Deelnemersreglement
Dit deelnemersreglement bestaat uit een hoofdstuk wat betreft de algemene rechten en verplichtingen van de stichting en deelnemers jegens elkaar en een hoofdstuk over de specifieke rechten en verplichtingen die een deelnemer heeft als die zich wil aansluiten of dat al heeft gedaan. Begrippen als gebruikt in dit deelnemersreglement zijn gedefinieerd in artikel 2 van de statuten of in de tekst van dit deelnemersreglement zelf.
ALGEMEEN
Artikel 1. Stichting, productgroepen en deelnemers
1.1. Overeenkomstig de statuten, zal het bestuur bepalen welke productgroepen er zijn en dus ook uit hoeveel bestuurders het bestuur bestaat omdat er overeenkomstig de statuten per productgroep één (1) bestuurder benoemd dient te worden. Het bepaalde in Artikel 3 van dit deelnemersreglement is pas van toepassing nadat het bestuur voor de eerste keer productgroepen heeft bepaald.
1.2. Bij voornoemde keuze door het bestuur voor productgroepen zal het bestuur als uitgangspunt hanteren dat er sprake is van een productgroep, indien een groep van producenten:
i) een relevante omvang heeft, en/of
ii) een relevant belang vertegenwoordigt.
Een aparte productgroep zal voorts benoemd worden op het moment dat genoemd belang niet door een andere reeds bestaande productgroep vertegenwoordigd kan worden.
1.3. Zodra voor de eerste keer de productgroepen zijn bepaald, zal het bestuur dit deelnemersreglement zo aanpassen dat dit Artikel 1 vermeldt welke productgroepen er zijn, ongeacht of er reeds deelnemers zijn aangesloten bij de stichting en zonder dat voldaan dient te worden aan de consultatie van deelnemers als genoemd in Artikel 6 van dit deelnemersreglement. Eénmaal de productgroepen zijn bepaald, zal voor de uitbreiding of het vervallen ervan Artikel 3 en/of Artikel 6 van dit deelnemersreglement van toepassing zijn.
1.4. Elke producent van zonne-energie systemen die voldoet aan de eisen uit de statuten heeft recht om deelnemer te worden, maar deelname aan de stichting is geen plicht in het kader van de AVV. Rechten van een deelnemer ontstaan nadat een aansluitovereenkomst is getekend en de deelnemer tevens bekend is bij OPEN als producent. Op het moment dat een deelnemer niet meer bij OPEN als producent bekend is, vervalt het recht om deel te nemen.
1.5. Elke deelnemer heeft zelf het recht te bepalen tot welke productgroep de deelnemer behoort, doch de productgroep die de deelnemer kiest dient overeen te komen met de hoofdactiviteit zoals die activiteit staat ingeschreven in het lokaal handelsregister, indien van toepassing. Een deelnemer heeft het recht om één (1) keer per kalenderjaar van productgroep te veranderen, mits nog wel wordt voldaan aan het bepaalde in de voorgaande volzin. Een deelnemer kan gelijktijdig niet deel uitmaken van meerdere productgroepen.
1.6. De stichting zal geen kosten aan deelnemers in rekening te brengen inzake de oprichting en beheer van de stichting.
1.7. Alle deelnemers hebben in het kader van dit deelnemersreglement één (1) stem. Percentages van het aantal deelnemers (uit een productgroep) worden vastgesteld op basis van het uitgangspunt dat elke deelnemer als één (1) deelnemer wordt geteld. Indien een deelnemer geen stem uitbrengt, telt deze deelnemer wel mee ter bepaling van het aantal deelnemers op basis waarvan het minimale percentage aan deelnemers - dat nodig is voor een voorstel of besluit - wordt bepaald.
Artikel 2. Benoemen en/of ontslag bestuurders
2.1. Bij een vacature voor een bestuurder alsmede de plaatsvervanger:
i) worden de deelnemers uit productgroep waar de vacature betrekking op heeft de mogelijkheid geboden kandidaten voor te dragen;
ii) beslist het bestuur wie van de kandidaten de bestuurder/ plaatsvervanger wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.13 sub vi)Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. van de statuten;
iii) wordt de voorgenomen bestuurder of plaatsvervanger schriftelijk kenbaar gemaakt aan de deelnemers uit de productgroep, inclusief de overwegingen;
iv) zal het bestuur, de voorgestelde kandidaat als de bestuurder/ plaatsvervanger benoemen, tenzij vijfentwintig procent (25%) van het aantal deelnemers uit die productgroep zich daartegen verzet;
v) zal het bestuur, indien méér dan vijfentwintig procent (25%) van het aantal deelnemers uit die productgroep zich verzet tegen de voorgenomen benoeming, de kandidaat terug trekken en minimaal twee (2) nieuwe kandidaten voorstellen aan de deelnemers als de nieuwe bestuurder of plaatsvervanger;
vi) kunnen deelnemers uit de productgroep stemmen op deze nieuwe kandidaten, welke stemming onder toezicht van een notaris zal plaatsvinden;
vii) zal de notaris vaststellen wie de kandidaat is met de meeste stemmen en dit aan het bestuur bekend maken, waarna het bestuur de kandidaat benoemt als de bestuurder of plaatsvervanger met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.13 sub vi) van de statuten;
viii) zal bij ontbreken van een vaststelling door de notaris of in andere gevallen waarin het voorgaande niet voorziet - bijvoorbeeld indien het bestuur constateert dat er, in weerwil van het bepaalde in artikel 2.1 lid v) van dit deelnemersreglement, niet meerdere geschikte kandidaten zijn - het bestuur besluiten inzake de benoeming van een bestuurder of plaatsvervanger met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.13 sub vi) van de statuten.
2.2. Indien méér dan veertig procent (40%) van alle deelnemers uit een productgroep van mening is dat de bestuurder/ plaatsvervanger uit de productgroep van die deelnemers niet functioneert, dan hebben de deelnemers uit die productgroep (voor zover deze deelnemers minimaal veertig procent (40%) van alle deelnemers uit die productgroep vertegenwoordigen), het recht om het bestuur schriftelijk een met redenen omkleed advies te geven inzake de redenen van disfunctioneren onder vermelding van de naam (of namen) van een bestuurder/ plaatsvervanger die naar mening van die betreffende groep van deelnemers de disfunctionerende bestuurder dient op te volgen.
2.3. Indien méér dan veertig procent (40%) van alle deelnemers (ongeacht de productgroep) van mening is dat de aangewezen bestuurder niet functioneert, dan hebben de deelnemers (voor zover deze deelnemers minimaal veertig procent (40%) van alle deelnemers vertegenwoordigen) het recht om het bestuur schriftelijke een met redenen omkleed advies te geven inzake de redenen van disfunctioneren onder vermelding van de naam van de kandidaat-aangewezen bestuurder die voor die betreffende groep van deelnemers de disfunctionerende aangewezen bestuurder dient op te volgen.
2.4. In het geval van situaties als beschreven in de artikelen 2.2 en/of 2.3 van dit deelnemersreglement, is er geen verplichting voor het bestuur om het advies te volgen. Indien het bestuur het advies van deelnemers niet opvolgt, zal het bestuur de betreffende deelnemers schriftelijk en gemotiveerd de redenen melden.
Artikel 3. Uitbreiding of vervallen van productgroepen
3.1. Het bestuur kan met een gekwalificeerde meerderheid als bedoeld in artikel 10.11 van de statuten besluiten om het aantal productgroepen uit te breiden op het moment dat:
i) er een nieuwe productgroep ontstaat in de zonne-energie sector in Nederland met een significant marktaandeel, én/of
ii) er sprake is van een afwijkend en/of relevant belang welke nog niet door een andere productgroep (via de bestuurder) in het bestuur vertegenwoordigd is.
3.2. Het bestuur kan met een gekwalificeerde meerderheid als bedoeld in artikel 10.11 van de statuten besluiten om een productgroep te laten vervallen op het moment dat:
i) een productgroep in de zonne-energie sector in Nederland wegvalt en/of geen significant marktaandeel meer vertegenwoordigt, én/of
ii) het belang van de productgroep via een bestuurder van een andere productgroep in het bestuur vertegenwoordigd wordt of kan worden.
3.3. De uitbreiding en/of het vervallen van productgroepen voor wat betreft dit deelnemersreglement, betekent mutatis mutandis dat aan het bestuur een bestuurder en een plaatsvervanger wordt toegevoegd dan wel een bestuurder of plaatsvervanger komt te vervallen, één en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.4 van de statuten.
3.4. Indien het bestuur van mening is dat een nieuwe productgroep dient te ontstaan, zal het bestuur alle deelnemers voorafgaand aan het besluit informeren over het voorgenomen besluit, inclusief de overwegingen, waarbij in de situatie dat méér dan vijfentwintig procent (25%) van alle deelnemers zich hiertegen verzet, niet tot de oprichting van een nieuwe productgroep wordt besloten.
3.5. Indien het bestuur wenst te besluiten om een productgroep te laten vervallen, zullen de deelnemers uit die productgroep voorafgaand aan het besluit worden geïnformeerd over het voorgenomen besluit, inclusief de overwegingen. Indien méér dan vijfentwintig procent (25%) van de deelnemers uit die productgroep zich hiertegen verzet, zal het bestuur niet besluiten tot het vervallen van die productgroep.
3.6. Mocht in weerwil van het bepaalde in artikel 3.5 van dit deelnemersreglement het bestuur van mening zijn dat een productgroep dient te vervallen en dat hier vanuit het perspectief van stichting en de zonne-energie sector in Nederland daar in redelijkheid argumenten voor zijn, kan
het bestuur volharden in het voornemen om te besluiten de productgroep te laten vervallen. In dat geval zal het bestuur alle deelnemers voorafgaand aan het besluit informeren over het voorgenomen besluit, inclusief de overwegingen, waarbij indien minder dan vijfentwintig procent (25%) van alle deelnemers zich hiertegen verzet, het bestuur tot het vervallen van de productgroep kan besluiten.
Artikel 4. Algemeen adviesrecht
4.1. Indien méér dan vijfentwintig procent (25%) van alle deelnemers of vijfentwintig procent (25%) van de deelnemers uit een productgroep indien een onderwerp specifiek die productgroep betreft, van mening is dat een onderwerp de aandacht van de stichting dient te hebben, hebben de deelnemers (voor zover deze deelnemers minimaal vijfentwintig procent (25%) van alle deelnemers c.q. alle deelnemers uit de productgroep vertegenwoordigen) een adviesrecht.
4.2. Het bestuur van de stichting is verplicht om aangaande de adviezen van deelnemers waarvoor voornoemd adviesrecht geldt, haar standpunt te bepalen en om te motiveren waarom het bestuur is gekomen tot het standpunt betreffende het advies.
4.3. De deelnemers in algemeenheid kunnen maximaal twee (2) keer per kalenderjaar gebruik maken van dit adviesrecht. Deelnemers per productgroep hebben dit adviesrecht slechts één (1) keer per kalenderjaar. Adviezen van de deelnemers die bij het bestuur in het eerste half jaar van een kalenderjaar schriftelijk worden ingediend, worden in de 1ste bestuursvergadering na 1 juli besproken. Adviezen van de deelnemers die bij het bestuur in het tweede half jaar van een kalenderjaar schriftelijk worden ingediend, worden in de 1ste bestuursvergadering na 1 januari besproken.
4.4. Het bestuur zal op deze adviezen zo snel als redelijkerwijs mogelijk schriftelijk reageren nadat het bestuur haar standpunt heeft bepaald.
Artikel 5. Faciliteren zelforganisatie, deelnemersbesluiten, deelnemersraad en transparantie
5.1. De stichting faciliteert zelforganisatie van deelnemers, opdat deelnemers optimaal van hun rechten als deelnemer (uit een productgroep) gebruik kunnen maken.
5.2. Dientengevolge is een lijst met alle deelnemers, inclusief een opgave van de betreffende productgroep waarin de deelnemer zich bevindt alsmede het contactadres van de deelnemer (voor zover door deelnemer ter beschikking gesteld) ten kantore van de stichting in te zien. Deze lijst wordt voorts op verzoek van deelnemers aan een deelnemer beschikbaar gesteld. De lijst zal tevens worden gepubliceerd op de website van de stichting. Door deelname aan de stichting stemt een deelnemer in met de opname van deze gegevens en publicatie daarvan.
5.3. Deelnemers (of groepen daarvan) kunnen uit hun midden een deelnemersraad benoemen om efficiënter en effectiever gebruik te maken van hun rechten. Deze deelnemersraad zal door de stichting als representant van de deelnemers worden beschouwd indien deze raad minimaal vijfentwintig procent (25%) van alle deelnemers (of minimaal vijfentwintig (25%) van de deelnemers uit een productgroep als een onderwerp enkel betrekking heeft op een productgroep) vertegenwoordigt en beschikt over een intern reglement. Dit is ook van toepassing indien er meerdere deelnemersraden zouden bestaan. Het voldoen aan het minimale percentage voor het
bestaan van een deelnemersraad laat onverlet dat dit deelnemersreglement voor sommige rechten van deelnemers hogere percentages deelnemers vraagt dan het minimale percentage om te komen tot een deelnemersraad. Aangaande de bepalingen vermeld in de artikelen 2.1 sub v), 2.2, 2.3, 2.4, 3.4, 3.5, 3.6, 6.2 en 6.3 van dit deelnemersreglement, kan een deelnemersraad de deelnemers niet vertegenwoordigen; in die gevallen zal elke deelnemer individueel een stem dienen uit te brengen.
5.4. De stichting kan voorwaarden stellen aan de leden van de deelnemersraad, het reglement van die raad en hoe de raad deelnemers vertegenwoordigt. Een deelnemersraad die voldoet aan de minimale eisen om deelnemers te vertegenwoordigen, kan middels volmacht de rechten van afzonderlijke deelnemers inzake dit deelnemersreglement vertegenwoordigen en is dan tevens het aanspreekpunt voor de stichting voor wat betreft (die groep van) deelnemers, met uitzondering evenwel van het bepaalde in de laatste volzin van artikel 5.3 van dit deelnemersreglement dat een individuele vertegenwoordiging per deelnemer verplicht stelt.
5.5. Met inachtneming van de statuten en enkel voor zover het besluiten betreft die van materiele invloed zijn op de stichting en/of de belangen die de stichting behartigt, zal het bestuur aan alle deelnemers verslag doen van besluiten van de stichting. Dit ongeacht het eventuele bestaan van een deelnemersraad. Voornoemde informatieplicht geldt niet voor situaties waarin van de stichting in redelijkheid niet mag worden verwacht dat zij informatie deelt, bijvoorbeeld in het geval het delen van informatie de vertrouwelijkheid en/of privacy van personen schendt of dat in algemeenheid de belangen van de stichting onevenredig worden geschaad door het verstrekken van informatie.
Artikel 6. Intrekking en wijziging deelnemersreglement
6.1. Het bestuur is bevoegd dit deelnemersreglement te wijzigen en ook in te trekken.
6.2. Indien het bestuur wenst te besluiten om het deelnemersreglement te wijzigen dan wel in te trekken, zullen alle deelnemers voorafgaand aan dit besluit worden geïnformeerd over het voorgenomen besluit, inclusief de overwegingen. Indien meer dan vijftig procent (50%) van alle deelnemers zich tegen de wijziging of intrekking verzet, zal het bestuur in beginsel niet tot wijziging en/of intrekking over gaat.
6.3. Mocht in weerwil van het bepaalde in artikel 6.2 van dit deelnemersreglement het bestuur van mening zijn dat het deelnemersreglement ingetrokken dan wel gewijzigd moet worden en dat hier vanuit het perspectief van stichting en de zonne-energie sector in Nederland in redelijkheid argumenten voor zijn, kan het bestuur volharden in het voornemen om te besluiten het deelnemersreglement te wijzigen dan wel in te trekken. In dat geval zal het bestuur alle deelnemers voorafgaand aan het besluit schriftelijk informeren over het voorgenomen besluit, inclusief de overwegingen. Deelnemers wordt een periode van maximaal dertig (30) dagen te rekenen vanaf de schriftelijke kennisgeving geboden om op basis van art. 3:302 van het Burgerlijk Wetboek een verklaring van recht te vragen bij de bevoegde rechter en om daarvan tevens het bestuur schriftelijk kennis te geven, waarbij als eis geldt dat minimaal vijftig procent (50%) van alle (individueel vertegenwoordigde) deelnemers dit verzoek om een verklaring voor recht schriftelijk ondersteunt.
6.4. Indien tijdig om de verklaring voor het recht is verzocht, het bestuur daarvan tevens tijdig kennis is gegeven en het minimaal aantal deelnemers een en ander ondersteunt, wordt het bestuursbesluit door het bestuur inzake de intrekking of wijziging van het deelnemersreglement aangehouden tot het moment dat een vonnis (inzake de vraag voor verklaring voor recht) in kracht van gewijsde is gegaan. Het voorgaande laat onverlet dat de stichting een voorlopige voorziening kan vragen (voor zover wettelijk niet onmogelijk).
6.5. Indien niet of niet tijdig om de verklaring voor het recht is verzocht door de deelnemers of indien de stichting daar niet tijdig kennis van in kennis wordt gesteld of indien niet het minimale percentage van vijftig procent (50%) van alle (individueel vertegenwoordigde) deelnemers een en ander schriftelijk ondersteunt, wordt het bestuursbesluit inzake de intrekking of wijziging van het deelnemersreglement van kracht.
6.6. Hetgeen in het voorgaande staat vermeld inzake intrekking en/of wijziging van dit deelnemersreglement, is van overeenkomstige toepassing op een (voornemen tot een besluit van het bestuur) tot statutenwijziging, fusie, splitsing, omzetting dan wel ontbinding van de stichting.
SPECIFIEK
Artikel 7. Aansluitovereenkomst en deelnemers
7.1 De aansluitovereenkomst heeft een vorm en inhoud zoals door de stichting te bepalen.
7.2 De aansluitovereenkomst wordt van kracht op het moment dat de stichting schriftelijk aan de producent bevestigt dat de door de rechtsgeldige vertegenwoordiger(s) van de producent ondertekende aansluitovereenkomst is ontvangen en akkoord is bevonden. Na ontvangst van deze bevestiging is een producent deelnemer. Indien deze bevestiging uit blijft, is de producent geen deelnemer.
7.3 Vanaf het moment dat de aansluitovereenkomst wordt beëindigd, houdt een producent op deelnemer te zijn.
7.4 De administratie van de stichting zal bepalend zijn ter bepaling of een aansluitovereenkomst is ontvangen, door de stichting is bevestigd of is beëindigd.
7.5 Deelnemers komen die rechten en verplichtingen toe zoals beschreven in de statuten en dit deelnemersreglement.
Artikel 8. Looptijd en einde aansluitovereenkomst
9.1 Deelname als deelnemer aan de stichting en dus ook de looptijd van de aansluitovereenkomst is voor onbepaalde tijd. Op elk moment is het voor een deelnemer mogelijk de deelname aan de stichting en dus deze aansluitovereenkomst op te zeggen, ongeacht de reden.
9.2 De stichting kan de aansluitovereenkomst opzeggen indien (1) een deelnemer niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet van een deelnemer, (2) een deelnemer tekortschiet in de nakoming van verplichtingen onder de statuten, dit deelnemersreglement, de aansluitovereenkomst of in strijd handelt met wet- en regelgeving, (3) een deelnemer in staat van faillissement is verklaard of een aanvraag daartoe is gedaan, surseance van betaling heeft aangevraagd of door onder curatele stelling of anderszins de beschikkingsbevoegdheid over zijn vermogen of delen ervan verliest,
bijvoorbeeld in het geval van een benoeming van een stille bewindvoerder, wordt ontbonden of geliquideerd, (4) het handelen van een deelnemer in strijd is met de belangen van de stichting of de AEEA regeling, en hiermee niet is gestopt binnen 1 maand na de formele ingebrekestelling, dan wel (5) de stichting niet meer als (statutaire) doelstelling heeft de belangen van deelnemers te behartigen.
9.3 Opzegging van de aansluitovereenkomst geschiedt schriftelijk, dan wel op dezelfde wijze als de aansluitovereenkomst is aangegaan (zo die wijze niet schriftelijk was).
9.4 Als de deelnemer opzegt, eindigt de aansluitovereenkomst op het moment dat de opzegging door de stichting is ontvangen. Indien de stichting opzegt, eindigt de aansluitovereenkomst pas op het moment dat de deelnemer een redelijke termijn heeft gehad om de opzeggingsgrond te herstellen (welke hersteltermijn nooit langer kan duren dan dertig (30) dagen) en dit niet is gebeurd. Indien herstel niet mogelijk is of de reden van opzegging niet gerelateerd is aan handelen en/of nalaten van een deelnemer, eindigt de aansluitovereenkomst op het moment dat de opzegging door de stichting is verzonden.
Artikel 9. Dienstverlening stichting voor deelnemers
De stichting is gedurende de looptijd van deze aansluitovereenkomst gehouden om de belangen van de deelnemer naar best vermogen te vertegenwoordigen en om de deelnemer invloed uit te laten oefenen.
Artikel 10. Kosten
De dienstverlening van de stichting is voor de deelnemer kosteloos. Enkel indien vooraf schriftelijk is overeengekomen tussen de deelnemer en de stichting, zal de stichting kosten voor haar diensten in rekening brengen.
Artikel 11. Verplichtingen van deelnemer
11.1 De deelnemer dient desgevraagd informatie, waaronder mogelijk persoonsgegevens, aan de stichting ter beschikking te stellen met als doel om de stichting haar diensten zo goed mogelijk te laten uitoefenen. Door het verstrekken van die informatie geeft een deelnemer toestemming om die informatie te gebruiken in het kader van de stichting.
11.2 De deelnemer is niet verplicht actief deel te nemen in zijn rol als deelnemer. Evenwel zal een niet actieve houding van een deelnemer het gevolg hebben dat zijn invloed beperkt is of nihil.
Artikel 12. Verplichtingen stichting
12.1 De stichting zal zich inzake haar diensten conformeren aan de Nederlandse wet- en regelgeving, meer in het bijzonder die aangaande persoonsgegevens.
12.2 De stichting zal zich inspannen om haar diensten zo goed en zorgvuldig mogelijk te (doen) laten uitvoeren, maar kan op geen enkele wijze garanderen dat ook een bepaald resultaat wordt bereikt.
12.3 De stichting zal alle deelnemers non-discriminatoir behandelen.
Artikel 13. Vertrouwelijkheid
Voor haar dienstverlening heeft stichting geen vertrouwelijke bedrijfsgegevens van deelnemers nodig (anders dan contactgegevens als die vertrouwelijk zouden zijn). Mocht dit anders worden, dan zullen de stichting en de deelnemer daar voorafgaand schriftelijke afspraken over maken.
Artikel 14. Aansprakelijkheid
14.1 De stichting is niet aansprakelijk voor enige kosten, verlies of schade die de deelnemer, zijn werknemers of enige andere derde heeft moeten maken en/of geleden op het moment dat dit voortvloeit uit:
i) het uitblijven van resultaat inzake de uitvoering van de diensten door de stichting;
ii) omstandigheden buiten de redelijke controle van stichting;
iii) niet-naleving van de aansluitovereenkomst door de deelnemer.
14.2 De stichting is verder nimmer aansprakelijk voor indirecte en/of gevolgschade van een deelnemer, zijn werknemers of enige andere derde, waaronder bijvoorbeeld verstaan verlies van klanten, winst, besparingen, reputatie en/of omzet ten gevolge van handelen of nalaten van de stichting.
14.3 Beperkingen als voornoemd zijn niet van toepassing in het geval van opzet en/of grove schuld van de stichting.
14.4 In die gevallen waarin stichting wél aansprakelijk is voor geleden schade, is die per jaar en voor alle deelnemers gezamenlijk gemaximeerd tot € 50.000,-, waarbij een verdere maximering daarin zit dat de maximale aansprakelijkheid van stichting per deelnemer € 1.500,- bedraagt.
14.5 Uiterlijk binnen 30 dagen nadat een schadeveroorzakende feit aan deelnemer bekend is geworden, op straffe van het verval van de vordering, dient de deelnemer middels een aangetekende brief met ontvangstbevestiging haar schadevordering kenbaar te maken aan de stichting.
14.6 De stichting zal verzekeringspolissen aanhouden die haar burgerlijke- en/of bestuurdersaansprakelijkheid dekken.
Artikel 15. Geschillen en toepasselijk recht
15.1 Indien er sprake is van een geschil en/of dreigt te ontstaan, zijn de deelnemer en de stichting gehouden in onderling overleg te treden teneinde te pogen omtrent het geschil een minnelijke regeling te treffen.
15.2 Geschillen tussen de deelnemer en de stichting gerezen, naar aanleiding van en/of verband houdende met de stichting, worden in eerste instantie uitsluitend voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht.
15.3 Het Nederlands recht is van toepassing.
Artikel 16. Overig
16.1 Ter nadere uitvoering van de dienstverlening hanteert de stichting:
i) de statuten van stichting; en
ii) het deelnemersreglement van stichting;
welke documenten op de website van de stichting (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx) zijn te raadplegen.
In deze documenten worden regelingen getroffen betreffende de nadere uitwerking van de diensten van stichting, OPEN en de Regeling AEEA in de ruimste zin des woord.
16.2 De stichting kan deze documenten wijzigen (zoals in die documenten verwoord) en zulks wordt niet gezien als een wijziging van de aansluitovereenkomst. Door vaststelling van de gewijzigde documenten worden de gewijzigde documenten automatisch van toepassing wat betreft de aansluitovereenkomst en dus de uitvoering van de diensten door stichting.
16.3 Deelnemer is op generlei wijze vertegenwoordiger van de stichting.
16.4 Het is deelnemer niet toegestaan rechten en/of verplichtingen wat betreft de deelname aan de stichting over te dragen aan derden dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting.
16.5 Indien enige bepaling uit de aansluitovereenkomst, de statuten en/of het deelnemersreglement niet rechtsgeldig blijkt te zijn of haar rechtsgeldigheid verliest, heeft dit geen invloed op de overige bepalingen uit voornoemde documenten en zijn de deelnemer en de stichting gehouden zo spoedig mogelijk een nieuwe bepaling vast te leggen waarvan de strekking zo dicht mogelijk komt bij de oude bepaling.
Artikel 17. Overgangsbepaling
17.1 Voor bepaalde producenten, te weten de producenten die ook al deelnemer waren van de stichting voordat de AVV van kracht werd en dientengevolge eerder tot een aansluitovereenkomst met stichting kwamen, zal door het aangaan van de aansluitovereenkomst automatisch die eerdere aansluitovereenkomst komen te vervallen.
17.2 Enige overblijvende rechten en verplichtingen van een deelnemer onder voornoemde en eerdere aansluitovereenkomst, worden door de voornoemde automatische beëindiging niet ongedaan gemaakt en leven nog voort tot dat dienaangaande tussen de stichting en de deelnemer tot overeenstemming is gekomen hoe die overblijvende rechten en verplichtingen af te wikkelen.
- / -