Prijs de kosten van de behandeling inclusief alle bijkomende kosten.
Prijs de totale prijs voor een Opleiding met inbegrip van alle bijkomende kosten en belastingen.
Examples of Prijs in a sentence
Voor de andere aangewezen geneesmiddelen heeft u recht op het geneesmiddel volgens het beleid van de zogenoemde Laagste Prijs Garantie.
Het manifesto van hun eCommerce store concentreert zich op twee elementen: Prijs en Product.
More Definitions of Prijs
Prijs de afgesproken prijs/vergoeding voor een bepaald product of dienst (bijvoorbeeld een koopsom of aanneemsom) inclusief alle overige bijkomende kosten en bedragen die door de afnemer moeten worden betaald; Tussenvloer: het materiaal dat wordt aangebracht tussen de ondervloer en het vloerbedekkend materiaal, niet zijnde reparatiemateriaal van de ondervloer; Vloer: ondervloer en/of tussenvloer en/of vloerbedekkend materiaal;
Prijs de door Opdrachtgever voor de Prestatie te betalen prijs; Principaal: degene met wie Opdrachtgever de Hoofdovereenkomst sloot;
Prijs de prijs van de Goederen en/of Diensten. "Verkoper" - de persoon, firma of onderneming aan wie de Bestelling is gericht en die de Goederen en/of Diensten moet leveren.
Prijs de prijs van het aangeboden goed of van de aangeboden dienst.
Prijs de prijs voor een Opleiding en/of Product/dienst met inbegrip van alle bijkomende kosten en belastingen afhankelijk van het toepasselijke btw-regime.
Prijs de prijs, die de Klant van Opdrachtnemer verschuldigd is voor de uitvoering van de Werkzaamheden;