WIORZ
WIORZ
Procesafspraken bij ontwikkeling bouwinitiatieven
waaraan voldaan moet worden bij het inrichten, tijdelijk beheer en oplevering van de openbare ruimte in Zaanstad
versie: december 2019
INHOUDSOPGAVE
1 ALGEMEEN GEDEELTE 3
1.1 Relatie tot het contract 3
1.2 Omvang 3
1.3 Toezicht, planning, belendingen, vergunningen 3
1.4 Matenplannen, maatvoering, peilen 4
1.5 Van toepassing zijnde voorschriften 5
2 ONTWERP / INRICHTINGSPLAN OPENBARE RUIMTE 5
2.1 Algemeen 5
2.2 Proces 6
2.3 Processtappen 6
2.4 Tijdelijk onderhoud en afhandeling klachten 7
3 UITVOERING 7
3.1 (Deel)bestekken 7
3.2 Tijdelijke verkeersmaatregelen 8
3.3 Kwaliteitseisen, keuring en meting van bouwstoffen 8
4 OPLEVERING 9
4.1 Gereedmelding, oplevering, overdracht, onderhoud 9
1 ALGEMEEN GEDEELTE
1.1 Relatie tot het contract
1.1.1 De directeur van het domein Stedelijke Ontwikkeling vertegenwoordigt de gemeente Zaanstad in alle zaken die betrekking hebben op de uitvoering van de werkzaamheden volgens deze richtlijn.
1.1.2 In deze richtlijn wordt verstaan onder:
De exploitant: de directie van de partij waarmee de realiserings-,/koop-
/exploitatieovereenkomst wordt aangegaan
De directeur: de directeur van het domein Openbare Ruimte
De planbegeleider: de door de directeur aangewezen gemachtigde(n) conform lid
1.3.1, voor het begeleiden van de activiteiten volgens de richtlijn inrichting openbare ruimte Zaanstad.
1.1.3 Voor het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud van de werkzaamheden in het kader van deze richtlijn blijft de exploitant als opdrachtgever in de zin van de wet verantwoordelijk, totdat de gereedgekomen en goedgekeurde werken, conform het gestelde in hoofdstuk 4, aan het einde van de onderhoudsperiode in eigendom, beheer en onderhoud zijn overgedragen aan de gemeente Zaanstad.
1.1.4 Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven zijn de kosten voor het voldoen aan de in deze richtlijn aangegeven eisen voor rekening van de exploitant.
1.2 Omvang
1.2.1 De omvang van de uit te voeren werkzaamheden wordt bepaald door de (bestemmings-)plangrens. Het (stedenbouwkundig) matenplan moet passen in het ter
beschikking gestelde of beschikbare terrein. Daarnaast werken uitvoeren buiten deze grens voor zover deze het gevolg zijn van de realisatie van het onderhavige plan. Voorbeelden hiervan zijn: aansluiting riolering, aanpassen bewegwijzering, ophogen en herstellen aansluitende straten/percelen en waterbodems.
1.3 Toezicht, planning, belendingen, vergunningen
1.3.1 De directeur en de exploitant wijzen beiden een persoon aan die in contacten over zaken, die te maken hebben met de realisering van de werken, de betreffende partij vertegenwoordigt. Van de aanwijzing en eventuele wijzigingen wordt schriftelijk kennis gegeven.
1.3.2 De exploitant zal regelmatig overleg plegen met de planbegeleider gemeente Zaanstad over de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van de werkzaamheden. De exploitant zal daarbij alle relevante informatie verstrekken die voor het volgen van de werkzaamheden benodigd is. Afgegeven planningen en/of bepalende data zijn bindend, tenzij tenminste 2 kalenderweken voor het betreffende tijdstip een nieuwe planning of datum werd afgegeven.
1.3.3 Indien op en/of in de nabijheid van het bouwterrein al bouwwerken zijn bewoond of in gebruik zijn, is de exploitant verplicht alles in het werk te stellen om de veiligheid en bereikbaarheid van de gebruikers en bezittingen van derden (boven- en ondergronds) te garanderen.
1.3.4 De op en nabij het bouwterrein aanwezige eigendommen van de gemeente, zoals verhardingen, rioleringen, beschoeiingen en dergelijke, zullen door de planbegeleider gemeente Zaanstad, in het bijzijn van een vertegenwoordiger van de exploitant, zowel voor de aanvang van de bouwactiviteiten in het kader van deze voorschriften als na afloop daarvan, worden geschouwd op de aanwezigheid van vervuiling en/of beschadigingen. De situatie zal daarbij zoveel mogelijk worden vastgelegd door middel van foto's, metingen en/of peilingen.
1.3.5 Alle schade aan gemeente-eigendommen ten gevolge van activiteiten in het kader van de realiserings-, koop- en exploitatieovereenkomst zal op kosten van de exploitant moeten worden hersteld. Zo spoedig mogelijk na het constateren van schade zal de exploitant daarvan in kennis worden gesteld.
1.3.6 De exploitant moet de te maken werken verzekeren volgens de voorwaarden van een C.A.R.- verzekering. De belendingen in overleg met de verzekeringsmaatschappij en de betrokken eigenaren en gebruikers aan een bouwkundige inspectie onderwerpen en controlemetingen uitvoeren (de zogenaamde vooropnamen).
1.3.7 De exploitant moet alle vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden aanvragen en verkrijgen.
1.3.8 Indien een vergunning benodigd is voor een definitief werk dat aan de gemeente Zaanstad wordt overgedragen, dan de vergunning aanvragen namens de gemeente Zaanstad. Een dergelijke vergunningaanvraag niet verzenden dan nadat de planbegeleider gemeente Zaanstad zich daarmee akkoord heeft verklaard.
1.4 Matenplannen, maatvoering, peilen
1.4.1 Bij het vaststellen van peilen van werken voldoen aan de in deze voorwaarden gegeven minimum- en/of maximummaten. De peilen van maaiveld, verhardingen en andere werken vaststellen in overleg met de planbegeleider gemeente Zaanstad. Het peil van de vloeren van bouwwerken zal, na overleg, worden vastgesteld door de gemeente Zaanstad.
1.4.2 Indien nodig zullen voor of tijdens het bouwrijp maken van het terrein de aslijnen van de wegen (eventueel in plaats daarvan de grenzen van de bouwkavels) door de gemeente Zaanstad. In het terrein worden aangegeven, een en ander binnen redelijke tijd na een daartoe door de exploitant gedaan verzoek. Tevens zal een hoogtemerk worden aangewezen in de nabijheid van het bouwterrein. Er zal bij de uitzetwerkzaamheden worden gewerkt vanaf het goedgekeurde matenplan.
1.4.3 In het kader van de bouwvergunning zullen na het bouwrijp maken de grenzen of aslijnen van de bouwwerken worden uitgezet, door de gemeente Zaanstad.
1.4.4 Er mag niet met bouwactiviteiten worden begonnen voordat het matenplan is goedgekeurd en de basisgegevens conform het vorige lid in het terrein zijn aangegeven.
1.4.5 De door de gemeente Zaanstad uit te zetten punten en hoogten zullen slechts eenmaal worden aangewezen. De exploitant is verantwoordelijk voor het in stand houden van deze gegevens. Het opnieuw aangeven van hoogtepunten of assen zal bij de exploitant in rekening worden gebracht. De exploitant is ook verantwoordelijk voor schade of extra werkzaamheden die ontstaan door onjuist gebruik van de uitgezette punten.
1.4.6 De exploitant is verantwoordelijk voor de juiste maatvoering van de overige uit te voeren werken. Geometrische vormen in een ontwerp realiseren binnen de nauwkeurigheid die technisch mogelijk is.
1.5 Van toepassing zijnde voorschriften
1.5.1 De door gemeente Zaanstad opgestelde documenten voor inrichting van openbare ruimte zijn van toepassing. Een overzicht van deze documenten wordt als bijlage opgenomen in het contract.
1.5.2 De Standaard RAW bepalingen zijn van toepassing.
Wanneer in deze technische voorwaarden wordt gesproken over de Standaard wordt bedoeld de ‘Standaard RAW-bepalingen 2010’, uitgegeven door de Stichting CROW. Voor zover de Standaard voorschriften geeft die betrekking hebben op het uitvoeren van werken en de levering van materialen zijn deze voorschriften van toepassing op de werken volgens deze richtlijn.
1.5.3 In de (deel-)bestekken de Standaard van toepassing verklaren. Alleen met goedkeuring van de planbegeleider gemeente Zaanstad kan op onderdelen van de Standaard worden afgeweken.
1.5.4 In de (deel-)bestekken de aanwijzingen in deze richtlijn verwerken. Voor zover een voorschrift in strijd is met een bepaling van de Standaard gaat het gestelde in deze richtlijn voor.
1.5.5 Onduidelijkheden in deze richtlijn, de bestekken of de tekeningen mogen slechts ten voordele van de kwaliteit van het werk worden uitgelegd. Wanneer zich een onduidelijkheid voordoet, dit zo snel mogelijk met de planbegeleider gemeente Zaanstad bespreken.
1.5.6 De aanvang van de werken, of onderdelen daarvan, ook indien de uitvoering daarvan conform een eerder afgegeven planning is, minstens 2 werkdagen van tevoren melden bij de planbegeleider gemeente Zaanstad. In deze termijn zijn officiële vrije en/of feestdagen niet begrepen.
2 ONTWERP / INRICHTINGSPLAN OPENBARE RUIMTE
2.1 Algemeen
2.1.1 Houdt bij het opstellen rekening met de door de gemeente Zaanstad opgestelde documenten ten aanzien van de inrichting van de openbare ruimte.
2.1.2 Voor het aan de gemeente over te dragen wegen- en voetpadennet een door de planbegeleider gemeente Zaanstad goed te keuren verkeersmaatregelenplan opstellen. Alle volgens dit plan benodigde verkeersborden en andere verkeersaanduidingen aanbrengen, zoals verkeerstegels en strepen, voetgangersoversteekplaatsen, inritmarkeringen en dergelijke.
2.1.3 De wijze van aanpak van de ontsluiting van het plangebied op het openbare wegennet van de gemeente Zaanstad in overleg met de planbegeleider gemeente Zaanstad vaststellen.
2.1.4 Bij het detailleren van de verhardingen rekenen op het aanbrengen van voorzieningen voor gehandicapten, conform de richtlijnen in het handboek ‘Geboden Toegang’, uitgegeven voor de Stichting Nederlandse Gehandicaptenraad in Utrecht.
2.1.5 Ontwerp van de openbare ruimte dient klimaatrobuust en duurzaam veilig te zijn.
2.1.6 Voor het ontwerp kan primair worden uitgegaan van deze richtlijn. Daarbij wordt echter opgemerkt dat deze slechts richtinggevend zijn en niet uitputtend en dat zaken als
veranderende wet- en regelgeving en voortschrijdend inzicht aanleiding kunnen zijn deze voorwaarden aan te passen of te nuanceren.
2.1.7 Wanneer wordt afgeweken van deze richtlijn en de standaard details van de gemeente Zaanstad, dient dit te worden voorgelegd aan de planbegeleider gemeente Zaanstad. Bij akkoord, moet een beheerparagraaf worden opgesteld en moet worden gemotiveeerd waarom wordt afgeweken van de standaard. Op basis daarvan rekent de gemeente Zaanstad de extra beheer- en vervangingskosten door. Deze stukken dienen ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd.
2.2 Proces
2.2.1 De te nemen processtappen voor te ontwikkelen en later aan de gemeente Zaanstad over te dragen openbare ruimte zijn de volgende:
- programma van eisen,
- matenplan,
- schetsontwerp
- voorontwerp,
- definitief ontwerp,
- bestek en tekeningen.
Bij iedere stap legt de exploitant de nodige stukken ter fiattering voor aan de gemeente. Pas nadat hier overeenstemming over bestaat kan een vervolgstap worden genomen. Het programma van eisen, en daarmee de documenten die van toepassing zijn op de inrichting van de openbare ruimte, wordt opgesteld door de gemeente Zaanstad. De planbegeleider is daarin coördinerend.
In paragraaf 2.3 zijn de processtappen voor het ontwerp nader aangegeven.
2.3 Processtappen
Plan van aanpak: - globale hoofdinfrastructuur en structuurschets bevattend
een globaal programma van ligging, aard en begrenzing van de bestemmingen met profielen en nadere indicatie over de inrichting en vormgeving.
- stedenbouwkundige uitgangspunten en/of beeldkwaliteitsplan welstandscriteria.
- resultaten van deel studies beheer en onderhoudsvoorstel.
Programma van Eisen: - samenstel van eisen, randvoorwaarden en wensen die
gesteld worden aan een werk Denk daarbij aan de ruimtelijke en functionele inrichting, zowel boven-, als ondergronds, maar ook ten aanzien van klimaatneutraliteit, duurzaamheid en maatschappelijke thema’s als sociale veiligheid en woonservicewijken.
- een visie aangaande de ruimtelijke en functionele opbouw van de openbare ruimte.
Matenplan: - stedenbouwkundigmatenplan op basis van getoetste Programma van Eisen.
Schetsontwerp: - tekeningen welke een globale voorstelling geven van het
project, de situatie, de hoofdindeling, de architectonische verschijningsvorm op basis waarvan een toetsing kan plaatsvinden
- op basis van een goedgekeurd stedenbouwkundig matenplan
- een voor het schetsontwerp nodige toelichting inclusief een indicatie van de toe te passen materialen
- schaal 1 : 500.
Voorontwerp: - een uitwerking in al dan niet gewijzigde vorm van het
schetsontwerp.
- tekeningen van de volledige indeling, met de maatvoering, van het terrein en van de belangrijkste doorsneden en details op basis waarvan een toetsing kan plaatsvinden.
- een globale omschrijving van toe te passen materialen, met zonodig een staat van oppervlakten en eenheden.
- een voor het voorlopig ontwerp nodige toelichting.
- schaal 1 : 500, 1 : 200, 1 : 100.
Definitief ontwerp - een al dan niet gewijzigde vorm van het voorontwerp -
tekeningen van de volledige indeling, met de maatvoering, van het terrein en van de doorsneden en details op basis waarvan een toetsing kan plaatsvinden.
- een uitgewerkte omschrijving van toe te passen materialen, evenals een staat van oppervlakten en eenheden.
- een beplantingsplan en beheerplan voor het openbaar groen.
- een bebordingsplan (verkeersborden en straatnaamborden).
- een voor het definitief ontwerp nodige toelichting
- schaal 1 : 500, 1 : 200, 1 : 100.
2.4 Tijdelijk onderhoud en afhandeling klachten
2.4.1 Locaties binnen het plangebied die nog niet direct worden ontwikkeld, dienen door de exploitant onderhouden te worden op kwaliteitsniveau B van de gemeente Zaanstad.
2.4.2 Zwerfvuil, illegale dump e.d. blijft tot aan het moment van overdracht de verantwoordelijkheid van de exploitant.
2.4.3 De exploitant zorgt er voor dat tijdelijke voorzieningen worden getroffen om het ophalen van huisvuil mogelijk te maken, in overleg met de gemeente Zaanstad. De exploitant zorgt er voor dat 2 maanden vóór de bewoning de gemeente Zaanstad hiervan in kennis wordt gesteld om de inzamelroute en de vereiste middelen te kunnen regelen.
2.4.4 Voor delen welke al bewoond en/of in gebruik genomen zijn, maar nog niet overgedragen aan de gemeente wijst de exploitant een contactpersoon aan waaraan bij de gemeente binnenkomende klachten kunnen worden doorgegeven.
3 UITVOERING
3.1 (Deel)bestekken
3.1.1 Van de eventuele goed- of afkeuring van de aangeboden bestekken zal binnen drie weken nadat ze in goede orde zijn ontvangen bericht worden gedaan. Van in goede orde ontvangen is geen sprake, zolang niet alle in deze richtlijn vermelde bepalingen daarin zijn verwerkt. Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen dan nadat de planbegeleider gemeente Zaanstad de bestekken heeft goedgekeurd. Daarna mag daarvan zonder instemming van de planbegeleider gemeente Zaanstad niet worden afgeweken. Een eventuele goedkeuring ontheft de exploitant niet van zijn verantwoordelijkheid voor het betreffende plan, tekening, berekening etc.
3.1.2 De exploitant moet aantonen dat de toe te passen constructies voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Voordat met de betreffende constructie wordt begonnen daartoe berekeningen, proeven, sonderingen, boringen, analyses en dergelijke maken en alle relevante gegevens daarvan aan de planbegeleider gemeente Zaanstad ter beoordeling voorleggen.
3.1.3 De aanvang van de werken, of onderdelen daarvan, ook indien de uitvoering daarvan conform een eerder afgegeven planning is, minstens 2 werkdagen van tevoren melden bij de planbegeleider gemeente Zaanstad. In deze termijn zijn officiële vrije en/of feestdagen niet begrepen.
3.2 Tijdelijke verkeersmaatregelen
3.2.1 Voor uitvoering van de werkzaamheden vergunning voor tijdelijke verkeersmaatregelen aanvragen via Publieksbalie van gemeente Zaanstad.
3.2.2 Ten aanzien van de te nemen tijdelijke verkeersmaatregelen, vastgelegd in het Verkeersplan, tevoren overleggen met de planbegeleider gemeente Zaanstad, de coördinator tijdelijke verkeersmaatregelen van de afdeling Beheer van het domein Openbare Ruimte, gemeente Zaanstad en de nood- en hulpdiensten.
3.2.3 Bouwverkeer mag onder geen enkele voorwaarde gebruik maken van de opgeleverde definitieve bestrating.
3.2.4 Vóór de aanvang van de werkzaamheden een aanvoerrouteplan bij de planbegeleider gemeente Zaanstad ter goedkeuring indienen.
3.3 Kwaliteitseisen, keuring en meting van bouwstoffen
3.3.1 In aanvulling op het gestelde in par. 2 van de UAV moeten te leveren bouwstoffen voldoen aan de daarvoor bestaande Nederlandse normen, ook al worden deze materialen en deze normen niet met name in deze richtlijn genoemd.
3.3.2 In aanvulling op het gestelde in par. 2 lid 2 van de UAV wordt bepaald dat op het werk mede van toepassing zijn de kwaliteitseisen, beoordelingsrichtlijnen en ontwerpen welke door de bij de Stichting VECEBIN aangesloten instellingen bindend zijn verklaard als grondslag voor de afgifte van KOMO-certificaten, of attesten-met-certificaten, zoals deze kwaliteitseisen, beoordelingsrichtlijnen en ontwerpen drie maanden voor de dag van aanbesteding luiden.
3.3.3 De bouwstoffen transporteren, opslaan en verwerken in overeenstemming met de voorschriften in de desbetreffende normen, ontwerpen, kwaliteitseisen en beoorde- lingsrichtlijnen, dan wel in overeenstemming met de richtlijnen opgenomen in de KOMO- certificaten van de betreffende bouwstoffen. Aanwijzingen van de leverancier en/of van de directie voor het vervoeren, lossen en/of opslaan van de materialen opvolgen.
3.3.4 In aanvulling op het bepaalde in par. 38, lid 5 van de UAV, wordt bepaald, dat bij aanvoer van te leveren bouwstoffen de keuring moet geschieden in overleg met de planbegeleider gemeente Zaanstad.
3.3.5 De bouwstoffen, die onder het KOMO-certificaat resp. onder KOMO-attest-met-certificaat voorzien van het KOMO keurmerk worden geleverd onder afgifte van het desbetreffende (attest-met-) certificaat en door de planbegeleider gemeente Zaanstad op het werk zijn geïnspecteerd, worden, voor zover de planbegeleider gemeente Zaanstad geen gebruik maakt van het in het volgende lid beschreven recht, geacht te zijn gekeurd in de zin van par. 18 van de UAV.
3.3.6 De planbegeleider gemeente Zaanstad heeft het recht alle proeven te nemen, ook van onder certificaat geleverde materialen en van de reeds samengestelde delen, en de al of niet goedkeuring van het geleverde van de daarvoor verkregen resultaten afhankelijk te stellen.
De exploitant stelt hiertoe de nodige monsters beschikbaar. Het gestelde in par. 18 van de UAV is ook van toepassing op het in dit lid bedoelde onderzoek.
3.3.7 Voor alle te leveren materialen geldt dat de exploitant vroegtijdig zijn voornemen om een bepaald materiaal te bestellen kenbaar moet maken, daarbij alle door de planbegeleider gemeente Zaanstad gevraagde specificaties overleggen (leverancier, herkomst, kwaliteit). Indien de planbegeleider gemeente Zaanstad dit verlangt, voordat tot bestelling wordt overgegaan, monsters overleggen.
4 OPLEVERING
4.1 Gereedmelding, oplevering, overdracht, onderhoud
4.1.1 Het gereedkomen van (een naar het oordeel van de planbegeleider gemeente Zaanstad een eenheid vormend gedeelte van) de aan de gemeente Zaanstad over te dragen werken melden bij de planbegeleider gemeente Zaanstad. De planbegeleider gemeente Zaanstad zal, op een daarvoor in overleg nader te bepalen tijdstip binnen 14 dagen na de melding, in het bijzijn van een vertegenwoordiger van de exploitant de werken inspecteren en van eventuele zichtbare onvolkomenheden melding maken. Onder "een eenheid vormend gedeelte van de werken" wordt in dit kader verstaan een gedeelte van de over te dragen woonwijk / het over te dragen bedrijventerrein nadat alle in dat gedeelte uit te voeren werken zijn gerealiseerd en geen bouwverkeer van de in dat gedeelte aanwezige wegen gebruik zal maken.
4.1.2 Bij iedere gereedmelding van het rioolwerk de gemaakte riolering, inclusief putten, droog maken ten einde de planbegeleider gemeente Zaanstad in de gelegenheid te stellen de gemaakte werken te controleren.
4.1.3 Tot aan de (deel)oplevering volgens lid 4.1.4 blijft de exploitant verantwoordelijk voor de situatie waarin de voor openbare doeleinden opengestelde gedeelten van het plan zich bevinden en voor eventuele schade die daardoor ontstaat. Alle aansprakelijkheidstellingen van gebruikers van deze openbare ruimte voor evenementen die plaats vinden vóór oplevering en die bij de gemeente Zaanstad als wettelijk beheerder binnenkomen zullen ter afdoening worden doorgezonden naar de exploitant. Van afdoening de gemeente Zaanstad in kennis stellen.
4.1.4 Bij elke (deel-)oplevering zal een opname worden gedaan van de gemaakte werken en zal een overnameprotocol worden opgemaakt. De werken zullen niet worden overgenomen zolang daarin naar het oordeel van de planbegeleider gemeente Zaanstad nog onaanvaardbare gebreken aanwezig zijn, en zolang de gevraagde (revisie)gegevens nog niet zijn ontvangen. Eventuele kleine gebreken binnen een redelijke daarvoor te stellen termijn herstellen.
4.1.5 Uiterlijk bij oplevering van enig deel van alle werken (m.u.v. riolering, zie hiervoor 4.1.6) de navolgende gegevens in 2-voud verstrekken:
a. revisietekeningen van alle aangelegde werken, voorzien van tekeningenstaat, alle tekeningen gevouwen op A4-formaat;
b. gegevens over beheers- en eigendomsgrenzen;
c. relevante verklaringen en gevestigde zakelijke rechten;
d. verleende vergunningen;
e. gebruiksinstructies, beheersplannen e.d.;
f. onderdelenlijsten met materiaalomschrijvingen;
g. logboeken van de speeltoestellen;
h. uitpeilingen van sloten;
i. garanties.
De te leveren tekeningen tevens digitaal aanleveren in dxf-formaat.
4.1.6 Van alle gelegde riolen, zo spoedig mogelijk na gereedkomen, doch uiterlijk bij de gereedmelding, een revisietekening inleveren bij de planbegeleider gemeente Zaanstad, de revisietekening digitaal aanleveren in dxf-formaat, tevens 2 afdrukken schaal 1:250 afgeven. Daarop staan tenminste aangegeven de inmeetgegevens van de putten ten opzichte van de omringende bebouwing en van de gemaakte inlaten ten opzichte van de putten. Verder moet zijn vermeld het materiaal, de afmetingen en de leverancier van de gebruikte materialen. Van iedere gemaakte huis- en kolkaansluiting aangeven (met maatvoering):
a de ligging van alle bochten, knikken, ontstoppingsstukken, enzovoorts;
b. de inlaat op het hoofdriool, waarop deze leiding is aangesloten;
c. de diameter en het materiaal van de leiding;
d. de bovenkant van de leiding ten opzichte van NAP ter plaatse van de erfgrens.
Van het stelsel een staat overleggen waarop per put de volgende b.o.b.'s staan vermeld:
1. de ontwerphoogte
2. de aanleghoogte indien afwijkend van 1
3. de hoogte tijdens de gereedmelding.
4.1.7 Van alle aangelegde riolen inclusief de putten een video opname maken met behulp van een op afstand bedienbare TV-camera, waarbij de beelden bovengronds kunnen worden gevolgd op een monitor en in kleur worden vastgelegd op een CD-rom of DVD. De opnamen uitvoeren met een hellingshoekmeting (werkelijke b.o.b.’s). De TV camera moet een verticale hoek kunnen maken van tenminste 90° om van onder een inlaat deze inlaat te kunnen inspecteren. De verlichting moet met de lens meedraaien. Van de opnamen tevens kleurenfoto's maken en een classificatie uitvoeren conform NEN 3399. Van het geheel een schriftelijke rapportage in boekvorm met de gemaakte foto's leveren. De inspectieresultaten op een diskette in SUF-RIB formaat en de rapportage aan de planbegeleider gemeente Zaanstad afgeven. Tussen het (eventueel) voor de inspectie schoonmaken en de daadwerkelijke inspectie zit een minimale termijn van 2 weken. De inspectie zelf maximaal 2 weken voor de gereedmelding uitvoeren. De resultaten uiterlijk 1 maand na gereedmelding bij de planbegeleider gemeente Zaanstad aanleveren.
4.1.8 Als norm voor goedkeuring van het rioolstelsel gelden de volgende criteria: 1. De eisen in de Standaard met dien verstande dat: - de afwijking tussen ontwerp- en aanwezige hoogteligging ten tijde van de gereedmelding nergens groter is dan 30 mm. - er nergens een negatief verhang of een verhang = 0 aanwezig is, gemeten over een willekeurige afstand. 2. Een visuele inspectie volgens NEN 3399 waarbij de riolering tenminste aan de maatstaven in de volgende tabel voldoet:
Maatstaventabel voor opleveringsinspectie
Toestandsaspect | Code | Toelaatbare. maatstaf | Opmerking |
Waterdichtheid | |||
infiltratie | BBF | 1 | |
binnendringen van grond | BBD | 1 | |
axiale verplaatsing | BAJ(A) | 2 | PVC |
Beton: | |||
max. 20 mm | 300 mm | ||
max. 25 mm | 400 mm | ||
max. 30 mm | 500-600 mm | ||
max. 35 mm | 700 mm | ||
max. 40 mm | 800-1000 mm | ||
radiale verplaatsing | BAJ(B) | 1 | |
hoekverdraaiing | BAJ(C) | 5 | mits < door fabrikant opgegeven |
toelaatbare hoekverdraaiing | |||
inhangende rubberring | BAI(A) | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
inhangend voegmateriaal | BAI(Z) | 1 | |
Stabiliteit | |||
oppervlakteschade | BAF(A) | 1 | |
oppervlakteschade | BAF(C) | 1 |
scheur deformatie | BAB BAA | 1 1 | PVC |
Afstroming | |||
instekende inlaat | BAG | 1 | Instekende inlaten zijn slechts |
toegestaan tot de mate waarin dat | |||
door de aard van de constructie | |||
van de aansluiting wordt | |||
veroorzaakt. | |||
wortels | BBA | 1 | |
aangehechte afzettingen | BBB(C) | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
aangehechte afzettingen | BBB(A) | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
bezonken afzettingen | BBC | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
andere obstakels | BBE | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
waterpeil | BDD | 1 | belemmering buisdoorsnede 0% |
4.1.9 Alle puin, afval e.d. opruimen en afvoeren voordat een (deel-) oplevering plaats vindt.
4.1.10 Voordat het daarvoor in aanmerking komende terrein aan de gemeente Zaanstad wordt overgedragen dit terrein vrijmaken van keten, opslag en dergelijke. Alle bouwleidingen die niet meer functioneel zijn, opgraven en verwijderen.
4.1.11 Vanaf het tijdstip van bewoning zal door de gemeente Zaanstad het huisvuil worden opgehaald. Vanaf gereedmelding (en ingebruikstelling) van de definitieve bestrating volgens lid 4.1.2 zullen de gereed gemelde delen in de gladheidbestrijding van de gemeente worden opgenomen. Alle overige beheers- en onderhoudswerkzaamheden moeten tot aan de oplevering volgens 4.1.4 door of namens de exploitant worden uitgevoerd.
4.1.12 Na gereedmelding en herstel van eventuele onvolkomenheden blijven de werken 6 maanden in onderhoud bij de exploitant voordat het kan worden opgeleverd, voor groenwerk is de termijn 12 maanden (zie 5.4.1). Alle gebreken die zich binnen deze onderhoudsperiode mochten voordoen, moeten door en op kosten van de exploitant op eerste aanzegging worden hersteld. De werken zullen daarna worden opgeleverd en aan de gemeente Zaanstad overgedragen.