Instelling definitie

Instelling. Een school voor primair onderwijs (basisschool dan wel speciale school voor basisonderwijs) als bedoeld in de WPO, een school voor speciaal onderwijs, speciaal voortgezet onderwijs of speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC of een Centrale Dienst zoals bedoeld in artikel 68 van de WPO en artikel 69 van de WEC, of een samenwerkingsverband passend onderwijs als bedoeld in artikel 18a tweede lid van de WPO en artikel 28a eerste lid van de WEC.
Instelling de door de werknemer aan te wijzen instelling waarbij de levensloopvoorziening wordt aangehouden.
Instelling. Eén of meer zorginstelling(en) die als rechtspersoon gebruik maken van deze Algemene Inkoopvoorwaarden Gezondheidszorg.

Examples of Instelling in a sentence

  • De Uitgevende Instelling behoudt zich het recht voor deze toestemming in te trekken of zelf Obligaties toe te wijzen.

  • De Ingangsdatum zal door de Uitgevende Instelling, met inachtneming van bovenstaande beperking, worden vastgesteld en aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.

  • De Obligaties vormen directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouders die onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang zijn, zonder enig verschil in preferentie.

  • In die situatie geldt dat de verkrijgende Obligatiehouder, onder overlegging van een verklaring van erfrecht, mededeling van de overdracht aan de Uitgevende Instelling dient te doen.

  • De Uitgevende Instelling roept de Vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen.


More Definitions of Instelling

Instelling. Een school voor primair onderwijs (basisschool dan wel speciale school voor basisonderwijs) als bedoeld in de WPO, een school voor speciaal onderwijs, speciaal voortgezet onderwijs of speciaal- en voortgezet speciaal onder- wijs als bedoeld in de WEC of een Centrale Dienst zoals bedoeld in artikel 68 van de WPO en artikel 69 van de WEC. Voor de werknemer bedoeld in artikel 8.5 wordt hieronder verstaan: kalenderjaar, voor overige werknemers wordt hieronder verstaan: schooljaar. Kaderbesluit rechtspositie PO (Stb. 2006, 439). De laatstejaarsstudent van een lerarenopleiding basisonderwijs, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de WPO, artikel 3, zevende lid, van de WEC, die wordt benoemd of aangesteld op een leerarbeidsplaats.
Instelling een door de ambtenaar gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 19g, vierde lid, Wet op de loonbelasting 1964;
Instelling. De door de deelnemer aan te wijzen instelling waarbij de levensloopvoorziening wordt aangehouden.
Instelling. 1. een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen;
Instelling een instelling in de zin van de Wet toetreding zorgaanbieders; • een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die in het desbetreffende land zorg verleent in het kader van het in dat land bestaande socialezekerheidsstelsel of zich richt op het verlenen van zorg aan specifieke groepen van publieke functionarissen. Instelling voor jeugdtandverzorging Een instelling voor het verlenen van mondzorg die zich kenmerkt door mondzorgaanbieders met specifieke deskundigheden en vaardigheden en faciliteiten voor consultatie, diagnostiek en behandeling aan verzekerden tot 18 jaar. De instelling heeft hiervoor, voor zover wettelijk vereist, een vergunning.
Instelling elk als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid wordt verricht;
Instelling een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen; • een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die in het desbetreffende land zorg verleent in het kader van het in dat land bestaande socialezekerheidsstelsel of zich richt op het verlenen van zorg aan specifieke groepen van publieke functionarissen. Instelling voor zintuiglijk gehandicaptenzorg Een instelling voor het verlenen van zintuiglijk gehandicaptenzorg, die lid is van de Nederlandse Federatie van Audiologische centra (FENAC) of van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG).