Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland
Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland
Uitvoeringsreglement
als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES
Juni 2017
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3
Artikel 1 Algemene bepalingen 3
Artikel 3 Omzetten van (wijzigingen van de) pensioenovereenkomst in het pensioenreglement 3
Hoofdstuk 2 Informatieverstrekking 4
Artikel 4 Informatieverstrekking door het aangesloten lichaam 4
Artikel 5 Niet-nakoming informatieplicht door het aangesloten lichaam 4
Artikel 6 Informatieverstrekking door het fonds (algemeen) 4
Artikel 7 Informatieverstrekking door het fonds aan het aangesloten lichaam 4
Hoofdstuk 3 Premiebeleid en vermogenspositie 5
Artikel 8 Premiebeleid en –betaling 5
Artikel 9 Niet-nakoming van betalingsverplichtingen van het aangesloten lichaam 5
Artikel 10 Besluitvorming bij vermogenstekorten en vermogensoverschotten 6
Hoofdstuk 4 Toeslagverlening 6
Artikel 11 Voorwaardelijke toeslagverlening 6
Artikel 12 Uitvoering van de VUT-regeling 7
Artikel 13 Hardheidsclausule en onvoorziene gevallen 7
Artikel 14 Klachten en geschillen 7
Artikel 15 Inwerkingtreding en wijziging van het reglement 7
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Algemene bepalingen
Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland (hierna ‘het fonds’) voert de pensioen-overeenkomst uit voor de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg en de daarmee gelieerde lichamen in Caribisch Nederland. Het bestuur van het fonds heeft het onderhavige uitvoeringsreglement vastgesteld ter uitvoering van artikel 11f van de Pensioenwet Ambtenaren BES. Het uitvoeringsreglement regelt de verhouding tussen de aangesloten lichamen in de zin van de Pensioenwet Ambtenaren BES. Het aangesloten lichaam is gebonden aan dit reglement op grond van artikel 11c Pensioenwet Ambtenaren BES.
Artikel 2 Definities
In dit reglement zijn de definities zoals omschreven in artikel 2 van de statuten respectievelijk de omschrijving in het pensioenreglement van toepassing.
Voorts wordt verstaan onder:
- Pensioenreglement: het geldende pensioenreglement Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland;
- Reglement: het uitvoeringsreglement van het fonds;
- Statuten: de geldende statuten van het fonds.
Artikel 3 Omzetten van (wijzigingen van de) pensioenovereenkomst in het pensioenreglement
1. Mede namens de vakorganisaties van werknemers die zijn toegelaten tot het overleg bedoeld in het Besluit overlegstelsels BES informeert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie het fonds over (iedere wijziging van) de pensioenovereenkomst.
2. Het fonds is verantwoordelijk voor het omzetten van de pensioenovereenkomst in een pensioenreglement en draagt er zorg voor dat het pensioenreglement steeds in overeenstemming is met de overeengekomen pensioenovereenkomst, en de wijzigingen daarop.
3. Het fonds stelt vervolgens uiterlijk binnen drie maanden na het van kracht worden van de (gewijzigde) pensioenovereenkomst een (gewijzigd) pensioenreglement vast bij bestuursbesluit met inachtneming van de op grond van de wet en de statuten geldende procedures.
4. Een wijziging van het pensioenreglement in verband met wijziging van de pensioenovereenkomst treedt in werking op hetzelfde moment als waarop de wijziging van de pensioenovereenkomst van kracht is geworden.
Hoofdstuk 2 Informatieverstrekking
Artikel 4 Informatieverstrekking door het aangesloten lichaam
1. Het aangesloten lichaam is verplicht om alle werknemers die voldoen aan de criteria voor deelnemerschap aan te melden bij het fonds.
2. Het aangesloten lichaam is verplicht alle inlichtingen te verstrekken, die het bestuur nodig acht voor de uitvoering van de statuten en de pensioenreglementen. Alle gegevens worden volledig en juist verstrekt, op de wijze zoals door het fonds is aangegeven. Het aangesloten lichaam is verplicht de in dit hoofdstuk bedoelde inlichtingen op een zodanig tijdstip aan het fonds te verstrekken, dat het fonds voldoende tijd heeft om aan haar verplichtingen jegens de betrokkenen te voldoen.
3. Het aangesloten lichaam geeft wijzigingen van de deelnemersgegevens – waaronder ook het einde van de aanstelling of van het dienstverband – tijdig door aan het fonds.
Artikel 5 Niet-nakoming informatieplicht door het aangesloten lichaam
1. Indien het aangesloten lichaam in gebreke blijft de in artikel 4 bedoelde inlichtingen te verstrekken, is het bestuur bevoegd de benodigde gegevens naar beste weten ambtshalve vast te stellen.
2. Indien het aangesloten lichaam geen, onvolledige of onjuiste informatie heeft verstrekt, is het fonds bevoegd om na ontvangst van de correcte gegevens de toegekende pensioenaanspraken en pensioenrechten te corrigeren.
Het fonds zal de kosten die het in dit verband maakt in rekening brengen.
3. Het aangesloten lichaam is aansprakelijk voor schade die het fonds lijdt als gevolg van het aanleveren van onvolledige, onjuiste of niet tijdige informatie door het aangesloten lichaam. Daarbij wordt tevens als schade aangemerkt gederfd rendement en uitkeringen die het fonds onvoorzien moet doen aan personen met betrekking tot wie het aangesloten lichaam onvolledige, onjuiste of niet tijdige informatie heeft aangeleverd.
Artikel 6 Informatieverstrekking door het fonds (algemeen)
Het fonds informeert de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en andere belanghebbenden op de wijze zoals bepaald is in het pensioenreglement.
Artikel 7 Informatieverstrekking door het fonds aan het aangesloten lichaam
1. Het fonds verstrekt het aangesloten lichaam bij aansluiting schriftelijk informatie over de statuten, het reglement en het pensioenreglement.
2. Het fonds zorgt er voor dat het aangesloten lichaam kennis kan nemen van de statuten, het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement. Dit geschiedt door publicatie van deze teksten op de website van het fonds. Op verzoek van het aangesloten lichaam wordt een schriftelijk exemplaar verstrekt.
3. Het fonds informeert het aangesloten lichaam (schriftelijk) over wijzigingen van de statuten, dit reglement en de pensioenreglementen.
Hoofdstuk 3 Premiebeleid en vermogenspositie Artikel 8 Premiebeleid en –betaling
1. Met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de wet en de statuten is bepaald, stelt het bestuur jaarlijks de verschuldigde premie vast. De premie wordt vastgesteld als percentage van de pensioengrondslag.
2. De premie is evenwel op basis van de pensioenovereenkomst gemaximeerd op 22% van het ambtelijk inkomen.
3. De premie wordt niet lager vastgesteld dan de kostendekkende premie. De kostendekkende premie wordt door het fonds vastgesteld op de manier zoals omschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het fonds.
4. De voor een deelnemer verschuldigde premie wordt berekend aan de hand van het ambtelijk inkomen zoals omschreven in het pensioenreglement. In het pensioenreglement is ook opgenomen wat de premiebijdrage van de deelnemer aan de pensioenregeling is.
5. Het aangesloten lichaam is de premie voor de actieve deelnemers verschuldigd aan het fonds.
6. De werknemer is zijn bijdrage in de premie verschuldigd aan zijn aangesloten lichaam. Het aangesloten lichaam is verplicht bij elke loonbetaling de bijdrage van de werknemer in de premie met betrekking tot de periode waarop de loonbetaling betrekking heeft in te houden op het loon.
7. Het aangesloten lichaam is verplicht steeds voor het eind van iedere maand de premie over de voorafgaande maand aan het fonds te voldoen.
Artikel 9 Niet-nakoming van betalingsverplichtingen van het aangesloten lichaam
1. Het aangesloten lichaam is aan het fonds over de bedragen die het niet tijdig heeft voldaan de wettelijke rente verschuldigd, te rekenen vanaf de dag volgend op die van de uiterste betaling, tot aan de dag van ontvangst van de betaling.
2. Indien het aangesloten lichaam de pensioenbijdragen niet of niet volledig betaalt, zal het fonds het betrokken aangesloten lichaam uiterlijk een maand na het verstrijken van de betalingstermijn een eerste aanmaning sturen.
3. In geval van een betalingsachterstand van het aangesloten lichaam van meer dan 30 dagen na aanmaning per aangetekende brief kan het fonds de premie, wettelijke of reglementaire boeten en de aanmaningskosten invorderen per dwangbevel conform het bepaalde in artikel 11h van de Pensioenwet ambtenaren BES.
4. Het fonds kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet-nakomen door een aangesloten lichaam van diens betalingsverplichtingen.
5. Indien binnen een maand na de eerste aanmaning bedoeld in lid 2, het openstaande bedrag niet of niet volledig is betaald, zal het fonds de werknemers hierover informeren.
Indien drie maanden daarna nog steeds niet of niet volledig is betaald, zal het fonds de opbouw van de betrokken werknemers beëindigen onderscheidenlijk beperken en de pensioenaanspraken op risicobasis geheel of gedeeltelijk doen vervallen.
Artikel 10 Besluitvorming bij vermogenstekorten en vermogensoverschotten
1. Vermogenstekorten Indien
a. de technische voorzieningen niet meer volledig door waarden zijn gedekt, en
b. het fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen door waarden te dekken zonder dat de belangen van de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of het aangesloten lichaam onevenredig worden geschaad, en
c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan van het fonds
kan het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten verminderen.
Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemer, pensioengerechtigden en het aangesloten lichaam schriftelijk over het besluit tot vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten
De vermindering kan op zijn vroegst een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, de aangesloten lichamen en De Nederlandsche Bank hierover geïnformeerd zijn, worden gerealiseerd.
2. Vermogensoverschotten
In geval van een vermogensoverschot zoals bedoeld in de actuariële en bedrijfstechnische nota kan het fonds besluiten om een eerdere vermindering van aanspraken en rechten ongedaan te maken.
Indien na het ongedaan maken van een eerdere vermindering van aanspraken en rechten een vermogensoverschot resteert of optreedt, dan kan het fonds een verlaagde opbouw ongedaan maken.
Indien na het ongedaan maken van een verlaagde opbouw er nog een vermogensoverschot resteert of optreedt, dan kan het fonds besluiten tot reparerende toeslagverlening (inhaalindexatie).
Vermogensoverschotten van het fonds komen niet en onder geen enkele voorwaarde ten goede aan de werkgever.
Hoofdstuk 4 Toeslagverlening
Artikel 11 Voorwaardelijke toeslagverlening
Het bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken kunnen worden aangepast. Hierbij wordt als uitgangspunt de prijsontwikkeling genomen. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement en/of aanwezige middelen van het fonds gefinancierd.
Artikel 12 Uitvoering van de VUT-regeling
1. Het fonds verzorgt op grond van artikel 112e en 112f van de Pensioenwet ambtenaren BES ook de uitkeringen bij vervroegd uittreden. Deze uitkeringen komen ten laste van de staat, indien de belanghebbende totdat hem ontslag werd verleend in dienst was van het Land Nederlandse Antillen, en ten laste van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, indien de belanghebbende totdat hem ontslag werd verleend in dienst was van het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius, onderscheidenlijk Saba.
2. Het fonds is bevoegd de uitkeringen stop te zetten wanneer zij de bijdragen van het betreffende lichaam niet ontvangt.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 13 Hardheidsclausule en onvoorziene gevallen
1. Het bestuur is bevoegd om op verzoek van een aangesloten lichaam, af te wijken van het in dit reglement bepaalde in de gevallen waarin het bestuur van oordeel is dat de toepassing van dit reglement gezien de omstandigheden tot onredelijke of ongewenste consequenties voert.
2. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het fonds.
Artikel 14 Klachten en geschillen
Alle klachten en geschillen betreffende dit uitvoeringsreglement zullen worden behandeld conform het bepaalde in het reglement van de Commissie van Beroep van het fonds.
Artikel 15 Inwerkingtreding en wijziging van het reglement
1. Dit reglement is in werking getreden met ingang van 10 oktober 2010 en laatstelijk gewijzigd per 1 juni 2017.
2. Wijzigingen van het reglement geschieden bij bestuursbesluit na ingewonnen advies van het advies- en verantwoordingsorgaan.
Voorzitter Secretaris
De heer H.W.T. Linkels De heer G.H. Bergsma