Procesnota
PROVINCIE ANTWERPEN ARRONDISSEMENT ANTWERPEN GEMEENTE WUUSTWEZEL
RUP “Zonevreemde bedrijven – deelplan Clics”
Procesnota
COLOFON
Opdracht: RUP ” Zonevreemde bedrijven – deelplan Clics"
Opdrachtgever:
Het College van Burgemeester en Schepenen Gemeente Wuustwezel
Gemeentepark 1
2990 Wuustwezel
Opdrachthouder:
CDRO bvba i.s.m. NQN51 bvba Winkelomseheide 233 bus 2
2440 GEEL
GSM. 0478 24 20 28
xxx.xxxx.xx BTW: 0536 832 246
RPR Antwerpen afdeling Turnhout IBAN: XX00 0000 0000 0000
BIC: XXXXXXXX
Identificatienummer: CDRO/14053
Datum status
10/2018 procesnota, fase startnota
Ruimtelijk planner:
Xxxx Xxxxx, xx. xxxx., erkend ruimtelijk planner NQN51 bvba
GSM. 0484 35 90 03
Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van CDRO bvba mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
Inhoud
1. INLEIDING 4
2. Samenstelling van het planteam 5
3. Lijst van actoren, adviesinstanties, stakeholders en deskundigen 6
3.1. Actoren 6
3.2 Adviesinstanties 6
3.3 Stakeholders 7
4. Weergave processtappen 8
5. Wijze van communicatie en participate 9
5.1. Momenten van communicatie en participatie 9
5.2. Communicatie en participatie aangaande de startnota 9
6. Besluitvormingsproces 11
6.1. Startnota 12
6.2. Scopingsnota 13
6.3. Voorontwerp RUP en ontwerp effectenrapporten 13
6.4. Ontwerp RUP voorlopige vaststelling 13
6.5. Openbaar onderzoek 14
6.6. Definitief ontwerp 14
1. INLEIDING
Op 1 juli 2016 bekrachtigde de Vlaamse Regering een decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd worden. Op vrijdag 17 februari 2017 keurde de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit goed dat bij dit decreet hoort.
Het geïntegreerde planningsproces voorziet in de opmaak van een procesnota.
De procesnota is een aparte, op zichzelf staande nota die het volledige planningsproces omschrijft, zowel hoe het proces wordt gepland als hoe het effectief werd uitgevoerd. Het is dus een evolutief document: in de startfase zal dit nog zeer beperkt zijn, maar het document groeit aan naarmate het proces vordert.
De procesnota is een document met louter toelichtende waarde waarop geen inspraak mogelijk is. Het document is ‘inert’ voor aanvechting, aangezien het enkel een feitelijk relaas is van de doorlopen procedure en de ondernomen stappen. De procesnota is voor het publiek als het ware een 'leeswijzer" van de doorlopen planningsprocedure en de vervolgstappen.
De procesnota en in voorkomend geval de aanpassingen eraan worden op de website van de bevoegde overheid ter beschikking gesteld.
De procesnota omvat:
• de samenstelling van het planteam
• de lijst van de betrokken en te betrekken actoren
• de lijst van (advies)instanties, andere stakeholders, (formele) deskundigen (zoals in voorkomend geval de erkende MER- of VR-deskundigen)
• de verschillende doorlopen en geplande processtappen
• de wijze van communicatie en van participatie
• het verwachte besluitvormingsproces voor het voorziene plan
2. Samenstelling van het planteam
Het planteam heeft de rol om het RUP op te maken en het proces te coördineren.
Het RUP “Zonevreemde bedrijven – Deelplan Clics” wordt gecoördineerd door een planteam dat uit een afvaardiging vanuit het studiebureau, de betrokken diensten en het bestuur van de gemeente Wuustwezel is samengesteld. Het plan heeft betrekking op de huidige bedrijfssite gelegen op de hoek van Kampweg en Schietveldstraat, die vandaag gedeeltelijk bestemd wordt als KMO-zone volgens het gewestplan. Dit betekent dat voornamelijk de afdelingen ruimtelijke ordening, economie, mobiliteit en vergunningenbeleid betrokken wordt. Gezien het gaat om een kleinschalig plangebied, werd bewust gekozen om het planteam eerder beperkt te houden in kader van dit RUP. Volgens noodzaak kan het planteam – éénmalig, tijdelijk of permanent – nog worden uitgebreid met interne of externe experten.
De gemeente Wuustwezel laat zich voor de opmaak van het RUP bijstaan door een extern adviesbureau, zijnde CDRO bvba i.s.m. NQN51 bvba, die ook de gevraagde erkend ruimtelijk planner ter beschikking stelt.
Het planteam voor het RUP “Zonevreemde bedrijven – Deelplan Clics” bestaat uit:
• Ambtelijke afvaardiging vanuit de gemeente
° Xxxx Xxxxxxx, Omgevingsambtenaar
• Bestuurlijke afvaardiging van de gemeente:
° Xxxxxx Xxxxxxx, burgemeester
• Vanuit het studiebureau:
° Xxxx Xxxxxxx, CDRO bvba
° Xxxx Xxxxx, projectleider, erkend ruimtelijk planner, NQN51 bvba
De dienst Milieueffectrapportering (dienst Mer) en de dienst Veiligheidsrapportering (dienst VR) zijn niet opgenomen in het planteam, omdat ervan uitgegaan wordt dat respectievelijk een plan-MER en een Ruimtelijk Veiligheidsrapport (RVR) niet vereist zijn.
3.1. Actoren
3. Lijst van actoren, adviesinstanties, stakeholders en deskundigen
De provincie Antwerpen, dienst Ruimtelijke Planning en beleid, wordt beschouwd als een betrokken actor bij de
opmaak van het RUP.
Op Vlaams niveau wordt het departement Omgeving als actor beschouwd.
Ook de GECORO Wuustwezel wordt beschouwd als een belangrijke te betrekken actor.
3.2 Adviesinstanties
Volgende adviesinstantie worden, conform bijlage 1 horende bij het besluit van de Vlaamse Regering van betreffende
het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen, uitgenodigd voor advies:
• GECORO
• Departement Omgeving
• Provincie Antwerpen
• Departement Landbouw en Visserij
• Agentschap Innoveren en Ondernemen
• Agentschap Wegen en Verkeer (AWV)
• Vlaams Energieagentschap
• Agentschap Natuur en Bos (ANB)
• Defensie
• VMM – operationeel waterbeheer
• Dienst Veiligheidsrapportage
• Watering Wuustwezel
De dienst RVR en de dienst Mer zullen in de scopingfase uitdrukkelijk gevraagd worden om te bevestigen dat het plan geen aanzienlijke effecten kan hebben en dat bijgevolg de opmaak van een RVR en plan-MER niet relevant zijn.
3.3 Stakeholders
Volgende stakeholders kunnen worden gedetecteerd:
• Bedrijven en eigenaars binnen het plangebied
• Inwoners van de gemeente Wuustwezel, in het bijzonder de direct aanpalende bewoners
• Afvaardiging vanuit de landbouw
• Afvaardiging vanuit lokale economie
• Afvaardiging vanuit het Ministerie van Defensie
4. Weergave processtappen
Het schema hiernaast geeft de processtappen weer en dit met aanduiding van een indicatieve timing. De timing houdt
met name geen rekening met eventueel oponthoud ten gevolge van het ontbreken van gegevens of het uitblijven van beleidsbeslissingen.
5.1. Momenten van communicatie en participatie
5. Wijze van communicatie en participatie
Er worden twee momenten van communicatie en participatie voorzien, één naar aanleiding van de opmaak van de startnota en één na de voorlopige vaststelling van het RUP door de gemeenteraad. De coördinatie en sturing van de raadpleging gebeurt door het planteam.
Het doel van het eerste participatiemoment is om iedereen op de hoogte te brengen van het planproces, het plan van aanpak en de startnota, en om daarbij kennis en input te vergaren, alternatieven te bepalen en suggesties te verzamelen. Deze participatieperiode beoogt niet zozeer om in detail de planopties te becommentariëren. Het openbaar onderzoek later in de procedure vormt daarentegen de basis voor het formuleren van bezwaren op het ontwerp-RUP, zoals dit ook gebeurde binnen de voormalige RUP-procedure.
5.2. Communicatie en participatie aangaande de startnota
De startnota wordt gedurende 60 dagen ter inzage gelegd. De bevolking van de betrokken gemeente wordt voor het begin van de raadpleging geïnformeerd over de terbeschikkingstelling van de startnota door een aankondiging op de volgende wijze:
• aanplakking in de betrokken gemeente
• een bericht in het Belgisch Staatsblad
• een bericht in ten minste drie dagbladen die in de gemeente worden verspreid of in het gemeentelijke infoblad dat verspreid wordt in de betrokken gemeente
• een bericht op de website van de bevoegde gemeente.
De aankondiging bevat:
• de bevoegde overheid
• waarover de raadpleging gaat
• de betrokken gemeente(n)
• de plaats waar de startnota en de procesnota geraadpleegd kunnen worden
• de begin- en einddatum van de raadpleging over de startnota
• de plaats, de datum en het uur waarop het participatiemoment zal plaatsvinden
• de wijze waarop en het adres waar de bevolking haar reacties kenbaar kan maken en de vermelding dat reacties ook kunnen worden afgegeven tegen ontvangstbewijs op het gemeentehuis van de betrokken gemeenten.
De adviesinstanties, zoals bepaald in hoofdstuk 3.2 van deze procesnota, worden in afwachting van een digitaal platform geconsulteerd door middel van een beveiligde zending.
Het eindresultaat van deze adviesronde en de raadpleging van de bevolking, inclusief het participatiemoment, is een verzameling van adviezen, inspraakreacties en een verslag van het participatiemoment. De wijze waarop met deze informatie wordt omgegaan en het resultaat ervan, leidt tot de scopingnota.
Het verslag van het participatiemoment omvat een bundeling van alle opmerkingen en is eerder algemeen van aard.
Het gemeentebestuur stelt de startnota, de procesnota (en eventuele aanpassingen) en het verslag van het participatiemoment ter beschikking op haar website en laadt deze later op in het digitale platform. Ook het verslag van het participatiemoment zal op de website van de gemeente geplaatst worden.
De publieke consultatie wordt gehouden in de periode van september 2018 tot en met november 2018. Het participatiemoment wordt georganiseerd op 18 september 2018 en zal de vorm aannemen van een infomarkt.
6. Besluitvormingsproces
Onderstaand wordt het geïntegreerde planningsproces schematisch weergegeven.
6.1. Startnota
De startnota omvat:
• een beschrijving en verduidelijking van de doelstellingen van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan;
• een afbakening van het gebied of de gebieden waarop het plan betrekking heeft;
• een beknopte beschrijving van de alternatieven voor het ontwerpplan of voor onderdelen ervan, die de initiatiefnemer heeft overwogen, en een beknopte beschrijving van de voor- en nadelen van de verschillende alternatieven;
• een beschrijving van de reikwijdte en het detailleringsniveau van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan en daaraan gekoppeld de reikwijdte en het detailleringsniveau van de te voeren effectonderzoeken zoals in die fase gekend;
• de relatie met het ruimtelijk structuurplan en, in voorkomend geval, met andere relevante beleidsplannen;
• de beschrijving van de te onderzoeken effecten en van de inhoudelijke aanpak van de effectbeoordelingen, met inbegrip van de methodologie, zoals bepaald door de wetgeving van de op te maken effectbeoordelingen en van andere onderzoeken die nodig zijn voor het plan. In voorkomend geval bevat de startnota ook een weergave van de gedane analyse, vermeld in artikel 4.2.6, § 1, 5°, en artikel 4.4.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, met inbegrip van de redenen waarom geen planmilieueffectrapport, respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt;
• in voorkomend geval, relevante gegevens uit vorige effectbeoordelingen of uit de goedgekeurde rapporten die daaruit zijn voortgekomen;
• in voorkomend geval, de impact of het effect dat het geïntegreerde planningsproces kan hebben op mens of milieu in een ander gewest of land of op de gebieden die onder de federale bevoegdheid vallen;
• een overzicht van instrumenten die samen met het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan ingezet kunnen worden, als die al bekend zijn in deze fase.
Het college van burgemeester en schepenen vraagt advies over de startnota. Het advies wordt uitgebracht binnen een termijn van zestig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de adviesvraag.
Het college van burgemeester en schepenen informeert de bevolking van de gemeente uiterlijk de eerste dag van die termijn over de inhoud van de startnota, raadpleegt de bevolking over de startnota gedurende dezelfde termijn, organiseert hierover ten minste één participatiemoment en maakt daarvan een verslag.
De reacties worden uiterlijk de laatste dag van de termijn van de inspraak aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd. De wijze waarop reacties bezorgd kunnen worden, alsook de uiterste datum worden uitdrukkelijk vermeld in de informatie over de startnota. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt de startnota, de adviezen, de reacties en het verslag van het participatiemoment aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage binnen een termijn van drie dagen na het afsluiten van de termijn.
6.2. Scopingnota
De resultaten van de raadplegingen (zowel publiek als adviesinstanties en adviesraden) worden besproken en door het planteam verwerkt in een scopingnota.
De scopingnota bouwt voort op de startnota en bevat minstens dezelfde onderdelen als de startnota. De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Door het opmaken van de scopingnota wordt er richting gegeven aan het onderzoek voor wat betreft het plan zelf en de effecten.
Indien uit de startnota en de resultaten van de raadpleging blijkt dat er geen plan-MER/RVR vereist is, geven de dienst Mer en dienst VR dit in de scopingnota aan (dit is de voormalige ‘screeningsbeslissing’).
Na het verwerken van de resultaten van de eerste raadpleging kan het planteam aangepast worden, eventueel kunnen vertegenwoordigers van instanties (tijdelijk) toegevoegd worden aan het planteam of zijn andere niet meer noodzakelijk voor het verdere planningsproces.
6.3. Voorontwerp RUP en ontwerp effectenrapporten
Na de opmaak en het openbaar maken van de scopingnota doorloopt het planteam het verdere geïntegreerd planningsproces. Hierbij wordt het plan eventueel verder uitgewerkt samen met de effectbeoordelingen en eventuele andere onderzoeken die relevant worden geacht.
De betrokken adviesinstanties worden aangeschreven ter voorbereiding van een plenaire vergadering of een schriftelijke adviesvraag.
6.4. Ontwerp RUP voorlopige vaststelling
Het ontwerpplan en de eventuele ontwerp-effectbeoordelingen worden afgewerkt door het planteam op basis van de resultaten van het tot dan afgelegde planningsproces, de adviezen van de adviesinstanties en/of de resultaten van de plenaire vergadering.
Uiterlijk voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in de scopingnota door de dienst bevoegd voor milieueffectrapportage bepaald of een milieueffectrapport moet worden opgemaakt.
Uiterlijk voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in de scopingnota door de dienst bevoegd voor veiligheidsrapportage bepaald of een ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt.
Het ontwerpplan en de eventuele ontwerp-effectbeoordelingen worden voorgelegd aan de gemeenteraad om het ontwerpplan voorlopig vast te stellen
6.5. Openbaar onderzoek
Het voorlopig vastgestelde ontwerpplan en de bijhorende eventuele ontwerp-effectbeoordelingen worden onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek duurt 60 dagen.
De opmerkingen en de bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek schriftelijk of digitaal aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bezorgd.
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad.
Het planteam past desgewenst het RUP aan.
6.6. Definitief ontwerp
Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, en aan de Vlaamse Regering.
De Vlaamse Regering en de deputatie beschikken over een termijn van dertig dagen om de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te schorsen.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan treedt in werking veertien dagen na de bekendmaking van de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het plan bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad.