Algemene voorwaarden onderwijsovereenkomst artikel 1 t/m 20
Algemene voorwaarden onderwijsovereenkomst artikel 1 t/m 20
Dit document geldt alleen voor studenten in de leerwegen BOL en BBL. Voor studenten in de 3e leerweg (OVO of OVO-ODT) geldt de versie: Algemene voorwaarden bij onderwijsovereenkomst Mbo-OVO- ODT.
1. Geldigheid en reikwijdte:
1.1 Het opleidingsblad vormt samen met de bepalingen en eventuele bijlage(n) de tussen de partijen gesloten onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs . Voor zover daarvan in het opleidingsblad en de bijlage(n) niet wordt afgeweken, zijn de bepalingen van toepassing. Als de school het opleidingsblad voor de tweede of daaropvolgende keer uitgeeft, hoeft deze niet opnieuw ondertekend te worden. Het nieuwe opleidingsblad vervangt het voorgaande opleidingsblad.
1.2 De onderwijsovereenkomst is de formele bekrachtiging van de inschrijving van de student. Deze geldt als een voorlopige inschrijving, zolang de voor definitieve inschrijving vereiste gegevens of documentatie niet door de school zijn ontvangen. Indien de school uiterlijk vijf schooldagen vóór 1 oktober de vereiste gegevens en/of documenten niet heeft ontvangen, komt de inschrijving automatisch te vervallen. Dit geldt ook indien uit de ontvangen gegevens en/of documenten blijkt dat er een verkeerde voorstelling van zaken is gegeven op basis waarvan de voorlopige inschrijving heeft plaatsgevonden.
1.3 De studentenraad van Xxxx.xxxxxxx heeft ingestemd met de model onderwijsovereenkomst van Xxxx.xxxxxxx.
1.4 Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
1.5 In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist het bevoegd gezag van Xxxx.xxxxxxx.
2. De opleidingsinschrijving
2.1 Als bovenstaande opleidingsgegevens niet kloppen, dient de student binnen tien werkdagen contact op te nemen met de studentenadministratie.
2.2 Wijzigingen van het opleidingstraject zoals vermeld op het opleidingsblad kunnen gevolgen hebben voor het recht op studiefinanciering en het recht op een bijdrage in het kader van de Wet kindgebonden budget voor studenten onder de 18 jaar (voor 1-8-2015 de WTOS). Informatie hierover staat op xxx.xxx.xx.
3. Ondertekening
3.1 De student verklaart door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de bepalingen die deel uitmaken van deze onderwijsovereenkomst
3.2 De school verklaart door ondertekening van deze overeenkomst de in deze overeenkomst en de bepalingen opgenomen verplichtingen te zullen nakomen.
3.3 De student verklaart door ondertekening kennis te hebben genomen de documenten waar in deze overeenkomst naar wordt verwezen.
3.4 De student verklaart de documenten die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst of als bijlage
bij deze overeenkomst worden gevoegd te hebben ontvangen/te hebben ingezien.
3.5 Als de student xxxxxxxxxxx is, ondertekent zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) deze overeenkomst ook.
3.6 De student verklaart zich bekend met de verplichting tot het betalen van lesgeld op grond van de Les- en cursusgeldwet.
4 Aard van de overeenkomst
4.1 De Algemene Voorwaarden vormen samen met het opleidingsblad de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).
4.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Bepalingen die specifiek gaan over de door de student te volgen opleiding staan in het opleidingsblad. Het opleidingsblad is een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘opleiding’ staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.
4.3 De opleidingsgegevens zoals opgenomen in artikel 2 van het opleidingsblad kunnen gedurende de opleiding met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek en met instemming van de student, al dan niet via, in of na overleg met of op advies van een functionaris van de school op verzoek van de student doorgevoerd. De school kan de student hierin altijd actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende de looptijd vervangen door een nieuw opleidingsblad, dat de school schriftelijk (op papier / digitaal) stuurt naar de student (en in geval van een minderjarige student ook naar zijn/haar ouder(s) en/of wettelijk vertegenwoordiger).
4.4 Als de student of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen tien schooldagen schriftelijk of mondeling aan de school doorgeven. De opleidingsgegevens worden in dergelijk geval gecorrigeerd. In dit geval blijft de student de opleiding volgen zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe opleidingsblad het vorige opleidingsblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst.
4.5. De student en in het geval van minderjarigheid de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier.
5 Inhoud en inrichting
5.1 De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze is opgenomen in de studiegids en te downloaden van xxx.xxxx.xxxxxxx (xxx.xxxx – documenten). Daarnaast is er een examenreglement dat ook op de website en het intranet te vinden is.
5.2 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer een student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, dan wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst afgesloten. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding.
5.3 Een student kan met de school aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.
5.4 Op grond van bewijsstukken kan een student vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de OER. Het bewijs van de vrijstelling komt in het studentendossier. De school geeft de student een bewijs van de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de orde is, ook worden vermeld of de vrijstelling voor een beperkte tijd geldig is.
5.5 De beroepspraktijkvorming (BPV) is een onderdeel van deze opleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming staan in een praktijkovereenkomst tussen de school, de student en het leerbedrijf dat de BPV verzorgt.
5.6 De school heeft de zorgplicht een arbeidsmarktrelevante opleiding aan te bieden en de student helpen bij het vinden van een BPV-plek. De student moet zich inspannen om een BPV-plek te vinden en/of moet een BPV-plek accepteren.
6 Tijdvakken en locaties
6.1 De school maakt het rooster en de locaties op tijd en ruim voor het begin van de lessen aan de student bekend. De school maakt het rooster bekend via het intranet.
1 Per 1 augustus 2014 geldt de volgende bepaling zoals neergelegd in artikel 7.4.8. lid 2 van de WEB: “Het bevoegd gezag legt de beschrijving van het onderwijsprogramma, met vermelding van het aantal begeleide onderwijsuren als bedoeld in artikel 7.2.7 per programmaonderdeel per studiejaar en het aantal klokuren beroepspraktijkvorming per studiejaar, en de regels met betrekking tot het examen tijdig voor aanvang van de opleiding vast in de onderwijs- en examenregeling van de instelling en zorgt ervoor dat deelnemers volledig en tijdig worden geïnformeerd over het onderwijsprogramma en de examens.”
6.2 De student moet de opleidingsactiviteiten volgens het geldende rooster volgen.
6.3 De school mag het rooster en de locaties om organisatorische en/of onderwijsinhoudelijke redenen wijzigen. De school spant zich in wijzigingen van het rooster en/of de locatie op tijd en voor aanvang van de les via het intranet door te geven aan de student.
6.4 De school verwacht van de student dat hij/zij op tijd, dat wil zeggen voor het begin van de opleidingsactiviteit, op de locatie aanwezig is.
7 Wederzijdse inspanningsverplichting
7.1 De school organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student de opleiding redelijkerwijs binnen de gestelde termijn met succes af kan ronden. Te weten voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleidingsblad staat. De school draagt zorg voor het realiseren van de ingeroosterde lessen en andere activiteiten en zorgt in het geval van lesuitval voor een passend alternatief. In uitzonderlijke gevallen, kan het bevoegd gezag een alternatieve termijn voor de opleiding vaststellen. In dit geval moet via een nieuw opleidingsblad een nieuwe verwachte einddatum met de student worden afgesproken.
7.2 De student spant zich zo goed mogelijk in om de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleidingsblad staat. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk aan opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
7.3 De instelling informeert de ouders/verzorgers over de voortgang van de opleiding en zij nodigt hen uit voor spreekavonden die voor ouders/verzorgers en de student worden georganiseerd. Door het ondertekenen van deze onderwijsovereenkomst gaat de student hiermee akkoord, voor zover zijn/haar toestemming vereist is op grond van de onderwijsregelgeving en/of op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De instelling kan ten aanzien van meerderjarige studenten afzien van de in de eerste zin genoemde activiteiten.
8 Financiële verplichtingen
8.1 Aan het volgen van de opleiding zijn de wettelijke vastgestelde les- en/of cursusgelden verbonden.
8.2 De school bekostigt de onderwijsactiviteiten en de daarvoor benodigde inventaris die op basis van het betreffende kwalificatiedossier noodzakelijk zijn om studenten in staat te stellen het onderwijs te volgen en het diploma te behalen.
8.3 De student verklaart door ondertekening van de onderwijsovereenkomst kennis te hebben genomen van de lijst met onderwijsbenodigdheden waar hij/zij voor aanvang van de opleiding over moet beschikken. De onderwijsbenodigdhedenlijst zal voor aanvang van de opleiding aan de student worden toegezonden. Informatie hierover is opgenomen in het locatiedeel van de studiegids, zie xxx.xxxx.xxxxxxx (xxx.xxxx – documenten). De student bepaalt zelf hoe en waar
hij/zij deze onderwijsbenodigdheden aanschaft.
8.4 Daarnaast kan de instelling opleidingsactiviteiten aanbieden waar de student zich op vrijwillige basis door de school voor kan laten inschrijven. Voor deze extra opleidingsactiviteiten kan de school extra kosten in rekening brengen. Dit is de vrijwillige bijdrage. De studenten die ervoor kiezen aan deze activiteiten deel te nemen, moeten deze kosten apart betalen. Afspraken over de vrijwillige bijdrage staan in een aparte overeenkomst tussen student en school en vallen buiten het kader van deze overeenkomst.
8.5 De inschrijving is niet afhankelijk van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde geldelijke bijdrage overeenkomstig artikel 8.1.4. van de W EB.
8.6 In voorkomend geval worden in een aparte regeling die als bijlage bij de onderwijsovereenkomst wordt gevoegd, en onderdeel uit gaat maken van de onderwijsovereenkomst, afspraken gemaakt over het terugbetalen van voorschotten, verstrekt door het bevoegd gezag om het wettelijk verplichte les- of cursusgeld te voldoen.
8.7 In voorkomend geval worden in een aparte regeling die als bijlage bij de onderwijsovereenkomst wordt gevoegd, afspraken gemaakt over de terugbetaling van cursusgeld in andere dan wettelijk bedoelde situaties, zoals vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 (artikel 14).
9 Passend Onderwijs
9.1. Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra begeleiding in het kader van de Wet Passend Onderwijs. Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een addendum bij de onderwijsovereenkomst neergelegd. Deze maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze onderwijsovereenkomst.
9.2. De student levert de school de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de school deze ondersteuning kan bieden. W anneer blijkt dat hij/zij deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteuning ook niet opgenomen in (de bijlage bij) de onderwijsovereenkomst. De school hoeft de noodzakelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, kan de school zelf vaststellen of zij hieraan alsnog tegemoet kan komen.
10 Ziekte en afwezigheid
10.1 Als de student wegens ziekte of andere zwaarwegende persoonlijke omstandigheden opleidingsactiviteiten niet kan volgen, moet hij/zij dit zo snel mogelijk – bij voorkeur op de dag zelf
–melden volgens de procedure zoals aangegeven in de studiegids.
10.2 De school kan de student in geval van (langdurige) ziekte vragen een verklaring van een arts in te leveren, waarin staat dat de student wegens medische redenen de onderwijsactiviteiten niet
kan volgen.
10.3 Als de student met een andere reden dan ziekte niet aan een opleidingsactiviteit deel kan nemen, moet hij/zij uiterlijk twee werkdagen voor die activiteit onder opgave van redenen verlof vragen volgens de procedure zoals aangegeven in de studiegids.
10.4 De student die verlof heeft gekregen, is verplicht de betreffende onderwijsactiviteit in te halen, tenzij anders is afgesproken.
10.5 Als de student onder de werking van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering valt en hij gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vijf weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, maakt de school daarvan een aantekening en doet zij melding aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, conform de in artikel 8.1.7 van de WEB genoemde voorwaarden.
10.6 Als de student onder de Leerplichtwet valt en zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond gedurende zestien uren les- of praktijktijd in een periode van vier weken, geeft de school dit zonder uitstel door aan het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheen IB-groep).
10.7 Studenten boven de 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben, worden volgens dezelfde termijnen als leerplichtige studenten gemeld bij het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheen IB-groep).
11 Rechten en plichten van de student
11.1 Het bestuur van de school zorgt ervoor dat de instelling een studentenstatuut heeft als bedoeld in artikel 7.4.8. van de W EB.
11.2 In het studentenstatuut staan de rechten en de plichten van de student.
11.3 De studentenraad heeft ingestemd met het studentenstatuut.
12 Schorsing en verwijdering
12.1 Als de student zich niet aan de regels van de school houdt, zoals (onder meer) beschreven in het studentenstatuut en de studiegids kan de school de student xxxxxxxx.
12.2 De school kan de student maximaal vijf werkdagen met onmiddellijke ingang schorsen. Deze termijn kan nog eens met maximaal vijf werkdagen worden verlengd.
12.3 De school kan de schorsing schriftelijk of mondeling doorgeven aan de student. De reden, de startdatum en de duur van de schorsing moeten worden vermeld. De school moet een mondelinge schorsing meteen schriftelijk bevestigen. De hiervoor omschreven punten moeten dan ook worden vermeld.
12.4 De student kan binnen vijf werkdagen na het opleggen van de schorsing zijn reactie schriftelijk aan de school kenbaar maken.
12.5 De student die tijdens een opleidingsactiviteit ongewenst gedrag vertoont, kan door directeur mbo uit de opleidingsactiviteit worden verwijderd.
12.6 De student kan van de school worden verwijderd als hij het studentenstatuut van de school overtreedt, nadat hij een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen en daarbij is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen en/of nalaten of als hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag.
12.7 De student heeft het recht in bezwaar gaan tegen het besluit van de school om hem te verwijderen. Een bezwaar kan binnen 6 weken schriftelijk worden ingediend bij het bevoegd gezag, zie studentenstatuut.
12.8 Door ondertekening verklaart de student kennis te hebben genomen van het studentenstatuut van de school. Het studentenstatuut is in te zien op xxx.xxxx.xxxxxxx (xxx.xxxx – documenten)
12.9 Voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is en voor examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de W EB, geldt dat de school in geval van verwijdering van de student ervoor zorgt dat een andere school bereid is de student toe te laten conform de artikelen 8.1.3., vijfde lid, van de WEB. Als de school aantoonbaar acht weken zonder succes heeft gezocht naar een andere school, kan de school in afwijking van het voorgaande tot definitieve verwijdering overgaan.
13 Aansprakelijkheid
13.1 De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst op grond van schorsing en/of verwijdering van de student. De student heeft in dat geval geen recht op terugbetaling van gemaakte kosten.
13.2 Met uitzondering van opzet of grove schuld is Xxxx.xxxxxxx niet aansprakelijk voor verlies, diefstal, verduistering en/of beschadiging van eigendommen van de student.
13.3 De aansprakelijkheid van de school voortvloeiende uit het verwijtbaar niet (behoorlijk) nakomen van deze overeenkomst, wordt gesteld op een bedrag minimaal overeenkomend met het les- of cursusgeld van het desbetreffende studiejaar, dan wel een evenredig deel daarvan als de opleiding eerder wordt beëindigd.
14 Procedure voor geschillen en klachten
14.1 Als er geen passende oplossing is gevonden, heeft de student het recht een klacht in te dienen via de interne klachtenregeling van de school. De klachtenregeling is te vinden op xxx.xxxx.xxxxxxx.
14.2 Eventuele geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel de beëindiging daarvan worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter van de vestigingsplaats van de school.
14.3 Voor klachten over besluiten van de examencommissie in het algemeen, en over het bindend studieadvies in de entreeopleiding in het bijzonder, kan de student zich wenden tot de Commissie van beroep voor examens volgens de procedure die daarvoor is vastgelegd in artikel
7.5.1. -7.5.4. van de WEB. De procedure daarvoor is te vinden in het examenreglement.
15 Duur en beëindiging overeenkomst
15.1 Deze overeenkomst treedt na ondertekening in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de opleiding zoals vermeld op het opleidingsblad.
15.2 De overeenkomst eindigt:
a. als de student de opleiding met succes heeft afgerond;
b. als de student zich laat uitschrijven of de school op eigen initiatief definitief heeft verlaten;
c. als de school de student in een geval als opgenomen in het studentenstatuut van de opleiding verwijdert;
d. als de school niet langer in staat is de opleiding aan te bieden, waarbij de school zich inspant ervoor te zorgen dat de student de opleiding bij een andere school kan afmaken. Voor studenten die onder de leerplichtwet vallen is bovendien artikel 8.1.3. lid 5 van kracht (zie ook artikel 11.8 van deze overeenkomst);
e. met wederzijds goedvinden van de student en de school, nadat dit door beiden schriftelijk is bevestigd;
f. bij overlijden van de student;
g. als de school een negatief bindend studieadvies afgeeft aan de student in een geval als opgenomen in het studentenstatuut;
x. xxxxx blijkt dat de student niet de Nederlandse nationaliteit bezit of niet rechtmatig in Nederland verblijft en volgens artikel 8.8.1 van de WEB niet ingeschreven had mogen worden
i. indien door de student of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), een onjuiste dan wel vervalste weergave van de vereiste gegevens en/of documenten is aangeleverd.
j. indien de student geen VOG (verklaring omtrent gedrag) krijgt en hij/zij om die reden geen BPV kan doen en de opleiding daardoor niet kan voltooien.
k. indien de student niet heeft voldaan aan wettelijke beroepsvereisten of branchevereisten die voorwaardelijk zijn voor het volgen van onderdelen van de opleiding. Deze vereisten staan aangegeven in het examenplan van betreffende opleiding (bijv. T-rijbewijs voor bepaalde opleidingen).
16 Negatief (bindend) studieadvies
16.1 Het bevoegd gezag brengt aan iedere student die zich inschrijft, advies uit over de voortzetting van zijn opleiding, dat heet een studieadvies. Nadere regels over de procedure van het studieadvies zijn te vinden in het studentenstatuut.
16.2 Aan een negatief bindend studieadvies kan het bevoegd gezag een besluit tot ontbinding van de onderwijsovereenkomst verbinden.
16.3 Van de student waarvan de onderwijsovereenkomst op grond van een negatief bindend studieadvies is ontbonden, wordt de inschrijving voor de desbetreffende opleiding aan de betrokken instelling beëindigd. De student kan niet opnieuw aan die instelling voor die opleiding worden ingeschreven.
16.4 Het bevoegd gezag spant zich gedurende acht weken in de student te ondersteunen en begeleiden naar een andere opleiding al dan niet aan die instelling, rekening houdend met diens voorkeuren. Dit geldt zowel voor studenten die leerplichtig zijn, als studenten op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is.
16.5 Het bevoegd gezag biedt de student in elk geval de mogelijkheid zich te laten inschrijven aan een andere opleiding aan die instelling waarvoor de inschrijving wel mogelijk is.
17 Nieuwe overeenkomst
17.1 Als een student die een opleiding aan de school met succes heeft afgerond en / of om andere redenen de school heeft verlaten, besluit een nieuwe opleiding aan de school te volgen, wordt een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.
18 Toepasselijke regelingen
18.1 Naast de bepalingen in deze overeenkomst en voor zover niet in strijd met deze overeenkomst zijn de volgende regelingen van toepassing, zoals luidend en aan de student bekend gemaakt op de datum van ondertekening van de onderwijsovereenkomst:
- Onderwijs- en Examenregeling (OER) die is opgenomen in de studiegids, behorende bij de opleiding zoals op het opleidingsblad is vermeld;
- Studentenstatuut
- Klachtenregeling
18.2 De bovenstaande regelingen zijn gepubliceerd op xxx.xxxx.xxxxxxx.
19 Aansprakelijkheid van de school
19.1 De aansprakelijkheid van de instelling beperkt zich tot het niet kunnen nakomen van deze overeenkomst door beëindiging van de bekostiging of ontneming van rechten als bedoeld in artikel 2.1.3 cq. artikel 6.1.4 of 6.2.2 van de WEB.
19.2 Een schadevergoeding voortvloeiend uit deze aansprakelijkheid wordt vastgesteld door het bevoegd gezag , na overleg tussen de twee partijen.
19.3 De vergoeding bedraagt maximaal het les- en cursusgeld en de door de school aangegeven kosten verbonden aan de opleiding, voor zover reeds betaald, dit alles tot en maximum van
€1200,00.
19.4 De instelling kan niet aansprakelijk gesteld worden voor tussentijdse beëindiging van de overeenkomst op grond van definitieve verwijdering van de student.
19.5 Behoudens opzet en grove schuld is de instelling niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student.
20 Wijzigingen en aanvullingen van deze algemene voorwaarden
20.1 Wijzigingen en aanvullingen worden vastgesteld door het College van Bestuur en nadat instemming is gegeven door de studentenraad.
20.2 Op de website van Xxxx.xxxxxxx staan altijd de op dat moment geldende algemene voorwaarden.
20.3 De wijzigingen of aanvullingen gelden ook voor de reeds afgesloten onderwijsovereenkomsten tenzij dit niet redelijk en billijk is
20.4 Wanneer student of wettelijk vertegenwoordiger bezwaar heeft tegen de nieuwe algemene voorwaarden, kan de onderwijsovereenkomst ontbonden worden.