Contract
14 467 . 5.
Machtiging sluiten overeenkomst, met eene door de te 's-Gravenhi i'stigde N.V. „De Bataafsche Petr. Maatsch.". enz.
467.
BrJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING.
Ik heb de eer Xxxx Excellentie eerbiedig mede te deelen, dat de Volksraad in zijn vergadering van 20 dezer besloten heeft te adviseeren tot aanneming van het den Baad bij Uwer Excellen- tie's kabinetsbrief van 1 dezer N°. 1 om advies aangeboden ont- werp van wet houdende machtiging tot het sluiten van eene overeenkomst als bedoeld in artikel 5a der Indische Mijnwet met eene door de te 's-Gravenhage gevestigde N. V. „De Ba- taafsche Petroleum Maatschappij", de mede aldaar gevestigde N. V. „Nederlandsche Koloniale Petroleum Maatschappij" en de te Amsterdam gevestigde N. V. „Nederlandsche Pacific Petro- leum Maatschappij" op te richten naamlooze vennootschap be- treffende de opsporing en ontginning van aardolie, enz. in terreinen, gelegen in het gouvernement der Molukken, zulks met inachtneming van de toezeggingen, welke door de Begeering in Haar memorie van antwoord en bij monde van Haar gemachtigde
in de vergadering van 19 dezer zijn gedaan ') en van de door den Volksraad in bijgaande motie-Xxx Xxxxx Pellekaan c.s. (stuk 6) 2) voorgestelde wijziging van artikel 18 van de ontwerp-over- eenkomst.
Bij de behandeling van het ontwerp zijn geen bezwaren ge- opperd tegen het verzoek van de betrokken maatschappijen, bedoeld in den brief van den lsten Gouvemements Secretaris van
9 dezer N°. 360/B, 1) waarvan de bijlagen hiernevens eerbiedig worden terugaangeboden.
Batavia, den 21sten Februari 1934.
De Voorzitter van den Volksraad, H. J . SPIT.
Aan
Zijne Excellentie den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië.
') Zie hieromtrent de Memorie van Toelichting.
2) Deze motie, ingediend 19 Februari 1934 en zoiider hoofdelijke stemming aangenomen in de vergadering van den 20sten d.o.v., luidt :
„De Volksraad, gehoord de debatten, verzoekt der Eegeering het Opperbestuur in overweging te geven lid 2 van artikel 18 van de over- eenkomst betreffende opsporing van aardolie enz. in de Molukken te doen vervallen."