Rubriek B(19)

Deze Bijzondere Voorwaarden Cascoverzekering Motorrijtuigen vormen één geheel met de de Algemene Voorwaarden Combi- polis Particulieren en de Voorwaarden Pakketverzekering Motorrijtuigen.

Woorden waarbij de eerste letter onderstreept is, worden nader beschreven in artikel 6 ‘Nadere omschrijvingen’

en staan op alfabetische volgorde.

— Xxxxxxx X(19) — juli 2021

Artikel 1 Wie zijn de verzekerden?

Verzekerd zijn:

• u als verzekeringnemer;

• de eigenaar en/of houder van het motorrijtuig;

• de gemachtigd bestuurder als hij of zij met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van één van de onder bullet 1 of 2 genoemde verzekerden gebruik maakt van het verzekerd object.

Artikel 2 Wat is verzekerd?

Op het polisblad staat vermeld welke dekking van kracht is. Wij vergoeden schade aan of verlies van het motorrijtuig, de onder- delen die aan het motorrijtuig zijn gemonteerd en de meever- zekerde accessoires, mits aanwezig in, aan of op het motorrijtuig.

2.1 U heeft een cascodekking

U bent verzekerd voor schade aan en/of (gedeeltelijk of totaal) verlies van het motorrijtuig als gevolg van:

a. een plotseling van buiten komend onheil, zoals xxxxxx, om- slaan, slippen, van de weg raken of in het water belanden, kwaadwillige beschadiging/vandalisme;

b. en voor schadegebeurtenissen die vallen onder 2.2 ‘U heeft een beperkt cascodekking’.

2.2 U heeft een beperkt cascodekking

U bent verzekerd voor schade aan en/of (gedeeltelijk of totaal) verlies van het motorrijtuig als gevolg van:

a. joyriding met, diefstal van, verduistering van, inbraak (of poging daartoe) in het motorrijtuig of diefstal van onderdelen of accessoires van of uit het motorrijtuig;

b. ruitbreuk (een pit, een breuk of een scheur in of van de ruit), echter uitsluitend als de ruit wordt hersteld of vervangen bij een met ons samenwerkend auto(ruit) schadeherstelbedrijf zie artikel 3. Er moet sprake zijn van ruitbreuk niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig behalve door scherven van de ruit;

c. brand in, explosie in, kortsluiting in en blikseminslag in het motorrijtuig.

d. brand buiten het verzekerde motorrijtuig, maar alleen als de schade aan het verzekerde motorrijtuig het directe gevolg is van brand en/of hitte van een ander brandend object (wo- ning, gebouw, of ander motorrijtuig) waar het verzekerde motorrijtuig naast geparkeerd stond. Schade door vuurwerk is uitgesloten;

Voorbeelden van brand buiten het voertuig:

Uw auto staat geparkeerd naast een woonhuis. In deze woning ontstaat brand. Door de hitte van de brand ontstaat er als direct gevolg hiervan rook/roet- en smeltschade aan uw auto. Deze schade is verzekerd

Met brand buiten het voertuig bedoelen wij niet:

Iemand steekt moedwillig een brandbare stof naast uw voertuig in brand. Als gevolg van deze brand beschadigt uw auto. Dit beschouwen wij als vandalismeschade.

e. storm, echter uitsluitend als dit betreft het omwaaien van het motorrijtuig zelf of het waaien van door de storm losgeraakte zaken of voorwerpen op of tegen het motorrijtuig (onder los- geraakte zaken of voorwerpen verstaan wij niet een portier, deur of iets soortgelijks die bij het openen daarvan uit de handen waait).

Voorbeeld van een schade die niet verzekerd is op een beperkt cascodekking:

Schade die is ontstaan doordat het motorrijtuig na of tijdens een storm tegen op de weg liggende zaken of voorwerpen aan rijdt.

f. natuurgeweld zoals een aardbeving / vulkanische uitbarsting, lawine, overstroming, hagel, vloedgolf, aardverschuiving, vallend gesteente / berginstorting;

g. een botsing met loslopende dieren of met vogels, maar alleen voor zover de schade het direct gevolg is van de botsing met dit dier;

Voorbeeld van een schade die niet verzekerd is op de beperkte cascodekking:

Schade die is ontstaan doordat het voertuig na een botsing met een loslopend dier tegen een boom is gereden.

h. een luchtvaartuig dat neerstort, onderdelen van dit lucht- vaartuig of een voorwerp dat daaruit valt;

i. een plotseling van buiten komend onheil terwijl een vervoers- onderneming het motorrijtuig vervoert (per motorrijtuig, schip, trein of vliegtuig). Hierbij geldt dat geen vergoeding wordt verstrekt voor schade bestaande uit schrammen, krassen en schade aan uitsluitend de lak.

2.3 Vergoeding extra kosten.

Een schadegebeurtenis kan naast schade aan uw motorrijtuig ook meerdere kosten met zich meebrengen. Deze kosten zijn niet verzekerd met uitzondering van de afleveringskosten. Taxatie-, afhandelings- en autohuurkosten kunnen worden voorkomen of beperkt als u gebruik maakt van een met ons samenwerkend schadeherstelbedrijf.

2.4 Vergoeding van schade die het gevolg is van slijtage of een eigen gebrek.

Wij vergoeden schade ook als dit komt door slijtage of een eigen gebrek van het motorrijtuig of door reparatie-, constructie- of materiaalfouten. U krijgt geen vergoeding voor de herstelkosten van de slijtage, het eigen gebrek zelf, de reparatie-, constructie- of materiaalfout(en). In aanvulling hierop geldt dat schade aan de motor van het motorrijtuig alleen is verzekerd als de schade het gevolg is van een schadeoorzaak zoals dat in artikel 2.1 en 2.2 is beschreven. Schade aan de motor als gevolg van slijtage of een eigen gebrek van een onderdeel van uw motorrijtuig is echter nooit gedekt.

Voorbeeld

Door slijtage breekt de stuurstang. Hierdoor raakt u van de weg en botst tegen een boom. U bent casco verzekerd waardoor de gevolgschade aan uw motorijtuig is verzekerd. De schade aan en het vervangen van de stuurstang is van de dekking uitgesloten.

2.5 Welke alarmeisen gelden er bij diefstal

• Voor personenauto’s geldt:

De onderstaande alarmeisen zijn verplicht, tenzij op het polis- blad anders is vermeld:

• voor personenauto’s met een oorspronkelijke cataloguswaar- de van minder dan € 80.000,– inclusief BTW en BPM en niet ouder dan 36 maanden geldt dat het motorrijtuig op het moment van diefstal minimaal moet zijn voorzien van een VbV/SCM-gecertificeerde startonderbreker eventueel met eigen autorisatie, of een zogenaamd af-fabriek beveiligings- systeem. Het systeem moet ingebouwd zijn door een SCM- erkende installateur of door de fabriek of importeur;

• voor personenauto’s met een oorspronkelijke catalogus- waarde vanaf € 80.000,– tot € 100.000,– inclusief BTW en BPM en niet ouder dan 36 maanden geldt dat het motorrijtuig op het moment van diefstal moet zijn voorzien van een VbV/SCM-alarmsysteem met hellingshoekdetectie dat is in- gebouwd door een SCM-erkende installateur, dan wel door SCM als gelijkwaardig aangemerkt beveiligingssysteem inge- bouwd door de fabriek of importeur;

• voor personenauto’s met een oorspronkelijke cataloguswaar- de vanaf € 100.000,– inclusief BTW en BPM en niet ouder dan 36 maanden geldt dat het motorrijtuig op het moment van diefstal moet zijn voorzien van een VbV/SCM-voertuig- volgsysteem in combinatie met een VbV/SCM-alarmsysteem dat is ingebouwd door een SCM-erkende installateur, dan wel door SCM als gelijkwaardig aangemerkt beveiligingssysteem ingebouwd door de fabriek of importeur.

• Voor bestelauto’s geldt:

De onderstaande alarmeisen zijn verplicht, tenzij op het polis- blad anders is vermeld:

• Voor bestelauto’s met een verzekerde cataloguswaarde van minder dan € 60.000,– inclusief BTW en BPM en niet ouder dan 36 maanden geldt dat de bestelauto op het moment van diefstal minimaal moet zijn voorzien van een VbV/SCM-ge- certificeerde startonderbreker eventueel met eigen auto- risatie, of een zogenaamd af-fabriek beveiligingssysteem. Het systeem moet ingebouwd zijn door een SCM-erkende instal- lateur of door de fabriek of importeur;

• Voor bestelauto’s met een verzekerde cataloguswaarde vanaf

€ 60.000,– inclusief BTW en BPM en niet ouder dan 36 maan- den geldt dat het motorrijtuig op het moment van diefstal moet zijn voorzien van een VbV/SCM-alarmsysteem met hel- lingshoekdetectie dat is ingebouwd door een SCM-erkende installateur, dan wel door SCM als gelijkwaardig aangemerkt beveiligingssysteem ingebouwd door de fabriek of importeur.

Verzekerde dient bij diefstal aan te tonen dat na inbouw van het alarmsysteem deze volgens de SCM gestelde normen werd onder- houden. Als niet aan deze verplichting is voldaan of dit niet kan worden aangetoond dan zal er geen schadevergoeding plaats- vinden.

Artikel 3 Welke schade vergoeden wij niet?

In artikel 2 van de polisvoorwaarden pakketverzekering motor- rijtuigen zijn de algemene uitsluitingen genoemd. Daarnaast is ook niet verzekerd:

• ruitschade als de schade niet wordt hersteld door een met ons samenwerkend (autoglas) schadeherstelbedrijf;

• schade door warmte, vocht of vorst;

• schade ontstaan aan de motor van het motorrijtuig doordat de bestuurder met het motorrijtuig is gaan rijden, dan wel door is blijven rijden na of tijdens het verliezen van olie en/of koel- vloeistof;

• diefstal, beschadiging of verlies van kentekenbewijzen, ken- tekencard, tenaamstellingscode;

• diefstal of verlies en beschadiging van de sleutels die zich buiten het voertuig bevinden, met uitzondering van wat hier- over in artikel 5.6 is bepaald;

• kosten van brandstof;

• schade en kosten die ontstaan doordat verkeerde brandstof is getankt;

• schade ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig zodanig onder invloed van alcoholhoudende drank, genees- middelen of een bedwelmend middel verkeert en dat hij of zij niet in staat kan worden geacht een motorrijtuig naar behoren te besturen.

Van het niet in staat worden geacht een motorrijtuig te besturen is in ieder geval sprake indien:

• het bloedalcoholgehalte van de bestuurder ten tijde van de schadegebeurtenis 0,5‰ of hoger was;

• het adem-alcoholgehalte 220 ug/l of hoger was;

• de bestuurder een door de politie opgedragen ademtest of een urine- of bloedproef weigert.

Wanneer er nog geen 5 jaren zijn verstreken sinds de datum waarop aan de betrokken bestuurder voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaats gevonden dan is van het niet in staat worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, in de hiervoor bedoelde zin, in ieder geval sprake als:

• het bloedalcoholgehalte van de bestuurder ten tijde van de schadegebeurtenis 0,2‰ of hoger was;

• het adem-alcoholgehalte 88 ug/I of hoger was;

• de bestuurder een door de politie opgedragen ademtest of een urine- of bloedproef weigert.

Deze uitsluiting geldt niet als verzekerde kan aantonen dat dit buiten zijn weten en tegen zijn wil heeft plaatsgevonden en dat hem daarin geen enkel verwijt valt te maken;

• waardevermindering van het motorrijtuig;

• schade aan of verlies van het motorrijtuig door inbraak, diefstal of joyriding doordat u, de bestuurder of de laatste gebruiker van het motorrijtuig onzorgvuldig bent of is geweest. Bijvoor- beeld als het motorrijtuig niet is afgesloten, de sleutels nog in het motorrijtuig waren achtergelaten, of verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen bij het beheren

Ga naar Inhoudsopgave

van de sleutels;

— Xxxxxxx X(19) — juli 2021 — 3

Een voorbeeld van niet de normale voorzichtigheid in acht nemen

Een verzekerde hangt zijn jas in de kleedkamer van een sporthal met daarin de sleutels van zijn motorrijtuig. De kleedkamer is vrij toegankelijk voor andere mensen. Tijdens het sporten wordt zijn jas met sleutels gestolen. De dief steelt vervolgens met gebruik van de sleutels het motorrijtuig van verzekerde.

Extra eigen risico

Als u heeft gekozen voor een extra eigen risico dan staat dit vermeld op uw polisblad. Dit extra eigen risico zullen wij altijd in rekening brengen, ook als u uw motorrijtuig laat herstellen bij een met ons samenwerkend schadeherstelbedrijf en komt altijd bovenop andere eigen risico’s die van toepassing zijn. Dit geldt voor zowel beperkt casco- als ook casco schadegebeurtenissen (artikel 2.1 en 2.2), maar met uitzondering van herstel/reparatie

xxx xxxxxxxxx (artikel 2.2 b.).

• kleurverschil ontstaan na herstel van een schade;

• diefstal van losse of eenvoudig te demonteren zaken zoals navigatieapparatuur of vergelijkbare diefstalgevoelige zaken met een gezamenlijke waarde van meer dan € 450,– inclusief BTW wanneer verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen.

Een voorbeeld van niet de normale voorzichtigheid in acht nemen

Hiervan is in iedere geval sprake wanneer deze zaken in het motorrijtuig liggen en van buitenaf zichtbaar zijn (de herstel- kosten van de braakschade zijn wel verzekerd met in achtneming van overige polisbepalingen).

Voorbeeld

U heeft gekozen voor een extra eigen risico van € 350,–. U rijdt tegen een paaltje en de schade aan uw motorrijtuig bedraagt

€ 1.000,–. U laat de schade herstellen bij een met ons samen- werkend schadeherstelbedrijf. Wij betalen € 650,– en u betaalt

€ 350,– aan het schadeherstelbedrijf.

U laat de schade herstellen bij een niet met ons samen- werkend schadeherstelbedrijf? Wij betalen dan € 400,– en u betaalt € 600,– (€ 250,– + € 350,–) aan het schadeherstelbedrijf.

U heeft niet gekozen voor een extra eigen risico en u laat de scha- de herstellen bij een met ons samenwerkend schadeherstelbe-

drijf? Wij betalen dan € 1.000,– en u betaalt geen eigen risico.

Artikel 4 Welk eigen risico is van toepassing?

Bij herstel/reparatie van ruitbreuk

Bij ruitschade geldt een eigen risico van € 75,– per gebeurtenis als de ruit wordt vervangen. Als de ruit wordt hersteld door middel van harsinjectie geldt geen eigen risico.

Bij herstel/reparatie van overige schade

Er is geen eigen risico van toepassing als de schade volledig wordt hersteld door een met ons samenwerkend schadeherstel- bedrijf.

Er is een eigen risico van € 250,– per schadegebeurtenis van toe- passing als de schade niet of niet volledig wordt hersteld door een met ons samenwerkend schadeherstelbedrijf of als het motor- rijtuig (behalve in geval van totaal verlies) niet wordt hersteld. Is uw motorrijtuig een oldtimer? En als oldtimer verzekerd en staat dit ook op het polisblad vermeld? dan vervalt de verplichting om de schade te laten herstellen bij een bij ons aangesloten schade- bedrijf. Wij brengen geen eigen risico in rekening wanneer niet wordt hersteld bij een met ons samenwerkend herstelbedrijf. Dit geldt niet voor het eventueel vrijwillig gekozen extra eigen risico.

Artikel 5 Hoe wordt een schade vastgesteld?

5.1 Hoe stellen wij de schade vast?

Wij stellen de schade aan het motorrijtuig op de volgende manier vast:

• Als het motorrijtuig beschadigd is: vergoeding van de herstel- kosten tot maximaal het verschil tussen de van toepassing zijnde dag-, aanschaf-, aankoop- of nieuwwaarde onmiddellijk voor de schadegebeurtenis en de restantwaarde na de schade- gebeurtenis. De herstelkosten worden alleen vergoed als het schaderapport is opgemaakt door een herstelbedrijf dat in Nederland is gevestigd. Noodzakelijke herstelkosten van een noodreparatie uitgevoerd in het buitenland vallen wel onder de dekking. Bij het bepalen van de herstelkosten kan rekening worden gehouden met een aftrek nieuw voor oud waar het aan slijtage onderhevige delen betreft zoals bijvoorbeeld de accu(‘s), uitlaat of banden.

• Als het motorrijtuig (technisch of economisch) totaal verloren is: het verschil tussen de van toepassing zijnde dag-, aanschaf-, aankoop- of nieuwwaarde onmiddellijk voor de schadegebeur- tenis en de restantwaarde na de schadegebeurtenis. Wij hebben het recht te bepalen aan wie de restanten van het motorrijtuig worden overgedragen. U moet ons (of de door ons inge- schakelde expert) alle kentekenbewijzen of kentekencard met tenaamstellingscode en sleutels geven.

Kunt u niet de kentekencard met tenaamstellingscode en/of alle bij het voertuig geleverde sleutels overhandigen dan verminderen wij de uitkering met € 250,–. Als bij een beperkt cascodekking blijkt dat de waarde hoger is dan de dagwaarde zoals vermeld op het polisblad, dan zal als waarde de dagwaar- de zoals aangegeven op het polisblad, worden aangehouden.

• Bij diefstal of verduistering van het motorrijtuig: hetzelfde als bij totaal verlies. Wij keren de schadevergoeding 30 dagen na aan- gifte bij de politie uit. Na deze termijn zal uitkering plaatsvinden als de waarde is vastgesteld en door u akkoord is bevonden. U draagt bij uitkering de eigendomsrechten van het motorrijtuig aan ons over en geeft ons alle bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijzen of kentekencard met tenaamstellingscode en sleutels. Kunt u niet de kentekencard met tenaamstellingscode en/of alle bij het voertuig geleverde sleutels overhandigen dan verminderen wij de uitkering met € 250,–.

Wordt het motorrijtuig op de 30e dag na de datum van aangifte bij de politie of eerder gevonden, dan neemt u het motorrijtuig weer terug. Wordt het motorrijtuig na de eerder genoemde termijn gevonden en heeft er nog geen schadevergoeding plaatsgevonden dan kunt u kiezen:

• u kunt het motorrijtuig en de eigendomsrechten aan ons overdragen en de schadevergoeding ontvangen of

• u behoudt het motorrijtuig en eventuele herstelkosten komen voor rekening van ons, mits er geen sprake is van totaal verlies.

5.2 Uw verzekerd bedrag is te laag

Als bij een schade blijkt dat het verzekerd bedrag op het polisblad lager is dan de werkelijke waarde voor de schadegebeurtenis, dan behouden wij ons het recht voor om de verzekering aan te passen. Indien wij de verzekering aanpassen dan corrigeren wij met terug- werkende kracht, per de ingangsdatum van de verzekerings- dekking, het verzekerd bedrag. Eventuele premieverhogingen worden in mindering gebracht op de schade uitkering.

Als een motorrijtuig exclusief BTW of BPM is verzekerd dan wordt de schade altijd exclusief BTW of exclusief BPM uitgekeerd.

5.3 Nieuwwaarderegeling

Als het motorrijtuig een personenauto (geen Quad) betreft en niet voorzien is van een vracht-, bestel- of bedrijfswagenkenteken en casco is verzekerd, dan wordt de waarde onmiddellijk voor de schadegebeurtenis volgens de nieuwwaarderegeling vastgesteld. Voor motorrijtuigen die recht hebben op de nieuwwaarderegeling gelden de volgende voorwaarden:

• de nieuwwaarde is maximaal € 60.000,-

• de nieuwwaarde is inclusief BTW en BPM. Afleveringskosten, antiroestbehandeling en accessoires al dan niet later gemon- teerd worden meegeteld;

• het motorrijtuig is niet ouder dan 36 maanden;

• het motorrijtuig is geen leaseauto, huurauto, taxi of tijdelijk ver- vangend voertuig;

• het motorrijtuig was nieuw toen het kentekenbewijs deel 1A of kentekencard met tenaamstellingscode (voertuigbewijs) werd afgegeven en u bent de eerste eigenaar (als u een demo-auto heeft gekocht, bent u geen eerste eigenaar).

Wij stellen de waarde voor de schadegebeurtenis dan op de vol- gende manier vast.

• In de eerste 12 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel 1A of de datum dat de kentekencard met tenaamstellingscode voor het eerst werd afgegeven: er is geen afschrijving van de nieuwwaarde van het motorrijtuig. Wij gaan uit van de laatst bekende cataloguswaarde van een nieuw motorrijtuig van hetzelfde merk, type en uitvoering met dezelfde meeverzekerde accessoires;

• In de 13e tot en met 36e maand: per (deel van de) maand wordt 1% over de nieuwwaarde afgeschreven.

Is de nieuwwaarde die op uw polisblad staat hoger dan

€ 60.000 ,- (inclusief BTW en BPM)?

Dan is de nieuwwaarderegeling niet van toepassing en is de waar- de van de auto op moment van schade de dagwaarde onmiddelijk vóór de schadegebeurtenis.

Uitbreiding nieuwwaarderegeling

Als u voor de uitbreiding nieuwwaarderegeling heeft gekozen en dit staat vermeld op uw polisblad en u betaalt hiervoor de meer- premie dan wordt de waarde op de volgende manier vastgesteld:

• In de eerste 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel 1A of de datum dat de kentekencard met tenaamstellingscode voor het eerst werd afgegeven, is er geen afschrijving van de nieuwwaarde van het motorrijtuig. Wij gaan uit van de laatst bekende cataloguswaarde van een nieuw motorrijtuig van het- zelfde merk, type en uitvoering met dezelfde meeverzekerde accessoires;

• na de 36e maand wordt de waarde bij schade op basis van dag- waarde vastgesteld.

5.4 Aanschafwaarderegeling

Voor motorrijtuigen die recht hebben op een aanschafwaarde- regeling gelden de volgende voorwaarden:

• de aanschafwaarde is maximaal € 60.000,–;

• de aanschafwaarde is inclusief BTW en BPM. Afleveringskosten, antiroestbehandeling en accessoires al dan niet later gemonteerd worden meegeteld;

• het motorrijtuig is geen leaseauto, huurauto, taxi of tijdelijk ver- vangend voertuig;

• het motorrijtuig is gekocht bij een officiële merkendealer of een BOVAG bedrijf (NDA-lid of ABA-lid aangesloten motorrijtuig- mobielbedrijf);

• u bent geen eerste eigenaar.

Wij stellen de waarde voor de schadegebeurtenis dan op de vol- gende manier vast:

a. de eerste 12 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel II (1B) of de datum van overdracht van de kentekencard en tenaamstellingscode door de vorige eigenaar van het motor- rijtuig: dan zal de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld op aan- schafwaarde van het motorijtuig, eventueel vermeerderd met de dagwaarde van de meeverzekerde accessoires.

b. als de schade ontstaat 12 maanden na afgifte van het ken- tekenbewijs deel II (1B) of de datum van overdracht van de kentekencard en tenaamstellingscode door de vorige eige- naar van het motorrijtuig dan zal de waarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld door de onder a. bedoelde waarde van het motorrijtuig te vermin- deren met 1,5% over elke maand of gedeelte van een maand.

Uitbreiding aanschafwaarderegeling

Als u voor de uitbreiding aanschafwaarderegeling heeft gekozen en dit staat vermeld op uw polisblad en u betaalt hiervoor de meerpremie dan wordt de waarde op de volgende manier vastge- steld:

• de eerste 36 maanden na afgifte van het kentekenbewijs deel II (1B) of de datum van overdracht van de kentekencard en tenaamstellingscode door de vorige eigenaar van het motor- rijtuig, dan zal de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade worden vastgesteld op aanschaf- waarde van het motorijtuig, eventueel vermeerderd met de dagwaarde van de meeverzekerde accessoires;

• na de 36e maand wordt de waarde bij schade op basis van dag- waarde vastgesteld.

U dient de aanschafwaarde van het motorrijtuig aan te tonen door middel van het overleggen van de originele aankoopnota. Als deze niet kan worden overlegd dan geldt de aanschafwaarderege- ling niet.

Als de herstelkosten lager zijn dan het verschil tussen de vast- gestelde waarde volgens de nieuwwaarde of aanschafwaarde- regeling en de restantwaarde, dan worden de herstelkosten vergoed.

Is de dagwaarde hoger dan de waarde volgens de nieuwwaarde of aanschafwaarderegeling dan gaan wij uit van de dagwaarde.

Is het motorrijtuig verzekerd exclusief BTW en/of BPM dan wordt de waarde ook exclusief BTW en/of BPM vastgesteld.

Als het motorrijtuig is geïmporteerd dan betalen wij altijd de dag- waarde; de aanschafwaarderegeling is op deze motorrijtuigen niet van toepassing. Het maakt hierbij niet uit of het motorrijtuig door verzekerde of een derde is geïmporteerd.

5.5 Hoe regelen wij de schade?

Wij regelen de schade (niet zijnde een ruitschade) op de volgende manier:

• u kunt het motorrijtuig ter reparatie aanbieden bij een met ons samenwerkend schadeherstelbedrijf. Als u hiervoor kiest, geeft u ons toestemming de schade met deze hersteller te regelen. Kunt u de BTW verrekenen dan betaalt u de BTW zelf aan het schadeherstelbedrijf.

Als u het motorrijtuig niet aanbiedt bij een met ons samen- werkend schadeherstelbedrijf dan geldt het volgende: schades die maximaal € 1.000,– inclusief BTW bedragen, kunt u ter reparatie aanbieden zonder vooraf toestemming van ons;

• is de schade hoger of is er sprake van schade door een aan- rijding met een dier of moet de schade worden verhaald op het Waarborgfonds Motorverkeer, dan dient er gewacht te worden met herstel en zal er contact met u of uw schadehersteller worden opgenomen door een door ons ingeschakelde expert om de schade aan het motorrijtuig vast te stellen. Als u een expert inschakelt, bijvoorbeeld als u of uw schadeherstelbedrijf het niet eens is met de vastgestelde schade, dan vergoeden wij de in redelijkheid gemaakte expertisekosten;

• zijn beide experts het niet met elkaar eens over de schade? Dan benoemen zij een derde expert die een bindende uitspraak zal doen. De in redelijkheid gemaakte kosten komen voor rekening van ons.

Toestemming van ons voor herstel van de schade betekent niet dat wij tot het vergoeden van de schade overgaan.

5.6 Bijzondere, afwijkende en aanvullende vergoedingen

Er zijn afwijkende vergoedingsvoorwaarden voor enkele speci- fieke situaties:

• als er accessoires gestolen zijn, ontvangen wij ter vaststelling van de schade de originele aankoopnota’s. Als de accessoires niet ouder zijn dan 12 maanden zal de vergoeding plaatsvinden op nieuwwaarde. Als deze nota’s niet kunnen worden inge- stuurd of als de accessoires ouder zijn dan 12 maanden dan zal de vergoeding plaatsvinden op basis van dagwaarde;

• als de sleutel(s) van het motorvoertuig zijn gestolen uit de woning van verzekerde of deze met geweld van verzekerde zijn afgenomen, dan vergoeden wij het aanpassen van de start- onderbreker of, als dit niet mogelijk is, het vervangen van de sloten tot maximaal € 500,–. Een voorwaarde is dat er sporen van braak aan de woning moeten zijn, dat er direct aangifte moet zijn gedaan bij de politie en dat in het proces verbaal staat vermeld hoe en wat er is gebeurd. Op deze vergoeding is geen eigen risico van toepassing.

5.7 Dagvergoeding bij diefstal of verduistering van het motorrijtuig

Indien het motorrijtuig een personen- en/of bestelauto betreft (geen oldtimer of kampeerauto) dan keren wij een tegemoet- koming uit voor het gemis van het voertuig. Deze vergoeding bedraagt € 30,– per dag voor iedere dag waarop u in verband met de diefstal/verduistering niet over het voertuig kon beschik- ken met een maximum van 30 dagen. Op het moment dat het voertuig wordt teruggevonden wordt u geacht weer over het voertuig te kunnen beschikken.

5.8 Wanneer verhalen wij de schade op u, de bestuurder of de passagier?

Soms kunnen wij een uitkering verhalen op de bestuurder van het motorrijtuig, verzekeringsnemer, een passagier en/of hun werk- gever (als die aansprakelijk is). Wij verhalen de schade:

• als niet aan alle verplichtingen van deze verzekering is voldaan (zie hoofdstuk 5.9 ‘Wat moet de verzekerde doen bij schade?’);

• als er sprake is van een situatie die genoemd is in artikel 2 ‘Welke schade vergoeden wij niet?’ van de Polismantel Pakket- verzekering Motorrijtuigen of artikel 3 bijzondere voorwaarden cascoverzekering (bijvoorbeeld rijden zonder rijbewijs of rijden onder invloed van alcohol);

• op de bestuurder of de dief als het motorrijtuig gestolen is of gebruikt wordt voor joyriding;

• op de bestuurder of diens werkgever als dit een medewerker is van een bedrijf waar het motorrijtuig een onderhoudsbeurt, reparatie, keuring of soortgelijke behandeling ondergaat en deze medewerker het voertuig daarom onder zich heeft;

• op een passagier als die van u toestemming had om mee te rijden en zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering heeft waarop de schade kan worden verhaald;

• op een passagier als die van u geen toestemming had om mee te rijden;

• op u, de bestuurder of passagier als een polisuitsluiting (aan elkaar) van toepassing is en wij de schade hebben betaald aan een met ons samenwerkend schadeherstelbedrijf omdat wij hiermee een overeenkomst hebben gesloten;

• als er sprake is van een onverschuldigde betaling.

5.9 Wat moet de verzekerde doen bij schade?

De verzekerde moet zich aan een aantal verplichtingen houden. Deze verplichtingen zijn opgenomen in rubriek A (Bijzondere Voorwaarden Aansprakelijkheidsverzekering). Tevens geldt dat bij inbraak, kwaadwillige beschadiging /vandalisme, diefstal of verduistering of doorrijden na een aanrijding direct aangifte bij de politie in de gemeente waar dit plaatsvond moet worden gedaan. Wij en/of de politie geven bij diefstal of verduistering de gegevens van het motorrijtuig door aan het Verzekeringsbureau Voertuig- criminaliteit (VbV). Dit bureau vervult een centrale rol in de bestrijding van voertuigcriminaliteit.

Xxxxx u zich niet aan deze verplichtingen? En schaadt u daardoor onze belangen? Dan hebt u (mogelijk) geen recht op een schade- vergoeding.

5.10 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig

De verzekeringsdekking geldt ook voor een tijdelijk vervangend motorrijtuig. Hiermee bedoelen wij dat als u of een andere ver- zekerde tijdelijk gebruik maakt van een ander motorrijtuig welke ter beschikking wordt gesteld door een (auto)schadeherstel- bedrijf omdat het verzekerde motorrijtuig wordt gerepareerd of een vergelijkbare behandeling ondergaat de dekking ook van kracht is voor dit motorvoertuig mits het tijdelijk in gebruik zijnde motorrijtuig van dezelfde soort en prijsklasse is als het verzekerde motorrijtuig. Het op het polisblad vermelde motorrijtuig blijft tijdens de vervanging ook verzekerd. Voor het vervangende motorrijtuig geldt dezelfde dekking als voor het verzekerde motorrijtuig. Als voor dit vervangende motorrijtuig een andere verzekering dekking biedt, dan keren wij geen vergoeding uit. Dit geldt ook als een andere verzekering dekking biedt als onze ver- zekering niet zou hebben bestaan.

Artikel 6 Nadere omschrijvingen

Aanschafwaarde

De prijs die door de verzekerde bij aanschaf van het motorrijtuig, waarvan verzekerde niet de eerste eigenaar is, na aftrek van kortingen werd betaald.

Aardbeving / vulkanische uitbarsting

Onder schade door aardbeving en vulkanische uitbarsting wordt verstaan: schade ontstaan, hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat in of nabij de plaats waar de verzekerde zaken zich bevinden, als gevolg van een aardbeving of vulkani- sche uitbarsting. Tenzij u bewijst dat de schade niet aan een van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.

Accessoires

Onderdelen en/of voorwerpen die in of aan het motorrijtuig zijn bevestigd en niet tot de standaard uitvoering behoren. Tot een bedrag van € 1.000,- inclusief BTW zijn deze gratis meeverzekerd. Boven dit bedrag zijn accessoires alleen verzekerd als u ze aan ons heeft opgegeven en wij ze hebben opgenomen in het verzekerd bedrag.

Wij beschouwen de volgende onderdelen en voorwerpen als accessoires:

• niet-draagbare audio(visuele) apparatuur, zoals een radio, CD, MP3 speler een carkit en een navigatiesysteem, mits ze vast gemonteerd zijn;

• een gasinstallatie, een schuif- of roldak en reclame-uitingen;

• fietsdrager, (ski)box, caravanspiegel, dakdragers.

De volgende onderdelen en voorwerpen gelden niet als acces- soires en zijn niet verzekerd:

• apparatuur die wettelijk niet is toegestaan, zoals een radar- detector of iets vergelijkbaars;

• mobiele apparatuur, zoals een mobiele telefoon, een draagbaar navigatiesysteem;

• DVD’s, CD’s, losse kabeltjes, gereedschap;

• stickers, vignetten die op een ruit zijn geplakt, raamfolie;

• goederen die de veiligheid bevorderen. Tot een bedrag van

€ 300,- inclusief BTW zijn de volgende goederen verzekerd: verbanddoos, lifehammer, kinderzitje met toebehoren. Vergoe- ding is altijd op basis van dagwaarde en vindt alleen plaats als sprake is van een andere verzekerde schade.

Afleveringskosten

Dit zijn kosten die bovenop de aanschafprijs van een nieuw motorrijtuig bij de eerste koper in rekening worden gebracht en dienen om het motorrijtuig rijklaar te maken.

Alarmeisen

In de polisvoorwaarden staat vermeld welke alarmeisen door ons worden gesteld bij diefstal van het verzekerde motorrijtuig. Er kunnen afwijkende alarmeisen zijn overeengekomen. Op uw polis- blad kan vermeld staan dat één van de onderstaande alarm- klassen zijn vereist:

• SCM/TNO klasse 1.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM startonderbreker met eigen autorisatie;

• SCM/TNO Klasse 2.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM alarmsysteem;

• SCM/TNO Klasse 3.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie;

• SCM/TNO Klasse 4.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM voertuigvolgsysteem;

• SCM/TNO Klasse 5.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM voertuigvolgsysteem in combinatie met een VbV/SCM alarmsysteem;

• Af-fabriek 1 (startonderbreker).

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM startonderbreker met eigen autorisatie;

• Af-fabriek 2.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM alarmsysteem;

• Af-fabriek 3.

Hieronder verstaan wij ook een VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie.

Blikseminslag

Onder blikseminslag wordt verstaan het getroffen worden door bliksem van het object of voorwerp. Derhalve is geen bliksem- inslag schade door overspanning of inductie zonder waarneem- bare sporen van de blikseminslag in of aan het object.

Brand

Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:

• schade ontstaan door hitte zonder vlammen (zengen, schroei- en, smelten, verkolen of broeien);

• doorbranden van elektrische apparaten en motoren.

Cataloguswaarde

De prijs van het motorrijtuig, zoals die op het moment dat ken- tekenbewijs deel 1A of op de datum dat de kentekencard met te- naamstellingscode voor het eerst werd afgegeven, in de catalogus van de fabrikant of importeur is vermeld. Deze prijs moet worden verhoogd met alle door de fabrikant en/of dealer aangebrachte opties en meeruitvoeringen voor de datum van de 1e oplevering. Bij het bepalen van de cataloguswaarde moeten eventuele kor- tingen op het motorrijtuig buiten beschouwing worden gelaten.

Dagwaarde

Het bedrag dat op de datum van schadevaststelling nodig is om een vergelijkbaar motorrijtuig aan te schaffen. Met vergelijkbaar bedoelen wij zelfde merk en type, ouderdom, staat van onder- houd, accessoires, kwaliteit en garantievoorwaarden. Afleverings- kosten zijn geen onderdeel van de dagwaarde.

Eenvoudig te demonteren

Zonder gebruik van gereedschappen.

Eigen gebrek

Een gebrekkige eigenschap of tekortkoming aan een zaak waar- door het teniet gaat of beschadigd raakt.

Expert/contra-expert

Dit is een deskundige die moet werken volgens de Gedragscode Expertiseorganisaties. Deze gedragscode kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Als de expert niet volgens deze Gedrags- code werkt, vergoeden wij de kosten niet.

Explosie

Onder schade door explosie wordt verstaan een gehele of gedeel- telijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de explosie ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de explosie aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden.

Is dit niet het geval of is de explosie buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddel- lijke werking zijn geweest van gassen of dampen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling door explosie is tevens gedekt de schade aan de verzekerde zaken, welke als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken is ook gedekt de schade aan de verzekerde zaken, welke als een gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.

Gemachtigd bestuurder

Degene(n) die met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de verzekeringnemer, de eigenaar en/of houder van het motorrijtuig gebruik maakt/maken van het verzekerde motor- rijtuig.

Geweld

Een actie waarbij een lichamelijke verwonding optreedt of een verbale agressieve bedreiging of actie waarbij kenbaar wordt gemaakt dat de dader een verwonding zal toebrengen.

Importeren

Het zelf of op verzoek invoeren van een motorrijtuig uit het buitenland. Niet onder importeren verstaan wij als verzekerde een motorrijtuig koopt bij een Bovag-autobedrijf of merkendealer en dit motorrijtuig zelf door dit bedrijf is geimporteerd, dus niet op verzoek van verzekerde, en verzekerde koopt vervolgens dit motorrijtuig van het autobedrijf.

Joyriding

Er is sprake van joyriding indien een persoon, zonder daartoe gerechtigd te zijn, een andermans motorrijtuig gebruikt en hier- van aangifte wordt gedaan bij de politie.

Kortsluiting

Een ongewenst weerstandloze verbinding tussen minstens 2 elektrische geleiders in een stroomkring.

Luchtvaartuig

Onder schade door een luchtvaartuig wordt verstaan schade aan de verzekerde zaken door het getroffen worden door een vertrek- kend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, explosiemiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.

Motorrijtuig

Het op de polis omschreven motorrijtuig.

Nieuw voor oud

Hiermee wordt bedoeld een bedrag dat, in geval van herstelbare schade op de reparatiekosten van de verzekerde zaak, in minde- ring wordt gebracht omdat vooraf de schadegebeurtenis al sprake was van slijtage door ouderdom of/en gebruik.

Nieuwwaarde

De nieuwwaarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de schadegebeurtenis tot een maximum van 110% van het op het polisblad verzekerd bedrag. Als het motorrijtuig onmiddellijk voor de schadegebeurtenis niet meer leverbaar was, dan wordt uit- gegaan van de laatst bekende nieuwwaarde.

Overstroming

Onder schade door overstroming wordt verstaan schade door overstroming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door deze polis gedekte schadegebeurtenis. Niet als overstroming wordt aan- gemerkt schade als gevolg van water, onvoorzien het motorrijtuig binnengedrongen, indien dit water uitsluitend als gevolg van hevige plaatselijke regenval buiten zijn normale loop is getreden. Onder hevige plaatselijke regenval wordt verstaan neerslag van tenminste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan.

Passagier

Iemand die:

• niet de bestuurder van het motorrijtuig is;

• op een normale zitplaats in het motorrijtuig zit;

• in- of uit het motorrijtuig stapt;

• zich tijdelijk buiten het motorrijtuig bevindt - terwijl deze persoon met het motorrijtuig wordt vervoerd - om:

• brandstof te tanken ;

• de ruiten van het motorrijtuig schoon te maken;

• een noodreparatie aan het motorrijtuig uit te voeren of hierbij te helpen.

De passagier verricht deze handelingen met toestemming van de verzekeringnemer of van iemand anders die bevoegd is hiervoor toestemming te verlenen.

Ruit

Glas aanwezig in een motorrijtuig en bestemd voor zicht en licht- doorlating zoals een autoruit, panorama- of zonnedak. Niet als ruit worden beschouwd een koplamp en een plastic voorziening in een kap van een cabriolet.

Schadegebeurtenis

Een bij het afsluiten van de verzekering nog onzeker voorval dat zich plotseling en onverwacht en onvoorzien voordoet en:

• dat tijdens de duur van de verzekering plaatsvindt en

• dat schade veroorzaakt en

• waarbij uw motorrijtuigen of de gekoppelde aanhangwagen zijn betrokken en

• waarvan het voor verzekerde en ons onzeker was dat schade voor verzekerde of derde zou ontstaan of naar de normale loop van de omstandigheden was te verwachten.

Voorvallen die met elkaar verband houden, beschouwen wij als één schadegebeurtenis.

Schadeherstelbedrijf/Autoglas-schadeherstelbedrijf

Een met ons samenwerkend autoschadeherstelbedrijf gespe- cialiseerd in het repareren van schades en/of repareren of ver- vangen van autoglas. Deze bedrijven staan vermeld op onze website xxx.xx0000.xx. U kunt ook contact opnemen met uw ver- zekeringsadviseur.

Storm

Wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).

Totaal verlies

Van totaal verlies bij beschadiging is sprake als:

• Het motorrijtuig technisch niet hersteld kan of mag worden (technisch totaal verlies);

• De herstelkosten van het motorrijtuig hoger zijn dan het verschil tussen de van toepassing zijnde dag-, aanschaf-, aankoop-, of nieuwwaarde vlak voor de schadegebeurtenis en de waarde minus de restanten van het motorrijtuig na de schadegebeur- tenis (economisch totaal verlies);

• De nieuwwaarderegeling van toepassing is en de herstelkosten hoger zijn dan 2/3 van de vastgestelde waarde volgens deze regeling.

Vallend gesteente / berginstorting

Het afbrokkelen van een stukje berg met vallende of rollende stenen tot gevolg(dus niet een steen of dakpan die van een huis valt).

Document Metadata

Table of Contents

Rubriek B(19)

Document Metadata