Partner definitie

Partner. Echtgenoot of geregistreerd partner.
Partner degene met wie de werknemer een huwelijkse relatie of een relatie onderhoudt die daaraan gelijk is gesteld of met wie hij een geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract is aangegaan, een en ander met inachtneming van de eisen die daaraan bij of krachtens wet worden gesteld;
Partner echtgenoot/echtgenote van verzekerde of degene met wie verzekerde duurzaam samenwoont (tenminste 1 jaar teruggerekend vanaf het mo- ment dat de reis aanvangt).

Examples of Partner in a sentence

  • Welke rol een Partner uiteindelijk vervult zal afhangen van de lokale context en wensen en de mogelijkheden die de betreffende Partner heeft om de activiteiten onder de Green Deal te ondersteunen.

  • Ook de volgende partijen zullen een rol vervullen wanneer wij moeten tussenkomen op basis van deze verzekeringsovereenkomst: Inter Partner Assistance, voor de bijstandsdekkingen.

  • Inter Partner Assistance staat dan in voor het beheer van de schadegevallen, de Info Line, de Eerste Hulp en de dekking Hulpverlening+.

  • Daartoe zijn wij (met uitzondering van Inter Partner Assistance) lid van de vzw Terrorism Reinsurance and Insurance Pool.

  • Inter Partner Assistance geeft A.Belgium de toelating om te bepalen welke risico’s aanvaard worden en om de verzekeringsovereenkomsten te beheren.


More Definitions of Partner

Partner. De persoon met wie de werknemer een relatie heeft op basis van burgerlijk huwelijk, geregistreerd partnerschap dan wel een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst waarbij voldaan wordt aan de in bijlage I opgenomen voorwaarden.
Partner. De persoon waarmee de Xxxxxxxxxxx op het ogenblik van het schadegeval een feitelijke of wettige eenheid vormt, op bestendige wijze onder hetzelfde dak woont en op hetzelfde adres gedomicilieerd is. Een origineel bewijs van de ambtenaar van de burgerlijke stand vormt het bewijs.
Partner. Een persoon met wie de werknemer een geregistreerde relatie heeft en met wie hij een gemeenschappelijke huishouding voert.
Partner. De echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner van de werknemer of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert, tenzij het een persoon betreft met wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. Van een gezamenlijke huishouding, zoals bedoeld in de eerste volzin is sprake, indien twee ongehuwde of niet- geregistreerde personen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding of op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
Partner. 1. Xxxxxxxxxx of echtgenote of geregistreerde partner.
Partner. Onder partner wordt in dit reglement verstaan:
Partner de wettelijke echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner of partner met wie de werknemer op basis van een notariële samenlevingsovereenkomst duurzaam samenleeft met het oogmerk het voeren van een gezamenlijke huishouding;