Hoofdstuk II Beschrijving en wijziging van het risico - Mededelingen van de Verzekeringnemer 8 Hoofdstuk III Betaling van de premies – Verzekeringsbewijs 9 Hoofdstuk IV Mededelingen en kennisgevingen 10 Hoofdstuk V Wijzigingen van de...
OVERZICHT
TITEL I: MODELCONTRACT VOOR DE VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Begripsomschrijvingen 3
Hoofdstuk I Voorwerp en omvang van de verzekering 5
Hoofdstuk II Beschrijving en wijziging van het risico - Mededelingen van de Verzekeringnemer 8
Hoofdstuk III Betaling van de premies – Verzekeringsbewijs 9
Hoofdstuk IV Mededelingen en kennisgevingen 10
Hoofdstuk V Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief 10
Hoofdstuk VI Schadegevallen en rechtsvorderingen 10
Hoofdstuk VII Verhaal van de maatschappij 12
Hoofdstuk VIII Duur - Vernieuwing - Schorsing - Einde van het contract 13
Hoofdstuk IX Indexatie 16
Hoofdstuk X A posteriori personalisatiestelsel 16
Hoofdstuk XI Vergoeding van bepaalde slachtoffers van de verkeersongevallen 18
Hoofdstuk XII Terrorisme 19
TITEL II: DE VERZEKERING VAN HET VOERTUIG
Begripsomschrijvingen 20
Hoofdstuk I Voorwerp van de verzekering 21
Artikel 1 Verzekerd voertuig 21
Artikel 2 Te verzekeren waarde 21
Artikel 3 Territoriale uitgestrektheid 21
Hoofdstuk II Waarborgen 21
Artikel 4 Bradinaglas 21
4.1 De waarborg Brand 21
4.2 De waarborg Diefstal 21
4.3 De waarborg Natuurkrachten en schade door dieren 22
4.4 De waarborg Glasbreuk 23
Artikel 5 Omnium 23
5.1 De waarborg Stoffelijke schade 23
5.2 De waarborgen Brand, Diefstal, Natuurkrachten en Schade door dieren en Glasbreuk 23
Artikel 6 Gemeenschappelijke uitbreidingen 23
Artikel 7 Gemeenschappelijke uitsluitingen 24
Hoofdstuk III Schadegevallen 25
Artikel 8 Aangifte en verplichtingen van de verzekeringnemer 25
Artikel 9 Herstelling en schatting van de schade 25
Artikel 10 Vergoeding 26
10.1 Bij herstelbare schade 26
10.2 Bij totaal verlies 26
10.3 Vrijstelling 28
10.4 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 11 Begunstigde van de vergoeding 28
Artikel 12 Subrogatie 29
Artikel 13 Opzeggingsmogelijkheid 29
TITEL I: De verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Modelovereenkomst Begripsomschrijvingen
Benadeelden | Verzekerde |
De personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de verzekeringsovereenkomst alsook hun rechtverkrijgenden. | Iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de verzekeringsovereenkomst gedekt is. |
Maatschappij | Verzekeringnemer |
De verzekeringsmaatschappij Allianz Benelux nv, Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx. | De persoon die het verzekeringscontract onderschrijft. |
Omschreven voertuig | Verzekeringsbewijs |
Het motorvoertuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is. Alles wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan. De niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is. | Het document zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen. |
Schadegeval | Verzekeringsvoorstel |
Ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de verzekeringsovereenkomst. | Het formulier dat uitgaat van de maatschappij en in te vullen door de verzekeringnemer met het doel de maatschappij in te lichten over de aard van de verrichtingen en over de feiten en de omstandigheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico. |
Hoofdstuk I - Voorwerp en omvang van de verzekering Artikel 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven voertuig in België veroorzaakt schadegeval.
De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie, in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Xxxxxx, in de Tsjechische Republiek, in de Slovaakse Republiek, in Slovenie, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, 1, van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorvoertuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet.
De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privé-terreinen.
Artikel 2
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven voertuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven voertuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij.
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing.
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 3
1º Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
• van de verzekeringnemer
• van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven voertuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
• van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven voertuig hebben verschaft is echter niet gedekt.
2º Wanneer het omschreven voertuig toevallig om het even welk motorvoertuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
In afwijking van artikel 8, 1º wordt de dekking eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte voertuig.
Artikel 4
1º Uitbreiding van de dekking
De dekking van de overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaar van het omschreven voertuig, van de verzekeringnemer en van alle personen die bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorvoertuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers:
a) van een tijdelijk vervangingsvoertuig
Onder "tijdelijk vervangingsvoertuig" wordt verstaan, een motorvoertuig dat aan een derde toebehoort en dat tot hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven voertuig en dat als vervangwagen dient voor dat voertuig, dat om welke reden dan ook, definitief of tijdelijk onbruikbaar is geworden, onder meer wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen of technische keuring.
De dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven voertuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het tijdelijke vervangingsvoertuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon wordt terugbezorgd. Het voertuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven voertuig ter beschikking is. De dekking mag in elk geval niet meer dan 30 kalenderdagen bestrijken.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van het omschreven voertuig, alsook voor alle personen die bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorvoertuig te besturen bereikt hebben, houder of passagier, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagiers.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven voertuig onbruikbaar wordt wegens overdracht van eigendom of overdracht van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven voertuig die hij ontvangen heeft in uitvoering van een huurcontract of een ander analoog contract, onder meer een leasing overeenkomst.
b) van een toevallig gebruikt voertuig
Onder "toevallig gebruikt voertuig" wordt verstaan, een motorvoertuig dat aan een derde toebehoort en dat de hierboven vermelde personen toevallig besturen, houden of waarin zij toevallig passagiers zijn, zelfs terwijl het omschreven voertuig in gebruik is.
Wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven voertuig waarvan de identiteit vermeld is in de bijzondere voorwaarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maatschappij, alsook voor de personen die bij hem inwonen, in hun hoedanigheid van bestuurder, voor zover zij de wettelijke leeftijd om een motorvoertuig te besturen bereikt hebben, of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder.
De dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven voertuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitgerust of wanneer de verzekeringnemer of de eigenaar van het omschreven voertuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorvoertuigen.
Wanneer het omschreven voertuig het voorwerp is van een huur-, leasing- of gelijkaardig contract, blijft de dekking van toepassing wanneer de verzekeringnemer of de gebruikelijke bestuurder van het omschreven voertuig niet zelf de hierboven vermelde activiteiten uitoefent.
Onder derden in de betekenis van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan:
• de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, de bestuurder van het omschreven voertuig waarvan de identiteit vermeld is in de bijzondere voorwaarden of bij ontstentenis in het verzekeringsvoorstel of in een latere kennisgeving aan de maatschappij, alsook de personen die bij hem inwonen,
• de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven voertuig, 2º Beperkingen van de dekking
a) Wanneer het omschreven voertuig een twee- of een driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een voertuig op vier of meer wielen.
b) In zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade:
• ofwel krachtens een verzekeringsovereenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte voertuig aanleiding geeft;
• ofwel krachtens een door de bestuurder gesloten verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt,
is de dekking van toepassing:
• wanneer de verzekeraar die een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal uitoefent op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25,3°.c) en 25,4° van deze overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen tenzij de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld ;
• wanneer de verzekeringnemer van een van de voornoemde overeenkomsten aan de verzekerde een verzoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
3º De dekking strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsook tot de personen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde voertuig dat vervangen werd door het omschreven voertuig, wanneer:
• de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aangegeven werd binnen de 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
• het gestolen of verduisterde voertuig bij de maatschappij verzekerd was.
Artikel 5
Het bedrag van de dekking is onbeperkt. Het wordt evenwel beperkt tot:
a) 2.478,94 EUR per vervoerde persoon voor zijn persoonlijke kleding en bagage;
b) 111.164.810 EUR per schadegeval voor stoffelijke schade.
Artikel 6
In afwijking van artikel 8, 1º, vergoedt de maatschappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het omschreven voertuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
Artikel 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
a) ● de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
● de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
b) voor hun stoffelijke schade wanneer zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen:
• de bestuurder van het verzekerde voertuig;
• de verzekeringnemer;
• de eigenaar en de houder van het verzekerde voertuig;
• de echtgenoot van de bestuurder, van de verzekeringnemer, van de eigenaar of van de houder van dat voertuig;
• de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van één van de voornoemde personen, voor zover zij bij hem inwonen en door hem onderhouden worden.
Deze personen kunnen evenwel aanspraak maken op de vergoeding van hun stoffelijke schade, zelfs indien zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen, wanneer de aansprakelijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerde voertuig.
Artikel 8
Zijn van de verzekering uitgesloten:
1º de schade aan het verzekerd voertuig, behoudens wat bij artikel 3, 2º, tweede lid, bepaald is;
2º de schade aan de door het verzekerd voertuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5, a), bepaald is;
3º de schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het voertuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4º de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerd voertuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
5º de schade die vergoed wordt overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
Hoofdstuk II - Beschrijving en wijziging van het risico - Mededelingen van de verzekeringnemer
Artikel 9
1º De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het
geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
2º Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3º Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Artikel 10
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 9, 1), de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1º Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2º Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
Hoofdstuk III - Betaling van de premies - verzekeringsbewijs Artikel 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de maatschappij terugsturen.
Artikel 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij. De betaling aan de tussenpersoon, vermeld in de overeenkomst, op voorlegging van een kwitantie uitgaande van de maatschappij, is eveneens bevrijdend.
Artikel 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de verzekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de interesten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het eerste lid; in dat geval wordt de opzegging, ten vroegste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig lid 1 en 2.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
Hoofdstuk IV - Mededelingen en kennisgevingen Artikel 14
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan één van haar zetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
Hoofdstuk V - Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief Artikel 15
Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen voor die vervaldag. De verzekeringnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
De in het vorige lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de bepaling van artikel 26.
Hoofdstuk VI - Schadegevallen en rechtsvorderingen Artikel 16
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de maatschappij of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden, waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
Artikel 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vorderingen die de verzekerde kunnen toebehoren.
Artikel 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
Artikel 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen de interest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
Artikel 21
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Artikel 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
Zij heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde ten gepaste tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
Artikel 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten in strafzaken zijn niet ten laste van de maatschappij.
Hoofdstuk VII - Verhaal van de maatschappij Artikel 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in artikel 25.
Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maatschappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is integraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 10.411,53 EUR. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wanneer die hoger zijn dan 10.411,53 EUR met een minimum van 10.411,53 EUR en een maximum van 30.986,69 EUR.
Artikel 25
1º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer:
a) in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekeringnemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot 247,89 EUR (niet geïndexeerd).
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
2º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde, dader van het schadegeval:
a) die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
b) die het schadegeval veroorzaakt heeft door een van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken;
c) indien het voertuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
3º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is:
a) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen verlof is verleend;
b) wanneer, op het ogenblik van het schadegeval, het voertuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat voertuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet toegepast wanneer de persoon die het voertuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het voertuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c) wanneer het omschreven voertuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer" zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het voertuig en het schadegeval;
d) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele bepalingen.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het bedrag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden de vier jaar niet in aanmerking; kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
In geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Niettemin kan de maatschappij geen verhaal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in de gevallen bedoeld in artikel 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde personen.
5º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in artikel 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade geleden heeft, onverminderd de toepassing van artikel 24.
6º De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. In ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Hoofdstuk VIII - Duur - vernieuwing - schorsing - einde van de overeenkomst Artikel 26
De duur van de overeenkomst is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door één van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Artikel 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
1º tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 26;
2º in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
3º in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico, bij het sluiten van de overeenkomst zoals bepaald in artikel 9 en in geval van verzwaring van het risico zoals bepaald in artikel 10;
4º in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 13;
5º wanneer het aan de technische controle onderworpen voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs of wanneer het voertuig niet beantwoordt aan de "Algemene Reglementen op de technische eisen van de motorvoertuigen";
6º na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding. De maatschappij heeft slechts het recht de overeenkomst op te zeggen na een schadegeval als zij een schadeloosstelling heeft betaald of zal moeten betalen ten gunste van de benadeelde personen, met uitzondering van de betalingen in uitvoering van artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;
7º in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
8º in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30;
9º in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de verzekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 31 en 32.
Artikel 28
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1º tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 26;
2º na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
3º in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig artikel 15;
4º in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de maatschappij; 5º in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
6º wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend, uiterlijk drie maanden voor de aanvangsdatum van de overeenkomst;
7º in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30.
Artikel 29
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 13, 15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de maatschappij terugbetaald.
Artikel 30
Wanneer het omschreven voertuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkele feit dat de opvorderende overheid het voertuig in bezit neemt.
Artikel 31
In geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
De maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maand na de faillietverklaring; de curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 32
In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen de drie maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid, binnen de drie maand en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven voertuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan evenwel de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het voertuig hem werd toebedeeld.
Artikel 33
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven voertuig zijn volgende bepalingen van toepassing:
1º Betreffende het nieuwe voertuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
• gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven voertuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe voertuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen voertuig;
• na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premievervaldag.
Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen voertuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de maatschappij is de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast. Deze schorsing van de overeenkomst is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maatschappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
2º Betreffende het overgedragen voertuig ander dan een bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
• blijft de dekking verworven aan de verzekeringnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het overgedragen voertuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg;
• heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan degenen die hiervoren vermeld zijn, en dit indien het overgedragen voertuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instemming van de maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
3º Betreffende de bromfietsen
Aanvullend bij 1º, blijft de dekking verworven, doch enkel ten voordele van de benadeelde persoon en op voorwaarde dat geen enkel andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toelating van de titularis, van de provinciale plaat afgeleverd op grond van het door de maatschappij afgegeven attest, voor zover het schadeberokkenende feit zich heeft voorgedaan voor het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Behoudens schriftelijk akkoord van de maatschappij wordt de overeenkomst niet overgedragen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
4º In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven voertuig. De onder 1º, 2º en 3º omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven voertuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasing- overeenkomst.
Artikel 34
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringnemer die het omschreven of enig ander voertuig in het verkeer brengt, daarvan mededeling doen aan de maatschappij.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premievervaldag.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maanden voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag. Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Artikel 35
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringnemer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie prorata temporis aan de maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
Hoofdstuk IX - Indexatie Artikel 36
De bedragen vermeld in de artikelen 2, 5 en 24 worden van rechtswege gewijzigd telkens de Koning gebruik maakt van het recht van jaarlijkse aanpassing volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk met als basis het indexcijfer van 1 januari 1983 (artikel 3, 4 van de wet van 21 november 1989).
Hoofdstuk X - A posteriori personalisatiestelsel Artikel 37
1º De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies.
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 210 |
21 | 170 |
20 | 145 |
19 | 135 |
18 | 125 |
17 | 120 |
16 | 115 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 52 |
0 | 50 |
-1 | 48 |
-2 | 46 |
2º Toetredingsmechanisme tot het stelsel.
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een voertuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11.
Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het voertuig wordt gebruikt:
a) voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
b) voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1. door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2. door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
3. door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst;
4. door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
3º Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal.
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan 9 maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
4º Werkingswijze van het mechanisme.
De verplaatsingen geschieden volgens het volgende mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad;
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
5º Beperkingen aan het mechanisme:
• ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden
-2 of 22 nooit overschreden worden;
• de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
6º Verbetering van de graad.
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de verzekeringnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke interest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
7º Verandering van voertuig.
De verandering van voertuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
8º Opnieuw van kracht worden.
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
9º Verandering van maatschappij.
Indien de verzekeringnemer, voor het sluiten van de overeenkomst door een andere maatschappij verzekerd werd met toepassing van een a posteriori personalisatiestelsel, is hij verplicht aan de maatschappij de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
10º Attest in geval van opzegging van de overeenkomst.
Binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de maatschappij aan de verzekeringnemer de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
11º Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst.
Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste vijf verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van de inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoeding ten voordele van
de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
De verzekeringnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
Hoofdstuk XI - Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen Artikel 38
1º Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorvoertuig betrokken is, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de maatschappij overeenkomstig artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Slachtoffers die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn, is onverschoonbaar.
Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan 14 jaar.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2º De bestuurder van een motorvoertuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk.
3º Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorvoertuig worden verstaan ieder motorvoertuig met uitzondering van rolstoelen met eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4º Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing behalve de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk I (Voorwerp en omvang van de verzekering).
Wat hoofdstuk VII (Verhaal van de maatschappij) betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 25.1 a), 25.3 b) en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 25.3 d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
Voor de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk X (A posteriori personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van 1º is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging op de gradenschaal indien, op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De maatschappij moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen.
5º Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 16, alinea 1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
Hoofdstuk XII – Terrorisme Artikel 39
De vergoedingen die in het kader van deze verzekeringsovereenkomst verschuldigd zijn betreffende schade veroorzaakt door terrorisme zijn gewaarborgd binnen het kader, de perken en de tijdslimieten van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme aangezien Allianz Benelux n.v. lid is van TRIP vzw, de rechtspersoon die werd opgericht in uitvoering van de bepalingen van deze wet.
Schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern is uitgesloten in deze verzekeringsovereenkomst.
TITEL II: De verzekering van het voertuig
Begripsomschrijvingen
Cataloguswaarde | Uitrusting |
De officiële verkoopprijs voor België (zonder BTW of korting) die de constructeur of de invoerder opgeeft. | De vaste elementen die de constructeur in zijn catalogus voorstelt als supplement bij het basismodel en de andere vaste elementen die men toevoegt en die niet door de constructeur werden meegeleverd. |
Omschreven voertuig | Verzekering op eerste risico |
Het voertuig en/of de aanhangwagen dat/die in de bijzondere voorwaarden vermeld is/zijn. | Een verzekeringsformule die geen rekening houdt met de werkelijke waarde van het verzekerde voorwerp. Bij een gedekt schadegeval betalen wij de geleden schade tot maximum het verzekerde bedrag, zonder toepassing van een evenredigheidsregel. De schade die hoger is dan het verzekerde bedrag vergoeden wij niet. |
Totale diefstal | Werkelijke waarde |
De verdwijning van het voertuig en, als men het terugvindt, de schade veroorzaakt tijdens de diefstal of de verdwijning. | De marktwaarde van het voertuig en de verzekerde uitrusting onmiddellijk vóór het schadegeval, bepaald door de expert. |
U, uw, uzelf, … | Wij, onze, … |
De verzekeringnemer, d.i. de persoon die het verzekeringscontract onderschrijft. | De verzekeringsmaatschappij Allianz Benelux nv, Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx |
De artikels 9, 10, 12 tot 15, 26 tot 32, 34 en 35 van Titel I zijn van toepassing als de hierna volgende bepalingen er niet van afwijken.
Hoofdstuk I - Voorwerp van de verzekering Artikel 1 - Verzekerd voertuig
1.1. Wij verzekeren het omschreven voertuig.
1.2. Wij breiden onze waarborg uit tot het voertuig dat het omschreven voertuig vervangt als dit tijdelijk onbruikbaar is. Wij staan deze uitbreiding toe gedurende maximum 30 opeenvolgende dagen vanaf de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar wordt. Dit vervangingsvoertuig moet van dezelfde aard zijn, bestemd voor hetzelfde gebruik en mag niet van een gezinslid zijn dat bij u inwoont.
Artikel 2 - Te verzekeren waarde
2.1. Te verzekeren waarde:
de cataloguswaarde van het omschreven voertuig en van de uitrusting die geplaatst is bij de aankoop van het voertuig op het ogenblik van de eerste inverkeerstelling
2.2. Wij verzekeren gratis:
• de uitrusting die men plaatst na de aankoop van het voertuig tot maximum 1.250 EUR (excl. BTW) in eerste risico. U moet dit zelfs niet melden. Als de waarde van deze uitrusting hoger is dan 1.250 EUR en u ze toch volledig wilt verzekeren, dan moet u het gedeelte boven de 1.250 EUR bij het bedrag onder artikel 2.1 voegen.
• de antidiefstalsystemen
• de belasting op de inverkeerstelling (BIV)
Artikel 3 - Territoriale uitgestrektheid
De waarborgen gelden in de hele wereld.
Hoofdstuk II - Waarborgen
In de bijzondere voorwaarden van uw contract vindt u welke waarborgen van toepassing zijn.
Artikel 4 - Bradinaglas
Bradinaglas omvat:
4.1. De waarborg Brand Wij verzekeren:
de schade aan het verzekerde voertuig en de verzekerde uitrusting veroorzaakt door brand, ontploffing, vuur, bliksem en bluswerken.
In de formules “Gold” en “Gold 24” verzekeren wij ook schade veroorzaakt door verbranding zonder vlammen en door kortsluiting in de elektrische installatie.
Wij verzekeren niet:
de schade veroorzaakt door bijtende, ontplofbare of licht ontvlambare producten of voorwerpen die men met het verzekerde voertuig vervoert, tenzij ze bestemd zijn voor huishoudelijk gebruik.
Deze uitsluiting slaat niet op de brandstof in de tank van het voertuig.
4.2. De waarborg Diefstal Wij verzekeren:
• de diefstal (ook carjacking en homejacking) van het verzekerde voertuig, de onderdelen, de verzekerde uitrusting en de beschadiging ervan bij diefstal of poging tot diefstal
• de diefstal van de sleutel(s), het (de) sleutelloos (sleutelloze) startsyste(e)m(en) (bijv. startkaart, …) en/of de afstandbediening(en)
• de kosten voor de vervanging van de sloten en/of verandering van de codes van het antidiefstalsysteem in geval van diefstal van de sleutel(s), het (de) sleutelloos (sleutelloze) startsyste(e)m(en) (bijv. startkaart, …) en/of de afstandbediening(en)
Wij verlenen tussenkomst als u onmiddellijk klacht neerlegt bij de politie. Bij verdwijning van het voertuig moet dit gebeuren ten laatste binnen de 24 uur nadat u de diefstal hebt vastgesteld.
Als de diefstal in het buitenland werd gepleegd en men het voertuig niet terugvond, moet u binnen de 8 dagen na uw terugkeer in België ook klacht neerleggen bij de Belgische politie.
Bij een totale diefstal moet u ons alle sleutels, sleutelloze startsystemen (bijv. startkaarten, …), afstandbedieningen, het gelijkvormigheidattest en inschrijvingsbewijs bezorgen. Als deze ook gestolen zijn, moet u ons ook een attest van de politie bezorgen als bewijs van aangifte van deze diefstal.
Wij verzekeren niet:
• de diefstal of de pogingen tot diefstal gepleegd door of met medeplichtigheid van uw familieleden of die van de eigenaar van het voertuig die bij u of de eigenaar wonen
• de diefstal van enkel de uitrusting, gepleegd door uw aangestelden of die van de eigenaar of door personen aan wie men het voertuig heeft toevertrouwd
• de diefstal of de poging tot diefstal als men onvoldoende voorzorgen nam (bijv. deuren of koffer niet op slot, open dak, cabriodak of ruiten niet dicht, sleutel of sleutelvrij startsysteem in het voertuig, vereiste antidiefstalsystemen niet ingeschakeld, …), tenzij het voertuig zich in een slotvaste individuele garage bevond en er in de garage werd ingebroken. Deze uitsluiting geldt niet bij carjacking.
In de formules “Gold” en “Gold 24” verzekeren wij ook de diefstal van onbemande cabrio’s met openstaand dak die zich niet in een slotvaste individuele garage bevinden als het voertuig uitgerust is met een na-diefstalsysteem CJ1 of CJ2, erkend door Assuralia op het ogenblik van de onderschrijving van de dekking Diefstal. Alle antidiefstalsystemen moeten ingeschakeld zijn op het ogenblik van de diefstal. Hun uitschakelingsmechanismen en de autosleutels (of sleutelloze startsystemen) mogen zich niet in het voertuig bevinden. Wij verzekeren niet de diefstal van enkel de uitrusting van deze cabrio’s zonder diefstal van het voertuig.
• de verdwijning van het voertuig door verduistering (onrechtmatige toe-eigening) of misbruik van vertrouwen (bedrieglijke verduistering of verspilling van andermans voorwerpen die men ontvangen heeft onder de verplichting om ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te gebruiken, bijv. een kandidaat-koper die het verzekerde voertuig niet terugbrengt na een toegestane testrit, …)
Specifieke uitbreiding in geval van volledige diefstal van het voertuig
Wij betalen een forfaitair bedrag van 35 EUR (BTW-onafhankelijk) per dag gedurende een periode van maximum 20 dagen.
• Deze periode begint op de dag dat wij de schadeaangifte ontvangen.
• Deze periode eindigt op de dag dat de eigenaar terug in het bezit komt van zijn voertuig of op de dag dat wij vergoeden in totaal verlies. Als men het voertuig niet terugvindt, betalen wij dit bedrag gedurende maximum 20 dagen.
4.3. De waarborg Natuurkrachten en schade door dieren Wij verzekeren:
de schade aan het verzekerde voertuig en aan de verzekerde uitrusting door:
• aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, neerstorten van rotsen, vallen van stenen of ijsblokken, grondverschuivingen, lawines, drukking door een sneeuwmassa, storm met windsnelheden van meer dan 80 km/u, hagel, vloedgolven, hoge waterstanden en overstromingen
Wij verzekeren enkel de schade die het directe gevolg is van deze feiten.
• een botsing met dieren
Wij verzekeren ook de schade door aanrijding of omkantelen van het voertuig als gevolg van de botsing.
4.4. De waarborg Glasbreuk Wij verzekeren:
het breken of barsten van de voor-, zij- en achterruiten en het dak in glas of doorzichtige kunststof van het verzekerde voertuig.
Onder “ruit” verstaan wij zowel ruiten in glas als in doorzichtige kunststof.
Wij betalen de vergoeding voor glasbreuk alleen bij herstelling of vervanging van de ruiten.
Bij totaal verlies van het verzekerde voertuig betalen wij geen specifieke schadevergoeding in de waarborg Glasbreuk.
Artikel 5 - Omnium
Omnium omvat:
5.1. De waarborg Stoffelijke schade Wij verzekeren:
de schade aan het verzekerde voertuig en de verzekerde uitrusting door:
• een ongeval
• een transport van het voertuig (inclusief het laden en lossen ervan)
• vandalisme of kwaad opzet
• het tanken van verkeerde brandstof
Onder dit punt verzekeren wij enkel de mechanische schade aan het voertuig als de bestuurder wegrijdt nadat men door onoplettendheid de verkeerde brandstof heeft gekozen aan de pomp.
Wij verlenen geen tussenkomst voor het verlies van de verkeerde brandstof.
Wij verzekeren niet:
• de schade aan de banden, tenzij deze samen ontstaat met andere gedekte schade of het gevolg is van vandalisme of kwaad opzet
• de schade aan onderdelen van het voertuig door slijtage, constructiefout, slecht onderhoud, gebrek aan smering of koelvloeistof
Wij komen wel tussen voor de mechanische schade door een gebrek aan
motorolie of koelvloeistof als deze zijn weggevloeid uit het voertuig door een gedekt schadegeval en als men niet op de hoogte kon zijn dat de motorolie of koelvloeistof was weggevloeid (Wij zullen bijv. niet tussenkomen als men verder reed met het voertuig terwijl de verklikkerlichten voor de olie of koelvloeistof brandden).
• de schade door het transport (inclusief laden en lossen) van dieren of voorwerpen
• de schade door overbelading van het voertuig.
5.2. De waarborgen Brand, Diefstal, Natuurkrachten en schade door dieren en Glasbreuk
Zoals omschreven in de artikels 4.1 tot en met 4.4 hiervoor
Artikel 6 - Gemeenschappelijke uitbreidingen
6.1. Per verzekerd schadegeval en per verzekerd voertuig en/of verzekerde aanhangwagen vergoeden wij tot maximum 1.250 EUR (excl. BTW en voor alle kosten samen):
• de sleep- en repatriëringkosten als het voertuig niet rijvaardig is
In de formules “Gold” en “Gold 24” vergoeden wij onder de waarborg Stoffelijke schade (artikel 5.1) ook de kosten voor het slepen naar de dichtstbijzijnde garage als men door onoplettendheid de verkeerde brandstof heeft gekozen aan de pomp. Voor deze specifieke tussenkomst zonder mechanische schade aan het voertuig passen wij de vrijstelling in artikel 10.3 niet toe.
• de kosten van de tijdelijke stalling
• de demontagekosten voor de opmaak van een schadebestek
• de kosten voor het opmaken van een schadebestek na demontage
6.2. Bij een gedekt schadegeval vergoeden wij ook:
• de redelijk gemaakte reddingskosten en de bluskosten
Voor deze kosten passen wij de vrijstelling in artikel 10.3 niet toe.
• de kosten die de automobielinspectie aanrekent als de expert in zijn verslag vermeldt dat het voertuig na herstelling moet worden gekeurd
• de douanerechten als het onmogelijk is om het voertuig binnen de wettelijke termijn te repatriëren
• de kosten voor het reinigen van het interieur van het voertuig en van de persoonlijke zaken van de bestuurder en de passagiers als men toevallig en gratis een persoon heeft vervoerd die dringende medische hulp nodig had
6.3. Bij een gedekt schadegeval (niet bij een totale diefstal) bekomt u gratis een vervangingsvoertuig als u een beroep doet op één van onze erkende herstellers:
• bij herstelbare schade: tijdens de effectieve herstelling
• bij totaal verlies: gedurende maximum 6 dagen Contacteer uw makelaar voor onze lijst met erkende herstellers.
Artikel 7 - Gemeenschappelijke uitsluitingen
7.1. Wij verzekeren niet:
7.1.1. de uitrusting die losgemaakt is van het voertuig
7.1.2. het deel van de communicatie- en/of navigatie-installatie dat niet ingebouwd is in het het voertuig (met “ingebouwd” bedoelen wij dat het enkel kan worden losgemaakt met gereedschap)
In de formules “Gold” en “Gold 24” verzekeren wij wel de diefstal van het niet- ingebouwde deel van de navigatie-installatie dat zich in het voertuig bevindt. Wij komen hiervoor tussen in werkelijke waarde, op eerste risico en tot maximum 500 EUR (excl. BTW) per verzekerde diefstal.
De uitsluitingen (Wij verzekeren niet …) onder artikel 4.2 zijn van toepassing.
7.1.3. de persoonlijke zaken en voorwerpen die men in het voertuig vervoert (gsm’s, cd's, dvd's, kledij, ...) met uitzondering van wat voorzien is in artikel 6.2, 4e●
7.1.4. de schade die voortvloeit uit oorlogsfeiten
Als de verzekerde in het buitenland door dergelijke feiten verrast wordt, blijven wij gedurende 15 dagen de schade aan het verzekerde voertuig verzekeren, te rekenen vanaf het begin van de vijandigheden.
7.1.5. de schade die voortvloeit uit stakingen of gewelddaden van collectieve inspiratie als de bestuurder van het verzekerde voertuig eraan heeft deelgenomen
7.1.6. de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt is door terrorisme
7.1.7. de schade veroorzaakt of verzwaard door radioactiviteit, ioniserende stralen of kernreacties
7.1.8. de schade overkomen tijdens de voorbereiding van of de deelname aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidswedstrijden of -ritten. Wij verzekeren wel de schade overkomen tijdens de voorbereiding van of deelname aan toeristische rally's.
7.1.9. de schade overkomen als het omschreven voertuig verhuurd wordt of opgevorderd is
7.1.10. de schade overkomen als het omschreven voertuig geen geldig keuringsbewijs heeft, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar het keuringsstation of als men, in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer", op weg is van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller en men na de herstelling naar het keuringsstation rijdt
Wij passen deze uitsluiting alleen toe als vaststaat dat de staat van het voertuig een invloed had op het schadegeval.
7.1.11. de schade overkomen als de bestuurder:
• in staat van alcoholintoxicatie is van meer dan 0,8 gram/liter bloed (0,35 milligram/liter uitgeademde lucht)
• in staat van dronkenschap is of in een gelijkaardige toestand door het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken (bijv. medicijnen, drugs, …)
• niet voldoet aan de Belgische wet en reglementen om het verzekerde voertuig te besturen. Wij passen deze uitsluiting niet toe als de bestuurder in het buitenland wel aan de plaatselijke wet en reglementen voldoet om het voertuig te besturen en hij geen rijverbod heeft in België.
Wij passen deze uitsluitingen alleen toe als u of de eigenaar op de hoogte was of kon zijn van deze feiten en als vaststaat dat deze feiten een invloed hadden op het schadegeval.
7.1.12. de schade die u of de eigenaar opzettelijk veroorzaakt
7.1.13. de schade door weddenschappen en uitdagingen
7.2. Wij vergoeden nooit de waardevermindering van het voertuig of de gebruiksderving.
Hoofdstuk III - Schadegevallen
Artikel 8 - Aangifte en verplichtingen van de verzekeringnemer
8.1. U moet ons elk schadegeval zo vlug mogelijk schriftelijk melden:
• in geval van volledige diefstal van het voertuig: binnen de 24 uur nadat u de diefstal hebt vastgesteld
• in de andere gevallen: ten laatste binnen de 8 dagen nadat u de feiten hebt vastgesteld
8.2. U moet ons alle nuttige inlichtingen en documenten verschaffen, onder andere de aankoopfactuur van het voertuig en van de verzekerde uitrusting. U moet ons onmiddellijk verwittigen als men u meldt dat het gestolen voertuig is teruggevonden.
8.3. Telkens wij dit vragen, moet u klacht neerleggen bij de politie. U moet hoe dan ook klacht neerleggen bij diefstal.
8.4. Bij schade aan het vervangingsvoertuig moet u het bewijs leveren dat het omschreven voertuig op het ogenblik van het schadegeval buiten gebruik was.
Artikel 9 - Herstelling en schatting van de schade
9.1. U mag het beschadigde voertuig laten herstellen van zodra onze expert de schade heeft geëxpertiseerd.
Als u een beroep hebt gedaan op een door ons erkende hersteller, dan laten wij de schade binnen de 24 uur na aangifte expertiseren.
Als er onenigheid is over de (schatting van de) schade, zullen onze expert en de expert die u aanduidt samen de schade bepalen.
Als zij niet tot een akkoord komen, stellen deze experten een derde expert aan en spreken zij zich uit bij meerderheid van stemmen. Als één van de partijen geen expert aanstelt of als de twee experten het niet eens zijn over de keuze van de derde expert, moet de Voorzitter van de bevoegde rechtbank de derde expert aanduiden. Hetzelfde geldt als een expert zijn opdracht niet uitvoert.
Elke partij betaalt de kosten en erelonen van haar eigen expert. De kosten en erelonen van de derde expert en de arbitragekosten betaalt elke partij voor de helft.
De experten zijn vrijgesteld van elke gerechtelijke formaliteit.
De expertise staat los van onze rechten en van de uitzonderingen die wij kunnen inroepen.
9.2. Dringende en noodzakelijke herstellingen mag u zonder voorafgaande expertise laten uitvoeren als ze niet meer kosten dan 1.000 EUR (excl. BTW). Wij vergoeden u van zodra u ons de gedetailleerde herstellingsfactuur bezorgt, rekening houdend met de vrijstelling in artikel
10.3 voor de waarborg Stoffelijke schade (zie artikel 5.1).
9.3. Bij glasbreuk mag u zonder voorafgaande expertise laten herstellen als u een beroep doet op één van de gespecialiseerde en door ons erkende firma's.
Artikel 10 - Vergoeding
10.1. Bij herstelbare schade
Wij betalen:
• de bij expertise vastgestelde herstellingskosten
• de niet-terugvorderbare BTW op deze herstellingskosten als u ons de herstellingsfactuur bezorgt
• de vergoedingen in artikel 6 (Gemeenschappelijke uitbreidingen) verminderd met de vrijstelling in artikel 10.3.
Als u beslist om het voertuig niet te laten herstellen maar het te vervangen en u ons de aankoopfactuur van het vervangingsvoertuig bezorgt, betalen wij een vergoeding die gelijk is aan de normale herstellingskosten (incl. de niet-terugvorderbare BTW) en de vergoedingen in artikel 6, verminderd met de vrijstelling in artikel 10.3
Wij passen de vrijstelling in artikel 10.3 niet toe in de waarborg Bradinaglas (zie artikel 4).
10.2. Bij totaal verlies
1. Er is totaal verlies:
• als het voertuig technisch niet herstelbaar is (technisch totaal verlies)
• als bij herstelbare schade de herstellingskosten hoger zijn dan de werkelijke waarde van het voertuig onmiddellijk vóór het schadegeval, verminderd met de waarde van het wrak (economisch totaal verlies)
• enkel in de formules “Gold” en “Gold 24”: U kunt kiezen voor een totaal verlies als de herstellingskosten (excl. BTW) hoger zijn dan 2/3 van de te verzekeren waarde.
In deze formule heeft u ook de keuze om het voertuig te laten herstellen zolang er geen sprake is van een economisch totaal verlies.
• bij diefstal:
• als men het voertuig niet terugvindt binnen de 20 dagen nadat wij uw aangifte hebben ontvangen
of
• als men het voertuig terugvindt binnen de 20 dagen nadat wij uw aangifte hebben ontvangen, maar de eigenaar het om juridische of administratieve redenen waar hij zelf niets kan aan doen, pas na 30 dagen opnieuw in zijn bezit kan nemen.
2. Bedrag van de vergoeding van het voertuig en van de verzekerde uitrusting Het bedrag van de vergoeding hangt af van:
1. de ouderdom van het voertuig:
Wij berekenen de ouderdom van het voertuig per maand en nemen de datum van de eerste inverkeerstelling als beginpunt voor de afschrijving.
Wij tellen elke begonnen maand als een volledige maand.
2. de verzekeringsformule die u gekozen hebt:
1. Formule “Gold 24”
2. Formule “Gold”
3. Formule “Safety”
4. Formule “Security”
Afhankelijk van de formule is de restwaarde op het ogenblik van het schadegeval gelijk aan:
% van de verzekerde waarde | ||||
Maand | Gold 24 | Gold | Safety | Security |
1 | 100 | 100 | 100 | 98,5 |
2 | 100 | 100 | 100 | 97 |
3 | 100 | 100 | 100 | 95,5 |
4 | 100 | 100 | 100 | 94 |
5 | 100 | 100 | 100 | 92,5 |
6 | 100 | 100 | 100 | 91 |
7 | 100 | 100 | 99 | 89,5 |
8 | 100 | 100 | 98 | 88 |
9 | 100 | 100 | 97 | 86,5 |
10 | 100 | 100 | 96 | 85 |
11 | 100 | 100 | 95 | 83,5 |
12 | 100 | 100 | 94 | 82 |
13 | 100 | 100 | 93 | 80,5 |
14 | 100 | 100 | 92 | 79 |
15 | 100 | 100 | 91 | 77,5 |
16 | 100 | 100 | 90 | 76 |
17 | 100 | 100 | 89 | 74,5 |
18 | 100 | 100 | 88 | 73 |
19 | 100 | 98,5 | 87 | 71,5 |
20 | 100 | 97 | 86 | 70 |
21 | 100 | 95,5 | 85 | 68,5 |
22 | 100 | 94 | 84 | 67 |
23 | 100 | 92,5 | 83 | 65,5 |
24 | 100 | 91 | 82 | 64 |
25 | 99 | 89,5 | 81 | 62,5 |
26 | 98 | 88 | 80 | 61 |
27 | 97 | 86,5 | 79 | 59,5 |
28 | 96 | 85 | 78 | 58 |
29 | 95 | 83,5 | 77 | 56,5 |
30 | 94 | 82 | 76 | 55 |
31 | 93 | 80,5 | 75 | 53,5 |
32 | 92 | 79 | 74 | 52 |
33 | 91 | 77,5 | 73 | 50,5 |
34 | 90 | 76 | 72 | 49 |
35 | 89 | 74,5 | 71 | 47,5 |
36 | 88 | 73 | 70 | 46 |
37 | 87 | 71,5 | 68,5 | 44,5 |
38 | 86 | 70 | 67 | 43 |
39 | 85 | 68,5 | 65,5 | 41,5 |
40 | 84 | 67 | 64 | 40 |
41 | 83 | 65,5 | 62,5 | 38,5 |
42 | 82 | 64 | 61 | 37 |
43 | 81 | 62,5 | 59,5 | 35,5 |
44 | 80 | 61 | 58 | 34 |
45 | 79 | 59,5 | 56,5 | 32,5 |
46 | 78 | 58 | 55 | 31 |
47 | 77 | 56,5 | 53,5 | 29,5 |
48 | 76 | 55 | 52 | 28 |
49 | 75 | 53,5 | 50,5 | 26,5 |
50 | 74 | 52 | 49 | 25 |
51 | 73 | 50,5 | 47,5 | 23,5 |
52 | 72 | 49 | 46 | 22 |
53 | 71 | 47,5 | 44,5 | 20,5 |
54 | 70 | 46 | 43 | 19 |
55 | 69 | 44,5 | 41,5 | 17,5 |
56 | 68 | 43 | 40 | 16 |
57 | 67 | 41,5 | 38,5 | 14,5 |
58 | 66 | 40 | 37 | 13 |
59 | 65 | 38,5 | 35,5 | 11,5 |
60 | 64 | 37 | 34 | 10 |
> 60 | Werkelijke waarde | werkelijke waarde | werkelijke waarde | werkelijke waarde |
Bij directie- of demonstratievoertuigen verhogen wij de datum van de inverkeerstelling met 6 maanden.
Verzekeren wij een nieuw voertuig en ging de waarborg in vóór de datum van de eerste inverkeerstelling, dan nemen wij de eerste datum als beginpunt voor de afschrijving.
Als de restwaarde op het ogenblik van het schadegeval lager is dan de werkelijke waarde, vergoeden wij op basis van de werkelijke waarde.
Wij vergoeden de schade aan het vervangingsvoertuig op basis van de werkelijke waarde tot maximum de verzekerde waarde van het omschreven voertuig.
3. Verkoop van het wrak
Wij verkopen het wrak voor rekening van de eigenaar. Daarom moet u ons onmiddellijk alle documenten van het beschadigde voertuig bezorgen die nodig zijn voor de verkoop van het wrak. Als de eigenaar het wrak houdt, trekken wij de waarde ervan af van de vergoeding.
4. Vergoeding van de belastingen
• BTW
Wij vergoeden de BTW die de eigenaar niet kan terugvorderen op het ogenblik van het schadegeval, ook als men het voertuig dat totaal verloren is niet vervangt.
Wij vergoeden nooit méér BTW dan men bij aankoop van het omschreven voertuig heeft betaald.
• BIV
Wij vergoeden ook de BIV en nemen hiervoor als basis de BIV die men betaalde bij de 1e inschrijving van het omschreven voertuig.
Tijdens de eerste 12 maanden na de 0x xxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxx wij in geen enkele formule een afschrijving toe. Vanaf de 13e begonnen maand passen wij voor elke formule dezelfde afschrijving toe als voor de verzekerde waarde. Als wij op basis van de werkelijke waarde vergoeden, betalen wij de BIV volgens de verhouding tussen de werkelijke waarde op het ogenblik van het schadegeval en de verzekerde waarde.
5. Overbouw van de verzekerde uitrusting
Wij vergoeden de overbouw van de verzekerde uitrusting naar het voertuig dat in vervanging komt (inclusief de niet-terugvorderbare BTW) als u ons de factuur ervan bezorgt.
6. Vergoeding van de gemeenschappelijke uitbreidingen Zie artikel 6.
7. Als men het gestolen voertuig terugvindt nadat wij hebben vergoed in totaal verlies, kan de eigenaar ofwel het voertuig houden als u ons de ontvangen vergoeding terugbetaalt (In dit geval zullen wij de eventuele herstellingskosten betalen), ofwel de vergoeding houden (In dit geval worden wij eigenaar van het voertuig).
10.3. Vrijstelling
Van het bekomen bedrag trekken wij de vrijstelling af die in de bijzondere voorwaarden staat. Wij passen deze vrijstelling niet toe in de waarborg Bradinaglas (zie artikel 4).
10.4. Evenredigheidsregel
Als u voor het omschreven voertuig een waarde hebt opgegeven die lager is dan de te verzekeren waarde in artikel 2, herleiden wij de vergoeding volgens de verhouding tussen de waarde die u hebt opgegeven en de waarde die u had moeten opgeven.
Artikel 11 - Begunstigde van de vergoeding
Wij betalen de vergoedingen aan u of, bij overlijden, aan uw rechthebbenden.
Als een door ons erkende hersteller de herstelling uitvoert, betalen wij rechtstreeks aan hem, met uitzondering van de eventuele vrijstelling en het gedeelte van de BTW dat de eigenaar van het verzekerde voertuig kan terugvorderen.
Dit geldt ook bij glasbreuk als één van de gespecialiseerde en door ons erkende firma's de herstelling of vervanging uitvoert.
Artikel 12 - Subrogatie
Wij kunnen de vergoedingen die wij betaalden terugvorderen van iedereen die aansprakelijk is voor het schadegeval.
Wij vorderen de betaalde vergoedingen nooit terug van de verzekeringnemer, eigenaar, houder of toegelaten bestuurder van het voertuig of hun bloedverwanten in rechte lijn, hun echtgenoot en aanverwanten in rechte lijn noch van de bij hen inwonende personen, hun gasten en hun huispersoneel, behalve bij opzet of fout zoals vermeld in de artikels 7.1.11 en 7.1.12 of als een aansprakelijkheidsverzekeraar de schade ten laste neemt.
Wij vorderen ze wel terug van de houder, de toegelaten bestuurder of hun gezinsleden als zij het voertuig hebben gebruikt voor andere zaken dan waarvoor het hen werd toevertrouwd.
Artikel 13 - Opzeggingsmogelijkheid
Als één van de partijen één van de waarborgen van deze titel opzegt, dan heeft de andere partij het recht het hele contract op te zeggen.
Bescherming van de persoonlijke levenssfeer en rechten van de geregistreerde personen
De persoonsgegevens die aan Allianz Benelux n.v. worden medegedeeld, zijn uitsluitend bestemd voor de volgende doelstellingen: evaluatie van de verzekerde risico's, beheer van de commerciële relatie, van het verzekeringscontract en van de erdoor gedekte schadegevallen, controle van de portefeuille, voorkoming van misbruiken en fraudes. Enkel voor deze doeleinden kunnen zij ,indien noodzakelijk, worden overgemaakt aan een herverzekeraar, expert of een raadsman. Deze gegevens zijn toegankelijk voor de diensten onderschrijving en schadebeheer alsook voor de Dienst Juridische Zaken en Compliance bij een eventueel geschil of bij een controle, en voor de Dienst Audit in het strikte kader van de haar toevertrouwde opdrachten.
Hierbij verleent de verzekerde zijn toestemming voor de verwerking van de gegevens betreffende zijn gezondheid door de Medische Dienst en de hiervoor opgesomde bestemmelingen wanneer dit noodzakelijk is voor het beheer van een polis of schadegeval.
De verzekerde aanvaardt dat de verzekeringnemer en de tussenpersoon kennis kunnen nemen van de inhoud van het contract en zijn eventuele uitsluitingsgronden.
Het niet mededelen van de vereiste gegevens kan naargelang de hypothese het volgende resultaat hebben voor Allianz Benelux n.v.: de onmogelijkheid voor haar of de weigering om een commerciële relatie aan te gaan, een dergelijke relatie verder te zetten of een operatie uit te voeren die de betrokken persoon heeft gevraagd.
Elke persoon die zijn identiteit bewijst, heeft het recht kennis te krijgen van de hem betreffende gegevens die in het bestand zijn opgenomen door een gedagtekend en ondertekend verzoek in te dienen bij de dienst:
Bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Allianz Benelux n.v., Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Bij dit verzoek moet er een kopie worden gevoegd van de identiteitskaart van de aanvrager en moet de naam en het adres van de geneesheer worden vermeld aan wie onze adviserend geneesheer eventuele medische gegevens mag mededelen.
Deze persoon is verder gerechtigd om alle onjuiste persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, kosteloos te laten verbeteren of te doen verwijderen alsook om zich te verzetten tegen gebruik van die gegevens voor direct marketing door dit uitdrukkelijk te vermelden naast zijn handtekening op het voorliggende document.
Waarschuwing
Elke oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op basis van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch samenwerkingverband Datassur, de Meeûssquare, 35 - 0000 Xxxxxxx, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden- verzekeraars.
Klachtenbehandeling
Het Belgisch recht is van toepassing op de verzekeringsovereenkomst. Elke klacht aangaande de uitvoering van het contract kan worden gericht aan :
- de Ombudsman van de Verzekeringen, de Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, fax : 02/000.00.00, xxxx@xxxxxxxxx.xx of
- de Ombudsdienst van de maatschappij Allianz Benelux n.v., Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, fax : 02/000.00.00, Xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx
onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeringnemer om een rechtsvordering in te stellen.