Sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van sector van de Detailhandel (PC 202/311/312)
Sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van sector van de Detailhandel (PC 202/311/312)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN SECTOR van de Detailhandel,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxx Xxxxxxxx, Comeos;
- De xxxx Xxxxx Xxxxx, Comeos;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- Xxxxxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxx, ACV Puls;
- Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx, CSC CNE;
- De heer Xxx Xx Xxxxx, ABVV BBTK;
- Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, FGTB SETCA;
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx, ACLVB/CGSLB; hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 294.000,00 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds van de Detailhandel (PC 202/311/312), Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx.
De indeling van de 3 sectorconsulenten is als volgt:
• 1 VTE (voltijds equivalent) bij:
Sociaal fonds voor Grote kleinhandelszaken – Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0425.687.765 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000);
• 2 VTE (twee voltijds equivalenten) bij:
Sociaal fonds Levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen – Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0416.777.920 -
bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000)
Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst door het organiseren van:
1. ad hoc-overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren;
2. klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren;
3. netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van onder meer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector verbindt zich ertoe om conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein werk en sociale economie een kwaliteitsregistratie op organisatieniveau aan te tonen. De wettelijke verplichtingen op het vlak van de kwaliteitsregistratie dient uiterlijk op 31 maart 2021 vervuld te zijn.
Artikel 4. De sector van de Detailhandel verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC- partners goedgekeurde, inhoudelijke kader voor de sectorconvenants 2021-2022, een sectorale omgevingsanalyse en visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van:
- de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
- een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
- het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 5. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 3 VTE sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 3 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerkgesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden.
Artikel 6. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
- de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
Een sector met veel jobs en vacatures
De sector van de detailhandel is een belangrijke werkgever van de Belgische privésector. De paritaire comités van de handel (202, 311, 312) stellen zo’n 120.000 bedienden tewerk. Vaak is een korte scholing voldoende om aan de slag te gaan in de handel, mits de nodige opleiding op de werkvloer. In die zin is de handel ook uitermate geschikt voor een eerste werkervaring voor kortgeschoolden, als instapsector en om het duaal leren in Vlaanderen te ontwikkelen.
Evolutie tewerkstelling: de algemene trend – die zich al jaren doorzet – is er een van groei in de dienstensectoren en krimp in de traditionele industriële sectoren. In tegenstelling tot de daling bij de arbeiders in de voedingshandel (- 4,6%), zien we bij de bedienden in de detailhandel een stijging van 8,1% tussen 2014 en 2019 in het Vlaams Gewest.
Het aandeel instromers jonger dan 25 jaar ligt hoger bij de arbeiders en bedienden van de handelssector (6,1%) dan het Vlaams gemiddelde (4,4%), maar dit komt vooral door het aandeel van de arbeiders. Bij de bedienden is het aandeel instromers jonger dan 25 lager dan het Vlaamse gemiddelde (bedienden: 3,9% en arbeiders: 6,9%). Duaal leren kan een kanaal zijn om meer jongeren aan te trekken.
In de sector komen enkele grote bedrijven voor, maar heel veel tewerkstelling is gesitueerd in middelgrote en kleine ondernemingen:
• 1.062 bedrijven stellen minder dan 10 werknemers tewerk;
• 568 bedrijven stellen 10 à 49 werknemers tewerk;
• 208 bedrijven die 50 of meer werknemers tewerkstellen.
De voedingshandelbedrijven uit het PC 202 (food - levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen) zijn vaak de grootste ondernemingen, waaronder de supermarkten. Daarentegen omvat PC 311 de grote kleinhandelszaken (non-food) en hiervan behoort een groot deel tot de middelgrote ondernemingen. De levensmiddelenbedrijven zitten de laatste jaren volop in expansie met veel nieuwe spelers vanuit het buitenland. De coronacrisis heeft de verschillen tussen food en non- food nog verder vergroot doordat de levensmiddelenbedrijven als essentieel werden beschouwd en niet moesten sluiten tijdens de lockdown. De non-food bedrijven hebben tijdens de COVID-crisis wel twee sluitingsperiodes gekend: eerst 8 weken en dan 4 weken. En hebben januarisolden gekend met een 30% activiteitsverlies tegenover een jaar eerder.
Vacatures: als we naar Vlaanderen als geheel kijken, steeg het aantal ontvangen vacatures bij de VDAB tussen 2018 en 2019 met 1,8%. In de handelssector in zijn geheel was deze stijging slechts 0,5%. Het gemiddeld aantal openstaande vacatures voor de sector steeg tussen 2018 en 2019 met 11,8%.
De typische knelpuntberoepen bij de winkelketens zijn winkelmedewerker en winkelmanager. Voor de eerste groep gaat het om een eerder kwantitatief knelpuntberoep, gezien heel wat werkgevers geen diploma of ervaring voor de job vereisen en de jobs toch moeilijk ingevuld geraken. Voor het rekruteren van winkelmanagers doen de meeste ondernemingen beroep op interne promotie en interne opleidingen voor gemotiveerde medewerkers. Maar er is een kwalitatief tekort aan managers die vooraf diepgaand werden opgeleid in alle aspecten van bedrijfsbeheer met goede leiderschapscompetenties.
Kansen voor kortgeschoolden/personen met beperkte ervaring: voor de handelssector in zijn geheel blijkt dat het aandeel vacatures voor personen met beperkte ervaring en kortgeschoolden vergelijkbaar is met het Vlaamse gemiddelde.
In het Vlaams Gewest kreeg 9,4% van alle werkenden in Vlaanderen een doelgroepvermindering voor laag- of middengeschoolde jongeren, voor zittende werknemers of aangeworven niet- werkende werkzoekenden ouder dan 55 jaar, of een Vlaamse Ondersteuningspremie voor personen met een arbeidshandicap. Bij de bedienden uit de handel ligt het percentage van doelgroepvermindering voor jongeren op 5,9% tegenover een Vlaams gemiddelde van 2,1%. Het percentage van doelgroepvermindering voor oudere werknemers ligt bij de bedienden van de handel op 10% wat hoger is dan het Vlaams gemiddelde van 6,7%.
Gemiddeld hebben in Vlaanderen 7,1 werknemers per 1.000 werknemers een VOP (Vlaamse Ondersteuningspremie), een premie die de eventuele extra kosten en lagere productiviteit van een werknemer met een arbeidshandicap compenseert. Bij de handelssector in zijn geheel is dit 5,3 werknemers per 1.000 werknemers. Bij de bedienden van de handel is dit maar 3,4 werknemers per
1.000 werknemers.
Een diverse sector
In de handel worden werknemers van heel wat nationaliteiten en migratie-achtergronden tewerkgesteld. Dit maakt dat er veel arbeidskansen in deze sector zijn, maar dat er een aantal uitdagingen bestaan op het vlak van diversiteit en talen.
Een sector in transformatie
Ook de detailhandel is volop onderhevig aan de digitalisering van de economie. Eenvoudige, repetitieve taken worden geautomatiseerd en de overblijvende taken worden steeds complexer. Zo is voor de bedienden in de handelszaken de digitalisering zichtbaar in toenemend gebruik van digitale kassa’s en andere ICT-systemen voor stock beheer. Het winkelen verplaatst zich ook meer en meer naar de online omgeving waardoor winkelpersoneel ook klanten moet wegwijs maken in de digitale omgeving en moet kunnen schakelen tussen fysiek en online. Dit vereist nieuwe competenties van de werknemers, zoals digitale skills, aanpasbaarheid, een goede communicatie tussen collega’s, enz.
Met de opkomst van e-commerce rekent de klant op snelle, digitale aankopen en kwalitatieve leveringen. De coronacrisis heeft deze transformatie versneld. De doorbraak van e-commerce, gewijzigd winkelgedrag ten gevolge van de coronacrisis zijn maar enkele ingrijpende tendensen. Dit zorgt ook voor nieuwe uitdagingen voor het winkelpersoneel. De klant heeft de producten vaak op voorhand online vergeleken en verwacht een meerwaarde bij zijn fysiek winkelbezoek, een meer uitgebreide productkennis, een persoonlijke klantgerichtheid, diensten na verkoop, enz..
Een bediendesector
Deze opstartconvenant in de sector van de detailhandel richt zich op de bedienden tewerkgesteld in de voedings- en niet-voedingshandel (PC 202/311/312). Deze specifieke doelgroep vraagt een verschillende benadering dan de arbeiders van het PC 119 op het vlak van toekomst van de sector, vereiste competenties, opleidingen en duaal leren. Voor de arbeiders werd een aparte sectorconvenant afgesloten. De functies van de bedienden gaan van winkelmedewerker tot rayonverantwoordelijke, departementsverantwoordelijke, winkelmanager, regiomanager,
klachtenbehandeling en andere functies op het hoofdbureau (indien deze niet vallen onder PC200). Het grote verschil met de arbeiders is dat deze functies draaien rond verkoop, organisatie van de winkel zoals stockbeheer en kassabeheer, commerciële competenties en klantvriendelijkheid. Ook iemand die rekken aanvult in de winkel heeft een publieke functie en kan op ieder moment worden aangesproken door een klant. De productkennis is ook een belangrijk aspect in deze jobs maar wordt vaak on-the-job aangeleerd en deze varieert tussen de subsectoren.
Een sector waar leerlingen welkom zijn
Op het vlak van levenslang leren en duaal leren is het de ambitie van de sociale partners om dit verder te ontwikkelen in de komende jaren. Duurzame opleidingen en het goed up-to-date houden van de beroepscompetenties dragen bij aan de ontwikkeling en het welzijn van de werknemers en de productiviteit en competitiviteit van de bedrijven. Sectorale opleidingen kunnen daarbij de leercultuur in de ondernemingen aanvullen en ondersteunen.
Het inzetten op duaal leren biedt op korte termijn arbeidskansen aan jongeren en zal de instroom vergemakkelijken voor knelpuntvacatures in de sector (b.v. winkelmedewerker). Door de samenwerking met het onderwijs stimuleren we goede startkwalificaties voor de toekomstige werknemers, die aansluiten op de reële noden op de arbeidsmarkt. Vandaag zijn er ook al zo’n 900 leerlingen per schooljaar actief in de handel, via het werkplekleren. Dit gebeurt vandaag ad hoc, door contacten tussen scholen en bedrijven op lokaal vlak, maar via het duaal addendum bij dit sectorconvenant willen we dit meer stroomlijnen voor de ganse sector om zo het duaal leren verder te faciliteren en te laten ontwikkelen.
Ook in het voltijds secundair onderwijs krijgen leerlingen de kans om theorie om te zetten in de praktijk tijdens stages. De leerlingenstages in de volledige handelssector situeren zich vooral bij deze doelgroep van bedienden. Daar waren er 2.761 stages in het schooljaar 2017-2018 (laatste beschikbare schooljaar) of 42,6 stages per 1.000 werknemers. Bij de arbeiders van de voedingshandel was dit een stuk lager. Daar waren er 11,7 stages per 1.000 werknemers, tegen een Vlaams gemiddelde van 38,1 stages per 1.000 werknemers.
Kwaliteit van de werkplekken en omkadering duaal leren
De sociale partners vinden het, net als de overheid, belangrijk om zowel te werken aan de kwantiteit als aan de kwaliteit van de werkplekken. Werkplekken moeten steeds kwalitatief zijn en aan een aantal overheidsvoorwaarden voldoen, zodat de leerling ook effectief vaardigheden zal bijleren tijdens zijn/haar tijd op de werkplek. In de tripartite stuurgroep detailhandel, die het sectoraal partnerschap detailhandel impliceert, zullen eventuele problemen met werkplekken besproken en geëvalueerd kunnen worden. Daartoe zullen de sociale partners op de hoogte gesteld worden van elke aanvraag voor een erkenning door een onderneming.
De sociale partners zullen de naleving van de overheidsvoorwaarden voor het duaal leren nauwgezet opvolgen en eind 2022 evalueren. Desgevallend zullen vervolgens bijkomende sectorale bepalingen vastgelegd worden.
De sector dient hiertoe een duaal addendum (samen met de andere subsectoren van de sector
‘handel en diensten’).
Een cultuur van levenslang leren
Er moet een lange termijnvisie op het beheer van competenties komen, toekomstgericht. Het doel is het erkennen, inzetten en verder ontwikkelen van élk talent, een loopbaan lang. Door de
transformatie van de sector, met een doorgedreven digitalisering, is opleiding nog meer onmisbaar geworden om deze nieuwe taken goed te kunnen uitvoeren. Digitalisering biedt ook kansen voor een verbetering van de werkbaarheid van jobs.
Vandaag vinden de opleidingsinitiatieven exclusief plaats op het bedrijfsniveau. Met dit sectorconvenant zal een sectorale onderbouw ontwikkeld worden, met ook generieke sectorale opleidingen. De sectorconsulenten zullen verder de bedrijven kunnen adviseren in de opmaak en uitvoering van hun opleidingsplannen, de toegang tot subsidies en duaal leren, werkbaarheidscheque of duurzaam loopbaanbeleid.
In het Vlaamse gewest waren er gemiddeld 23,6 aanvragen per 1.000 werknemers voor betaald educatief verlof in het schooljaar 2018-2019. De aanvragen voor de bedienden uit de handel liggen onder het Vlaamse gemiddelde (17,4 per 1.000 werknemers).
Bij een contract voor individuele beroepsopleiding (IBO) volgt de werkzoekende één tot zes maanden een opleiding op de werkvloer. Als de cursist de IBO succesvol afrondt, krijgt hij/zij een contract van bepaalde of onbepaalde duur in het bedrijf. In Vlaanderen werden in 2019 5 IBO trajecten gestart per 1.000 werknemers. Bij de handelssector detailhandel in zijn geheel was dit 15,1 per 1.000 werknemers, of drie keer meer.
Aan de meeste beroepsopleidingen zijn opleidingsstages verbonden met als doel het versterken van de reeds aangeleerde competenties. In het Vlaams gewest werden in 2019 een totaal van 19.047 opleidingen met stages gestart of 8,6 per 1.000 werknemers. Bij de volledige handelssector waren dat 1.146 stages of 48,9 per 1.000 werknemers, of een 6-voud! De sector is constant op zoek naar extra werkkrachten en dus wordt er ook intensief samengewerkt met de VDAB. Dit verklaart mee het reeds hoge aantal opleidingsstages in de sector.
Samenwerken rond non-discriminatie, diversiteit en inclusie
Op het vlak van diversiteit zijn er heel wat mogelijkheden voor kansengroepen (jongeren, mensen met een migratie-achtergrond, personen met een beperking, kortopgeleiden, ...) om aan de slag te gaan en aan de slag te blijven, met eveneens doorgroeimogelijkheden. Er bestaan tal van voorbeelden van gemotiveerde en leergierige winkelmedewerkers die doorgroeiden tot winkelmanager, regioverantwoordelijke en zelfs enkele tot bestuurder van de onderneming. De detailhandel is bij uitstek een laagdrempelige instapsector met een breed doelpubliek. Door de arbeidskrapte wordt er nu al breed gerekruteerd in de sector, ook in de doelgroep van personen met een migratie-achtergrond.
De bedienden in de handel zijn overwegend vrouwen (70,7% vrouwen en 29,3% mannen).
Voor de volledige handelssector, ligt het aandeel personen met een buitenlandse herkomst hoger dan het Vlaamse gemiddelde (19,3%). Bij de bedienden zijn personen met een buitenlandse herkomst sterk vertegenwoordigd met 27,9%.
Het aandeel 50-plussers in het Vlaamse Gewest was in 2019 iets meer dan 30% van de loontrekkende bevolking. Bij de bedienden in de handel was dit 34,6%.
Governance
In uitvoering van het sectoraal akkoord 2019-2020 van het PC 202/311/312 zullen de sectorale opleidingen en het duaal leren in de sector verder ontwikkeld worden, vanuit de bestaande sociale fondsen. Dit wil zeggen dat de beoogde sectorconsulenten aangeworven zullen worden door de sociale fondsen 202/311/312, volgens de administratieve geplogenheden van die fondsen. De sectorale opleidingen en het duaal leren binnen het kader van deze convenant, zullen inhoudelijk
aangestuurd worden vanuit de tripartite stuurgroep die de uitvoering van deze convenant verder zal opvolgen.
De sociale partners zijn de drijvende kracht van dit sectorconvenant en zullen bijzondere aandacht hebben voor een goede begeleiding van de leerlingen door mentoren op de werkvloer, alsook voor veilige en gezonde werkplekken.
Prioriteiten
Prioriteiten waarop de sociale partners van de detailhandel, op basis van de omgevingsanalyse hierboven, wensen in te zetten:
1) Cultuur van levenslang leren aanwakkeren
De sector wil via onderzoek en focusgroepen nagaan welke competenties onmisbaar zijn nu en in de toekomst en wil aanwezige talenten duurzaam aan boord houden. We voorzien de ontwikkeling van een aantal sectorale opleidingen voor werknemers in het PC 202, 311 en 312. Op het vlak van omgaan met agressie in de winkel, digitale competenties, klantvriendelijkheid, enz. De technologie zal ook nieuwe mogelijkheden bieden om innovatieve leermethodes toe te passen.
De sectorconsulenten zullen ook een aanpak op maat van KMO’s moeten ontwikkelen, gezien een aanzienlijk deel van de sector bedrijven met < 10 werknemers betreft.
2) De ontwikkeling van duaal leren en oriënterende stages in het voltijds onderwijs
De sector wil de brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt versterken door schoolgaande jongeren en volwassenen in opleiding via werkplekleren of stages te laten kennismaken met de handelssector. De sector wil het duaal leren voor scholieren in het middelbaar onderwijs verder uitbouwen door middel van duale opleidingen zoals ‘Winkelmedewerker’ (OK2), ‘Onthaal, organisatie en sales’ (OK3) en ‘Commercieel assistent duaal’ (Se-n-Se), maar ook andere opleidingen zullen aan bod komen. Alle bestaande opleidingen in duaal leren (een 100 leerlingen in het studiegebied ‘Verkoop en Marketing’) hebben nood aan meer instroom en de ondernemingen hebben nood aan meer geschoolde werkkrachten. De sector dient hiertoe een duaal addendum (samen met de andere subsectoren van de sector ‘handel en diensten’).
De sector kan hierbij een brug vormen om de wisselwerking en uitwisseling te faciliteren tussen de arbeidsmarkt en de scholen. Het oriënteren van leerlingen naar de gepaste opleidingen en werkplekken is zo een van de mogelijke acties. Dit geldt ook voor leerlingen in het voltijds secundair onderwijs die via kwalitatieve stages kunnen kennismaken met alle aspecten van het beroep van winkelverkoper. In dezelfde lijn kunnen werkzoekenden via individuele beroepsopleidingen (IBO) van de VDAB stage lopen in handelszaken met het uitzicht op een vaste aanwerving.
3) Inzetten op non-discriminatie en de integratie van werknemers met een handicap
De sector is reeds heel divers en zal in het kader van deze convenant een sensibiliserende nulmeting uitvoeren gebaseerd op de methodiek zoals beschreven in het rapport “het terugdringen van arbeidsmarkt-discriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten”.
De sector wil werkgevers sensibiliseren, informeren en ondersteunen bij de integratie van werknemers met een handicap. De sector zal verder bouwen op de expertise van gespecialiseerde
organisaties als Inter in Vlaanderen en Cawab in Brussel en Wallonië. De sector zal ook netwerken uitbouwen met andere gelijkaardige sectoren die hier reeds meer ervaring in hebben.
Hiertoe dient de sector een addendum non-discriminatie en inclusie in.
2. Sterkte-zwakte analyse
• Sterktes
o Werkzekerheid in heel wat bedrijven (bv. voedingshandel)
o Tewerkstellingskansen voor kortgeschoolden en diverse doelgroepen, met verdere doorgroeimogelijkheden
o Digitalisering geeft nieuwe opportuniteiten, nieuwe functies, boeiende xxxxxxxxx
o Sterke mogelijkheden tot leren op de werkvloer, samenwerking met onderwijs
• Zwaktes
o Economische onzekerheid voor groepen binnen de handel met enorme omzetverliezen (zoals fashion) ten gevolge van de coronacrisis
o Kleine marges in de sector en dus veeleisende jobs
o Laag- en middengeschoolde arbeid met bijhorende verloning
o Uitdagingen van e-commerce en just-in-time leveringen
o Digitalisering vergt competenties die nog onvoldoende verworven zijn (ICT, aanpasbaarheid, leerinteresse, communicatie...)
o Knelpuntberoepen met vacatures die moeilijk ingevuld raken zoals winkelverkoper en -managers
o Nog geen sterk uitgebouwde sectorale werking op het vlak van opleiding
3. Sectorale uitdagingen
• Korte termijn
o Sectoraal Partnerschap voor duaal leren opstarten en een duaal addendum afsluiten. Kwaliteit en kwantiteit van duaal leren in secundair onderwijs verzekeren (cf. duaal addendum)
o Beroepskwalificaties toetsen aan transformatie van de sector, die verder doorloopt (en versneld wordt door corona)
o Bedrijven helpen bij opleidingsplannen, opzetten van sectorale opleidingen en het stimuleren van een leercultuur (incl. ondersteuning met subsidies)
• Lange termijn
o Professionaliseren van het opleidingsbeleid in de sector, opleidingsaanbod uitbreiden
o Samenwerking met VDAB uitbreiden (loopbaanperspectief en -eigenaarschap; competentiegericht matchen)
o Samenwerking met scholen en ondernemingen uitbreiden (duaal leren en stages voltijds onderwijs)
o Mogelijkheden van duaal leren in volwassenonderwijs verkennen (cf. duaal addendum)
o Samenwerking met VLAIO verkennen (digitale innovatie)
Intersectorale toets | Digitalisering is een uitdaging van alle sectoren. Het spreekt voor zich dat er netwerken zullen worden uitgebouwd met aanverwante sectoren om best practices uit te wisselen. Er zal hiervoor beroep gedaan kunnen worden op de intersectorale adviseurs (SERV). Er bestaat al een nauwe samenwerking met de horecasector (Horeca Forma), voedingsindustrie (Alimento) en het aanvullend paritair comité van de bedienden (Cevora). We willen ook van hen leren op het vlak van de uitbouw van een leercultuur en het duaal leren. |
Relancetoets | De foodsector is een ‘essentiële sector’ die actief bleef tijdens de algemene lockdown van maart/april 2020. Een goede voedselbevoorrading van het land is inderdaad een essentiële schakel in de Vlaamse economie. Daarnaast was er tweemaal de sluiting van de non-foodsector (in april en november), alsook veiligheidsbeperkingen op het winkelen, met enorme omzetdalingen tot gevolg. Dit deel van de sector staat voor enorme uitdagingen om deze economische crisis door te komen. De coronacrisis heeft van het personeel in de supermarkten extra prestaties gevraagd, gezien de algemene lockdown, sluiting van de horeca, meer telewerk, enz. Een goede arbeidsorganisatie met goed opgeleide werknemers zijn daarbij cruciaal gebleken. In een onzekere, snel veranderende arbeidsmarkt moeten wendbaarheid, veerkracht en aanpasbaarheid centraal staan. Dit kan enkel door voldoende aandacht te hebben voor een beleid van levenslang leren. Wendbare ondernemingen en breed opgeleide werknemers zijn immers beter gewapend om toekomstige transities het hoofd te bieden. Bovendien biedt een leercultuur met bijhorende opleidings- en doorgroeikansen kansen op het vlak van werkbaar werk en arbeidstevredenheid. |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | De digitalisering heeft invloed op de hele handelssector. De handelaars moeten vlot kunnen inspelen op wisselende consumentenbehoeften en omnichannel verkoop. De coronacrisis heeft de opmars van e-commerce enorm versneld. De sector verkent verder het veld van ondernemerschaps- en innovatie-actoren door deel te nemen aan (specifieke) infosessies, inspiratiemomenten en netwerkevents die vóór en dóór het VLAIO Netwerk georganiseerd worden. Sommige van deze events zullen zich richten naar een algemeen publiek van medewerkers, andere zullen een specifiek doelpubliek beogen. De connecties die gevonden worden tijdens deze sessies stellen de sector in staat om te onderzoeken hoe andere partners gevonden of partnerschappen gesloten kunnen worden met innovatie actoren om bepaalde uitdagingen in de sector aan te gaan (b.v. digitalisering). Idealiter levert de samenwerking directe resultaten op voor de bedrijven, bv. wanneer een |
beroepscompetenties, knelpuntberoepen, IBO’s en beroepsopleidingen met opleidingsstages. Deze convenant zal deze samenwerking versterken en mogelijkheden bieden om verder te werken op de competenties van de toekomst, evoluties in de beroepen zoals winkelverkoper en winkelmanager, het efficiënt screenen van werkzoekenden op deze competenties en hen begeleiden naar individuele beroepsopleidingen, het oriënteren van jonge talenten en het aanbieden van ontbrekende opleidingen.
rond
De sector werkt reeds samen met de VDAB
gezamenlijk advies geformuleerd wordt op een bedrijfscasus. Soms zijn de voordelen indirect, zoals in de vruchtbare kruisbestuiving die gebeurt wanneer niet-evidente partners samenwerken over thema’s of sectoren heen.
Competentie- en loopbaangericht werken | Er wordt een sectorale aanpak van levenslang leren uitgebouwd, waarbij upskilling en reskilling centraal zullen staan, met een bijzondere aandacht voor de KMO’s in de sector. De sector wenst sterker in te zetten op levenslang leren en duaal leren en de werknemers bewust laten omgaan met hun competenties. De sector wil ondernemingen ondersteunen in het duurzaam aan boord houden van aanwezige talenten. Er zal een prognose worden uitgevoerd op basis van een literatuurstudie en werkgroepen om beter zicht te krijgen op de impact van transities op het vlak van competenties in de handelssector en om deze veranderingen beter in kaart te brengen. Welke competenties zullen op middellange termijn, horizon 2030/2040, nodig zijn in de sector? Studiewerk kan op dat vlak interessante bevindingen opleveren, waarmee de sociale partners verder aan de slag kunnen gaan. |
Visie – prioriteiten
Overzicht prioriteiten en acties
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt | Prioriteit 1: Meer uitwisseling tussen scholen en bedrijven • Actie: Scholen en bedrijven met elkaar in contact brengen en daarbij lesgevers en leerlingen laten proeven van het bedrijfsleven (stages, workshops, meedraaien in een bedrijf). |
Prioriteit 2: Beroepskwalificatiedossiers afstemmen op actuele arbeidsmarkt • Actie: Update BKD-winkelmanager en departementsverantwoordelijke met beeld van loopbaanperspectief. Deze BKD’s dateren van 2012 en zijn niet afgestemd op de actuele arbeidsmarkt. • Actie: digitale vaardigheden van de handel in kaart brengen via intersectorale aanpak. | |
2. Levenslang leren en werkbaar werk | Prioriteit 3: Sectoraal opleidingsaanbod ontwikkelen • Actie: 20 opleidingssessies voor werknemers in 2021 en 2022: ‘Agressie in een winkelomgeving’ (1.000 werknemers bereiken). • Actie: 20 opleidingssessies voor werknemers in 2021 en 2022: ‘Digitalisering van de handel’ (werken met tablets, digitaal productbeheer, enz.) (1.000 werknemers bereiken). |
Prioriteit 4: Ondersteuning opleidingsbeleid en werkbaar werk • Actie: Opleidingsincentives zoals het Vlaams Opleidingsverlof (VOV) toelichten en aanmoedigen, evenals de mogelijkheden van de Erkenning van Verworven Competenties (EVC), voor de huidige en toekomstige werknemers. • Actie: Bedrijven ondersteunen in het opmaken van een opleidingsbeleid, opleidingsplannen, werkbaarheidscheque promoten… in het kader van een duurzaam loopbaanbeleid. | |
3. Non- discriminatie en inclusie | Voor 2021 – 2022 sluit de sector een addendum af voor sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. |
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Visie
Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is in het belang van iedereen. Jongeren die algemeen of arbeidsmarktgericht opgeleid worden, wensen maximaal voorbereid te zijn om een job te kunnen uitoefenen. De bedrijfswereld zal de komende jaren verder een grote krapte kennen op de arbeidsmarkt en wenst zijn vacatures kwantitatief en kwalitatief te kunnen invullen. De sociale partners wensen goed opgeleide werknemers die hun job werkbaar kunnen uitoefenen. De overheid tenslotte wenst een werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken tegen 2030 en dus zo weinig mogelijk inactieven op arbeidsleeftijd.
Om leerlingen en leerkrachten in het (voltijds) onderwijs een betere voeling te geven met de laatste ontwikkelingen in de sector en de praktijk op de werkvloer wil de sector ze in contact brengen met het bedrijfsleven door middel van workshops, observatiebezoeken of bedrijfsstages. Kwalitatieve stages, onder verschillende vormen, zorgen ervoor dat leerlingen kunnen proeven van alle aspecten van het beroep van winkelverkoper.
Voor de uitwerking van het thema ‘duaal leren’ dienen we een duaal addendum in, waarmee we inzetten op de kwantiteit en kwaliteit van de werkplekken in het duaal leren binnen het secundair onderwijs en op duaal leren in het hoger en volwassenenonderwijs.
Resultaatsverbintenis: 2021: Opstart updateproces BKD-winkelmanager en departementsverantwoordelijke met beeld van loopbaanperspectief. De sector zal via een ruime raadpleging van verschillende partners zoals handelsondernemingen, VDAB accountmanagers en leergemeenschappen van de opleidingen tot winkelmanager de gevraagde competenties binnen deze beroepen optimaal afstemmen op de actuele arbeidsmarkt. Dit zal de relevantie en aantrekkingskracht van gerelateerde opleidingen ten goede komen. Gezien het om erkende knelpuntberoepen gaat is deze update des te relevanter. 2022: Sectorale mentoropleiding. In 2022 zal een sectorale mentoropleiding opgestart worden en gewerkt worden aan een kwaliteitshandboek voor de optimale begeleiding en evaluatie van leerlingen, stagairs en startende werknemers op de werkplek. Deze mentoropleiding kan ingezet worden i.f.v. de kwaliteit van alle vormen van werkplekleren gaande van stages in het voltijds secundair onderwijs, duaal leren, onboarding van jonge werkkrachten, IBO-stages, jobstudenten… die allen talrijk aan bod komen in de handelssector. Het is in 2021 en vanaf 2022 mogelijk om als bedrijf zelf te voorzien in een opleidingsplan voor het mentorschap op voorwaarde dat dit opleidingsplan in het kader van de mentorkorting erkend is door de Vlaamse overheid. |
Betrokken partners
AHOVOKS, VDAB, Onderwijspartners, scholen en trajectbegeleiders, Departement WSE, andere sectoren met jarenlange ervaring in mentoropleidingen...
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Meer uitwisseling tussen scholen en bedrijven | |
Actie: Scholen en bedrijven met elkaar in contact brengen en daarbij lesgevers en leerlingen laten proeven van het bedrijfsleven (stages, workshops, meedraaien in een bedrijf) | Omschrijving: Om de schoolse opleidingen en VDAB-beroepsopleidingen beter af te stemmen op de praktijk en om lesgevers en leerlingen een betere voeling te geven met het werkveld brengt de sector ze in contact met het bedrijfsleven, zoals met winkelmedewerkers en -managers. Door middel van observatiebezoeken of bedrijfsstages maken de lesgevers en leerlingen kennis met de diverse jobs en nieuwste ontwikkelingen in de sector. Bovendien kunnen leerkrachten deze inzichten verder inbouwen in hun theorielessen. |
Timing: 2021: Netwerk uitbouwen onder leden van de distributiesector en filiaalmanagers om mogelijke samenwerkingen met scholen en VDAB na te gaan. Hetzelfde gebeurt langs de kant van de scholen. 2022: Organisatie van bedrijfsstages en observatiestages voor leerkrachten en leerlingen gedurende het schooljaar 2021-22. | |
Betrokken partners: Onderwijspartners, scholen en trajectbegeleiders, VDAB ... . | |
Inspanningsverbintenissen: • Uitbouw netwerk en eerste contacten tussen 10-tal scholen en ondernemingen. • Aantal bedrijfsbezoeken/-stages organiseren tussen scholen en bedrijven. |
Prioriteit 2: Beroepskwalificatiedossiers afstemmen op actuele arbeidsmarkt | |
Actie: Opstart update BKD- | Omschrijving: De sector evolueert en transformeert |
winkelmanager en | voortdurend waardoor het takenpakket van de |
departementsverant- | winkelmanagers niet meer te vergelijken is met dat van 10 jaar |
woordelijke met beeld van | geleden. Nieuwe taken brengen ook nieuwe competenties met |
loopbaanperspectief | zich mee. Het is daarom belangrijk dat de |
beroepskwalificatiedossiers (BKD’s) regelmatig herbekeken en | |
opnieuw afgestemd worden op de nieuwe noden in de handel. | |
De sector zal het proces opstarten om de | |
beroepskwalificatiedossiers te updaten van winkelmanagers | |
en departementsverantwoordelijken die dateren van 2012. | |
Timing: | |
2021: Netwerk uitbouwen van verschillende partners zoals | |
handelsondernemingen, VDAB accountmanagers en | |
leergemeenschappen van de opleidingen tot winkelmanager | |
de gevraagde competenties binnen deze beroepen optimaal | |
afstemmen op de actuele arbeidsmarkt. Samen met AHOVOKS | |
het updateproces BKD-winkelmanager en | |
departementsverantwoordelijke initiëren. |
2022: Dit proces verder zetten met de betrokken partners. De afronding zal vermoedelijk voor de volgende convenant zijn. | |
Betrokken partners: Agentschap AHOVOKS, VDAB, andere sectoren, onderwijspartners, … . | |
Inspanningsverbintenissen: • Verschillende partners samenbrengen, besprekingen organiseren en tot besluiten komen op niveau van vernoemde BKD’s. • Nieuwe beroepskwalificaties uitschrijven om later te laten valideren, inschalen, erkennen en registreren. | |
Actie: Digitale vaardigheden van handel in kaart brengen via intersectorale aanpak | Omschrijving: Omdat digitalisering van de handel in 2020 in een stroomversnelling is gekomen moeten de digitale vaardigheden voor de functies in onze sector in kaart gebracht worden via een prognose. De aanwezige digitale basisvaardigheden moeten worden vergeleken met de gewenste competenties (digitale maturiteit) met het oog op een verdere digitalisering van de handel. Hiervoor kunnen we intersectoraal samenwerken met Agoria, Cevora, ... . Nadien moeten de nodige acties ondernomen worden om ontbrekende digitale competenties bij te brengen via innovatieve leermethodes om op de steeds verdere digitaliseringsevolutie van de sector te kunnen antwoorden. Parallel zal de link met het onderwijs en de aanpassingen van de duale en andere opleidingen nodig zijn die leiden tot deze functies in de handel. |
Timing: 2021: partners betrekken bij het opstellen van de analyses en in kaart brengen van digitale vaardigheden in de sector. | |
2022: uitvoeren van de analyses en resultaten omzetten in een actieplan. | |
Betrokken partners: Onderwijs, Intersectoraal (Agoria), VDAB, ... . | |
Inspanningsverbintenissen: • Overleg plannen en uitvoeren met andere sectoren en externe partners voor de realisatie van de analyse naar digitale vaardigheden die nodig zijn voor de hoofdfuncties in de sector. Uitvoeren van de analyses en resultaten omzetten in acties. |
2. Levenslang leren en werkbaar werk
Visie
Levenslang leren is belangrijk om veerkrachtig om te kunnen gaan met een voortdurend veranderende context. Om dit te bereiken dienen we een leercultuur in de ondernemingen te
stimuleren en zullen we inzetten op het aanbieden van een generiek sectoraal opleidingsaanbod. Zo stimuleren we ook de leermotivatie bij werknemers. Dankzij een gepast aanbod kunnen werknemers in staat zijn om het hoofd te bieden aan belangrijke transformatieprocessen (bv. digitalisering) en verschuivingen in de werkorganisatie en veranderende competentienoden in de sector.
Nieuwe competenties moeten aangeleerd worden via aangepaste leermethoden.
Bovendien moeten werknemers ondersteund worden om een duurzame loopbaan in de sector uit te bouwen. Werk moet werkbaar blijven, ongeacht in welke fase van de loopbaan een werknemer zich bevindt.
Daarbij zal de sector financiële opleidingsincentives zoals het Vlaams Opleidingsverlof (VOV) toelichten en aanmoedigen, evenals de mogelijkheden van de Erkenning van Verworven Competenties (EVC), voor de huidige en toekomstige werknemers.
De sector wil bedrijven ondersteunen in het opmaken van een opleidingsbeleid, opleidingsplannen, subsidies voor opleidingen, werkbaarheidscheque promoten… De sectorconsulenten nemen deze maatregelen mee in hun rugzak tijdens bedrijfsbezoeken. De sector zal hierbij ook beroep doen op het ruime opleidingsaanbod van de VDAB en competentiescans die opleidingsnoden zichtbaar maken voor ieder individu.
Momenteel wordt er in samenwerking met de medewerkers van de VDAB al gesleuteld aan de clusters van beroepen in de handel en de bijhorende competenties (Competent 2.0). Deze samenwerking rond competentieprofielen en (online) opleidingen zal vruchten afwerpen in de visie rond levenslang leren.
De sector neemt ook deel aan het recent opgerichte Partnerschap Levenslang Xxxxx onder leiding van het departement WSE. We hopen daar te kunnen bijdragen aan de maatschappelijke systeemswitch die nodig is rond leercultuur in Vlaanderen.
Resultaatsverbintenis: 2021: 2 x 20 sessies Agressie in een winkelomgeving en Digitalisering van de handel (x 25 deelnemers), met financiële tegemoetkoming vanuit het sociaal fonds. 2022: idem. |
Betrokken partners:
Sociaal fonds, externe opleidingsaanbieders, ... .
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Sectoraal opleidingsaanbod voor werknemers ontwikkelen | |
Actie: 20 opleidingssessies voor werknemers in 2021 en 2022: ‘Agressie in een winkelomgeving’ | Omschrijving: Binnen het generiek sectoraal opleidingsaanbod willen we de opleiding “Omgaan met agressie in de winkelomgeving” verder ontwikkelen, ook met blended learning. De sociale partners zullen promotie maken voor dit aanbod door het sociaal fonds. Het sociaal fonds voorziet een financiële tegemoetkoming per opleidingsdag. |
Timing: 2021: 2 x 20 sessies “Omgaan met agressie in een winkelomgeving”. 2022: idem. | |
Betrokken partners: Sociaal fonds, externe opleidingsaanbieder, ... . | |
Resultaatsverbintenissen: 1.000 werknemers bereiken aan de hand van 2 x 20 sessies x 25 deelnemers (+ in house aanbod). | |
Actie: 20 opleidingssessies voor werknemers in 2021 en 2022: ‘Digitalisering van de handel’ (werken met tablets, digitaal productbeheer, GDPR, enz.) | Omschrijving: Via focusgroepen worden de grootste noden van digitale vaardigheden bij winkelpersoneel in kaart gebracht en wordt een opleiding “Digitalisering van de handel” ontwikkeld voor de sector. De sociale partners zullen promotie maken voor dit aanbod door het sociaal fonds. Het sociaal fonds voorziet een financiële tegemoetkoming per opleidingsdag. |
Timing: 2021: 2 x 20 sessies Digitalisering van de handel. 2022: idem. | |
Betrokken partners: Sociaal fonds, externe opleidingsaanbieder, ... . | |
Resultaatsverbintenissen: 1.000 werknemers bereiken aan de hand van 2 x 20 sessies x 25 deelnemers (+ in house aanbod). |
Prioriteit 2: Ondersteuning opleidingsbeleid en werkbaar werk | |
Actie: Opleidingsincentives zoals het Vlaams Opleidingsverlof (VOV) toelichten en aanmoedigen, evenals de mogelijkheden van de Erkenning van Verworven Competenties (EVC), voor de huidige en toekomstige werknemers | Omschrijving: De medewerkers in centrale functies, zoals personeelszaken (HR), wisselen in veel handelsondernemingen elkaar in snel tempo op. Hierdoor gaat steeds veel kennis verloren over subsidiemogelijkheden bij opleidingen en de mogelijkheden van de erkenning van eerder verworden competenties. De sector speelt hierbij een belangrijke ondersteunende rol en zal op regelmatige basis financiële opleidingsincentives zoals het Vlaams Opleidingsverlof (VOV) toelichten en aanmoedigen, evenals de mogelijkheden van de Erkenning van Verworven Competenties (EVC), voor de huidige en toekomstige werknemers. |
Timing: 2021 en 2022: regelmatige Webinars, werkgroepen en andere vormen van ondersteuning rond deze thema’s. | |
Betrokken partners: Departement WSE, VDAB, ... . | |
Inspanningsverbintenissen: Jaarlijks Webinars en vermeldingen in de nieuwsbrieven rond deze thema’s. | |
Actie: Bedrijven ondersteunen in het uitwerken van een opleidingsbeleid, | Omschrijving: De medewerkers in centrale functies, zoals personeelszaken (HR), wisselen in veel handelsondernemingen elkaar in snel |
opleidingsplannen, werkbaarheidscheque promoten | tempo op. Hierdoor gaat steeds veel kennis verloren over het interne opleidingsbeleid, over hoe men opleidingsplannen kan vormgeven en hoe dit past in een duurzaam loopbaanbeleid waar werkbaar werk centraal staat. De sector speelt hierbij een belangrijke rol en zal op regelmatige basis, via de sectorconsulenten, de bestaande ondersteuningen vanuit de overheid zoals de Vlaamse werkbaarheidscheque aan de ondernemingen toelichten. Via Webinars en andere diensten zal de sector ondersteuning bieden bij het uitwerken van een opleidingsbeleid en opleidingsplannen. |
Timing: 2021 en 2022: regelmatige Webinars, werkgroepen en andere vormen van ondersteuning rond deze thema’s. | |
Betrokken partners: Departement WSE, andere sectoren, opleidingsspecialisten, … . | |
Inspanningsverbintenissen: Jaarlijks Webinars en vermeldingen in de nieuwsbrieven rond deze thema’s. |
3. Non-discriminatie en inclusie
Visie
Vertrekkende vanuit het idee dat iedere persoon recht heeft op werk en op zelfontplooiing wil de sector werkgevers en werknemers verder sensibiliseren, informeren en ondersteunen over non- discriminatie bij aanwerving. Het kader van de Vlaamse overheid zal hiertoe op het terrein geïmplementeerd worden.
Voor 2021 sluit de sector een addendum af voor onderzoek en gedachtewisseling i.v.m. non- discriminatie en inclusie en voor de uitvoering van de nulmeting in 2022.
De sector engageert zich ook om een addendum op te maken voor 2022 waarin doorgewerkt wordt op de acties van 2021 en waarin een nulmeting non-discriminatie, zoals in andere sectoren, zal uitgevoerd worden.
Resultaatsverbintenis: 2021: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. 2022: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. |
Prioriteiten en acties
Zie addendum 2021 – 2022.
Rode draden
Intersectorale toets | Digitalisering van de sector Actie: Digitale vaardigheden van winkelpersoneel in kaart brengen en in samenwerking met intersectorale adviseurs van de SERV sectoroverschrijdende noden of samenwerkingsmogelijkheden trachten te detecteren. Actie: Netwerk uitbouwen met andere sectoren met betrekking tot de uitdaging digitalisering. |
Relancetoets | Inzetten op opleiding en werkbaar werk voor een duurzaam personeelsbeleid, zie veerkracht en wendbaarheid winkelpersoneel. Actie: 40 opleidingssessies voor werknemers in 2021 en 2022. |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | Innovatie van de arbeidsorganisatie Actie: De sector verkent verder het veld van ondernemerschaps- en innovatie-actoren door deel te nemen aan infosessies, inspiratiemomenten en netwerkevents die vóór en dóór het VLAIO Netwerk georganiseerd worden. De connecties die gevonden worden tijdens deze sessies stelt de sector in staat om te onderzoeken hoe andere partners kunnen gevonden worden of partnerschappen kunnen gesloten worden met innovatie-actoren om bepaalde uitdagingen in de sector aan te gaan (vb. digitalisering). |
Competentie- en loopbaangericht werken | Inzetten op levenslang leren en duaal leren Actie: update BKD Xxxxxxxxxxxxx met beeld van loopbaanperspectief. Actie: toename erkende werkplekken duaal leren (cf. duaal addendum). Actie: 40 opleidingssessies voor werknemers in zowel 2021 als 2022. |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per decretaal thema is behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen betaald.
Beëindiging
- Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
- Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
- De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
- Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
- De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Namens de sociale partners van de sector van de Detailhandel, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxx XXXXXXXX, Comeos
De xxxx Xxxxx XXXXX, Comeos
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
Xxxxxxx Xxxxxxx XXX XXXXX, ACV Puls
Xxxxxxx Xxxxxxxx XXXXXXXX, CSC CNE
De heer Xxx XX XXXXX, ABVV-BBTK
Xxxxxxx Xxxxxx XXXXXX, FGTB SETCA
De xxxx Xxxxx XXXXXXXXXXXXX, ACLVB/CGSLB