AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE,
AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE,
DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND,
EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER
TUSSEN
TEN EERSTE, DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA, TEN TWEEDE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN DERDE, IJSLAND
EN TEN VIERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN
HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, IERLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE,
MALTA,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, XXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXX, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en lidstaten van de Europese Unie (hierna "de lidstaten" genoemd),
en
ten eerste,
DE EUROPESE UNIE,
ten tweede, IJSLAND,
en
ten derde,
HET KONINKRIJK NOORWEGEN (hierna "Noorwegen"),
EROP WIJZENDE DAT de Europese Commissie namens de Europese Unie en de lidstaten heeft onderhandeld over een overeenkomst inzake luchtvervoer met de Verenigde Staten van Amerika, overeenkomstig het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om onder- handelingen te openen,
EROP WIJZENDE DAT de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (hierna "de luchtvervoersovereenkomst" genoemd) op 2 maart 2007 is geparafeerd, op 25 april 2007 te Brussel en op 30 april 2007 te Washington D.C. is ondertekend en voorlopig wordt toegepast sinds 30 maart 2008,
EROP WIJZENDE DAT de luchtvervoersovereenkomst is gewijzigd bij het protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie en haar lidstaten (hierna "het protocol" genoemd), dat op 25 maart 2010 is geparafeerd en op 24 juni 2010 te Luxemburg is ondertekend,
EROP WIJZENDE DAT IJsland en Noorwegen, die via de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte volledig zijn geïntegreerd in de eengemaakte Europese luchtvaartmarkt, zijn toegetreden tot de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, via een overeen- komst tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede, de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde, IJsland en ten vierde, het Koninkrijk Noorwegen (hierna "de Overeenkomst" genoemd), die op dezelfde datum is ondertekend en waarin de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, is opgenomen,
ERKENNENDE DAT procedures moeten worden vastgesteld volgens dewelke, indien van toepassing, wordt beslist hoe maatregelen uit hoofde van artikel 21, lid 5, van de luchtvervoers- overeenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, moeten worden genomen,
ERKENNENDE DAT het bovendien noodzakelijk is om procedurele regelingen vast te stellen voor de deelname van IJsland en Noorwegen aan het bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, opgericht Gemengd Comité en aan de bij artikel 19 van het de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, voorziene arbitrageprocedures. Deze procedurele regelingen moeten zorgen voor samenwerking, doorstroming van informatie en overleg voorafgaand aan de vergaderingen van het Gemengd Comité, en voor de tenuitvoerlegging van bepaalde bepalingen van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, waar- onder deze inzake beveiliging, veiligheid, het verlenen en intrekken van verkeersrechten en overheidssteun,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
ARTIKEL 1
Kennisgeving
Indien de Europese Unie en haar lidstaten besluiten om de Overeenkomst te beëindigen overeen- komstig artikel 3 van de Overeenkomst of om de voorlopige toepassing ervan stop te zetten of om kennisgevingen daartoe in te trekken, moet de Commissie, alvorens de Verenigde Staten van Amerika via diplomatieke kanalen daarvan in kennis te stellen, onmiddellijk IJsland en Noorwegen daarvan in kennis stellen. Omgekeerd moeten ook IJsland en/of Noorwegen de Commissie onmiddellijk in kennis stellen van dergelijke besluiten.
ARTIKEL 2
Opschorting van verkeersrechten
Een besluit waarbij luchtvaartmaatschappijen van de andere partij geen toestemming krijgen om extra frequenties te exploiteren of nieuwe markten aan te boren in het kader van de Overeenkomst en waarbij de Verenigde Staten van Amerika daarvan in kennis worden gesteld, of de opheffing van een dergelijk besluit, overeenkomstig artikel 21, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, wordt met eenparigheid van stemmen en overeenkomstig de relevante bepalingen van het Verdrag genomen door de Raad, namens de Unie en de lidstaten, en door IJsland en Noorwegen. Vervolgens stelt de voorzitter van de Raad de Verenigde Staten van Amerika in kennis van een dergelijk besluit namens de Europese Unie en de lidstaten, IJsland en Noorwegen.
ARTIKEL 3
Gemengd Comité
1. De Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen worden in het bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen.
2. Het standpunt van de Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen in het Gemengd Comité wordt vertolkt door de Commissie, behalve op gebieden die onder de exclusieve bevoegd- heid van de lidstaten vallen; in dat geval wordt het standpunt vertolkt door het voorzitterschap van de Raad of door de Commissie, IJsland en Noorwegen.
3. Het door IJsland en Noorwegen in het Gemengd Comité in te nemen standpunt in zaken die onder de artikelen 14 en 20 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, vallen of in zaken die geen besluit met juridische gevolgen vereisen, wordt vastgesteld door de Commissie in overeenstemming met IJsland en Noorwegen.
4. Met betrekking tot andere besluiten van het Gemengd Comité over zaken waarop geen verordeningen en richtlijnen van toepassing zijn die in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgenomen, wordt het standpunt van IJsland en Noorwegen vastgesteld door IJsland en Noorwegen op voorstel van de Commissie.
5. Met betrekking tot andere besluiten van het Gemengd Comité over zaken waarop geen verordeningen en richtlijnen van toepassing zijn die in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgenomen, wordt het standpunt van IJsland en Noorwegen vastgesteld door IJsland en Noorwegen in overleg met de Commissie.
6. De Commissie neemt passende maatregelen om te garanderen dat IJsland en Noorwegen volwaardig kunnen deelnemen aan coördinatie-, overleg- of beleidvormingsvergaderingen met de lidstaten en dat IJsland en Noorwegen, ter voorbereiding op vergaderingen van het Gemengd Comité, toegang krijgen tot de relevante informatie.
ARTIKEL 4
Arbitrage
1. Bij de arbitrageprocedure in het kader van artikel 19 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, worden de Europese Unie, de lidstaten, IJsland en Noorwegen vertegen- woordigd door de Commissie.
2. Indien nodig neemt de Commissie maatregelen om te garanderen dat IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de voorbereiding en coördinatie van de arbitrageprocedures.
3. Als de Raad besluit voordelen uit hoofde van artikel 19, lid 7, van de luchtvervoers- overeenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, op te schorten, worden IJsland en Noorwegen in kennis gesteld van dit besluit. Omgekeerd stellen ook IJsland en/of Noorwegen de Commissie in kennis van dergelijke besluiten.
4. Iedere andere krachtens artikel 19 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, te nemen maatregel inzake aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de EU
vallen, wordt genomen door de Commissie, met de hulp van een Speciaal Comité van door de Raad benoemde vertegenwoordigers van de lidstaten en van vertegenwoordigers van IJsland en Noorwegen.
ARTIKEL 5
Uitwisseling van informatie
1. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van elk besluit tot weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen van een luchtvaartmaat- schappij van de Verenigde Staten van Amerika dat zij krachtens artikel 4 of 5 van de luchtvervoers- overeenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben genomen. Omgekeerd stelt de Commissie IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke besluiten van de lidstaten. Omgekeerd stelt de Commissie IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke besluiten van de lidstaten.
2. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of kennis- gevingen die zij uit hoofde van artikel 8 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben gedaan of ontvangen. Omgekeerd stelt de Commissie IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke verzoeken of kennisgevingen die zijn gedaan of ontvangen door lidstaten.
3. IJsland en Noorwegen stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of kennis- gevingen die zij uit hoofde van artikel 9 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, hebben gedaan of ontvangen. Omgekeerd stelt de Commissie IJsland en Noorwegen onmiddellijk in kennis van dergelijke verzoeken of kennisgevingen die zijn gedaan of ontvangen door lidstaten.
ARTIKEL 6
Overheidssubsidies en -steun
1. Indien IJsland of Noorwegen van mening is dat een subsidie of steunmaatregel die door een overheidsinstantie op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika wordt verstrekt of overwogen, de in artikel 14, lid 2, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, vermelde nadelige gevolgen voor de mededinging zal hebben, vestigt het de aandacht van de Commissie op deze kwestie. Indien een lidstaat de Commissie op een dergelijke kwestie heeft gewezen, brengt de Commissie deze kwestie onder de aandacht van IJsland en Noorwegen.
2. De Commissie, IJsland en Noorwegen mogen contact opnemen met de desbetreffende instantie of vragen om een vergadering van het Gemengd Comité dat is opgericht bij artikel 18 van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol.
3. De Commissie, IJsland en Noorwegen brengen elkaar onmiddellijk op de hoogte wanneer de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel 14, lid 3, van de luchtvervoersovereenkomst, zoals gewijzigd bij het protocol, contact met hen opnemen.
ARTIKEL 7
Opzegging van de Overeenkomst of beëindiging van de voorlopige toepassing
1. Elke partij mag te allen tijde de andere partij schriftelijk via diplomatieke kanalen in kennis stellen van haar besluit deze Aanvullende Overeenkomst op te zeggen of de voorlopige toepassing ervan te beëindigen. Deze Aanvullende Overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan neemt een einde om middernacht GMT, zes maanden na de datum van schriftelijke kennisgeving tenzij de kennisgeving in onderlinge overeenstemming tussen de partijen wordt ingetrokken voordat deze termijn is verstreken.
2. Onverminderd andere bepalingen van dit artikel wordt de Aanvullende Overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan beëindigd wanneer de Overeenkomst of de voorlopige toepassing ervan wordt beëindigd.
ARTIKEL 8
Voorlopige toepassing
In afwachting van de inwerkingtreding overeenkomstig artikel 9 komen de partijen overeen om deze Aanvullende Overeenkomst voorlopig toe te passen, voor zover dit is toegestaan uit hoofde van de toepasselijke nationale wetgeving, vanaf de laatste van de volgende twee data: de datum van de ondertekening van deze Aanvullende Overeenkomst of de in artikel 5 van de Overeenkomst gespecificeerde datum.
ARTIKEL 9
Inwerkingtreding
Deze Aanvullende Overeenkomst treedt in werking, ofwel a) een maand na de datum van de laatste nota in de uitwisseling van diplomatieke nota's tussen de partijen, waarbij zij bevestigen dat alle nodige procedures voor de inwerkingtreding van deze Aanvullende Overeenkomst zijn voltooid, ofwel b) op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, naargelang welke datum later valt.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Aanvullende Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Luxemburg en Oslo, in drievoud, respectievelijk op 16 en 21 juni 2011 in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, IJslandse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Noorse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, waarbij alle teksten authentiek zijn.