Periode definitie

Periode vier weken.
Periode. Een obligatielening kent een aantal periodes. Dat is de looptijd uitgedrukt in kalendermaanden, -kwartalen en/of -jaren. Periodiek betekent dan per periode.
Periode. A: de periode van de eerste 52 weken van gehele dan wel gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Examples of Periode in a sentence

  • De prijs per opgewekte kWh die per Periode wordt berekend aan de hand van de (geschatte) winst en verliesrekening van de Coöperatie die wordt gerealiseerd met de Installatie over die Periode, rekening houdende met het feit dat: a.

  • Periode die aanvangt op de ingangsda- tum van de waarborg en waarbij de verze- kerde geen enkel recht op prestaties kan doen gelden.


More Definitions of Periode

Periode. Een tijdvak van 4 kalenderweken.
Periode de in de onderneming gebruikelijke betalingsperiode;
Periode een aaneengesloten tijdvak van vier weken;
Periode. C: de periode van de 105e tot en met de 156ste week van gehele dan wel gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Periode. D: de periode vanaf de 157ste week van gehele dan wel gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Periode het tijdvak waarvoor een overeenkomst van gebruik van een plaats op de door de Magneet geëxploiteerde camping tussen de Magneet en de recreant wordt overeengekomen. Deze valt te onderscheiden in één jaar d.w.z. de periode tussen 1 januari en 31 december.
Periode het tijdvak genoemd in de Overeenkomst tussen De Klepperstee en de Recreant, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de navolgende Perioden: (a). Een Periode van 5 jaar, of zoveel korter als dit in de huurovereenkomst is aangegeven, voor Cabins.