Besluit
Openbaar
Besluit
Vergunning vereist voor de concentratie tussen Royal FloraHolland U.A. en Gebr. De Winter Holding B.V., Xxx Xxxxxxxxx Holding B.V.,
P.M. Van Zaal Transport B.V.
Vergunning vereist voor de concentratie tussen Royal FloraHolland U.A. en Gebr. De Winter Holding B.V., Xxx Xxxxxxxxx Holding B.V., P.M. Van Zaal Transport B.V.
: ACM/UIT/553134 | |
: ACM/20/043158 | |
: 4 maart 2021 | |
: | |
: 1.1 | |
: 43 |
Inhoudsopgave
4
5
6
6
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht
7
8
8
7.1.1 De distributieketen van sierteeltproducten 8
7.1.2 Achtergrond en ratio voorgenomen concentratie 9
7.1.3 Relaties tussen de activiteiten van partijen 10
7.2.2 Relevante productmarkt voor het vermarkten van sierteeltproducten 11
7.2.3 Relevante productmarkt voor sierteeltvervoer over de weg 15
7.2.4 Relevante productmarkt voor logistieke dienstverlening 19
7.2.5 Relevante geografische markt voor vermarkten van sierteelt 21
7.2.6 Relevante geografische markt voor sierteeltvervoer over de weg 21
7.2.7 Relevante geografische markt voor logistieke dienstverlening 22
7.3 Gevolgen van de voorgenomen concentratie (horizontaal) 23
7.3.1 Gevolgen op de markt voor sierteeltvervoer over de weg 23
7.3.2 Gevolgen op de markt voor logistieke dienstverlening 28
7.3.3 Conclusie horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie 29
7.4 Gevolgen van de voorgenomen concentratie (niet-horizontaal) 29
7.4.2 Positie van RFH als handelsplatform voor sierteeltproducten 30
7.4.3 Mogelijke bundeling of koppeling van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten met vervoersdiensten 31
7.4.4 Mogelijke beperking van toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes op de veilingterreinen van RFH 36
7.4.5 Conclusie niet-horizontale gevolgen voorgenomen concentratie 42
42
1 Samenvatting en leeswijzer
5. Ten aanzien van de markt voor het vermarkten van sierteeltproducten is de ACM er op dit moment onvoldoende van overtuigd dat buiten de veiling om handelen (BVO1) in de huidige marktsituatie in voldoende mate een substituut vormt voor het brede en diepe aanbod op het handelsplatform van RFH en mogelijke andere soortgelijke handelsplatforms. De ACM kan daarom niet uitsluiten dat RFH beschikt over een aanzienlijke mate van marktmacht (die niet noodzakelijkerwijs hoeft neer te komen op een machtspositie).
1 De ACM gebruikt de term BVO in dit besluit om in het kader van haar beoordeling op grond van de Mw handelsstromen aan te duiden die niet verlopen via RFH of soortgelijke handelsplatformen. De door de ACM gehanteerde term komt daarmee niet overeen met de term BVO die RFH zelf hanteert in regels voor haar leden en in het bijzonder de ‘Spelregels tijdelijke ontheffing BVO’, zoals weergegeven op de website van RFH. Zie in dit kader ook de voetnoot bij randnummer 39.
a. De afbakening van de productmarkt voor sierteeltvervoer over de weg.
2 Melding
11. Op 11 november 2020 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie.2 Royal FloraHolland U.A. (hierna: Royal Flora Holland (ook: RFH)), onderdeel van de Royal Flora Holland-groep, en Gebr. De Winter Holding B.V., Xxx Xxxxxxxxx Holding B.V., P.M. Van Zaal Transport B.V. (hierna respectievelijk: De Winter, Xxx Xxxxxxxxx, Xxx Xxxx, gezamenlijk ook: de Floriway-vervoerders), hebben gemeld dat Royal Flora Holland (ook: RFH) de zeggenschap probeert te verkrijgen over De Winter, Xxx Xxxxxxxxx, Xxx Xxxx.
2 Op grond van artikel 34 van de Mededingingswet.
3 Partijen
B.V. onder vallen. Wematrans B.V. richt zich op het (gekoeld) vervoer over de weg van sierteeltproducten en (gekoelde) logistieke diensten, zoals warehouse management en fulfilment. Van Marrewijk Verhuur B.V. richt zich op de verhuur van vervoersmiddelen, zoals vrachtwagens, autobussen, caravans en aanhangwagens.4
P.M. van Zaal Transport B.V. P.M. van Zaal Transport B.V. richt zich op goederenvervoer over de weg, met een specialisatie in het vervoer van sierteelt en planten. Ook biedt zij logistieke diensten aan zoals warehousing.
4 De gemelde operatie
3 De activiteiten van Carosserie Center Westland B.V. zijn volgens partijen accessoir aan de vervoersactiviteiten van Gebr. De Winter Holding B.V. en haar groepsmaatschappijen. Deze activiteiten worden daarom, gelet op de beperkte omvang ervan en het ontbreken van overlap met de activiteiten van de andere over te nemen ondernemingen, niet nader besproken door partijen.
4 De activiteiten van Xxx Xxxxxxxxx Verhuur B.V. zijn volgens partijen accessoir aan de vervoersactiviteiten van Xxx Xxxxxxxxx Holding B.V. en haar groepsmaatschappijen. Deze activiteiten worden daarom, gelet op de beperkte omvang ervan en het ontbreken van overlap met de activiteiten van de andere over te nemen ondernemingen, niet nader besproken door partijen.
19. De voorgenomen transacties blijken uit de volgende Share Purchase Agreements: (i) tussen Logistiek2 B.V. enerzijds en E.C.M. De Winter Beheer B.V., A.J.M. De Winter Beheer B.V. en
A.W. Xx Xxxxx Beheer B.V. (De Winter) anderzijds (ongedateerd); (ii) tussen Logistiek2 B.V. en Xxx Xxxxxxxxx Beheer B.V. (gedateerd 9 november 2020) en (iii) tussen Logistiek2 B.V. enerzijds en P.M. Xxx Xxxx B.V. en Xxxxxxx Xxxxxxxxx B.V. (Xxx Xxxx) anderzijds (gedateerd 10 november 2020).
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht
22. Er is sprake van drie individuele transacties. Om vast te stellen of deze als één concentratie dienen te worden aangemerkt in de zin van artikel 29, eerste lid, van de Mw, wordt gekeken naar randnummers 36 e.v. uit de Geconsolideerde Mededeling van de Europese Commissie.5 In dit kader dient per geval te worden bepaald of de transacties zodanig nauw verweven zijn, dat de ene transactie niet zou zijn gesloten zonder de andere.6
24. Daarnaast is er volgens partijen ook sprake van een juridische verbondenheid tussen de individuele transacties. Uit de verschillende Share Purchase Agreements voor de verschillende transacties volgt dat wanneer de voorgenomen concentratie, bestaande uit de betreffende transactie en de overige transacties die onderdeel uitmaken van de voorgenomen concentratie, op grond van mededingingsrechtelijke overwegingen geen doorgang kan vinden, dat Partijen niet
5 Geconsolideerde Mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (2008/C95/01) (hierna: Geconsolideerde Mededeling).
6 Geconsolideerde Mededeling, randnummer 38.
7 Melding, randnummers 55-56.
verplicht zijn (en feitelijk dus ook niet toegestaan) om over te gaan tot het tot stand brengen van de betreffende transactie.8
6 Procedure
26. De ACM heeft naar aanleiding van de melding aanvullende informatie gevraagd aan partijen. Daarnaast heeft de ACM viermaal aanvullende informatie ontvangen op eigen initiatief van partijen, op de volgende momenten: 9 december 20209, 5 januari 202110, 25 januari 202111 en 29 januari 202112. Naast deze informatie baseert de ACM haar beoordeling op informatie uit het marktonderzoek onder concurrenten, afnemers en andere marktpartijen, met wie zij telefonische interviews heeft gevoerd en aan wie zij schriftelijke vragen heeft gesteld. Ook heeft de ACM in haar beoordeling twee zienswijzen betrokken die zijn ingediend door een concurrent respectievelijk een afnemer van partijen. Tot slot heeft de ACM openbare informatie betrokken in haar onderzoek.
7 Beoordeling
27. In dit hoofdstuk beoordeelt de ACM de voorgenomen concentratie. Paragraaf 7.1 bevat een inleiding. Paragraaf 7.2 gaat in op de product- en geografische marktafbakening van de markten waarop RFH en De Winter, Xxx Xxxxxxxxx en Xxx Xxxx actief zijn. Paragraaf 7.3 gaat in op de horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie op deze markten. Paragraaf 7.4 gaat in op de niet-horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie.
28. De ACM zal in deze paragraaf eerst ingaan op de distributieketen van sierteeltproducten (7.1.1), vervolgens op de achtergrond en ratio van de voorgenomen concentratie (7.1.2) en tot slot op de relaties tussen de activiteiten van partijen (7.1.3).
7.1.1 De distributieketen van sierteeltproducten
9 Brief RFH van 9 december 2020.
10 Aanvullende input RFH van 5 januari 2021.
11 Bericht RFH van 25 januari 2021 .
12 Zienswijze RFH van 29 januari 2021.
‘aanvoerlogistiek’. Voor het traject kweker-veiling of van kweker rechtstreeks naar de koper van de sierteeltproducten, is het veelal de kweker die opdrachtgever is van en betaalt voor het sierteeltvervoer.
31. Afhankelijk van het type koper kan het zijn dat de sierteeltproducten vanaf de locatie van de koper verder worden gedistribueerd, dan spreken we van sierteeltvervoer, niet zijnde aanvoerlogistiek. Daarnaast is ook sprake van vervoer tussen opkweekbedrijven13 en kwekers, wat volgens de ACM waarschijnlijk behoort tot het sierteeltvervoer, niet zijnde aanvoerlogistiek.
32. De verdere distributie van de koper naar zijn (eind)afnemers, kan ook plaatsvinden (van en) naar locaties in het buitenland. In het internationaal transport van sierteelt zijn andere partijen actief dan in het nationaal sierteeltvervoer.14 Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van ander materieel, bijvoorbeeld grotere vrachtwagens en inclusief een slaapplek voor de chauffeur, en is er doorgaans sprake van ‘groupage’.15 Om actief te kunnen worden op het internationale sierteeltvervoer is het van belang om een netwerk van klanten en voldoende volume in het betreffende land van bestemming te hebben.16 Hiertoe rekent de ACM ook het vervoer van en naar vliegvelden, hetgeen volgens een marktpartij eveneens wordt aangeboden door andere partijen en gebeurt met ander materieel dan het sierteeltvervoer over de weg.17 Het internationaal sierteeltvervoer schaart de ACM in dit besluit daarom niet onder de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg, zoals die wordt beschreven in randnummer 94.
33. Sierteeltvervoerders die zich richten op het sierteeltvervoer in Nederland, zullen mogelijk af en toe ook vrachten vervoeren voor kwekers en/of afnemers gevestigd net over de grens in België of Duitsland. De ACM beschouwt dergelijke stromen als onderdeel van het sierteeltvervoer over de weg.
7.1.2 Achtergrond en ratio voorgenomen concentratie
13 Bedrijven die jonge planten opkweken uit bijvoorbeeld zaad en stekjes.
14 Zie o.m. Gespreksverslag ACM/UIT/546754. Deze vervoerder geeft aan dezelfde klanten te bedienen als één van de fuserende partijen, maar beide ondernemingen verzorgen voor dezelfde klanten een ander deel van het sierteeltvervoer. De Floriway-vervoerder biedt met name het vervoer op het traject tussen de kweker en de koper van sierteelt aan. Het deel van de koper van sierteelt naar diens afnemer, gevestigd in het buitenland, wordt uitgevoerd door de bevraagde vervoerder.
15 Zie de gespreksverslagen Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/UIT/546754, Gespreksverslag ACM/UIT/546186 en Gespreksverslag ACM/UIT/546739. Eén van de bevraagde vervoerders beschrijft groupage als dat “producten van meerdere exporteurs in één vrachtwagen naar meerdere kopers worden getransporteerd”.
16 Gespreksverslag ACM/UIT/546186; Gespreksverslag ACM/UIT/546754 p. 2.
17 Gespreksverslag ACM/UIT/546454.
35. Zij wil dit gaan doen door middel van de voorgenomen overname van drie sierteeltvervoerders. De drie sierteeltvervoerders zullen gaan handelen onder de naam Floriway.18 De drie over te nemen sierteeltvervoerders zullen daarom in dit besluit gezamenlijk ook worden aangeduid als de ‘Floriway-vervoerders’.
7.1.3 Relaties tussen de activiteiten van partijen
37. De Floriway-vervoerders zijn ieder actief op het gebied van sierteeltvervoer over de weg en daarmee samenhangende logistieke dienstverlening. Er is dus sprake van horizontale overlap op deze gebieden.
39. RFH is een veiling- en handelsplatform voor sierteeltproducten. Kwekers verhandelen hun producten via de veiling op de volgende manieren: via de klok19 of via directe transacties rechtstreeks tussen kwekers en kopers van sierteeltproducten (hierna: directe transacties).20 Leden van RFH (kwekers) hebben een zogenaamde afrekenplicht21, die hen verplicht 100% van hun productie via RFH af te rekenen. Alle transacties die door leden van RFH (kwekers) worden gesloten, dus zowel via de klok als directe transacties, worden daarom normaliter door de veiling financieel afgehandeld. Dit laatste is alleen niet het geval als leden van RFH hun producten verkopen aan kopers van sierteeltproducten die niet via RFH kunnen afrekenen. Voor dergelijke transacties kunnen kwekers een Tijdelijke ontheffing lidverplichting (TOL)22_aanvragen bij RFH, en handelen ‘buiten de veiling om’ (BVO23). Voor dergelijke BVO-transacties moeten kwekers een naheffing betalen aan RFH.
18 Melding, randnummer 51.
19 Fysiek vanaf de tribune op een veilinglocatie, of elektronisch via “Kopen op Afstand”, ook wel KOA.
20 Melding, randnummer 5.
21 Zie Statuten Royal Flora Holland, art. 18, lid 2.
23 De term BVO in dit randnummer verwijst specifiek naar hetgeen onder het begrip BVO wordt verstaan in de ‘Spelregels tijdelijke ontheffing BVO’, zoals weergegeven op de website van RFH. De hier gehanteerde term BVO komt daarom niet overeen met hetgeen de ACM in de rest van het besluit verstaat onder de term BVO.
40. Daarnaast biedt RFH aan kwekers en kopers van sierteeltproducten een aantal nevendiensten aan op haar veilingterreinen. Dit betreft onder meer logistieke dienstverlening op haar eigen terreinen (bijvoorbeeld verzorging van (digitale) administratieve diensten bij transacties die via de veiling verlopen, zoals facturering en incasso en het faciliteren van vrachtvervoer op de vestigingslocaties van RFH) en het bieden van huisvesting aan handelaren.24
41. Verder biedt RFH een aantal diensten aan op haar veilingterreinen aan sierteeltvervoerders. Dit betreft onder meer (i) het ter beschikking stellen van docks (een laad- of losplaats verbonden aan een veiling- of handelsgebouw waar vervoerders hun producten kunnen laden en lossen) en (ii) het verhuren van ruimte aan sierteeltvervoerders, waarmee sierteeltvervoerders op hun beurt aan de afnemers van sierteeltvervoer logistieke dienstverlening zoals op- en overslag kunnen aanbieden. Daarnaast maken sierteeltvervoerders vaak gebruik van stapelwagens25 en fusten26 van de veiling, waarop de sierteeltproducten vervoerd worden. Dit gaat via een statiegeldsysteem ontwikkeld door RFH. Op stapelwagens zitten om deze reden een soort chips die door RFH op de veilingkarren worden geplaatst, die slotplaten worden genoemd27.
7.2.2 Relevante productmarkt voor het vermarkten van sierteeltproducten
24 Melding, randnummer 6.
25 Dit betreft gestandaardiseerde stapelwagens die alleen noodzakelijk zijn bij verkoop via de klok. Voor andere stromen kan de kweker, al dan niet in overleg met de koper kiezen voor andere typen wagens (bijvoorbeeld Deense karren).
Stapelwagens kunnen door kwekers, kopers en vervoerders worden gehuurd onder dezelfde voorwaarden. Royal Flora Holland, Algemene voorwaarden Stapelwagens, xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/0000000/Xxxxx_XxxxxXxxxxxx_XX-Xxxxxxxxxxxx_xxxx0000.xxx.
26 RFH-fusten zijn standaard productdragers die nodig zijn om sierteelt af te leveren bij de klok. Voor directe stromen mag een kweker zelf kiezen welk type fust hij gebruikt, afhankelijk van de wensen van zijn afnemer. De fusten worden door RFH tegen betaling aan kwekers of kopers ter beschikking gesteld. Zie bijvoorbeeld: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxx/xxxxxx/xxxx.
27 De slotplaten horen bij een statiegeldsysteem dat wordt gebruikt bij RFH stapelwagens. Om de RFH stapelwagens van een RFH terrein mee te kunnen nemen moeten ze voorzien zijn van een slotplaat. De slotplaten zijn alleen noodzakelijk bij het gebruik van RFH stapelwagens en dus alleen voor stromen die fysiek langs de klok lopen. Slotplaten kunnen door kwekers, kopers en vervoerders worden gehuurd onder dezelfde voorwaarden.
51. Uit het marktonderzoek van de ACM volgt dat de mogelijkheid voor afzet via de veilingklok van RFH belangrijk is voor kwekers.31 Kwekers die lid zijn bij RFH, kunnen volgens xxxxxx van sierteeltproducten in beginsel niet BVO handelen.32 Een koper van sierteeltproducten wijst erop dat het steeds lastiger wordt voor kwekers die lid zijn van RFH om BVO te handelen.33
52. Diverse kopers van sierteeltproducten stellen dat het voor hen niet mogelijk is om de door hen gewenste sierteeltproducten volledig BVO in te kopen. Volgens hen hangt dit samen met de kwaliteit, variëteit en/of het volume van het via RFH beschikbare assortiment.34 Een andere koper van sierteeltproducten wijst erop dat RFH een unieke marktplaats is, want nergens ter wereld kun
28 Zoals aangegeven in de voetnoot bij randnummer 5 gebruikt de ACM de term BVO om in het kader van haar beoordeling handelsstromen aan te duiden die niet verlopen via RFH of soortgelijke handelsplatformen. De door de ACM gehanteerde term komt daarmee niet overeen met de term die RFH hanteert in regels voor haar leden en dat onderdeel uitmaakt van de ‘Spelregels tijdelijke ontheffing BVO’, zoals weergegeven op de website van RFH. Zie in dit kader ook de voetnoot bij randnummer 39.
29 Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 99.
30 Zienswijze van RFH van 29 januari 2021.
31 Gespreksverslag ACM/UIT/547018, Gespreksverslag ACM/UIT/546454, p. 3.
32 Gespreksverslag ACM/UIT/547833, Gespreksverslag ACM/UIT/545801.
33 Gespreksverslag ACM/UIT/547833
34 Gespreksverslag ACM/UIT/547833, Gespreksverslag ACM/UIT/545801, Schriftelijke antwoorden ACM/IN/577691.
je elke dag weer de variëteiten bloemen en planten kopen in de hoeveelheden die nu beschikbaar zijn in Nederland.35
54. In het destijds uitgevoerde onderzoek onder een grote groep kwekers en kopers gaven zowel kwekers als kopers aan dat zij bij een significante verslechtering van één van de concurrentieparameters van de afzetkanalen van de veiling in voldoende grote mate zouden overstappen naar alternatieven, waarbij zij rechtstreekse verkoop zonder tussenkomst van de veiling (nu BVO genoemd) als belangrijkste alternatief noemden.37 In 2007 werd het percentage van de sierteelthandel via andere kanalen door de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten (VBG) geschat op circa 5% voor bloemen en tussen de 10% en 15% voor planten.38
56. Volgens partijen is de omvang van BVO sinds 2007 toegenomen. Zij schatten het percentage sierteelthandel dat buiten de veiling om gaat op [30-40]%, maar geven geen uitgebreide onderbouwing van dit percentage.39 De omvang van het belang van BVO wordt echter door verschillende marktpartijen genuanceerd.40 Een aantal marktpartijen stelt dat BVO weliswaar in omvang is toegenomen, maar stelt daarbij ook dat BVO voornamelijk betrekking heeft op grote partijen tulpen en violen die door retailers rechtstreeks bij kwekers worden ingekocht.41
57. Desgevraagd geven partijen geen schatting van het percentage Nederlandse kwekers dat geen lid is van RFH. [VERTROUWELIJK] zo’n 1500 kwekers zijn die geen lid zijn van RFH, maar wel incidenteel hun sierteelt via RFH vermarkten. Zij geven daarbij aan dat deze groep [VERTROUWELIJK]42 Diverse marktpartijen wijzen er op dat 90% of meer van de Nederlandse kwekers lid is van RFH.43
58. Het hoge percentage kwekers dat lid is van RFH is van belang voor de potentiële omvang van het BVO segment. Leden van RFH zijn in principe verplicht hun sierteelt via RFH te laten afrekenen. BVO is voor leden van RFH slechts zeer beperkt mogelijk, met een ontheffing en betaling van een transaction fee44, hetgeen de eventuele economische voordelen van BVO voor deze kwekers
35 Gespreksverslag ACM/UIT/547018, p. 9.
36 Daaronder werden begrepen: directe verkoop door telers aan (groot)handelaren en detaillisten, verkoop via telersverenigingen en producentencoöperaties, commissionairs, Cash & Carry’s en groothandelsmarkten en zelfstandige agenten. Zie het meldingsbesluit van de NMa van 19 februari 2007, zaak 5901/Bloemenveiling Aalsmeer – FloraHolland, randnummer 17.
37 Besluit van de NMa van 21 augustus 2007, zaak 5901/Bloemenveiling Aalsmeer - FloraHolland, randnummer 67 en verder.
38 Besluit van de NMa van 21 augustus 2007, zaak 5901/BloemenveilingAalsmeer-FloraHolland, randnummer 25
39 Zij schatten dit op basis van de zogenaamde Share of Wallet van de grootste kopers op het RFH platform. Share of Wallet is een inschatting van het deel dat deze kopers van hun inkopen via RFH afrekenen. Antwoorden van partijen op vragen van ACM d.d. 6 januari 2020, randnummer 57 en Bijlage 25 – Share of Wallet top 25 RFH Holdings.
40 Gespreksverslag ACM/UIT/545801.
41 Gespreksverslag ACM/UIT/546186, Gespreksverslag ACM/UIT/547018.
42 Antwoorden van partijen op vragen van ACM d.d. 6 januari 2020, randnummer 63-65.
43 Gespreksverslag ACM/UIT/547833, Gespreksverslag ACM/UIT/546298: 90%, Gespreksverslag ACM/UIT/545801 90%.
44 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxx-xxx0000
geheel of ten dele wegneemt. Slechts naar schatting 10% van de Nederlandse kwekers is geen lid van RFH. Van deze kwekers kan volledig buiten RFH om worden ingekocht.
60. Voor kopers van sierteeltproducten geldt dat zij alleen van handel via RFH naar BVO kunnen switchen indien en voor zover er voldoende BVO-aanbod beschikbaar is, in volume, kwaliteit en assortiment. Uit het marktonderzoek van ACM blijkt dat een aantal soorten sierteeltproducten een belangrijke rol speelt in het BVO-kanaal. Meerdere marktpartijen geven aan dat BVO vooral wordt gebruikt voor grotere partijen bloemen en planten. Daarbij noemen zij vooral violen en tulpen.46 Het aantal variëteiten dat beschikbaar is via BVO is een belangrijke bepalende factor voor de substitueerbaarheid van klok- en directe transacties via RFH door BVO-transacties. Eén van de ondervraagde marktpartijen geeft aan dat de diversiteit van het aanbod BVO nog geen 10% bedraagt van het aantal variëteiten dat op het platform van RFH wordt aangeboden via de klok en directe transacties. Deze zelfde marktpartij merkt ook op dat buitenlandse kwekers voor haar geen goed alternatief vormen voor het aanbod van RFH, vanwege het feit dat zij niet voorraadhoudend is.47 Dit zou erop kunnen wijzen dat voorkopers van sierteeltproducten BVO voor slechts een beperkt deel van het assortiment aan sierteeltproducten een alternatief is.
61. Bovendien zullen er vanuit het perspectief van de kopers van sierteeltproducten [VERTROUWELIJK] transactiekosten gemoeid zijn met het buiten RFH om zoeken naar verschillende kwekers van sierteeltproducten en daarmee BVO overeenkomsten sluiten om te komen tot het door de koper gewenste assortiment aan sierteeltproducten. De platforms FloraXchange en Blueroots vervulden deze functies in eerste instantie als onafhankelijke partijen, maar zijn inmiddels verbonden aan RFH. In FloraXchange heeft RFH inmiddels een meerderheidsbelang verworven.48 In Blueroots heeft RFH ook een 50% belang verworven.49 Deze platforms lijken beide reeds geïntegreerd te zijn in Xxxxxxxx en dus niet onafhankelijk van RFH te functioneren.
63. De ACM is er daarom op dit moment onvoldoende van overtuigd dat BVO in de huidige marktsituatie in voldoende mate een substituut vormt voor het brede en diepe aanbod op het handelsplatform van RFH en mogelijk andere soortgelijke handelsplatforms. De disciplinerende werking van BVO op RFH is derhalve in dit stadium onduidelijk.
45 Gespreksverslag ACM/UIT/547833.
46 Zie voetnoot 12: Gespreksverslag ACM/UIT/546186, Gespreksverslag ACM/UIT/547018.
47 Gespreksverslag ACM/UIT/547833.
48 xxxxx://xxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxx/xxxxx-xxxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx-xx-xxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx- voor-kwekers.
49 xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xx/xxxxxx/xxxxxxxxx-xx-xxxxx-xxxxxxxxxxxx-xxxxx-xxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx.
64. Gezien het bovenstaande wil de ACM in de vergunningsfase nader onderzoek doen naar de afbakening van de relevante markt voor het vermarkten van sierteeltproducten. Daarbij zal onder meer aan de orde komen in hoeverre kopers het aandeel BVO kunnen uitbreiden boven wat ze nu al doen en of de mate waarin BVO een alternatief is in belangrijke mate verschilt voor verschillende typen sierteeltproducten.
7.2.3 Relevante productmarkt voor sierteeltvervoer over de weg
67. Ook voor het resterende deel van hun afzet kunnen kwekers gebruikmaken van reguliere vervoerders, omdat gekoelde opleggers volgens partijen de meest gangbare transportmiddelen zijn en reguliere vervoerders dan ook gekoelde en ongekoelde vervoersdiensten aanbieden.
69. Ook zijn partijen van mening dat sierteeltvervoer geen specifieke expertise vereist. Sierteeltvervoer kent bijvoorbeeld geen veiligheidsvereisten of fytosanitaire regels.52 Partijen merken tot slot op dat er geen relevante toetredingsbarrières zijn.53
70. Ten aanzien van de vraagzijde merken partijen op dat kwekers geen bijzondere vervoersvraag hebben. De vervoersvraag van de kwekers is vergelijkbaar met die van fruittelers en producenten van speelgoed.54 Een vervoerder heeft uitsluitend laadruimte nodig om het vervoer aan te bieden, hetgeen ook blijkt uit de verschillende type vervoersmiddelen (bestelbus, bakwagen, aanhanger) die kwekers inzetten op het moment dat zij zelf het vervoer verzorgen.55
71. Ten aanzien van de aanbodzijde merken partijen op dat de hele transportsector een vervoersdienst kan aanbieden aan elke afnemer met een vervoerswens. Sierteeltvervoerders kunnen ook andere producten vervoeren en doen dit ook.56 Ook de Floriway-vervoerders vervoeren andere producten, zoals plastic potten, plastic fusten en voeding voor bloemen57.
72. Ondernemingen die zich niet specifiek op het vervoer van sierteelt richten, vervoeren ook sierteelt aldus partijen.58 Zij geven hierbij het voorbeeld van twee ondernemingen die actief zijn in distributie voor supermarkten, waarbij gekoelde producten en sierteelt een onderdeel van de
50 Melding, randnummer 12.
51 Brief 9 december 2020, randnummer 1.6.
52 Brief 9 december 2020, randnummer 1.6.
53 Brief 9 december 2020, randnummer 3.11.
54 Brief 9 december 2020, randnummer 3.3.
55 Brief 9 december 2020, randnummer 3.4.
56 Brief 9 december 2020, randnummer 3.6
57 Antwoorden Partijen 28 december 2020, randnummer 11.
58 Brief 9 december 2020, randnummer 3.7.
vervoerde producten uitmaken. Ook hebben zij een overzicht van vervoersondernemingen aangeleverd die in de afgelopen vijf jaren diensten hebben afgenomen bij RFH.59 Hieruit blijkt volgens partijen dat ook vervoerders die zich niet richten op sierteeltvervoer sierteeltproducten vervoeren.
76. Vier63 van de vijf bevraagde vervoersondernemingen geven aan dat het sierteeltvervoer gespecialiseerd is en daarom moet worden beschouwd als een apart type vervoer. Het onderscheid tussen sierteeltvervoer en het algemeen vrachtvervoer over de weg is volgens de bevraagde partijen gelegen in het gebruikte materieel64, het type dienstverlening dat wordt aangeboden65 en de benodigde faciliteiten op veilingterreinen66. De67 andere vervoerder is van mening dat er weliswaar geen sprake is van een aparte markt, maar dat een onderneming over voldoende schaal moet beschikken om actief te kunnen zijn in sierteeltvervoer.
77. Ten aanzien van het benodigde materieel merken vier68 bevraagde vervoersondernemingen op dat de gebruikte wagens of opleggers uitgerust moeten zijn met koeling. Eén69 van de vervoersondernemingen geeft aan dat in tegenstelling tot het vervoer van snijbloemen, het vervoer van planten vraagt om een kachelmotor. Eén70 van de vervoersondernemingen geeft tevens aan dat ook het gekoelde materieel niet kan worden ingezet voor bijvoorbeeld distributie voor supermarkten.
59 E-mail 5 januari 2021, randnummer 1.4 en bijlage 1. De in bijlage 1 genoemde bedrijven hebben diensten afgenomen zoals het huren van slotplaten, het inleveren/overboeken van CC’s en/of het huren van een ruimte. Partijen voeren aan dat deze ondernemingen zich daarom met zekerheid hebben beziggehouden met sierteeltvervoer.
60 Brief 9 december 2020, randnummer 3.8.
61 Antwoorden 24 december 2020, randnummer 21.
62 Brief 9 december 2020, randnummer 2.6.
63 Gespreksverslag ACM/UIT/545885; Gespreksverslag ACM/UIT/545769; Gespreksverslag ACM/UIT/546739; en Gespreksverslag ACM/UIT/546754.
64 Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/UIT/546754, Gespreksverslag ACM/UIT/545890, Gespreksverslag ACM/UIT/547234, Gespreksverslag ACM/UIT/547833, Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363.
65 Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/545891, Gespreksverslag ACM/UIT/546758, Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363.
66 Gespreksverslag ACM/UIT/545890, Gespreksverslag ACM/UIT/545891, Gespreksverslag ACM/UIT/547234, Gespreksverslag ACM/UIT/546758, Gespreksverslag ACM/UIT/547833, Gespreksverslag ACM/UIT/548442. 67 Gespreksverslag ACM/UIT/546186, p.5.
68 Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/UIT/546186, Gespreksverslag ACM/UIT/546754.
69 Gespreksverslag ACM/UIT/545769.
70 Gespreksverslag ACM/UIT/545885.
78. Drie kopers van sierteeltproducten en een andere partij geven aan dat specifieke kennis nodig is om sierteeltvervoer aan te bieden.71 Een72 afnemer is van mening dat het sierteeltvervoer qua middelen niet gespecialiseerd is – het zijn simpelweg gekoelde trailers – maar dat de specialisatie is gelegen in de dienstverlening van de sierteeltvervoerder. Alle73 vervoerders geven aan dat de relatie tussen chauffeur en kweker belangrijk is, omdat goederen vaak in de nacht worden opgehaald en de chauffeur zichzelf toegang moet kunnen verschaffen tot de fysieke locatie van de kweker.
79. Ten aanzien van de benodigde faciliteiten op de veilingterreinen, zoals slotplaten, stapel- of CC- wagens, docks en boxen74, geven vier sierteeltvervoerders75 aan dat deze een noodzakelijk onderdeel vormen van sierteeltvervoer. Een andere sierteeltvervoerder nuanceert het belang van één van die faciliteiten, namelijk docks, door aan te geven dat dit van de specifieke ritten afhangt.76 Een andere sierteeltvervoerder77 heeft geen eigen ruimte op de veiling. Sierteeltvervoerders geven aan dat het verplicht gebruik van slotplaten om veilingkarren te kunnen vervoeren naar locaties buiten de veiling nauwelijks een belemmering is en dat de dienstverlening waarvoor een box wordt gehuurd ook bij andere sierteeltvervoerders kan worden ingekocht.
80. Eén afnemer78 geeft aan dat het voor haar een vereiste is dat een sierteeltvervoerder een box heeft op de veiling van Aalsmeer. Dezelfde afnemer onderschrijft ook de noodzaak voor de sierteeltvervoerder om over slotplaten te beschikken. Zes afnemers79 onderschrijven dat een sierteeltvervoerder moet beschikken over faciliteiten, specifiek een box80, op de betreffende veiling.
71 Gespreksverslag ACM/UIT/545890, Gespreksverslag ACM/UIT/545891, Gespreksverslag ACM/UIT/546758, Gespreksverslag ACM/UIT/546739.
72 Gespreksverslag ACM/UIT/545891.
73 Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/546754, Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/UIT/546186, Gespreksverslag ACM/UIT/546739.
74 Een box is een (gekoelde) ruimte op de veiling- of handelsterreinen waar diverse activiteiten worden verricht ten behoeve van de klant, zijnde de kweker of de koper van sierteeltproducten. Het betreft bijvoorbeeld op- en overslag en het exportklaar maken van partijen. De box vervult onder andere dus een rol in de distributie van sierteeltproducten. Grote kopers hebben in sommige gevallen een eigen box op vaak één van de veilingterreinen, waardoor voor die specifieke klant een vervoerder geen eigen box hoeft te gebruiken.
75 Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/UIT/546739, Gespreksverslag ACM/UIT/546186..
76 Gespreksverslag ACM/UIT/546186. Deze partij geeft aan dat in het geval een vervoerder langere ritten maakt, zij minder vaak per dag een dock nodig heeft. Voor een dergelijke vervoerder is het huren van een dock dan vaak een betere optie en ook het aanleggen op verschillende docks voor levering van goederen en het afhalen van goederen heeft een beperkt effect op de doorlooptijd van de transportstroom.
77 Gespreksverslag ACM/UIT/545769.
78 Gespreksverslag ACM/UIT/545890.
79 Gespreksverslag ACM/UIT/545890, Gespreksverslag ACM/UIT/545891, Gespreksverslag ACM/UIT/547234, Gespreksverslag ACM/UIT/547018, Gespreksverslag ACM/UIT/546758;
Gespreksverslag ACM/UIT/547833.
80 Een box is een (gekoelde) ruimte op de veiling waar diverse activiteiten worden verricht ten behoeve van de klant. Denk aan op- en overslag, exportklaar maken, eventueel herindelen van partijen voor verder transport. De box vervult onder andere dus een rol in de distributie. Grote kopers hebben in sommige gevallen een eigen box op vaak één van de veilingterreinen, waardoor voor die specifieke klant een vervoerder geen eigen box hoeft te gebruiken.
81 Geconditioneerd vervoer betreft bijvoorbeeld vervoer waarbij rekening wordt gehouden met specifieke klimaateisen, zoals temperatuur en luchtvochtigheid. Voorbeelden zijn het vervoer van diepvriesproducten en het gekoeld vervoer van vlees en medicijnen.
onderzocht of een nader onderscheid naar sierteeltvervoer over de weg passend is. Hieronder gaat de ACM nader in op haar bevindingen.
82. Het vervoer van sierteelt vindt gekoeld dan wel verwarmd plaats om de sierteeltproducten onder de juiste condities op de plaats van bestemming te krijgen.82 De ACM heeft onderzocht of het vervoer van sierteelt zich onderscheidt van overig geconditioneerd vervoer. De ACM acht het op basis van een samenstel aan redenen aannemelijk dat er sprake is van een aparte markt voor sierteeltvervoer over de weg. Hieronder zullen deze verschillende redenen worden toegelicht.
83. Als vorm van geconditioneerd vervoer vraagt het sierteeltvervoer om apart materieel, namelijk vrachtwagens of aanhangers die zijn uitgerust met koel- en/of verwarmingsmotor, om de sierteeltproducten te kunnen vervoeren onder de gewenste condities.83 Het betreffende materieel is daarnaast ingesteld op het vervoer van (karren met) sierteelt.84
84. Sierteeltvervoer maakt gebruik van specifieke faciliteiten op veilingterreinen, zoals slotplaten, fusten, karren, docks en een box. Met name de box, waar een vervoerder of koper van sierteeltproducten verschillende stromen sierteelt bij elkaar brengt voor verder transport, heeft een centrale rol in de keten van sierteeltvervoer.
86. Zo zijn er ook sierteeltvervoerders die niet beschikken over een eigen box en zich beperken tot het aanleveren en ophalen van producten bij de veiling. De overige dienstverlening wordt dan door derden verzorgd. De mate waarin vervoerders zelf over deze faciliteiten beschikken varieert dus, maar dit neemt niet weg dat deze faciliteiten wel een onderdeel vormen van de keten van sierteeltvervoer. Blijkens strategische stukken is RFH van mening dat [VERTROUWELIJK].85
88. Het collectief vervoer vraagt volgens sierteeltververvoerders om een goede relatie tussen chauffeur en kweker87 en het is belangrijk dat de chauffeur goed met het product kan omgaan.88 Blijkens strategische documenten is ook RFH die mening toegedaan89, hoewel partijen in communicatie met de ACM het tegenovergestelde betogen.90 Zowel het ophalen van de producten als het retourneren van bijvoorbeeld emballage vindt plaats gedurende de hele dag en nacht, waardoor een chauffeur vaak ook moet beschikken over toegang tot de locatie van de kweker. De nachtelijke toegang en de langjarige relaties tussen kwekers en sierteeltvoerder maken het ook lastiger voor andere vervoerders om toe te treden tot het collectief vervoer.
82 Bloemen worden doorgaans gekoeld vervoerd en planten worden een deel van het jaar verwarmd vervoerd. Hoewel het gekoelde materiaal ook in staat is om te verwarmen, geeft één van de bevraagde sierteeltvervoerders aan dat dit voor planten niet optimaal is en dan in plaats daarvan ook wel materieel met een kachelmotor wordt gebruikt.
83 TLN/VSV geeft bijvoorbeeld aan dat de ‘gekoelde trekker-oplegger combinatie’ de dominante configuratie is in het vervoer van bloemen en planten. Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363, antwoord op vraag 3a.
84 Zie Gespreksverslag ACM/UIT/546186, x.0, Xxxxxxxxxxxxxxx XXX/XXX/000000, p.2, Gespreksverslag ACM/UIT/545769, p.5.
85 Bijlage 19 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, p.13 (in het deel over onderhandelingsstrategie).
86 Gespreksverslag ACM/UIT/546298.
88 Gespreksverslag ACM/UIT/545885.
89 Bijlage 19 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, p.4.
90 Bericht RFH van 25 januari 2021.
90. Het aanbieden van vervoer tussen verschillende veilinglocaties (interveiling-vervoer) tenslotte vraagt om een bepaalde schaal en aanwezigheid op veilinglocaties. Interveiling-vervoer is tijdkritisch en er moet daarom voldoende volume worden verzameld om iedere afrit een voldoende hoge beladingsgraad te behalen.91 Om de te vervoeren stromen te bundelen voor vertrek en te distribueren bij aankomst, dient een vervoerder over ruimte op de betreffende veilinglocaties te beschikken.
93. Vanwege de bijzondere kenmerken van internationaal sierteeltvervoer, zoals beschreven in randnummer 32, acht de ACM het aannemelijk dat het internationaal sierteeltvervoer niet tot de markt voor sierteeltvervoer over de weg behoort.
94. De ACM acht het op basis van het bovenstaande aannemelijk dat er sprake is van een aparte markt voor sierteeltvervoer over de weg. De ACM kan op dit moment niet uitsluiten of de relevante productmarkt al het sierteeltvervoer in Nederland omvat, of dat het sierteeltvervoer tussen de koper van sierteeltproducten en zijn afnemers hier niet toe behoort. Als deze stroom niet tot de relevante productmarkt behoort, zou mogelijk gesproken kunnen worden van een aparte markt voor aanvoerlogistiek binnen het sierteeltvervoer. In de vergunningsfase zal de ACM daarom nader onderzoek doen naar de afbakening van de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg.
7.2.4 Relevante productmarkt voor logistieke dienstverlening
91 Gespreksverslag ACM/UIT/546739, p.3.
vriesopleggers. Zij laten in het midden of dit een aparte markt vormt. Indien al sprake zou zijn van een aparte markt voor gekoelde logistieke dienstverlening, beperkt deze markt zich volgens partijen niet tot sierteelt.92 Zij sluiten hiervoor aan bij de argumenten op basis waarvan zij concluderen dat gekoeld transport zich niet beperkt tot sierteelt.93
97. In antwoord op vragen van de ACM94 geven partijen aan dat de Floriway-vervoerders – in afwijking van hetgeen zij in de melding hebben opgenomen - slechts zeer beperkt actief zijn op het gebied van logistieke dienstverlening. De interne logistiek die de Floriway-vervoerders aanbieden op de handels- en veilingterreinen van RFH en daaraan gerelateerde opslag, was volgens partijen in de melding toegeschreven aan de markt voor logistieke dienstverlening. Deze dienstverlening moet volgens partijen echter worden gezien als onderdeel van het door de Floriway-vervoerders aangeboden sierteeltvervoer. Zuivere logistieke diensten, bijvoorbeeld expediteursdiensten als losstaande dienst, worden door de Floriway-vervoerders slechts zeer beperkt aangeboden.
99. In de zaak Federal Express / Caliber Systems Inc.96 onderscheidt de NMa aparte markten voor vrachtvervoer over de weg enerzijds en logistieke diensten anderzijds. Onder logistieke dienstverlening wordt in dat besluit verstaan “De markt voor logistieke diensten heeft betrekking op initiële logistieke adviezen en studies, operationele werkzaamheden inzake opslag, het management van aanbieders van vervoer en de verstrekking van andere beheersdiensten op het gebied van de logistiek.”.
103. Voor zover er toch sprake zou zijn van een aparte markt voor logistieke dienstverlening waarop de Floriway-vervoerders actief zijn, is de ACM van mening dat de door partijen aangeboden
93 Zie randnummers 67 en 72 van dit besluit.
94 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummer 6.
95 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummers 13, 15.
96 Besluit in zaak 2/Federal Express-Corporation/Caliber Systems Inc., randnummer 9.
97 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummer 10-11.
logistieke dienstverlening sterk samenhangt met het door hen aangeboden sierteeltvervoer. De argumenten op basis waarvan de ACM het aannemelijk acht dat er sprake is van een aparte markt voor sierteeltvervoer over de weg, maken het dan eveneens aannemelijk dat logistieke diensten gericht op sierteeltvervoer een aparte markt vormen. Een belangrijke aanwijzing hiervoor is dat het voor de logistieke dienstverlening die partijen aanbieden noodzakelijk is om op één of meerdere veiling- en handelsterreinen aanwezig te zijn en de aanwezigheid op één of meerdere veiling- en handelsterreinen van RFH en dat de logistieke dienstverlening over het algemeen betrekking heeft op volumes die via de veiling- en handelsterreinen van RFH lopen.
7.2.5 Relevante geografische markt voor vermarkten van sierteelt
105. In het vergunningsbesluit uit 2007 in de zaak Xxxxx Xxxxxxx / Bloemenveiling Aalsmeer is geconcludeerd dat “de relevante geografische markt voor het vermarkten van sierteeltproducten ten minste de Europese Unie omvat”.99 Hoe ruim de geografische markt exact is, is destijds in het midden gelaten, daar de materiële beoordeling er niet door werd beïnvloed.
106. Zoals de ACM in randnummer 64 aangeeft, zal zij in de vergunningsfase nader onderzoek doen naar de relevante productmarkt voor het vermarkten van sierteeltproducten. In het verlengde daarvan, zal de ACM in de vergunningsfase nader onderzoek doen naar de geografische omvang van de relevante markt voor het vermarkten van sierteeltproducten. Met name indien nader onderzoek nu tot de conclusie zou leiden dat BVO niet tot de relevante productmarkt gerekend moet worden, kan dat ook de afbakening van de relevante geografische markt beïnvloeden.
7.2.6 Relevante geografische markt voor sierteeltvervoer over de weg
107. Ten aanzien van de geografische markt voor vrachtvervoer verwijzen partijen naar de bevindingen van de NMa in de zaak Federal Express / Caliber Systems Inc.100, waarin de NMa tot de conclusie kwam dat de markt minimaal als nationaal dient te worden beschouwd. Partijen geven aan vanuit de praktijk geen indicaties te hebben dat de geografische markt nauwer dan nationaal zou moeten zijn. Partijen geven aan dat ook in deze zaak in het midden kan blijven of de markt nationaal of ruimer dan nationaal is.
98 Doorverwijzen naar betreffende randnummers in beoordeling horizontaal.
99 Besluit in zaak 5901/Bloemenveiling Aalsmeer - FloraHolland, randnummer 108.
100 Besluit in zaak 2/Federal Express-Corporation/Caliber Systems Inc., randnummer 9.
rondom de veilingterreinen, en in het bijzonder de locatie Aalsmeer.101 Naast de Floriway- vervoerders zijn er voor deze onderneming weinig andere sierteeltvervoerders die beschikken over de benodigde schaal, professionaliteit en faciliteiten op de RFH-locatie in Aalsmeer om te kunnen voldoen aan de wensen van deze onderneming.
109. Een sierteeltvervoerder beschrijft dat van oudsher sprake was van een regionale verdeling tussen sierteeltvervoerders, maar dat vanaf de periode 2005/2010 ondernemingen meer in elkaars gebieden zijn gaan werken.102 Vooral dichter rondom de veilingterreinen is het aanbod van verschillende sierteeltvervoerders veel groter geworden.
110. In eerdere zaken heeft de Commissie overwogen dat de markt voor vrachtvervoer over de weg nationaal van aard is, bijvoorbeeld als gevolg van kostenverschillen die voortkomen uit verschillende brandstofprijzen en nationaal arbeidsrecht, maar heeft de daadwerkelijke afbakening in het midden gelaten.103 Ook de NMa overwoog in de zaak Federal Express / Caliber Systems Inc.104 dat de geografische markt minimaal Nederland omvatte, maar heeft de daadwerkelijke afbakening van de markt in het midden gelaten.
111. De regionale aanwezigheid van sierteeltvervoerders, zoals door de koper van sierteeltproducten en de sierteeltvervoerder naar voren gebracht, hangt onder andere samen met waar het zwaartepunt van sierteeltproductie ligt en de vier verschillende veilinglocaties. Hoewel sommige sierteeltvervoerders hierdoor een regionale focus hebben, bestaan er ook diverse sierteeltvervoerders die landelijk actief zijn (zoals de Floriway-vervoerders).105 Er is bovendien geen reden om aan te nemen dat sierteeltvervoerders die een regionale focus hebben, niet ook landelijk actief zouden kunnen worden.
7.2.7 Relevante geografische markt voor logistieke dienstverlening
114. Gezien de in randnummers 103 beschreven samenhang met de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg, acht de ACM het aannemelijk dat de geografische omvang van de mogelijke aparte markt voor logistieke dienstverlening ten behoeve van sierteeltvervoer nationaal is.
101 Zienswijze ACM/IN/569600, p.2; Gespreksverslag ACM/UIT/545890, p.3.
102 Gespreksverslag ACM/UIT/546186, p.4.
103 Zie o.a. COMP/M.6059, randnummer 27.
104 Besluit in zaak 2/Federal Express-Corporation/Caliber Systems Inc., randnummer 9.
105 Gespreksverslag ACM/UIT/545769.
106 Zoals in randnummer 33 toegelicht komt het in sommige gevallen voor dat een sierteeltvervoerder de in paragraaf 7.2.3 toegelicht activiteiten verricht voor een kweker of een koper van sierteeltproducten die zich net over de grens bevindt. Het bedienen van deze klanten schaart de ACM eveneens onder de nationale markt voor sierteeltvervoer over de weg.
7.3 Gevolgen van de voorgenomen concentratie (horizontaal)
7.3.1 Gevolgen op de markt voor sierteeltvervoer over de weg
115. Door de overname worden de vervoers- en logistieke activiteiten van De Winter, Xxx Xxxx en Xxx Xxxxxxxxx samengevoegd. Hiermee bestaat een horizontale overlap tussen de activiteiten van deze sierteeltvervoerders. In deze paragraaf gaat de ACM daarom in op de mogelijke horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie op de (mogelijke) markt voor sierteeltvervoer over de weg.
116. Volgens partijen leidt de voorgenomen concentratie niet tot horizontale effecten. Partijen onderbouwen dit met de volgende argumenten.
• Zelfs op de meest nauwe en hypothetische marktafbakeningen overstijgt het marktaandeel van partijen niet de [10-20]%.107
• Voorts blijven er ook na de voltooiing van de voorgenomen concentratie voldoende
transportondernemingen beschikbaar die aan de vraag van de RFH-leden zouden kunnen voldoen.108 Het vervoer tussen de kwekers en RFH en tussen de RFH-locaties wordt volgens partijen doorgaans uitgevoerd door circa zeventig onafhankelijke vervoerders.109
117. Om hun standpunt ten aanzien van het beperkte marktaandeel van partijen verder te ondersteunen hebben partijen Buck Consultants gevraagd om door middel van een bottom-up methode nogmaals het gezamenlijk marktaandeel van partijen te berekenen. Buck Consultants heeft op basis van aantal werknemers en zogenaamde Eurovergunningen110 een berekening gemaakt met als uitkomst dat het gezamenlijk marktaandeel van partijen niet hoger dan [10-20]% zou zijn.111
118. Verschillende marktpartijen geven aan dat de Floriway-vervoerders grote aanbieders zijn op het gebied van sierteeltvervoer.112 Volgens twee kopers van sierteeltproducten zijn er voor hen weinig alternatieve aanbieders van sierteeltvervoer, die over de gewenste kwaliteiten (in de zin van bijvoorbeeld specialisme, schaal, professionaliteit) beschikken.113 Voor één van deze kopers van sierteeltproducten hangt dit ook samen met de regio waar zij de sierteeltvervoersdiensten afneemt, en het feit dat een door haar ingeschakelde sierteeltvervoerder faciliteiten op RFH Aalsmeer moet hebben om aan haar vraag te kunnen voldoen.114 Een afnemer geeft aan dat als
107 Melding, randnummer 86. Dit marktaandeel is berekend op basis van een analyse van Xxxx Consultants International (hierna: Xxxx) uitgevoerd op verzoek van RFH (zie melding, randnummer 77).
108 Melding, randnummer 91.
109 Melding, randnummer 14.
110 Bedrijven die actief zijn in het beroepsgoederenvervoer over de weg, moeten in bezit zijn van een Eurovergunning. Per voertuig wordt een vergunningsbewijs verstrekt en het aantal vergunningsbewijzen kan daarom worden gebruikt als een indicatie voor het aantal voertuigen dat de betreffende beroepsgoederenvervoerders in bezit hebben.
111 E-mail partijen 29 januari 2021.
112 Gespreksverslag ACM/UIT/545769, p. 5 (“Wematrans, Xxx Xxxx en De Winter zijn drie grote partijen”) en p. 7 (“De drie fuserende vervoerders zijn op het gebied van aanvoerlogistiek absoluut de drie grootsten.”). Gespreksverslag ACM/UIT/546739, p. 2 (“Het kwam als een hele verrassing dat ze drie grote partijen in één keer opkopen en dat de veiling hier de eigenaar van wordt.”). Gespreksverslag ACM/UIT/546186, p. 3 (“De Winter is nummer 1 en Van der Slot is nummer
2. Xxx Xxxx is nummer 3. Wema staat waarschijnlijk op 4.”). Zienswijze ACM/IN/569600, p. 2 (“[...] drie bijzonder grote spelers [...]” en “Het samenvoegen van deze drie grote spelers zou dus mogelijk een serieuze verarming van het competitieve landschap kunnen betekenen met daarbij verminderde kwaliteit en een minder efficiënte marktwerking”). 113 Gespreksverslag ACM/UIT/545891, p. 3. Gespreksverslag ACM/UIT/545890, p. 4.
114 Zienswijze ACM/IN/569600 p. 2.
gevolg van de voorgenomen concentratie niet meer onderhandeld kan worden over voorwaarden met partijen.115
119. Marktpartijen schatten het gezamenlijke marktaandeel van partijen op 45%116, 50%117, 50% tot 60%.118 Volgens een marktpartij zal, gelet op het geschatte hoge marktaandeel van de sierteeltvervoerders en de ontwikkeling naar digitale verkoop, de concurrentie op de markt voor sierteeltvervoer over de weg worden uitgesloten, waarna de sierteeltvervoerders voorwaarden kunnen opleggen aan de kwekers.119
120. Twee marktpartijen achten het door partijen genoemde aantal sierteeltvervoerders niet realistisch. Zij geven aan dat het aantal sierteeltvervoerders beduidend minder is.120 Een afnemer geeft aan dat vervoerders zich vaak richten op een specifieke regio, waardoor het landelijk aantal spelers niet representatief is voor de concurrentie in een specifieke regio.121
122. Marktaandelen kunnen een (eerste) indicatie zijn voor mogelijke mededingingsproblemen. Marktaandelen van 50% of meer kunnen op zichzelf voldoende bewijs vormen voor het bestaan van een machtspositie op de markt.122 Wanneer het gezamenlijke marktaandeel de 25% niet overschrijdt, kan worden vermoed dat de voorgenomen concentratie niet tot een significante belemmering van de mededinging zou kunnen leiden.123
123. Omdat hoge marktaandelen een (eerste) indicatie kunnen zijn van mogelijke mededingingsproblemen, is het van belang dat deze marktaandelen met enige mate van waarschijnlijkheid kunnen worden vastgesteld. Uit het voorgaande blijkt dat partijen hun gezamenlijke marktaandeel op de kleinst mogelijke markt ruim beneden de 25% schatten (zie randnummer 116 van dit besluit), terwijl sommige marktpartijen aangeven dat het gezamenlijke marktaandeel van partijen 50% of meer is (zie randnummer 119van dit besluit).
115 Gespreksverslag ACM/UIT/545891, p. 3.
116 Gespreksverslag ACM/UIT/546186, p. 7.
117 Gespreksverslag ACM/UIT/546739, p. 3; Zienswijze ACM/IN/560337, randnummer 17.
118 Gespreksverslag ACM/UIT/545801, p. 2.
119 Zienswijze ACM/IN/560337, randnummer 20.
120 Gespreksverslag ACM/UIT/545801, p. 2; Gespreksverslag ACM/ UIT/546298, p. 3.
121 Zienswijze ACM/IN/569600, p. 2. Een andere marktpartij geeft eveneens aan dat een kweker een sierteeltvervoerder uit de regio kiest (Gespreksverslag ACM/UIT/545801).
122 Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (2004/C 31/03) van 5 februari 2004 (Richtsnoeren horizontale fusies), randnummer 17.
123 Richtsnoeren horizontale fusies, randnummer 18.
informatie die de ACM heeft ontvangen van marktpartijen. Als laatste volgt een tussenconclusie van de ACM met betrekking tot het gezamenlijke marktaandeel van partijen.
Berekening van het gezamenlijk marktaandeel door partijen
126. Op verzoek van RFH en in het kader van de voorgenomen concentratie heeft Buck de Nederlandse vervoersmarkt geanalyseerd.124 Buck komt tot een totale marktomvang voor het beroepsgoederenvervoer in het sierteeltvervoer van EUR 434 miljoen in 2017.125 De Winter, Xxx Xxxxxxxxx en Van Zaal hebben een gezamenlijke omzet van EUR [VERTROUWELIJK] miljoen op het gebied van sierteeltvervoer. Op basis van deze gegevens is het marktaandeel dus circa [10- 20]%.126 Dit marktaandeel is inclusief internationaal transport wat, zoals toegelicht in randnummer 93, volgens de ACM niet tot de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg behoort.127
127. Dit marktaandeel is lager dan het marktaandeel dat De Winter op de eigen website noemt voor haar eigen onderneming.128 Desgevraagd geven partijen aan dat de uiting van De Winter gezien moet worden als marketingtechnische ‘grootspraak’.129
128. Interne documenten van partijen ter voorbereiding op de voorgenomen overname geven inschattingen van een gezamenlijk marktaandeel van de drie Floriway-vervoerders en Van der Slot130 van 50-60%131 en van [40-50]%132 op het gebied van aanvoerlogistiek. Aanvoerlogistiek is volgens partijen geen aparte relevante productmarkt, maar wordt in de interne documenten wel zo behandeld omdat RFH [VERTROUWELIJK].133 Over deze inschattingen van de marktaandelen zeggen partijen desgevraagd dat deze zijn gemaakt op basis van eigen inschattingen, niet gebaseerd op objectieve data en zonder voorafgaand due diligence onderzoek door RFH.134
129. In antwoord op vragen van de ACM geven partijen aan dat zij het aandeel van de Floriway- vervoerders op “vervoersstromen die met RFH te maken hebben”, schatten op ongeveer [30- 40]%. Met vervoersstromen die met RFH te maken hebben, doelen partijen naar eigen zeggen op de stroom van sierteeltgoederen die in Nederland of in de aangrenzende landen ontstaat bij de kwekers die lid zijn van RFH. In deze definitie zijn volgens partijen ook de rechtstreekse stromen tussen kwekers en kopers meegenomen die fysiek via de terreinen van RFH lopen.135 Voor de ACM is op dit moment onduidelijk welke vervoersstromen hierin precies zijn meegenomen, dus of bijvoorbeeld de stromen die niet fysiek via de terreinen van RFH lopen en de stromen van kopers naar hun afnemers hiertoe behoren of niet. Op basis van de uitleg van partijen, kan de ACM niet vaststellen op welke mogelijke markt partijen een marktaandeel van [30-40]% zouden hebben.
125 Buck Consultants International, De Nederlandse Transportmarkt – Marktanalyse, 24 juli 2020 (hierna: Buck-rapport), p. 22 (bijlage 9 bij de Melding).
126 Melding, randnummer 83, tabel 4.
127 Blijkens de internationale vervoerders zoals Xxxxxx Xxxxx die Buck mee neemt (Buck-rapport, tabel 5.4 op p. 24).
128 Website van Xx Xxxxxx met betrekking tot hun visie, beschikbaar op xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxx-xxx/xxxxx/.
129 Antwoorden Partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, randnummer 32.
130 Ten tijde van het opstellen van de interne documenten waren Partijen ook in onderhandeling over een overname van Xxx xxx Xxxx.
131 Bijlage 19 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, p. 11.
132 Bijlage 21 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, tabel bij paragraaf 2; Bijlage 20 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, bijlage met vragen & antwoorden, antwoord op vraag 3.
133 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 25.
134 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummers 20-21.
135 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 18.
136 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 60.
dit als volgt: volgens partijen gaat [30-40]% van de handel van sierteeltproducten in Nederland buiten RFH om, de overige [70-80]% gaat dus wel via RFH. [70-80]% van [30-40]% is [20-30]%. Deze berekening van het marktaandeel van de Floriway-vervoerders op het gebied van het vervoer van sierteelt verhandeld binnen Nederland, veronderstelt dat de Floriway-vervoerders helemaal geen omzet zouden behalen met vervoersstromen die voortkomen uit transacties die niet via RFH tot stand zijn gekomen. Partijen stellen noch onderbouwen dit.
Berekening van het gezamenlijke marktaandeel door marktpartijen
132. De ACM heeft een marktpartij, die het gezamenlijke marktaandeel op 50% schatte (zie randnummer 119), gevraagd deze schatting nader (cijfermatig) te onderbouwen.137 Op basis van een cijfermatig onderbouwde berekening herziet deze marktpartij het gezamenlijke marktaandeel van partijen op 24%.138 Deze schatting baseert deze marktpartij op een overzicht van de geschatte omzet van verschillende sierteeltvervoerders en het geschatte aantal vrachtwagens. Deze marktpartij gaat uit van 33 verschillende aanbieders.
133. Een aantal marktpartijen geeft aan dat zij de schatting van het substantiële gezamenlijke marktaandeel van partijen baseren op de door De Winter gecommuniceerde 30% marktaandeel of berichtgeving in de media.139
134. Op verzoek van de ACM heeft Transport en Logistiek Nederland (TLN) gegevens overgelegd op basis waarvan het marktaandeel van partijen circa 19% (op basis van het aantal binnenlandse vergunningsbewijzen)140 of circa [20-30]% op basis van omzet is.141 De ACM baseert deze berekening op de omzet die partijen volgens de melding behalen met sierteeltvervoer, namelijk EUR [VERTROUWELIJK] miljoen. Een alternatieve manier om de totale omzet te schatten (op basis van de aanname dat internationale vergunningen circa 20% meer aan omzet behalen,142) geeft een gezamenlijk marktaandeel van circa [20-30]%.143 TLN gaat uit van in totaal 84 ondernemingen, waarvan er 62 alleen binnenlands actief zijn. Als internationaal transport eveneens wordt meegenomen, is het gezamenlijke marktaandeel van partijen circa [10-20]% (op
137 Deze initiële schatting van 50% lijkt te zijn afgeleid van de 50% zoals in de media is verschenen (zie ook voernoot 136 en Schriftelijke antwoorden ACM/IN/570801.
138 Schriftelijke antwoorden ACM/IN/570801.
139 Gespreksverslag ACM/UIT/545890, p. 4. Gespreksverslag ACM/UIT/546739, p. 3. Een online nieuwsbericht van Hortipoint noemt een gezamenlijk marktaandeel van 50%: Xxxx-Xxxxx Xxxxxxxxxx, “Waarom gaan sierteeltvervoerders onder regie van de veiling werken?”, Hortipoint, 12 november 2020.
140 Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363, waarbij op basis van het aantal vergunningbewijzen het marktaandeel van partijen kan worden geschat (85 eenheden voor De Winter, 75 eenheden voor De Zaal en 44 eenheden voor Wematrans op een totaal van 1.052 eenheden (exclusief die ondernemingen die internationaal actief zijn,) geeft een marktaandeel van 19%).
141 Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363. Op basis van het aantal binnenlandse vergunningsbewijzen (1.052) is de totale markt circa EUR 215 miljoen.
142 Schriftelijke antwoorden ACM/IN/586363, antwoord op vraag 3(b).
143 Uitgaande van 2.112 vergunningen in totaal is de totale markt circa EUR 430 miljoen in 2019. Het aantal internationale vergunningsbewijzen is 1.060. Aangenomen dat internationale transporttarieven en omzet 20% per vergunning hoger zijn, is de nationale omzet per vergunning circa EUR 185.000. De totale binnenlandse markt is dan EUR 185.000 × 1.052 = circa EUR 194 miljoen. Partijen hebben in dat geval een marktaandeel van circa [20-30]% (EUR [VERTROUWELIJK] miljoen / EUR 194 miljoen). De internationale omzet per vergunning is dan EUR 220.000 (EUR 185.000 plus 20%). Samen is dit weer hetzelfde als de totale markt (EUR 222.000 × 1.060 = circa EUR 235 miljoen wat samen met EUR 194 miljoen weer circa EUR 430 miljoen is).
basis van het aantal vergunningsbewijzen of omzet).144 Dit is in lijn met het door Buck geschatte marktaandeel.
138. Wanneer de omzet die de Floriway-vervoerders behalen met logistieke dienstverlening toegerekend wordt aan de omzet die zij behalen met sierteeltvervoer (zie hierover randnummer 97), is de omzet van de Floriway-vervoerders EUR [VERTROUWELIJK]] miljoen hoger dan de omzet die de ACM als uitgangspunt voor haar berekeningen heeft genomen (EUR [VERTROUWELIJK] miljoen). Het marktaandeel op basis van omzet zou hierdoor kunnen uitkomen tussen de [30-40]% en [30-40]%, het laatste volgens de alternatieve berekenmethode die ervan uitgaat dat internationale vergunningen circa 20% meer aan omzet behalen. De ACM merkt hierbij wel op dat de totale omvang van de markt voor sierteeltvervoer over de weg mogelijk groter is wanneer voor alle sierteeltvervoerders ook hun omzet op het gebied van logistieke diensten hieraan toegevoegd zou worden. Het marktaandeel van de Floriway- vervoerders zou dan mogelijk lager uitkomen. De ACM beschikt op dit moment evenwel niet over de benodigde informatie om hier een goede inschatting van te geven.
Conclusie ACM over het gezamenlijk marktaandeel van de Floriway-vervoerders
139. Het initiële onderzoek geeft een gemengd beeld over het marktaandeel van partijen. Uitgaande van de cijfermatig onderbouwde marktomvang weergegeven in randnummer 134, ligt het gezamenlijke marktaandeel van de Floriway-vervoerders tussen de 20% en 30% (zie randnummers 132 en 134 van dit besluit) op de mogelijke markt van sierteeltvervoer over de weg, inclusief het traject koper-eindafnemer. De ACM hecht meer waarde aan deze (cijfermatig) onderbouwde marktaandelen dan aan de marketinguiting van De Winter en de schatting van Hortipoint (zie de voetnoot in randnummer 133) en de (hieraan gerelateerde146) schattingen van marktpartijen.
140. Als de omzet die partijen volgens de melding behalen met logistieke dienstverlening, toegevoegd moet worden aan de behaalde omzet op het gebied van sierteeltvervoer, valt het marktaandeel van partijen mogelijk hoger uit en ligt dit vermoedelijk maximaal tussen 30% en 40%. Hierbij maakt de ACM de kanttekening dat de omvang van de sierteeltvervoersmarkt inclusief logistieke dienstverlening nader moet worden onderzocht in de vergunningsfase.
144 Op basis van het totaal aantal vergunningsbewijzen (2.112) is de totale markt circa EUR 430 miljoen.
145 Zonder deze internationale vervoerders is de totale markt ongeveer de helft (en het gezamenlijke marktaandeel daarmee [20-30]%. Hetzelfde geldt voor de schatting van partijen op basis van de vervoerstromen die met RFH te maken hebben (zie randnummer 128 van dit besluit).
146 Zie randnummer 133 van dit besluit
143. Aangezien er echter nog onderzoekspunten openstaan ten aanzien van de precieze omvang van de markt en de positie van de Floriway-vervoerders hierop, zal de ACM in de vergunningsfase nader onderzoek doen naar de positie van de Floriway-vervoerders op de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg, en op de mogelijke smallere markt voor aanvoerlogistiek binnen het sierteeltvervoer (waarbij het traject koper van sierteeltproducten-eindafnemer niet tot de relevante productmarkt behoort). Ook zal de ACM nader onderzoek doen naar de positie van de Floriway- vervoerders in het geval dat de logistieke dienstverlening van sierteeltvervoerders (grotendeels) tot dezelfde markt behoort als de markt voor sierteeltvervoer over de weg.
7.3.2 Gevolgen op de markt voor logistieke dienstverlening
146. In antwoord op vragen van de ACM147 corrigeren partijen hun stelling in de melding over het gezamenlijk marktaandeel van de Floriway-vervoerders op het gebied van logistieke dienstverlening. De Floriway-vervoerders zijn volgens partijen slechts zeer beperkt actief op het gebied van logistieke dienstverlening, zoals die markt is afgebakend door de Europese Commissie en de ACM.
148. Partijen hebben aangegeven dat een groot aantal sierteeltvervoerders ruimtes huurt op de verschillende terreinen van RFH.149 Naar beste weten van RFH bieden alle sierteeltvervoerders die over ruimtes beschikken op de terreinen van RFH, intern transport aan op die terreinen en
147 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummer 6.
148 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummer 14.
149 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, randnummer 29.
kunnen zij ook allemaal andere logistieke diensten, zoals overslag en tijdelijke opslag, aanbieden. Ook andere partijen, niet zijnde sierteeltvervoerders, die gevestigd zijn op de RFH terreinen kunnen intern transport aanbieden.150
149. In randnummers 138 en 140 gaat de ACM in op de horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie als de logistieke dienstverlening van de Floriway-vervoerders onderdeel uitmaakt van de markt voor binnenlands sierteeltvervoer. Voor de volledigheid gaat de ACM hieronder in op de horizontale gevolgen op de mogelijk aparte markt voor logistieke dienstverlening ten behoeve van sierteeltvervoer over de weg.
152. Zoals ook weergegeven in randnummer 143 zal de ACM in de vergunningsfase nog nader onderzoek doen naar de positie van de Floriway-vervoerders.
7.3.3 Conclusie horizontale gevolgen van de voorgenomen concentratie
7.4 Gevolgen van de voorgenomen concentratie (niet-horizontaal)
155. RFH is actief als handelsplatform voor sierteeltproducten en beschikt over vier vestigingen in de belangrijkste productie- en afzetgebieden in Nederland.151 Aanvoerders van sierteeltproducten kunnen op de vier locaties hun waren aanbieden en RFH biedt kopers van sierteeltproducten de
150 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, randnummers 18-19.
151 Daarnaast heeft zij een belang in de Veiling Rhein-Maas te Duitsland.
157. De samenvoeging van RFH en drie sierteeltvervoerders, is een concentratie met een conglomeraatkarakter omdat de onderlinge betrekkingen noch louter horizontaal zijn (zoals tussen concurrenten op dezelfde relevante markt), noch verticaal (zoals tussen leverancier en afnemer).152 Wel is sprake van nauw verwante markten waarop RFH respectievelijk de sierteeltvervoerders actief zijn.
7.4.2 Positie van RFH als handelsplatform voor sierteeltproducten
160. Een bepalende factor in de beoordeling van de waarschijnlijkheid van de hiervoor beschreven mogelijke conglomeraatseffecten van de fusie is de mate van marktmacht waarover RFH beschikt met betrekking tot de door haar aangeboden veiling-, bemiddelings- en transactiediensten.
152 Vgl. Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 91.
153 Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 93.
161. Zoals weergegeven in randnummer 63, is de ACM er op dit moment onvoldoende van overtuigd dat BVO in de huidige marktsituatie in voldoende mate een substituut vormt voor het brede en diepe aanbod op het handelsplatform van RFH en mogelijk andere soortgelijke handelsplatforms. De disciplinerende werking van BVO op RFH is derhalve in dit stadium onduidelijk.
163. Partijen geven aan dat ze geen zicht hebben op de omvang van een mogelijke relevante markt waar BVO geen deel van uitmaakt en daarmee op het marktaandeel dat RFH op die mogelijke markt heeft. Zij schatten het marktaandeel van RFH op de bredere Europese markt voor het vermarkten van sierteeltproducten zoals afgebakend in 2007 op [20-30]%.155 Het ligt voor de hand dat indien BVO niet tot deze markt behoort, het marktaandeel van RFH hoger is.
164. Gezien het voorgaande, kan de ACM niet uitsluiten dat RFH beschikt over een aanzienlijke mate van marktmacht op de mogelijke markt voor het vermarkten van sierteeltproducten, in de zin van de Richtsnoeren niet-horizontale fusies.156 In een mogelijke vergunningsfase zal de ACM daarom nader onderzoek doen naar de positie van RFH op de mogelijke markt voor het vermarkten van sierteeltproducten.
7.4.3 Mogelijke bundeling of koppeling van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten met vervoersdiensten
167. [VERTROUWELIJK]. Dit bewijst volgens RFH dat zij geen economische machtspositie heeft.
154 Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 99.
155 Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 4 februari 2021, antwoord op vraag 5.
156 Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 99.
157 Zienswijze RFH van 29 januari 2021.
173. RFH stelt dat ook haar rol als marktplaats niet essentieel is. [VERTROUWELIJK].
176. Verschillende kopers van sierteeltproducten verwachten dat RFH kwekers zal beïnvloeden of verplichten om voor de Floriway-vervoerders te kiezen.159 Eén van hen verwacht dat dit zal gebeuren door middel van de koppeling tussen Xxxxxxxx en Floriway. Een sierteeltvervoerder die niet op Xxxxxxxx is aangesloten, heeft dan een achterstand of kan mogelijk worden uitgesloten. Dergelijk gedrag van RFH maakt ook voor de afnemers een keuze om een andere vervoerder in te schakelen lastiger, de kosten hiervoor hoger en heeft mogelijk ook negatieve gevolgen voor kwaliteit of efficiëntie. Een van deze afnemers ziet de overname als onderdeel van een groter geheel, waarbij RFH steeds meer een concurrent van de handelaren wordt.
177. Eén koper van sierteeltproducten en een sierteeltvervoerder verwachten dat de nieuwe combinatie al het interveiling-vervoer zal gaan uitvoeren en dat andere partijen daarvan dus worden uitgesloten.160 RFH zou dit kunnen bewerkstelligen door de eigen transportbedrijven te
158 Gespreksverslag ACM/UIT/545891.
159 Gespreksverslag ACM/UIT/545801 p. 3, Gespreksverslag ACM/UIT/547018, Gespreksverslag ACM/UIT/548442, Gespreksverslag ACM/UIT/547833.
160 Gespreksverslag ACM/UIT/546758 p. 2; Gespreksverslag ACM/UIT/546186.
bevoordelen door middel van het stellen van bepaalde voorwaarden, of in relatie tot de transacties op het platform van RFH.161
178. Een sierteeltvervoerder zegt dat als de voorgenomen concentratie doorgaat, RFH straks de regie heeft over alle transporten. Concurrerende sierteeltvervoerders krijgen geen kans meer om ritten te verzorgen. Deze sierteeltvervoerder heeft vooral zorgen over de koppeling tussen Xxxxxxxx en Floriway. Straks heeft de kweker mogelijk in Xxxxxxxx geen keuze meer in welke vervoerder wordt ingeschakeld. Ook is mogelijk dat bij het sluiten van een transactie, de default optie is dat Floriway het vervoer verzorgt. Er is heel weinig transparantie over wat de koppeling tussen Xxxxxxxx en Floriway precies zal gaan inhouden. Deze sierteeltvervoerder verwacht dat alle ritten voor transacties gesloten via Xxxxxxxx, in beginsel naar Floriway gaan. Op het moment dat Floriway geen capaciteit meer heeft, zullen andere vervoerders als een soort onderaannemer ingezet worden. RFH heeft hier schijnbaar al over gesproken met diverse vervoerders. Voor de kweker wordt het niet transparant wat de kosten van sierteeltvervoer zijn, doordat deze kosten onderdeel worden van bijvoorbeeld lidmaatschapskosten of transactiekosten. De veiling laat deze sierteeltvervoerder niet toe tot Floriway of tot het platform van Xxxxxxxx.162 Ook andere sierteeltvervoerders maken zich zorgen, bijvoorbeeld over de informatie over transacties in Xxxxxxxx die doorgespeeld zou kunnen worden aan Floriway163, over verplichtingen die aan kwekers opgelegd zouden kunnen worden164 of over discriminatie van andere sierteeltvervoerders, bijvoorbeeld op het vlak van voorwaarden die RFH stelt voor de aanvoer van sierteeltproducten165.
179. Zoals weergegeven in randnummer 164, kan de ACM niet uitsluiten dat RFH beschikt over een aanzienlijke mate van marktmacht in de zin van de Europese richtsnoeren niet-horizontale concentraties. Dat een noodzakelijke voorwaarde voor RFH om in staat te zijn de prijzen voor sierteeltvervoer voor kopers van sierteeltproducten te verhogen, dan wel de kwaliteit hiervan te verlagen of op dit gebied minder te innoveren. De beoordeling van de mogelijkheden, prikkels en effecten van een mogelijke bundeling of koppeling van de veiling-, bemiddelings- en transactiediensten van RFH met de sierteeltvervoersdiensten van de RFH-vervoerders, doet de ACM daarom vanuit de hypothese dat RFH zou beschikken over marktmacht.
181. De verschuiving van klokhandel naar directe handel heeft geleid tot [VERTROUWELIJK].166
182. RFH verwacht zelf na de overname [VERTROUWELIJK] 167 [VERTROUWELIJK] .
161 Gespreksverslag ACM/UIT/546758, p. 2.
162 Gespreksverslag ACM/UIT/545885 p. 4-6.
163 Gespreksverslag ACM/UIT/545769 p.8.
164 Gespreksverslag ACM/UIT/545769 p.8, Gespreksverslag ACM/UIT/546186.
165 Gespreksverslag ACM/UIT/546739.
166 Zie Bijlage 19 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, p. 1.
167 Zie Bijlage 19 bij Antwoorden partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, p. 12: “Met een eerste significante stap wil RFH [VERTROUWELIJK]
Bij directe verkoop – traject kweker-koper
186. Bij het sluiten van een transactie tussen een kweker en een koper via het handelsplatform van RFH, zal het doorgaans de kweker zijn die het transport regelt, maar soms is dit ook de koper. Het lijkt waarschijnlijk dat de kwekers (leden van RFH) voor dit vervoer bij voorkeur Floriway zullen kiezen boven concurrerende sierteeltvervoerders, mogelijk met uitzondering van het gedeelte dat door kwekers met hun eigen vervoersmiddelen wordt vervoerd.169 Immers, de concentratie komt voort uit de wens van de kwekers om gezamenlijk te komen tot optimalisatie van vervoerstromen.170
187. Dat betekent dat RFH na de Transactie het grootste deel van het sierteeltvervoer al kan koppelen aan het gebruik van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten, als haar eigen leden gebruik gaan maken van de eigen sierteeltvervoerder van RFH. 171 Aangezien gerealiseerde efficiënties en gegenereerde extra inkomsten door de eigen Floriway-vervoerder direct of indirect ten gunste komen van de leden, hebben de leden een prikkel om dat te doen. Eventueel kan RFH ook directe financiële incentives geven om de eigen vervoerder te gebruiken.
188. Vanuit een dergelijke uitgangspositie lijkt het voor RFH mogelijk om ook de overige vervoersstromen, het gedeelte dat momenteel door kopers van sierteeltproducten zelf wordt ingekocht, voor een belangrijk deel naar zich toe trekken, door de eigen vervoersdiensten te koppelen of te bundelen met haar veiling-, bemiddelings- en transactiediensten, of bijvoorbeeld Floriway een informatievoorsprong te verschaffen.
Bij klokverkoop – traject kweker-veiling
Bij klokverkoop – traject veiling-koper
168 Melding, randnummers 14-16.
169 Bericht RFH van 25 januari 2021: “Veel kleinere kwekers organiseren het transport van beladen karren in eigen beheer, met eigen vervoersmiddelen die ook op de kwekerij voor andere activiteiten wordt gebruikt.”
170 Bericht RFH van 25 januari 2021.
171 Momenteel wordt van de binnenlandse vervoersdiensten van de Floriway-vervoerders circa [50-60]% door kwekers afgenomen, circa [20-30]% door de koper/exporteur (inclusief verdere distributie van de kopers naar hun klanten) en circa [20-30]% door “overig”en “retail”. Antwoorden van partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 35.
dienstverlening die wordt aangeboden door RFH en door diverse sierteeltvervoerders. Soms is de koper niet gevestigd op het veilingterrein waar deze de sierteeltproducten via de klok heeft gekocht. Het vervoer van de sierteeltproducten van het veilingterrein naar de locatie van de koper, wordt dan door kopers soms in eigen beheer uitgevoerd, met eigen vrachtauto’s en chauffeurs 172, danwel met ingehuurde sierteeltvervoerders. De koper lost de gekochte veilingkarren, herverpakt de gekochte bloemen en planten en draagt er zorg voor dat lege veilingkarren, CC-karren en fusten worden terug geleverd aan RFH.
191. RFH heeft plannen voor de invoering van ‘landelijk veilen’, waarbij sierteeltproducten van verschillende locaties worden geveild via een landelijke klok. In september 2020 is een pilot gestart. Voor alle locaties gold als voorwaarde dat RFH tijdens de pilot het transport van de gekochte producten tussen de vestigingen verzorgt.173 Ook bij een algemene invoering geeft dit RFH mogelijkheden om het interveiling-vervoer naar zich toe te trekken.
193. Retourlogistiek wordt niet georganiseerd door de vervoerder maar door RFH. RFH zorgt ook voor het managen van de onbalans over de locaties. De rol van de vervoerder in dit proces is en blijft beperkt tot het in opdracht van kwekers en RFH verzorgen van transport van lege karren en fusten.174 Ook ten aanzien van de retourlogistiek ligt het voor de hand dat RFH bij voorkeur gebruik zal maken van de eigen vervoerder Floriway. Dat geeft RFH wellicht mogelijkheden om aanvoerlogistiek te bundelen met retourlogistiek. De met deze combinatie te behalen efficiënties kan Floriway in staat stellen een voordeliger aanbod te doen dan andere sierteeltvervoerders.
172 Bericht RFH van 25 januari 2021.
173 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxx-0000/xxxx-00/xxxxx-xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxx-xxxxxxxxx-xxxxx-xx-0-xxxxxxxxx.
174 Bericht RFH van 25 januari 2021.
7.4.4 Mogelijke beperking van toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes op de veilingterreinen van RFH
201. RFH stelt zich op het standpunt dat het niet in haar belang is om de toegang tot de door haar geëxploiteerde marktplaats te belemmeren. Het is de kerntaak van RFH om zoveel mogelijk kwekers en afnemers op de marktplaats bij elkaar te brengen, zodat de meest optimale prijs voor de kwekers ontstaat. Elke onnodige belemmering van de toegang of de keuzevrijheid van kwekers of afnemers is dus wezensvreemd aan RFH.176
175 De prijsverhoging kan evt. ook (deels) in tarieven voor veiling-, bemiddelings- en transactiediensten worden verwerkt.
176 Antwoorden van partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 6.
177 Antwoorden van partijen op Aanvullende vragen van 6 januari 2021, randnummer 10 – 13.
203. Ten aanzien van de over het terrein van RFH lopende stromen merkt RFH op dat de daarvoor benodigde stapelwagens of CC-containers objecten zijn waarin degene die opdracht geeft tot het transport het product moet aanbieden, niet een transportmiddel dat de sierteeltvervoerder zelf in eigendom moet hebben (of moet leasen).178 Gebruik van de RFH stapelwagens op het terrein van RFH is volgens partijen gratis. 179
204. Over de ruimtes en docks waar sierteeltvervoerders gebruik van maken op de terreinen van RFH zegt zij het volgende. De veiling is slechts een beperkt deel van het totale handelsterrein waarop de veiling zich bevindt. De handelsterreinen rond de veiling zijn slechts gedeeltelijk in gebruik en eigendom van RFH. Er zijn dus allerhande gerelateerde partijen die zelf ruimte in bezit hebben en deze op hun beurt ook verhuren. Toegang tot de veiling en de handelsterreinen is vrij. De sierteelt wordt via een landingsplaats, ook wel een dock genoemd, afgeleverd. Een dock kan worden gehuurd bij een eigenaar van het betreffende stukje grond. Dat kan RFH zijn of een andere partij. Volgens partijen zijn er in Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg voldoende docks beschikbaar. Deze docks worden door RFH voor iedereen ter beschikking gesteld.180 Reserveren van een dock is op Aalsmeer en Naaldwijk gratis en op Rijnsburg niet noodzakelijk.181
206. Een aantal van de door ACM ondervraagde marktpartijen geeft aan dat sierteeltvervoerders ten aanzien van één of meerdere door de door RFH geleverde faciliteiten en diensten op de veilinglocaties van RFH afhankelijk zijn van dienstverlening van RFH. Deze partijen geven aan dat zij zich kunnen voorstellen dat RFH na overname van de Floriway-vervoerders de met haar concurrerende sierteeltvervoerders zou kunnen benadelen op de veilingterreinen van RFH. Deze benadeling zou volgens deze partijen kunnen bestaan uit het hanteren van discriminerende voorwaarden bij het gebruik van docks182, het huren en gebruiken van ruimtes zoals boxen en andere opslagruimtes op de veilingterreinen183, slotplaten en de ontsleuteldienst184, het gebruik van stapelwagens185 en het gebruik van logistieke dienstverlening op de veilingterreinen.186
207. Hierna beoordeelt de ACM of RFH de mogelijkheid en de prikkel heeft om de toegang van transportbedrijven tot diensten, faciliteiten, ruimtes en docks te beperken, en of dergelijk gedrag RFH in staat stelt de prijzen voor sierteeltvervoer voor kopers te verhogen, dan wel de kwaliteit hiervan te verlagen of op dit gebied minder te innoveren. Daartoe beoordeelt de ACM achtereenvolgens de mogelijkheid en de prikkel voor het beperken van toegang en gaat zij daarna in op het mogelijke effect hiervan op de mogelijke markt(en) voor sierteeltvervoer.
Mogelijkheid beperking toegang tot diensten en faciliteiten
178 Antwoorden van partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, randnummer 21.
179 Ibidem, randnummer 48.
180 Antwoorden van partijen op Aanvullende vragen van 15 december 2020, randnummer 23
181 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx-xxx00000
182 Gespreksverslag ACM/UIT/545769, Gespreksverslag ACM/INT/416400, Gespreksverslag ACM/UIT/546739. 183 Gespreksverslag ACM/UIT/545890, Gespreksverslag ACM/UIT/545885, Gespreksverslag ACM/UIT/546739, Gespreksverslag ACM/UIT/546186.
184 Gespreksverslag ACM/UIT/546186, Gespreksverslag ACM/UIT/546739, Gespreksverslag ACM/UIT/545885.
185 Gespreksverslag ACM/UIT/546739.
186 Gespreksverslag ACM/UIT/545890.
208. Om te bepalen of RFH de mogelijkheid heeft om de toegang tot diensten en faciliteiten op de veilingterreinen te beperken dient de vraag te worden beantwoord of RFH als aanbieder van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten en aanverwante faciliteiten en diensten beschikt over een aanzienlijke mate van marktmacht. Ook moet worden bepaald of de faciliteiten en diensten die zij aanbiedt een belangrijke voorzieningsbron vormen voor het benedenwaartse product, in dit geval sierteeltvervoer. Dit laatste kan het geval zijn indien de voorzieningsbron een essentieel onderdeel vormt voor het benedenwaartse product of een belangrijke kostenfactor vormt in het benedenwaartse product.187
209. Op de vraag of het aannemelijk is dat RFH als aanbieder van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten en aanverwante faciliteiten en diensten beschikt over een aanzienlijk mate van marktmacht is de ACM in paragraaf 7.4.2 reeds ingegaan. Hierna beoordeelt de ACM de vraag of RFH effectief de toegang voor concurrerende vervoerders zou kunnen belemmeren indien zij zou beschikken over een aanzienlijke mate van marktmacht.
210. RFH biedt onder meer de volgende faciliteiten en diensten aan vervoerders van sierteelt aan: RFH stapelwagen, Slotplaten, Fusten, Ontsleutelen van slotplaten188, Docks, Opslagfaciliteiten, Overslagfaciliteiten, Huur van eigen ruimte door vervoerders189, Vignetten en/of andere vereisten om toegang te krijgen tot bepaalde terreinen190.
Stapelwagens, Fusten, Slotplaten en Ontsleutelen
187 Richtsnoeren niet-horizontalefusies, randnummer 34.
188 Dit betreft een dienst van RFH die wordt aangeboden aan sierteeltvervoerders die lossen op RFH docks. Indien de vervoerder beschikt over eigen docks en over een zogenaamde slotplaatsleutel kan de vervoerder zelf ontsleutelen (Royal Flora Holland, Algemene voorwaarden Stapelwagens, xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxx/0000000/Xxxxx_XxxxxXxxxxxx_XX-Xxxxxxxxxxxx_xxxx0000.xxx).
189 Deze categorieën hangen samen. Het is aan de vervoerder een eigen ruimte te kopen, een eigen ruimte te huren, gebruik te maken van de ruimte van een derde of gebruik te maken van de ruimte van RFH. Ook is het aan de vervoerder om te bepalen hoe hij deze ruimte inzet – al dan niet als opslag of overslag. Naast deze ruimtes biedt RFH ook aan een ieder toegang tot docks aan, hiervoor rekent zij momenteel geen kosten.
190 Voor het gebruik van het interne transportsysteem met elektrotrekkers moet worden betaald door middel van de aanschaf van een vignet. De prijs van dit vignet omvat een bijdrage aan de onderhoudskosten van het systeem. De vignetten dienen ook de bevordering van de veiligheid op het terrein.
214. In reactie op een verhoging van de kosten van gebruik van genoemde faciliteiten zouden sierteeltvervoerders transportondernemers zich meer kunnen gaan richten op andere stromen (direct en BVO) waarvoor deze faciliteiten niet noodzakelijk zijn. De mate waarin het transport van andere stromen alternatieven vormen voor transportondernemers sierteeltvervoerders hangt samen met de vraag welke alternatieven er bestaan voor de diensten van RFH op het gebied van veiling-, bemiddelings- en transactiediensten.
217. De mate waarin sierteeltvervoerders zijn aangewezen op docks om te laden en lossen en ruimtes om sierteelt te ontvangen, over te slaan en te distribueren naar kopers verschilt per type transactie. Bij kloktransacties levert de sierteeltvervoerder in principe af bij de veiling, waarna RFH er voor zorgt dat de gekochte waar in de box van de koper van de sierteeltproducten terechtkomt als deze een box op het veilingterrein heeft. Als de koper dat niet heeft, kan de koper gebruik maken van de diensten van een sierteeltvervoerder die wel over een box op het betreffende terrein beschikt. Vervolgens zorgt een sierteeltvervoerder in opdracht van de koper voor verder transport naar de locatie van de koper indien van toepassing, en verder naar de eindafnemers (in binnen- en buitenland). De vervoerder is dus afhankelijk van de beschikbaarheid van laad- en los-docks op de kloklocatie (zie randnummer 204) en eventueel van een box, afhankelijk van waar de koper gevestigd is.
218. Bij directe transacties is de locatie van de koper en de omvang van de transactie bepalend voor de mate waarin vervoerders zijn aangewezen op docks en ruimtes op het RFH terrein. Als de koper niet op een RFH terrein is gevestigd, loopt de transportstroom waarschijnlijk niet via een RFH terrein. Directe transacties van grote volume met kopers die zijn gevestigd op een RFH terrein worden over het algemeen direct van kweker naar koper getransporteerd, zonder gebruik te maken van ruimtes die door sierteeltvervoerders zijn gehuurd van RFH. Bij directe transacties van een kleiner volume met kopers die zijn gevestigd op een RFH terrein, wordt vaker gebruik gemaakt van docks en van ruimtes die de vervoerder huurt van RFH op het veilingterrein. Dit is noodzakelijk omdat de handelswaar van verschillende kwekers die bestemd is voor verschillende kopers vaak gezamenlijk (collectief) wordt vervoerd en dan bijvoorbeeld in de ruimte van de vervoerder wordt overgeladen ten behoeve van de verdeling naar de verschillende kopers. De eigen interne logistieke dienstverlening van RFH vormt hier mogelijk een alternatief voor.
219. De invloed die RFH op korte termijn kan uitoefenen op het gebruik van ruimtes lijkt beperkt.191 Op middellange termijn zou RFH mogelijkerwijs door het aanpassen van huurprijzen dan wel het beperken van beschikbaarheid van ruimtes meer invloed kunnen uitoefenen op de
191 Uit informatie van RFH blijkt dat concurrerende sierteeltvervoerders op grond van langlopende huurcontracten beschikken over ruimtes die zij al dan niet van RFH huren (Antwoorden op vragen aan partijen d.d. 15 december 2020, rnr. 31).
concurrentiepositie van concurrerende sierteeltvervoerders. Huurprijzen zijn niet transparant en lijken per geval te worden onderhandeld door RFH. Het is daarom mogelijk voor RFH om in ieder geval ten aanzien van de verhuur van ruimtes op prijs te discrimineren.
Prikkel om toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes te beperken
223. De kosten als gevolg van een verminderde afname van faciliteiten zullen waarschijnlijk beperkt zijn, omdat de faciliteiten voor een deel van de transportstromen simpelweg noodzakelijk zijn. De mogelijke opbrengsten van een strategie van beperking van toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes schat de ACM ook in als beperkt, vanwege de beperkte doorwerking in de kosten van concurrerende sierteeltvervoerders (zie randnummers 227 en 229).
225. Op basis van de nu beschikbare informatie concludeert de ACM dat een robuuste inschatting van de kosten en opbrengsten moeilijk te geven is. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de prikkel tot het beperken van toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes aanwezig zal zijn aangezien de ACM inschat dat een dergelijke strategie weinig effectief zal zijn (zie randnummer 231).
Het vermoedelijke totale effect van beperking van toegang tot faciliteiten, diensten en ruimtes
227. Aan de hand van de jaarcijfers van de betrokken ondernemingen heeft de ACM vastgesteld dat voor twee van de Floriway-vervoerders de kosten van fusten, emballage en karren slechts een gering deel van omzet bedragen.192 Ervan uitgaande dat deze percentages representatief zijn voor de branche van sierteeltvervoerders, zou een verhoging van de kosten voor genoemde faciliteiten van 5% tot 10% maximaal leiden tot een verhoging van de transporttarieven van minder dan 1%.
229. Uit de jaarverslagen van de Floriway-vervoerders blijkt dat huisvestingskosten minder dan 7% van de omzet bedragen.194 De ACM acht het aannemelijk dat niet al deze kosten worden veroorzaakt door huren van huisvesting op terreinen van RFH. Het percentage in kosten dat beïnvloedbaar is door RFH zal in werkelijkheid waarschijnlijk lager liggen. Ervan uitgaande dat dergelijke percentages representatief zijn voor de branche van sierteeltvervoerders, zou een verhoging van de kosten voor huisvesting op terreinen van RFH maximaal leiden tot een verhoging van transporttarieven van 1%.
230. Daarnaast wordt slechts een beperkt deel van alle sierteeltvervoersstromen geraakt door een beperking van toegang tot de docks en ruimtes, namelijk slechts het deel van de stromen dat wordt afgehandeld door concurrerende sierteeltvervoerders en fysiek via één van de terreinen van RFH loopt. Uitgaande van een marktaandeel van concurrerende vervoerders dat tussen [60- 70]% en [70-80]% ligt zou maximaal [30-40}%195 van het sierteeltvervoer geraakt worden door beperking van toegang.
231. Op basis van het voorgaande concludeert de ACM dat een verslechtering van de condities waaronder RFH faciliteiten en diensten levert en ruimtes en docks verhuurt, slechts een gering effect zal hebben op de totale markt voor sierteeltvervoer over de weg. De beperkte doorwerking van tariefverhogingen van faciliteiten, diensten en ruimtes maakt het niet waarschijnlijk dat een dergelijke doorwerking een effectief middel zal zijn om transportklanten van concurrerende transportbedrijven te doen overstappen naar de RFH sierteeltvervoerders.
192 Van Zaal: circa 3%, De Winter: netto minder dan 1%.
193 De stromen voortvloeiend uit kloktransacties maken volgens RFH circa [20-30]% van het sierteeltvervoer uit. 70% van [20-30]% = circa [20-30]%.
194 Van Zaal: 2,2%, De Winter: 4%, Wematrans: 6,8%.
195 De stromen voortvloeiend uit directe transacties van RFH leden maken volgens RFH circa [40-50]% van het sierteeltvervoer uit. [70-80]% van [40-50]% = circa [20-30]%. Hiervan loopt echter slechts een deel via terreinen omdat kopers niet allen op die terreinen zijn gevestigd (zie randnummer 218).
sierteeltvervoerders en daarmee tot een significante belemmering van de mededinging op de mogelijke markt voor sierteeltvervoer over de weg.
7.4.5 Conclusie niet-horizontale gevolgen voorgenomen concentratie
234. Zoals weergegeven in randnummer 94, is de ACM er op dit moment onvoldoende van overtuigd dat BVO in de huidige marktsituatie in voldoende mate een substituut vormt voor het brede en diepe aanbod op het handelsplatform van RFH en mogelijk andere soortgelijke handelsplatforms. Indien zou blijken dat BVO in onvoldoende mate een substituut vormt voor het brede en diepe aanbod op het handelsplatform van RFH en mogelijke andere soortgelijke handelsplatforms, kan de ACM niet uitsluiten dat RFH beschikt over een aanzienlijke mate van marktmacht in de zin van de Europese richtsnoeren niet horizontale concentraties.196 In een mogelijke vergunningsfase zal de ACM daarom nader onderzoek doen naar de positie van RFH op de mogelijke markt voor het vermarkten van sierteeltproducten.
8 Conclusie
196 Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 99.
197 Op grond van artikel 41 van de Mededingingswet.
Autoriteit Consument en Markt, namens deze:
mr. T.M. Snoep bestuursvoorzitter
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u beroep instellen tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde beroepschrift naar de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx. Dit moet u doen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit aan de bij de concentratie betrokken ondernemingen. Meer informatie over de beroepsprocedure vindt u op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.