordelijk
voor het op te stellen beleid en doet dit in integrale afstemming met de andere portefeuillehouders.
2. We willen flagship-projecten ondersteunen en aan- jagen om mensen bewust te maken en onze voor- beeldfunctie als overheid waar te maken. Wij zijn voor een energielandschap als voorbeeldproject.
3. Wij formuleren onze doelen SMART en sluiten mini- maal aan op de doelstellingen die Rijk, provincie en regio al gesteld hebben of gaan verder. We maken onze opgaven en oplossingen inzichtelijk.
4. We dagen ondernemers, inwoners en belangen- groepen uit om met ons samen te werken aan het behalen van de doelstellingen. We organiseren, naast de provinciale klimaatconferentie, onze eigen dialoog.
5. Ontwikkelingen in de openbare ruimte en met be- trekking tot ons vastgoed (accommodaties) kennen altijd een duurzaamheidstoets.
6. We starten een project op om te onderzoeken of het haalbaar is om een eigen gemeentelijk energie- bedrijf en/of een energie-corporatie op te zetten. Doel is om in alle dorpen een netwerk van duurza- me energie aan te bieden, zodat iedereen met zeer geringe investeringen van het gas af kan. Om te komen tot schaal, is het de intentie dit op te pakken met DCGV, Freshpark Venlo, andere overheden en het bedrijfsleven. De provincie vragen we ook om support.
7. In 2025 werkt de gemeentelijke organisatie energie- neutraal.
8. Vanuit de wetenschap dat groen een positief effect heeft op ons klimaat (bijvoorbeeld water vasthou- den, schaduwwerking, filteren fijnstof en omzetting co2 naar zuurstof) blijven wij het initiatief van de “Groene agenda Xxxxx aan de Maas” door ontwikke- len. Ook nieuwe voorbeeldprojecten passend bij de Groene Agenda krijgen onze steun.
9. We onderzoeken de mogelijkheden van differentia- tie van heffingen vanuit duurzaamheid via de finan- ciële paragraaf (afkoppelen en dergelijke)
18
19
Hoofdstuk 4
Sociaal Maat- schappelijk, Participatie en Voorzieningen
Waar willen wij naar toe?
Samen met onze dorpen werken we aan een prettige en gezonde leefomgeving. Daarbij zijn we trots op onze creatieve, ondernemende, in- ventieve en betrokken inwoners. We gaan uit van zelfredzaamheid en de kracht uit onze samenle- ving, maar erkennen ook onze verantwoordelijk- heid voor de inwoners waarvoor wij een steun
in rug of een vliegwiel zijn richting handhaving of vergroting van hun zelfstandigheid of zelfred- zaamheid. Het is dan ook onze verantwoordelijk- heid om de taken op gebied van de Wmo, Parti- cipatie-wet en Jeugdzorg naar de toekomst toe (kwalitatief) beschikbaar, betaalbaar en efficiënt te blijven organiseren.
Het belang van ‘de ontmoeting’ binnen (gemeen- telijke) accommodaties en voorzieningen in onze dorpen is daarbij ook essentieel. Verenigingen hebben er hun onderkomen, er is ruimte voor activiteiten, evenementen en ontmoeting. Op gebied van sport, cultuur, sociale cohesie en edu- catie. Ze dragen bij aan het behoud van de eigen- heid en identiteit van de dorpen.
In Horst aan de Maas gaan we uit van krachtige sociale verbanden waarin mensen van jong tot oud, verantwoordelijkheid nemen en regie voe- ren voor zichzelf, voor hun naasten én voor hun omgeving. Op deze wijze blijft men zelfstandig én zelfredzaam
Welke uitdagingen zien wij?
De vraag naar ondersteuning van onze inwoners neemt toe en we zien dan ook een toenemende druk op de budgetten van het sociaal domein. Daarom werken we aan de transformatie ervan, waarbij we uitgaan van de eigen kracht van onze inwoners én de kracht van onze gemeenschappen. Daarvoor is van belang dat de inzet, ondersteuning en voorzieningen voor het individu én van de gemeenschappen gericht is op het prettig leven en toegankelijkheid voor iedereen (nieuwkomers, ar- beidsmigranten, mensen met zorgachtergrond). Daarbij maken we slimme en efficiënte verbindingen tussen wonen en zorg, economie en werkgelegenheid, infra- structuur/inrichting leefomgeving en toegankelijkheid (agenda 22).
Onze toegenomen verantwoordelijkheid als gemeente én de veranderende tijd, vragen om een andere hou- ding dan we van oudsher gewend zijn en een andere houding dan de inwoners van oudsher van de gemeen- te verwachtten. Het is cruciaal om op het juiste moment aan te haken bij inwonersinitiatieven en tijdig te com- municeren met initiatiefnemers over de rol die je weder- zijds van elkaar verwacht. We zien het als onze uitdaging om als gemeente de juiste rol op het juiste moment te pakken.
In Europa hebben we te maken met vergrijzing, krimp en ontgroening. Daarbij groeit de economie en willen we op termijn onze welvaart op peil houden. Daar heb- ben we extra arbeidskrachten voor nodig. Arbeid wordt echter een schaars goed. In Horst aan de Maas wonen en verblijven arbeidsmigranten. Het betreft mensen die er voor kiezen een bepaalde periode hier te wonen of die zich zelfs definitief in Nederland te vestigen. Zij maken daarbij gebruik van onze reguliere huisvestings- mogelijkheden. Daarbij zien we zowel kansen als uitda- gingen op het terrein van volkshuisvesting en sociale samenhang in gemeenschappen. Een aanzienlijk deel
van onze arbeidsmigranten is gehuisvest in wat we noe- men ‘short-stay’-voorzieningen. Dit betreft vaak wonen bij een agrarisch bedrijf, grootschaliger opvang c.q. huis- vesting in opgekochte woningen of pensions. Wij gaan voor een integrale aanpak waarbij we kijken naar zowel het economisch belang, als naar de draagkracht van de omgeving. Wonen, werken, vrije tijd en het samenleven in de gemeenschap gaat in elkaar over. Het spreken van de Nederlandse taal is hierbij heel belangrijk.
20 21
Wat gaan wij doen?
Zorg
1. We houden vast aan onze integrale toegang voor inwoners en het principe: één inwoner/gezin, één plan, één regisseur. De gebiedsteams Peel, Midden en Maas zijn hierbij leidend.
2. We hebben expliciet aandacht voor het tegengaan van het ‘niet gebruik’ en het voorkomen van een stapeling van eigen bijdrage in de zorg om financië- le problemen te voorkomen.
3. Onze gebouwen en onze openbare ruimte zijn toe- gankelijkheid voor iedereen op basis van Agenda 22 en we pakken dit voortvarend op.
4. Vanuit vraagverheldering wordt een leef-zorgplan gemaakt, waarbij ‘eigen kracht’ en verantwoorde- lijkheid van de inwoners in balans is met de zorg en ondersteuning waar wij als gemeente voor staan. Daarbij hebben wij de overtuiging dat zorg ‘zo lang als nodig is’ en ‘zo kort als mogelijk is’.
5. Waar mogelijk maken we maatwerkvoorzieningen collectief en vrij toegankelijk. Dit doen we samen met inwoners, bedrijven of maatschappelijke part- ners.
6. De focus van de transformatie van het sociaal domein ligt op het verbinden, verbeteren en ver- nieuwen samen met onze zorgpartners. Ook op dié onderdelen van de zorg waar we minder invloed op hebben, zoals externe verwijzers binnen de Jeugd- zorg of huisartsen.
7. We stimuleren en zetten in op de kansen van inno- vatie en robotisering in de zorg.
8. Hierbij houden we de financiële realiteit scherp in beeld. De toenemende druk op de zorgkosten vraagt om zicht, inzicht én grip.
9. Het dashboard sociaal domein vullen we aan met een financiële graadmeter die we eens per kwartaal opmaken.
10. De gemeente is niet ‘honkvast’, maar we zijn buiten aanwezig op de plekken en accommodaties in onze dorpen waar dit logisch of gewenst is. We zijn be- reikbaar, beschikbaar en toegankelijk in houding én gedrag.
11. We gaan periodiek in overleg met inwoners. Dat kan
via de burgeradviesraad (BAR), het inwonerpanel of op een andere manier vanuit het veld, om ‘van onderop’ informatie te krijgen over de zorg in Horst aan de Maas.
12. We volgen en verkennen nieuwe experimenten bij de ondersteuning van onze mantelzorgers en zoe- ken daarbij ook de medewerking en verbinding met zorgverzekeraars.
13. We hebben bijzondere aandacht voor de lokale op- vang van verwarde personen en dak- en thuislozen.
14. We gaan samen met het onderwijs, de jongeren- centra, het verenigingsleven, de ouders, de horeca en de overige verkooppunten voor een resultaatge- richte aanpak van alcohol- en drugsgebruik onder jeugd en jongeren. Vanuit een open dialoog, waar- bij we betrokkenen ook op hun eigen verantwoor- delijkheid aanspreken.
15. We zorgen dat de overgang van jongeren die onder toezicht van jeugdzorg staan, wanneer ze 18 jaar worden, beter verloopt.
16. We gaan verder met een educatieve proef met de vrijwillige drugstester en verleiden jongeren zelf aan de slag te gaan met de “gezonde en veilige” keet.
Werk en Inkomen
17. We zetten in op een daling van het aantal uitke- ringen in 2022 met 10% ten opzichte van het jaar 2017. We erkennen dat externe factoren hier in- vloed op kunnen hebben.
18. We maken lokale banenafspraken met het bedrijfs- leven om inwoners met een afstand tot de arbeids- markt aan het werk te helpen.
19. We werken als gemeente intensief samen met het onderwijs en het bedrijfsleven om vraag naar arbeid en beschikbaar aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en mensen die dat nodig hebben ondersteuning te bieden bij het vinden van een passende baan, om zo arbeidsparticipatie maximaal te stimuleren.
20. We gaan bij onze schuldhulpverlening uit van een stevige en constructieve benadering, waarbij we vanuit een eigen verantwoordelijkheid van de inwo- ner samen op zoek gaan naar de juiste oplossing.
21. We gaan bij ons uitkeringenproces uit van de
LEAN-principes, waarbij we inwoners aan de voor- kant vertrouwen geven en overbodige stappen uit het proces halen. We zijn daarbij wél helder over de gevolgen indien er bewust misbruik van deze ruim- te wordt gemaakt.
22. We zetten in op de vergroting van arbeidsparticipa- tie van werkzoekenden, ook voor degenen die niet uitkeringsgerechtigd zijn. Daarbij hebben we spe- cifiek aandacht voor de niet-uitkeringsgerechtigde (en thuiszittende) jongeren.
23. Samen met het onderwijs en werkgevers helpen we jongeren die uitkeringsafhankelijk zijn of dreigen te worden.
24. de ontwikkelingen, kansen en mogelijkheden ten aanzien van het onderwerp ‘basiszekerheid’ volgen we met interesse.
Xxxxxxxxxxxxxxxx
00. We stellen ons beleid voor huisvesting bij en geven heldere nieuwe kaders waarmee we verzoeken kun- nen beantwoorden. We zetten ons in om regionaal hetzelfde beleid te voeren. Wij vinden dat iedereen daarbij zijn verantwoordelijkheid moet nemen.
26. We maken in het nieuwe beleid onderscheid tussen arbeidsmigranten die zich willen vestigen en tijdelij- ke arbeidsmigranten. Migranten die zich permanent willen vestigen, huisvesten zich in de dorpen, schrij- ven zich als inwoner in en uit (we zoeken hierbij naar vereenvoudiging) en integreren als inwoner van Xxxxx aan de Maas. Deze reguliere woonbehoef- te nemen we expliciet op in de volkshuisvestelijke opgave waarbij we oog hebben voor draagkracht van de betreffende gemeenschap.
27. We kiezen in principe niet voor grootschalige huis- vestigingsmogelijkheden (short stay) in of nabij de dorpen.
28. We zetten in op verruiming van beleid door tijdelij- ke huisvesting nabij/in de randzone van industrie- terreinen en bij agrarische ondernemers (eventueel buiten hun bouwblok en onder voorwaarden) toe te staan onder nader te formuleren randvoorwaarden. Hierbij moet gedacht worden aan zaken als veilig- heid, ontspanningsmogelijkheden, geen kinderen en/of gezinnen en spelregels dat bij verlies van baan men een acceptabele tijd krijgt om een nieu- we woning te zoeken. De voorkeur gaat er naar uit dat huisvestiging geregeld wordt door professione-
le aanbieders.
29. We brengen potentiele randzones rond industriege- bieden en bij agrarische ondernemers in beeld en wegen locaties specifiek af op thema’s zoals onder andere ontsluiting en (fiets)afstand tot voorzienin- gen.
30. We overwegen om het Keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen als voorwaarde te stellen voor onze ondernemers/huisvesters. Een organisa- tie die is opgenomen in het ‘reguliere’ register van SNF voldoet namelijk aan de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten. De norm van SNF kent de onderdelen ruimte en privacy, sanitair, veiligheid en hygiëne, voorzieningen, informatievoorziening en overige eisen, en brandveiligheid.
31. Initiatiefnemers hebben zelf een cruciale rol bij ontwikkelingen, namelijk door middel van een open dialoog draagvlak te creëren in de directe omgeving van initiatieven. Om bij te dragen aan het creëren van maatschappelijk draagvlak voorzien wij in één aanspreekpunt binnen de gemeente. Primair ligt die plicht bij de ondernemer.
32. Wij benaderen de ontwikkelingen rondom arbeids- migranten integraal, waarbij we de balans vinden tussen economische belangen en sociale belangen. Daarbij hebben wij bijzondere aandacht voor de onderwijsbehoeften (inclusief taal), participatie en deelname van kinderen aan sport.
33. Burgerinitiatieven om integratie en participatie van arbeidsmigranten te bevorderen, stimuleren en ondersteunen wij.
Nieuwkomers
34. De begeleiding naar de arbeidsmarkt en inburge- ring is essentieel vanaf het moment dat bekend is dat men naar onze gemeente komt. Nieuwkomers maken zich vanaf dat moment al onze taal en onze cultuur zo snel mogelijk eigen. Wij ondersteunen nieuwkomers (asielzoekers/ statushouders) daarin actief en hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor de onderwijsbehoeften van kinderen.
35. We brengen de keten van begeleiding en inburge- ring van nieuwkomers in beeld en gaan waar moge- lijk verbeteringen en versnellingen aanbrengen. We nemen hier sterker de regie en sturen op kwaliteit, zonder dat dit de verantwoordelijkheid van nieuw- komers ondermijnt.
22
23
36. Vanuit een professionele coördinatie en een inte- grale benadering, werken wij samen met vrijwillige maatschappelijk begeleiders en taalcoaches.
37. Het is een uitdaging voor nieuwkomers om erbij te gaan horen in de buurt, met school en werk. Om dit voor elkaar te krijgen, zien we de talenten en den- ken in kansen en mogelijkheden. We hebben een rol in het zien, erkennen, ruimte geven en passend ondersteunen van initiatieven.
38. We werken aan spreiding van nieuwkomers over onze dorpen en wijken en investeren in de sociale samenhang in de wijken en dorpen waar nieuwko- mers zich vestigen.
39. We helpen volwassenen om zo spoedig mogelijk ritme in het leven te vinden en gebruik te maken van de capaciteiten en opleidingen die zij in hun thuisland hebben opgedaan.
40. Wij hebben een volkshuisvestelijke taak voor status- houders en we voldoen aan de landelijke opgave.
Gezondste Regio 2025
41. In 2015 hebben we als gemeente het maatschappe- lijk initiatief de ‘Gezondste Regio 2025’ omarmd. Sa- men met de partners binnen het initiatief bepalen we prioriteiten gericht op een gezonde levensstijl. We zijn een actief partner en nemen onze verant- woordelijkheid om de gestelde doelen en ambities te realiseren samen met onze partners. De gemeen- telijke verantwoordelijkheden pakken wij actief op.
42. We haken aan op het gedachtegoed van ‘Positieve gezondheid’ met Gezondste Regio 2025 als initi- atiefnemer, aanjager en verbinder. Gezamenlijk groeit de beweging uit naar een brede regionale samenwerking. Daarbij behoort niet alleen ons fysiek, maar ook ons mentaal welbevinden: het kun- nen participeren in de maatschappij en de kwaliteit van leven bepalen mede of wij ons ook echt gezond voelen.
Inwonerparticipatie en Inwonerinitiatieven
43. We stimuleren zelfsturing door inwoners.
44. Inwonerinitiatieven / leefbaarheidsinitiatieven met draagvlak van inwoners krijgen ondersteuning van de gemeente. Met speciale aandacht voor kleinere dorpen.
45. We maken vooraf duidelijke afspraken en stellen kaders. We haken op het juiste moment aan bij in- wonerinitiatieven en communiceren tijdig met initi- atiefnemers over de rol die we wederzijds van elkaar verwachten. We communiceren vanuit het belang van de burger en de impact op de samenleving (omgekeerd communiceren).
46. Er komt een vervolg op de 24-uursessie over de om- gang en het samenspel tussen samenleving, raad, college en organisatie op basis van een gezamen- lijke verantwoordelijkheid en vanuit ieders positie en rol. We gaan met een creatieve en aansprekende aanpak de verbinding tussen betrokken inwoners en de overheid verder versterken. Vertrouwen is hierbij ons leidmotief. We starten een pilot inwoner- begroting over een vooraf bepaald thema en kader. De pilot kan aanleiding zijn om verdere kaders te ontwikkelen waarmee betrokken inwoners kunnen meebeslissen bij of adviseren over de inzet van bud- getten.
47. We zorgen voor één aanspreekpunt voor inwone- rinitiatieven. De zichtbaarheid en vervangbaarheid van dit aanspreekpunt is daarbij een aandachts- punt.
48. In ieder dorp is een zichtbaar ontmoetingspunt en dit is zo mogelijk aangehaakt op informele zorg- netwerken. Dit hoeft niet altijd een gemeentelijke accommodatie te zijn. Zonder dit als gemeentelijke taak te zien, pakken we hier onze rol.
49. Onze gemeenschap betrekken we actief bij het pro- fiel voor een nieuwe burgemeester.
50. De jaarlijkse jongerendag, ‘Zinnige zaken’, en de raadsthemadagen breiden we uit in die zin dat we meer buiten het gemeentehuis vergaderen en in gesprek zijn met onze inwoners.
51. Het digitaal burgerpanel wordt uitgebreid en krijgt een rol bij nieuw beleid. We streven naar een even- wichtige afspiegeling van onze inwoners.
24
25
Hoofdstuk 5
Cultuur, Sport en Onderwijs
Waar willen wij naar toe?
Cultuur, sport en onderwijs biedt kansen voor iedere inwoner, van jong tot oud. Door hierin te investeren, creëren we een omgeving waarin
inwoners zich kunnen ontplooien, kansen grijpen en graag willen wonen en werken.
Sporten en bewegen bevordert de fysieke en mentale gezondheid, verlegt grenzen, stimuleert doorzettingsvermogen, verbroedert en brengt mensen in contact met elkaar. Kortom, ingredi- enten voor een gezondere samenleving met een sterke sociale samenhang. We willen ook dat ie- dereen daar aan mee kan doen.
Inwoners die uitblinken in hun talenten, zetten ook de gemeente Horst aan de Maas positief op de kaart. Dit stimuleren en koesteren wij. Het vernieuwde Gasthoes als culturele huiskamer van Xxxxx aan de Maas én broedplaats voor nieuwe samenwerkingsvormen vormt samen met de andere culturele huiskamers van de dorpen hét culturele kloppende hart van onze gemeente.
Onderwijs is een belangrijke aanjager van kan- sengelijkheid en persoonlijke ontwikkeling. Goed onderwijs is investeren in de jeugd…, is investe- ren in onze toekomst!
In 2019 vieren we dat Xxxxx aan de Maas 800 jaar bestaat. Dat doen we met z’n allen. Een mooi moment waarbij vanuit saamhorigheid en verbinding een breed pallet van activiteiten en evenementen worden georganiseerd. Vanuit de gemeenschap met ruimte voor verscheidenheid en identiteit van onze 16 dorpen.
Welke uitdagingen zien wij?
Als gemeente gaan we in zijn totaliteit onze strategische positie herdefiniëren. Een stip aan de horizon zetten waar we naar toe willen koersen. De gemeenschap staat immers niet stil en er zijn nieuwe behoeften en wensen over de rol van de lokale overheid. Wat willen wij voor gemeente zijn? Wat willen wij uitstralen? Waar zetten we extra op in? Welke rol pakken wij als gemeente bij bijvoorbeeld inwonerinitiatieven?. Vragen die we in een brede dialoog met onze inwoners gaan beantwoorden.
Ons toetsingskader subsidies herzien we eenmaal in de vier jaar. Ons huidige kader loopt nog tot en met 2020. In de periode 2019-2020 gaan wij aan de slag met onze strategische positie. Op basis van de kwalitatieve output van de discussie over de strategische visie, optimaliseren we het toetsingskader na 2020. Tot aan de inwerkingtre- ding van een nieuw toetsingskader, wordt het voucher- systeem verruimd, vereenvoudigd en geëvalueerd om innovatie bij verenigingen extra te prikkelen. Met het verstrekken van vouchers zetten we in om (nog) meer beweging en nieuwe ideeën te laten ontstaan ter ver- sterking van onze centrale ambitie “vitale gemeenschap- pen”. Vrijwilligersinstellingen worden zo uitgedaagd om buiten de reguliere activiteiten nieuwe activiteiten op te pakken.
Wij laten onze besluitvorming over de maatschappelijke accommodaties aansluiten bij ontwikkelingen als de veranderende bevolkingssamenstelling, de verande- rende rol van de overheid en de (over)capaciteit in ac- commodaties. De komende jaren zullen er beslissingen genomen gaan worden over de blauwdrukken uit de dorpen. Dat is nodig om de toekomstige beschikbaar- heid van voldoende, kwalitatief goede en betaalbare accommodaties te borgen en daarmee te zorgen voor leefbaarheid in de kernen. Onze in 2017 vastgestelde perspectievennota is leidend bij verdere besluitvor- ming en we gaan in het MIP (Meerjarig Investering
Plan) expliciete keuzes maken. We realiseren ons dat ook het MIP dynamisch is gezien de ontwikkelingen in de samenleving. Onze grootste uitdaging zit er in dat we niet alles kunnen en zeker niet alles tegelijk kunnen realiseren. Ook zien we een toename in onderhoudskos- ten die op gespannen voet staat met een noodzakelijke bezuiniging op onze uitgaven aan accommodaties. De samenwerking met de dorpen en de inwoners is goed, het verwachtingenmanagement over en weer is en blijft noodzakelijk.
We overwegen een nieuw zwembad indien naast de specifieke voordelen ook de zwemvoorziening een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige si-
26 27
tuatie betreft. Dus met meer en duurzamere faciliteiten en waarbij de exploitatielasten in evenwicht zijn tot de visie en functionaliteit van een nieuw zwembad. Als er een nieuw zwembad wordt gerealiseerd, dan komt deze in Afslag 10. Door realisatie van een zwembad in dit gebied, krijgt de synergie tussen de diverse sportvereni- gingen, de scholen en de ondernemers een boost.
Wat gaan wij doen?
Kunst en Cultuur
1. We maken een kunst- en cultuurnota waarin we de culturele ambitie van de gemeente Horst aan de Maas kenbaar maken. Daarin geven we speer- punten aan. Dit doen we samen met de kunst- en
cultuursector en ZEEN. We zien kunst en cultuur als belangrijk terrein om daarmee de aantrekkelijkheid van Xxxxx aan de Maas als woon- en recreatieve gemeente te verbeteren. Als overheid willen we hier in investeren. We onderzoeken of via de GKM c.q. fonds bovenwijks hier een voorziening voor gecre- eerd kan worden. Dit kan dan ook gebruikt worden om de openbare ruimte met kunst te verbeteren.
Hierbij zetten we er op in om lokale kunstenaars een podium te geven.
2. We maken verbinding met aangrenzende beleid- sterreinen zoals educatie, sociaal domein en open- bare ruimte. We stemmen af met ZEEN, belangheb- benden van professionele instellingen, musea en vertegenwoordigers van organisaties en verenigin- gen.
3. We hebben bijzondere aandacht voor de financiële toegankelijkheid tot kunst en cultuur voor onze inwoners (gezinnen, kinderen) waar een financiële drempel hen hiertoe weerhoudt.
4. We benutten de mogelijkheden van culturele activi- teiten en talent om de kansen voor (risico)-jongeren te vergroten. De diverse jongeren-sozen zijn hierbij belangrijke partners.
5. We zien het belang van verbinding tussen vereni- gingen, doelgroepen en organisaties door middel van cultuur. Door de inzet van de combinatiefunc- tionaris cultuur ondersteunen we kleine culturele verenigingen en initiatieven om deze verbinding te maken.
6. Vanwege de waarde die we hechten aan een loka-
le nieuwsvoorziening en de journalistieke functie ervan, financieren we Omroep Reindonk jaarlijks structureel . Het voornemen van de omroep om per 1 januari 2019 met Omroep Venlo de eerste stap naar een streekomroep te zetten en de kwaliteit van Omroep Reindonk te verhogen naar het niveau van Omroep Venlo ondersteunen we in beginsel en de subsidiëring stemmen we daarop af, mits er een deugdelijk businessplan (inclusief een service level agreement) onder ligt. Een kijk- en luisteronderzoek en een behoefteonderzoek vormen mede de basis voor het businessplan.
7. Bij de inrichting van onze leefomgeving zien wij het belang en de aanwezigheid van kunst in de open- bare ruimte.
Sport
8. We blijven investeren in sport en bewegingsactivi- teiten en lichamelijke opvoeding. We werken hierin samen met het onderwijs.
9. We zetten sport als middel in om groepen inwoners en maatschappelijke partners met elkaar te verbin- den met als doel een gezonde levensstijl voor onze inwoners te stimuleren en verdere ontwikkelkansen te bieden aan individuele inwoners of risicogroe- pen.
10. We organiseren activiteiten gericht op preventie en voorlichting over gezonde voeding, sport en be- wegen, samen met de partners binnen Gezondste Regio 2025.
11. We stimuleren en faciliteren initiatieven en bewe- gingen van onderop die tot samenwerking of fusie tussen verenigingen leiden.
12. We faciliteren sportvoorzieningen en behouden het sportfonds om daarmee de (financiële) toegang tot deze voorziening te borgen.
13. Onze sportconsulenten hebben een belangrijke rol om sport in te zetten als middel om doelgroepen of organisaties (waaronder het onderwijs) aan elkaar te binden. Cofinanciering is hierbij een randvoor- waarde.
14. Initiatieven die dienen als inspiratiebron en waar we er vele van kennen binnen Xxxxx aan de Maas on- dersteunen we inhoudelijk en financieel.
15. Alle kinderen doen mee. Waar dat financieel moei- lijk is, springen stichting Leergeld, Jeugdsportfonds
en Jeugdcultuurfonds op een eenvoudige manier bij.
16. Er is meer dan alleen het sporten vanuit een vereni- ging. Wij erkennen en onderschrijven het belang en de importantie van de ongeorganiseerde sport, waarbij we een duidelijke meerwaarde en behoef- te zien om dit, bij behoefte, ook te verbinden met andere, ‘georganiseerde’ sporten. Wij ondersteunen initiatieven hierin.
17. We stimuleren sport en spel worden positief op scholen. Niet alleen vanuit het perspectief van be- wegen en gezondheid, maar ook vanuit de educa- tieve meerwaarde en de verbindingen die gemaakt kunnen worden met andere onderdelen van het onderwijsaanbod.
Afslag 10 & zwembad
18. Het ambitiedocument van Afslag 10 onderschrijven wij als vertrekpunt voor de vorming van onze eigen gemeentelijke visie/ambitie op het gebied. Ge- zien het grote publieke belang, is Afslag 10 en het zwembad een gemeentelijk speerpuntproject.
19. De gemeente ontwikkelt een visie die de basis vormt voor een toetsingskader voor initiatieven die in de loop van de jaren in Afslag 10 de revue zullen gaan passeren. Het totale gebied “Afslag 10” betreft het gebied zoals opgenomen in het ambitiedocu- ment (Kasteelsche Bossen tot en met sportvelden en Dendron-complex).
20. De gemeentelijke visie/ambitie relateren we aan het totale accommodatievraagstuk van Xxxxx aan de Maas, in die zin dat we blijven investeren in alle dorpen.
21. De gemeentelijke visie/ambitie Afslag 10 werken we zo uit dat ook het financiële kader helder is naar de toekomst (wat kan wel, wat kan niet, fasering, etc.).
22. Het zwembad en de sporthal worden verplaatst naar Afslag 10, mits voldaan wordt aan de kaders die in het genoemde raadsbesluit gesteld zijn. De achterblijvende locatie wordt ingericht in aanslui- ting op de bekende plannen van het centrum plan (Centrum-Zuid en Gasthoesplein).
23. Bij de verplaatsing van de sporthal hebben we oog voor de effecten en gevolgen voor de huidige ge- bruikers. Zoals de gymvoorziening voor het primair onderwijs. Samen met de gebruikers komen we tot
een goede oplossing.
24. In een nieuw zwembad is plaats voor alle zwem- mers, verenigingen, doelgroepen en recreatief zwemmen (baantjeszwemmers, gezinnen, etc.). De huidige gebruikers mogen er niet op achteruitgaan en de functionaliteit (kwalitatief en kwantitatief) moet verbeterd worden. Met het onderwijs worden verbindingen gelegd om mogelijkheden van ge- bruik te bezien. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan het collectief aanbieden van zwemlessen buiten de reguliere schooltijden, maar direct na school (als buitenschoolse activiteit). We kennen een actieplan zwemvaardigheid en we zien dit als een actie die in dit actieplan opgenomen zou kunnen worden.
25. We spreken de ambitie uit dat een nieuw zwembad het “0 op de meter”-principe hanteert, kwalitatief en kwantitatief aantoonbaar beter is dan het huidige bad.
26. We spreken af dat het voorgaande kan betekenen dat het financiële kader structureel verruimd moet worden.
Onderwijs
27. We versterken de voorschoolse educatie (2 tot 4 jaar), zowel kwalitatief als kwantitatief (bijvoor- beeld van 3 naar 4 dagdelen) ten behoeve van de taalontwikkeling en integratie van kinderen van nieuwkomers, arbeidsmigranten en minima (>120% minimum). In samenwerking (en cofinanciering met) het onderwijs versterken we ook de aanpak van taalachterstanden van oudere kinderen (4-18) die de Nederlandse taal nog niet voldoende mach- tig zijn.
28. Er komt een O3 overleg (overheid, onderwijs, on- dernemers) om te praten over de relatie tussen on- derwijs en bedrijfsleven, om zo gezamenlijk tot een toekomstagenda te komen. De gemeente neemt hier ook haar financiële verantwoordelijkheid.
29. We onderzoeken daarbij hoe we het onderwijs voor kwetsbare- en leerlingen met meer of minder talen- ten, kunnen versterken. Bijvoorbeeld in een vorm van onderwijsondersteuning of innovatieve en al- ternatieve verbindingen en ideeën tussen onderwijs en bedrijfsleven. Uitgangspunt daarbij is dat we
in het geval van het beschikbaar stellen van extra financiële middelen uitgaan van het principe van cofinanciering.
28
29
30. We stellen samen met onderwijspartners sociale doelen vast en bijbehorend op welke wijze we soci- ale doelstellingen gaan bereiken en we versterken de aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg (pre- ventie en vroeg-signalering).
31. We stimuleren de onderwijspartners om kunst en culturele ontwikkeling en sport en bewegen te ver- binden met het onderwijsaanbod.
32. De gemeente en partners in het onderwijs stimu- leren scholen en kinderen om aandacht te hebben voor gezondheid, voeding, voorkomen van pest- gedrag, natuur, duurzaamheid en beweging. Dit in samenwerking met onze (agrarische) ondernemers en natuurorganisaties door maatschappelijke, na- tuur- en cultuur-educatieve projecten.
33. We ondersteunen de ontwikkeling naar integrale scholen. Dit vanuit de behoefte om het kind cen- traal te stellen en tot ontschotting en deregulering te komen op het terrein van cultuur, educatie, sport en zorg
Accommodaties
34. De afwegingen rondom de toekomstige invulling van accommodaties laten wij verlopen via de per- spectievennota. Elk dorp werkt met een eigen toe- komstplan. Realistische, soms ambitieuze plannen die de komende periode naast de beleidskaders worden gelegd. Daarbij bekijken we de haalbaar- heid van de plannen en geven we een doorkijk voor de komende 10-15 jaar (MIP).
35. Niet alle plannen zullen passen binnen de kaders. We zoeken gezamenlijk naar oplossingen. Daarbij zullen we ook moeten gaan faseren: niet alles kan in één keer. Heldere communicatie is daarbij noodza- kelijk, zodat dorpen weten wat we ze van ons kun- nen verwachten en andersom.
36. Vaak staan plannen echter nog in de steigers, is de stip op de horizon wel benoemd, maar is er nog een (lange) weg te gaan om daar te komen. Die tijd is echter nodig om draagvlak te creëren bij alle be- trokkenen.
37. Onze accommodaties worden multifunctioneel gebruikt.
38. Bij de realisatie van nieuwe accommodaties, danwel een revitalisering zoals bij ’t Gasthoes, gaan we uit van een maximale inzet van circulaire en biobased
materialen en een klimaat-neutrale opzet.
39. Bij onderhoud van onze eigen gebouwen en ac- commodaties streven we naar energie-neutrale oplossingen.
Subsidies
40. We subsidiëren activiteiten om de sociale samen- hang in stand te houden of te vergroten.
41. We blijven het vouchersysteem hanteren en we zet- ten binnen dit systeem in op extra experimenteer
- en ontwikkelruimte. Dit doen we consciëntieus, mét open blik en vanuit respect en waardering voor onze verenigingen en vrijwilligersorganisaties.
We stimuleren en prikkelen de vrijwilligersorganisa- ties om te innoveren en een bijdrage te leveren aan de toekomstbestendigheid van de verenigingen
en maatschappelijke waarde te leveren op het ge- bied van gezondheid, sporten van jeugd en andere (nieuwe) doelroepen, een anti-drugscampagne of het alcohol- en rookvrij maken van de vereniging. De hiervoor benodigde financiële ruimte vinden we door de inflatiecorrectie (cumulatief over 4 jaar) op het totaalbudget van de stimuleringssubsidies van
€ 600.000 toe te voegen aan het vouchersysteem.
42. We evalueren, vereenvoudigen en verruimen het vouchersysteem .
43. Op basis van de kwalitatieve output van de discus- sie over de strategische visie optimaliseren we het toetsingskader na 2020.
44. We zien er op toe dat de administratieve lasten voor verenigingen niet toenemen.
45. We stimuleren samenwerking tussen verenigingen en inwonersinitiatieven.
46. We stellen budgetten beschikbaar waaruit groepen inwoners of dorpsraden activiteiten of voorzienin- gen van en voor de inwoners kunnen bekostigen.
30
31
Hoofdstuk 6
Openbare Orde & Veiligheid, Toezicht & Handhaving Organisatie
en Samenwerking.
Waar willen wij naar toe?
Wij stellen kaders, kaders waarvan wij het belang- rijk vinden dat deze nagekomen worden. Gelijke monniken, gelijke kappen is ons motto. Een be- trouwbare overheid handhaaft rechtvaardig. Dit wordt ook van ons verwacht. We realiseren ons dat onze inwoners en ondernemers te maken krijgen met onze kaders bij initiatieven. Anderen voeren uit zonder de kaders te bezien. Door onze kaders te toetsen bij aanvragen en tegen gelijke gevallen die zonder vergunning overgaan tot realisatie niet op te treden, ontstaat een gevoel van onrechtvaardigheid.
Handhaven is een sluitstuk. Het begint bij onze regels en bij ons beleid. Bij het opstellen van beleid bepalen we dus wat we echt van belang vinden en als dit zo is, dan hoort daar handha- vings-capaciteit bij.
In een veilige samenleving voelen burgers zich vertrouwd, vrij en verbonden, een veilige samen- leving wordt gecreëerd door samenwerking tus- sen overheid, burgers, bedrijven en instellingen.
We zijn trots op onze gemeente en gemeen- schap, we stralen dit uit, we willen midden in de gemeenschap staan en volop onderdeel uitma- ken van belangrijke netwerken.
Onze inwoners zijn veelal zelfsturend en wij heb- ben een faciliterende rol. Dat kan ook met een gemeenschap waar veel kennis en ervaring zit, waarin inwoners en ondernemers samen proble- men oplossen, zonder dat de gemeente daar aan te pas komt.
We realiseren ons dat de opgaven naar de toe- komst toe uitdagend, maar ook complex zijn. Dit vraagt continu om aanpassingsvermogen van onze organisatie en onze medewerkers. De gemeente komt haar afspraken transparant na
en ons handelen is oplossingsgericht, begrijpelijk en meedenkend. Wij maken waar wat we zeggen door te denken in mogelijkheden en onderne- merschap te tonen.
Als gemeente Horst aan de Maas maken wij on- derdeel uit van een groter geheel, van Europa, van Nederland, van Limburg en van onze regio Noord-Limburg. Wij zijn weliswaar een klein radartje, maar we willen wel het verschil maken. We doen dit zelf, maar ook door samenwerkings- partners te kiezen die bij ons passen.
Welke uitdagingen zien wij?
Openbare Orde &Veiligheid, Toezicht & Handhaving
We streven naar een gemeente/gemeenschap waar onze inwoners zich zowel fysiek al sociaal veilig blijven voelen. Onze uitdaging is het verhogen van de verkeers- veiligheid, de brandveiligheid en de aanpak van overlast en criminaliteit. We willen gevoelens van onveiligheid verminderen. Wij willen dit samen met de gemeenschap en onze partners op het terrein van veiligheid vormge- ven.
Er is nog een wereld te winnen tussen regel en handha- ving, van prestatieafspraken tot mediation om er samen met partijen uit te komen. We realiseren ons dat we te maken hebben met belangen die afgewogen moeten worden. Belangen van initiatiefnemers, van iemand die bedenkingen heeft bij een initiatief en onze gemeente- lijke belangen. Daarbij geldt dat we als gemeente afwe- gingsruimte hebben, mits we dit zorgvuldig motiveren en onderbouwen. We mogen daarmee ook afwijken van ons eigen beleid.
De gemeente weegt de impact van een overtreding op de omgeving, op andere inwoners, op het gemeentelijk beleid. Onze uitdaging ligt er in om beleid bij te stellen als blijkt dat het beleid niet handhaafbaar is, of dat het beleid bijgesteld moet worden vanwege ontwikkelingen in de gemeenschap. Ook we willen bij vergunningverle- ning voor grotere ontwikkelingen met de initiatiefnemer afspraken maken over te behalen resultaten (bijvoor- beeld het verminderen van milieudruk, duurzaamheids- vraagstukken of impact op de omgeving).
Samenwerking
De gemeente werkt al jaren intensief op diverse terrei- nen samen met de Provincie, regiogemeenten, keten- partners en dergelijke. Die samenwerking zetten wij actief voort. Door samenwerking op de bedrijfsvoering kunnen we taken beter toekomstbestendig maken. Dit wordt mede ingegeven door de toenemende eisen en complexiteit aan gemeentelijke taken, door verdergaan- de decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten en door de noodzaak om kosten van bedrijfsvoering binnen de kaders te blijven houden. Verder zijn er geza- menlijk mogelijkheden voor een kwalitatieve verbete- ring van onze dienstverlening door innovatiekracht te versterken en kwetsbaarheden te verminderen.
Wij zijn bereid om vergaand taken samen te voegen tot
32 33
gezamenlijke organisatieonderdelen met de gemeenten Venray en Venlo, mits de dienstverlening aan onze ge- meente kwalitatief geborgd blijft, de stuurbaarheid en daarmee de relatie tussen inwoner/ondernemer versus gemeente versterkt wordt en past binnen de gestelde financiële kaders. Ook van onze samenwerkingspartners vraagt dit pragmatisch en oplossingsgericht werken voor het belang van alle inwoners, bedrijven en bezoe- kers.
Wij steunen de lijn dat financiële resultaten uit samen- werking samen worden verdeeld. Taakstellende bezuini- gingen op samenwerking worden dan ook bezien vanuit het totaal, maar binnen grenzen.
De drie organisaties gaan samen aan de slag met de concrete uitwerking van deze ambities en zullen met de gemeenteraden in de nieuwe bestuursperiode hierover in gesprek gaan. Pas bij realisatie van financiële voor- delen worden deze ingeboekt. Wij zien het ook als een bestuurlijke opdracht om de besturen van de drie ge- meenten bij elkaar te brengen en te houden. We kiezen voor een samenwerkingsvorm met behoud van eigen identiteit.
Organisatie
Onze inwoners en bedrijven stellen steeds hogere eisen aan de dienstverlening van de gemeente. Klanten ver- wachten logischerwijs dat er goed wordt meegedacht en dat ze goed geholpen worden.
We worden daarbij aangesproken op onze adviesvaar- digheid, snelheid, betrouwbaarheid, houding en gedrag, integriteit, benaderbaarheid en bereikbaarheid. Voldoet onze dienstverlening aan de verwachtingen, dan is het oordeel over de gemeente vaak positief.
Waar gemak, transparantie en snelheid worden ge- vraagd, bieden wij dit via een professionele, gestroom- lijnde organisatie, ondersteund door bewezen technie- ken, vaak gebaseerd op standaards. We lopen net achter de koplopers aan.
Bij meer complexe vragen of bij klanten die meer per- soonlijke aandacht vragen, leveren wij op persoonlijke wijze maatwerk. Wij zijn ons er van bewust dat maat- werk meerwerk is ten opzichte van standaards.
De gemeente is een deskundige en betrouwbare advi- seur, met inachtneming van publiekrechtelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Wij handelen bij collectieve diensten effectief, rechtvaardig, integer en duidelijk.
De gemeente Horst aan de Maas heeft een goed begin gemaakt met de doorontwikkeling van de dienstverle- ning, dichtbij en mét de inwoners. In het sociaal domein wordt gewerkt vanuit ‘vraagverheldering’. Ervaringen die van pas gaan komen bij de implementatie van de Om- gevingswet, waarbij ook sprake is van een noodzakelijke omslag in denken en doen om de verbinding met de gemeenschap, bedrijven en inwoners te versterken.
Xx xxxxxxxx Xxxxx xxx xx Xxxx is een organisatie waar de telkens veranderende omgeving zorgt voor vele proces aanpassingen. Het is van belang om continu te verbeteren, klantspecificaties te kwantificeren (dash- boards) en te handelen vanuit het principe in 1x en in 1x goed doen. Methoden zoals LEAN worden momenteel gehanteerd bij het sociaal domein. Deze ontwikkeling of een andere soortgelijke verbeteringstool willen we in de gehele organisatie invoeren binnen nu en twee jaar.
Het is al langer geleden dat we als gemeente onze stra- tegische positie hebben gedefinieerd. De wereld staat niet stil, dus wat voor gemeente moeten en willen we zijn? Die vraag is relevant voor alle beleidsthema’s en in alle contacten met onze inwoners, ondernemers en
bezoekers. Wat verwachten onze inwoners, bedrijven en bezoekers van ons? Op welke horizon richten we ons, met als complexiteit dat de horizon telkens verandert? Het vraagt van de gemeente om samenhangend en flexibel in te spelen op behoeften.
De gewenste en daarmee de benodigde organisatie sluit aan bij die ambitie. Een strategisch visietraject, waaruit blijkt welke gemeente de samenleving noodzakelijk vindt vanuit de perspectieven inwoners, ondernemers en bezoekers, is noodzakelijk.
Wij steunen de lijn van de centrumvisie en het medege- bruik van onze dienstgebouwen, zoals de beoogde inte- gratie van een grote politiepost en van andere partijen in het gemeentehuis. Dit onder de voorwaarde dat de hiervoor noodzakelijke investeringen onze dienstverle- ning aan de gemeenschap van Horst aan de Maas verbe- tert en versterkt en het passend is binnen verantwoorde uitgaven.
Wat gaan wij doen?
Openbare Orde & Veiligheid, Toezicht & Handhaving
1. We zetten in op bewustwordingsactiviteiten om ondermijnende criminaliteit te onderkennen en te bestrijden.
2. We bezien onze huidige regelgeving op het aspect van rechtvaardigheid, helderheid, duidelijkheid, wenselijkheid en handhaafbaarheid. Indien mo- gelijk en wenselijk, willen wij regels uit het beleid halen. We doen dit in een integraal speerpuntpro- ject ‘Deregulering’ waarvoor 1 portefeuillehouder integraal verantwoordelijk is. Deze portefeuillehou- der heeft de lead en zal samen met de verantwoor- delijk wethouder kijken wat er gedereguleerd kan worden. Om er snelheid in te houden bekijken en implementeren we zaken per segment. Het moet zichtbaar en merkbaar zijn voor inwoners en onder- nemers.
3. We bezien nieuw beleid integraal door de bril van deregulering (is de regel / het beleid noodzakelijk
/ wenselijk) en nakoming (is de regel / het beleid handhaafbaar bij overtreding). We zullen elk be- leidsstuk hier zichtbaar voor de raad en het college op beoordelen. Indien wenselijk en mogelijk, treden we handhavend op. Onze inwoners en onderne- mers moeten op voorhand kunnen bezien of een vergunning/melding noodzakelijk is voor de acti- viteit die men wil uitvoeren. Daarbij moet dus ook helder zijn wat het geldende beleid is. Deze infor- matie is simpel, duidelijk en helder ontsloten voor iedereen.
4. We gaan de lopende handhavingszaken nader bezien om te beoordelen of we beleid/regels aan moeten passen. Dit kan leiden tot het stoppen van de handhavingszaak. We richten ons op grote zaken met substantiële impact.
5. Bij zaken waarvan de impact beperkt is, maar er is wel een belanghebbende, dan willen we via medi- ation samen tot een oplossing komen. Komt deze oplossing er niet, dan wegen we zorgvuldig de be- langen en nemen we besluiten.
6. Bij grotere ontwikkelingen maken we met de initi- atiefnemer afspraken over te behalen resultaatver- plichtingen en daarbij behorende prestaties.
7. We bezien het huidige handhavingsbeleid en de prioritering die hierin gemaakt is op basis van
de voorgaande punten en stellen het handha- vingsbeleid bij. Op basis daarvan wordt er actief gehandhaafd. Dit geldt ook voor overtredingen in de openbare ruimte (bescherming eigendommen gemeente).
8. Er geldt een Zero-tolerance-beleid bij overtredin- gen met grote impact voor inwoners en/of milieu.
9. Nadat een bedrijf gestart is, controleren we of het bedrijf handelt conform de vergunning inclusief de ruimtelijke inpassing. Mocht dit niet zo zijn, dan wordt handhaving als instrument ingezet. In juridi- sche zin kan dit ook betekenen dat de vergunning/ voorschriften aangepast c.q. versterkt worden.
Samenwerking
10. Het besluit van de gemeenten Venlo, Horst aan de Maas en Venray om intensiever te gaan samenwer- ken, met behoud van eigen identiteit, wordt door ons ondersteund. De drie organisaties gaan samen aan de slag met de concrete uitwerking van deze ambities en zullen met de gemeenteraden in de nieuwe bestuursperiode hierover in gesprek gaan.
11. Financiële resultaten uit samenwerking worden na realisatie samen verdeeld.
Organisatie
12. We gaan voor een strategisch visietraject en doen dit samen in open, interactieve dialoog met de ge- meenschap. Onderwerp van gesprek daarbij is ook welke kansen en behoeften de samenleving ziet bij ons subsidiebeleid. We spreken de intentie uit om begin 2020 dit proces afgerond te hebben.
13. We voeren de dienstverlening uit op het niveau zoals de gemeenschap van Xxxxx aan de Maas dat vraagt. Servicenormen zijn klanteisen en die halen we.
14. We monitoren het halen van de klanteisen en we sturen er op. Dit rapporteren we periodiek aan de gemeenteraad. Het klantcontact laten we waarde- ren door onze klanten en dit gebruiken we om de organisatie te verbeteren.
15. Wij zetten in op processen van dienstverlening die LEAN, eenvoudig, snel, klantgericht en goedkoper zijn. We kijken ook naar het bestuurlijk handelen in de processen.
34
35
16. De gewenste en daarmee de benodigde organi- satie moet aansluiten bij de ambities en daarom aansluiten bij het strategische visietraject, waaruit blijkt welke gemeente de samenleving nodige heeft vanuit de perspectieven inwoners, ondernemers en bezoekers.
17. De bedrijfsvoeringskosten voorzien we van een onderbouwing op basis van een reële loonsom en overige bedrijfsvoeringskosten, passend bij de ta- ken zoals de gemeente die op professionele basis uitvoert. Deze voorzien we van benchmark cijfers.
18. Wij gaan voor medegebruik van dienstgebouwen.
36
37
Hoofdstuk 7
Financiën
Om te toetsen of de ambities realiseerbaar zijn, hebben we gekeken naar de belangrijkste financiële uitdagingen in samenhang met onze ambities:
• De begroting 2019-2021 laat een positief saldo zien: o 2019: € 293.000
o 2020: € 1.612.000
o 2021: € 1.747.000
• Als gevolg van het ‘trap op, trap af’-principe, gaat de uitkering van het gemeentefonds de aankomen- de jaar geleidelijk omhoog. Dit resulteert puur op grond van deze uitkering in een positief saldo van:
o 2019: € 1.948.000
o 2020: € 4.276.000
o 2021: € 5.190.000
• Op het sociaal domein liggen majeure risico’s. Zaak is deze risico’s goed te gaan beheersen. Voor een deel wordt dit gecompenseerd door extra middelen van het Rijk. In de overige periode is er een trans- formatie-budget ter beschikking gesteld waarmee het de uitdaging is dat de kosten van het sociaal domein in evenwicht zijn met de inkomsten. Echter, de kosten gaan voor de baten. Wij vinden dat de transformatie tot resultaten moet leiden, waarbij er op korte termijn een tekort mag ontstaan met de ambitie dat het op termijn uitgevoerd wordt met de middelen die ontvangen worden.
• Er was eerder een taakstelling Regionale samenwer- king ingerekend van -/- € 500.000. Tot op heden
is dit nog niet geeffectueerd. Dit ligt niet zo zeer aan Horst aan de Maas. ‘It takes two to tango’. Dus zolang er geen concrete afspraken gemaakt zijn, wordt dit veronderstelde voordeel uit de begroting gehaald. Dit heeft een negatief effect van -/- €
500.000 per jaar.
• Daarnaast spelen nog de volgende zaken:
o Om de bestaande accommodaties qua onder- houd via het meerjarig investeringsprogramma op het gewenste ‘basis’-niveau te houden, moeten er extra middelen beschikbaar worden gesteld.
Als alle blauwdrukken ten aanzien van het accom-
modatieplan conform ingediende plannen gerea- liseerd gaan worden, is er een zeer aanzienlijke in- vestering nodig. We zullen scherpe keuzes moeten gaan maken. Uiteindelijk moeten de investeringen die leiden tot toekomstig bestendige accommoda- ties in onze gemeenschap er ook voor zorgen dat ook de onderhoudskosten op termijn lager gaan uitvallen. Het is niet realistisch dat dit budget-neu- traal kan gebeuren. Daarom is het logisch dat er dekking gaat plaatsvinden vanuit het grond- en vastgoed bedrijf. De huidige inschattingen geven aan dat met scherpe keuzes er mogelijkheden zijn.
o De bouwkostennormen zijn ook voor onder- wijs-accommodaties fors naar boven bijgesteld. Aangezien de verwachting is dat diverse onderwijs- locaties komen met investeringsvragen leidt dit op termijn tot een negatief effect. Dit effect gaat optre- den nadat deze investeringen gerealiseerd zijn.
o De laatste jaren is er fors geïnvesteerd in wonin- gen en werkgelegenheidslandschappen, waardoor de kosten van het beheer openbare ruimte fors zijn toegenomen. Een deel hiervan is afgewenteld op ontwikkelaars, maar een ander deel komt ten laste van de gemeente. Via de beheerplannen komen we hier de komende jaren over te spreken.
• Wij gaan investeren in de verplaatsing van het zwembad en de sporthal en in nieuw beleid. Een deel van de investeringen zullen gedekt kunnen worden door het grond- en vastgoedbedrijf, waar- bij het integraal wordt afgewogen met de overige accommodatievraagstukken. Een deel komt via de integrale afweging ten laste van de exploitatie.
• Als gekeken wordt naar de eigen vermogensposi- tie (inclusief de risico-effecten), dan is deze boven gemiddeld. In de crisis en met de gedane inves- teringen is deze logischerwijs aangetast. Zaak is nu de eigen vermogenspositie te behouden c.q. versterken, zodat ook toekomstige generaties een
gemeente hebben met een goede eigen vermogen- spositie.
• De organisatie gaat verder aan de slag met het in- gezette verbetertraject.
• We onderzoeken de mogelijkheden van differentia- tie van heffingen vanuit duurzaamheid (afkoppelen en dergelijke).
38
39
• Vanuit het voorgaande spreken we af dat we met de volgende kaders werken:
o Wij gaan voor een reëel sluitende meerjaren- begroting.
o De gemiddelde lastendruk van de heffingen blijft voor inwoners en ondernemers gelijk, uit- gezonderd de loon- en prijsontwikkeling uit de mei-circulaire algemene uitkering uit het gemeen- tefonds. Indien op afvalstoffen- en rioolheffing be- sparingen kunnen worden gerealiseerd, dan over- wegen we om de OZB te verhogen tot het niveau
dat de lastendruk voor inwoners en bedrijven gelijk blijft.
o Iedere portefeuillehouder lost uitdagingen in principe binnen de eigen portefeuille in financiële zin op.
o Dekking van uitdagingen via de reservepositie vermijden we, met uitzondering van zaken die in de risicoparagraaf van de begroting worden vermeld en met uitzonderingen van investeringen in duur- zaamheid die zich terug verdienen.
o Het sociaal domein wordt in principe op ter- mijn uitgevoerd met de middelen die verkregen worden via het Rijk.
o Onderwijshuisvesting valt in beginsel onder de totale vastgoeduitdaging.
Dan is onze conclusie dat de investeringen/nieuw beleid en de effecten daarvan op de begroting geplaatst in
het licht van bovenstaande opmerkingen verantwoord zijn en recht doen aan een versterking van Xxxxx aan de Maas, zonder dat de lasten voor inwoners en bedrijven stijgen en zonder dat de vermogenspositie van de ge- meente onverantwoord wordt aangetast. Zaak daarbij is dat we zaken gefaseerd uitvoeren , we de uitdagingen collegiaal oppakken en dat we in samenwerking met de omgeving scherpe keuzes maken.
In het collegeprogramma zal een verdere strategische, financiële visie worden opgenomen, waarbij uitgangs- punt is dat wij onze wensen samen, integraal en in zijn totaliteit willen afwegen.
40
41
Portefeuille- verdeling
KRACHTIG XXXXX AAN DE MAAS, GEZONDE BLIK OP DE TOEKOMST!
Burgemeester Xxx Xxxxxxx-Xxxxxxxxx
Voorzitter gemeenteraad en college
• Bestuur
• Openbare orde en Veiligheid
• Vergunning en handhaving APV/ Bijzondere wetten
• Communicatie
• Coördinatie evenementen
• Personeel
• Verkiezingen
Projecten: Visietraject Xxxxx aan xx Xxxx
Xxx Xxxxxxxxxx (CDA)
1e locoburgemeester
Wonen, Economie, Ruimtelijke Ontwikkeling
• Wonen, Grondexploitaties en Grondbeleid
• Economie en Agribusiness
• Structuurvisie en overig Ruimtelijk Beleid
• Uitgebreide vergunningverlening WABO
• Vastgoed (aan- en verkoop
t.b.v. ruimtelijke ontwikkeling)
Projecten: Gebiedsontwikkeling Oude Maasarm/ Ooijen-Wanssum (OMA), Greenport Venlo/DCGV/ Klavertje4, Afslag 10 (incl verplaatsing zwembad en sporthal), Huisvesting arbeidsmigranten, Lobby Station Grubbenvorst-Greenport Venlo, Centrumontwikkelingen Horst en Sevenum
Xxxx Xxxxxxxxx (Essentie)
2e locoburgemeester
Vrije tijdseconomie, Mobiliteit, Openbare Ruimte, Vergunningen
• Beheer Openbare Ruimte
• Verkeer/Infra
• Mobiliteit/Trendsportal
• Water
• Reguliere vergunningverlening WABO
• Vrije tijdseconomie
Projecten: Station Horst Sevenum en omgeving, Gebiedsontwikkeling de Peelbergen (inclusief Grandorse), Maasprojecten (o.a. Grubbenvorst-Lottum), Xxxxxx Xxxxxx, 000 xxxx Xxxxx xxx xx Xxxx, Kwaliteitsimpuls openbare ruimte, Centrumontwikkeling Grubbenvorst
Xxxxx Xxxxxxx (D66/GroenLinks)
3e locoburgemeester
Duurzaamheid, Onderwijs & Jeugdzorg, Organisatie & Financiën, Handhaving
• Milieu- en Duurzaamheidsbeleid
• Financiën
• Organisatie (Bedrijfsvoering, Dienstverlening, Samenwerking)
• Toezicht en Handhaving (fysiek domein, RUD en Openbare Ruimte)
• Onderwijs en Jeugdzorg
Projecten: Energiebedrijf/energielandschap, Asbestopgave, Lean organisatie,
Dashboard Duurzaamheid
Birgit op de Laak (PvdA)
4e locoburgemeester
Sociaal Domein, Gezondheid, Afval
• Sociaal Domein Zorg
• Werk en Inkomen
• Integrale gezondheid
• Optimalisatie Afvalsysteem
• Sociale Component Volkshuisvesting
Projecten: Implementatie Omgevingswet, Integratie (arbeidsmigranten/nieuwkomers), Dashboard Volksgezondheid, Gezondste regio 2025, Deregulering
Xxx Xxxxxx (CDA)
5e locoburgemeester
Accommodaties, Leefbaarheid, Sport en Cultuur
• Sport
• Kunst & cultuur
• Accommodaties/Maatschappelijk Vastgoed
• Onderwijs (huisvesting)
• Inwonerinitiatieven
• Leefbaarheid (inclusief subsidies)
• Gasthoes
• Monumentenzorg, cultureel erfgoed, begraafplaats
Projecten: Blauwdrukken dorpen/Clustering accommodaties
42
43