Aandelen geven de houder doorgaans recht op deelname in de algemene bedrijfsresultaten van het bedrijf. Het Fonds belegt bij het zoeken naar groeimogelijkheden in gewone aandelen van bedrijven uit diverse sectoren, zoals nutsbedrijven, olie, gas, vastgoed en consumptiegoederen, maar van tijd tot tijd kan het Fonds op basis van economische omstandigheden aanzienlijke beleggingen in bepaalde sectoren aanhouden. Onder aandelen vallen ook preferente aandelen, REIT’s, aan effecten gekoppelde notes en aandelen die resulteren uit de conversie van schuldeffecten. Schuldeffecten vertegenwoordigen de verplichting van de emittent tot terugbetaling van het geleende geld en voorzien doorgaans in de betaling van rente. Hiertoe behoren langlopende en kortlopende schuldeffecten, hoogwaardige obligaties met een vaste of variabele rente, door hypotheken of door ander vermogen gedekte effecten (beperkt tot 10% van het nettovermogen van het Fonds, inclusief hypotheekverplichtingen in een pool alsmede door hypotheken [voor zakelijke doeleinden of voor een woonhuis] gedekte effecten), obligaties die kunnen worden omgezet in gewone aandelen, notes en schuldwaarden. Het Fonds streeft naar rendement door beleggingen in bedrijfsobligaties, Amerikaanse staatsobligaties en niet door de VS uitgegeven staatsobligaties, aandelen met aantrekkelijke dividendrendementen, en voorts in gestructureerde, aan individuele effecten of indexen gekoppelde notes. Het Fonds kan tot 100% van zijn netto vermogen investeren in niet- hoogwaardige schuldeffecten (ook wel bekend als “junk bonds”). Het Fonds kan ook maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van noodlijdende ondernemingen (d.w.z. (i) die van minstens twee ratingbureaus een rating CCC of lager hebben gekregen of indien zonder rating, het equivalent daarvan en (ii) met een kredietspreiding van meer dan 1.000 bps). In het kader van het beleggingsbeleid van het Fonds moeten effecten van noodlijdende ondernemingen worden geïnterpreteerd als (i) schuldeffecten in gebreke en (ii) effecten van bedrijven die op het punt staan van reorganisatie, financiële reorganisaties of faillissementen of hierbij betrokken zijn. Beleggingen in schuldeffecten in gebreke mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen van het Fonds. In het algemeen hebben effecten met een lagere rating een hoger rendement dan effecten met een hoge rating, ter compensatie van het risico dat de Beleggers lopen. Meer informatie wordt verstrekt in de rubriek “Risico-overwegingen”. De Beleggingsbeheerder zoekt naar ondergewaardeerde of niet langer populaire effecten die naar zijn mening actueel inkomenspotentieel of toekomstig groeipotentieel bieden. De Beleggingsbeheerder voert een onafhankelijke analyse uit van de effecten die voor de portefeuille van het Fonds in aanmerking komen, in plaats van zich hoofdzakelijk te focussen op de ratings die door ratingbureaus zijn toegekend. In deze analyse besteedt de Beleggingsbeheerder aandacht aan een verscheidenheid van factoren, waaronder: • ervaring en kracht van het management van het bedrijf; • het vermogen om in te spelen op veranderingen in belangen en commerciële omstandigheden; • aflossingstermijnen en voorwaarden om te lenen; • de koers/winstverhouding, de winstmarge en de liquidatie- waarde van het bedrijf; • de veranderende financiële situatie van het bedrijf en de reactie daarop in de markt; • de relatieve waarde van een effect gebaseerd op factoren zoals de verwachte geldstroom, rente- of dividenddekking, vermogensdekking en winstvooruitzichten. Het Fonds kan ook gebruikmaken van financiële derivaten voor hedging, efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoel- einden. Tot deze financiële derivaten kunnen behoren swaps (zoals totaalrendementswaps op basis van vastrentende effecten, aandelen en aandelen-gerelateerde effecten en hierop betrekking hebbende indexen, credit default swaps en renteswaps), termijncontracten, futures en opties, maar ook andere derivaten zijn niet uitgesloten. In deze context kan het Fonds trachten om blootstelling te verkrijgen aan, onder meer, grondstoffen, financiële indexen en andere in aanmerking komende instrumenten via het gebruik van financiële deriva- ten, contant verrekende gestructureerde producten (inclusief P-notes) of vastrentende effecten als ze gekoppeld zijn of hun waarde ontlenen aan een ander referentieactief. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen van ICBE’s of andere ICB’s (inclusief ETF’s). De Beleggingsbeheerder kan tijdelijk een defensieve positie innemen als hij van mening is dat de markt of economie onderhevig is aan hoge volatiliteit of een langdurige malaise, of als er sprake is van andere negatieve omstandigheden. Onder dergelijke omstandigheden kan het zijn dat het Fonds niet in staat is om zijn beleggingsdoel na te streven. Het Fonds kan tevens uitkeringen doen uit vermogen, netto gerealiseerde en netto niet-gerealiseerde vermogenswinsten alsmede uit inkomsten na aftrek van kosten. Hoewel dit kan leiden tot het uitkeren van meer inkomsten, kan dit ook vermogensafname tot gevolg hebben. beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrekken die: • hoge inkomsten en vooruitzichten op enige kapitaalgroei wensen via een portefeuille met zowel Aandelen als vastrentende effecten wereldwijd in één Fonds • beleggen voor de middellange tot lange termijn gingsstrategie van het Fonds: • Risico van tegenpartij • Kredietrisico • Risico van schuldeffecten • Risico van derivaten • Risico van effecten van noodlijdende ondernemingen • Wisselkoersrisico • Marktrisico Andere risico’s die relevant kunnen zijn voor het Fonds: • Risico van afgedekte categorie • Risico van converteerbare en hybride effecten • Risico dividendbeleid • Risico van opkomende markten • Liquiditeitsrisico • Risico van reële activa • Risico van het uitlenen van effecten • Risico van swapovereenkomsten wordt berekend volgens de Benadering van verplichtingen. over de kosten.
Appears in 1 contract
Samples: Prospectus
Aandelen geven de houder doorgaans recht op deelname in de algemene bedrijfsresultaten van het bedrijf. Het Fonds belegt bij ook in Amerikaanse, Europese en internationale depositobewijzen. Dit zijn certificaten die met name door een bank of een trustmaatschappij worden uitgegeven, die hun houders het zoeken naar groeimogelijkheden recht geven om effecten te ontvangen, die worden uitgegeven door een buitenlands of binnenlands bedrijf. Depositobewijzen elimineren geen valuta- en economische risico’s voor onderliggende Aandelen van een bedrijf die in gewone aandelen een ander land actief is. Afhankelijk van bedrijven uit diverse sectoren, zoals nutsbedrijven, olie, gas, vastgoed en consumptiegoederen, maar van tijd tot tijd de lopende marktomstandigheden kan het Fonds op basis tevens tot 25% van economische omstandigheden aanzienlijke beleggingen zijn nettovermogen beleggen in bepaalde sectoren aanhouden. Onder aandelen vallen ook preferente aandelen, REIT’s, aan effecten gekoppelde notes schuldeffecten van bedrijven en aandelen die resulteren uit de conversie van schuldeffectenoverheden wereldwijd. Schuldeffecten vertegenwoordigen de verplichting van de emittent tot terugbetaling van het geleende geld en voorzien doorgaans in de betaling van rente. Hiertoe behoren langlopende en kortlopende schuldeffecten, hoogwaardige obligaties met een vaste of variabele rente, door hypotheken of door ander vermogen gedekte effecten (beperkt tot 10% van het nettovermogen van het Fonds, inclusief hypotheekverplichtingen in een pool alsmede door hypotheken [voor zakelijke doeleinden of voor een woonhuis] gedekte effecten), obligaties die kunnen worden omgezet in gewone aandelenDeze omvatten obligaties, notes en schuldwaarden. Het Fonds streeft naar rendement door beleggingen in bedrijfsobligaties, Amerikaanse staatsobligaties en niet door de VS uitgegeven staatsobligaties, aandelen met aantrekkelijke dividendrendementen, en voorts in gestructureerde, (inclusief aan individuele effecten of indexen gekoppelde notes) en schuldbewijzen. Het Fonds kan tot 100% van zijn netto vermogen investeren in niet- hoogwaardige schuldeffecten (ook wel bekend als “junk bonds”). Het Fonds kan ook maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van noodlijdende ondernemingen (d.w.z. (i) die van minstens twee ratingbureaus een rating CCC of lager hebben gekregen of indien zonder rating, het equivalent daarvan en (ii) met een kredietspreiding van meer dan 1.000 bps). In het kader van het beleggingsbeleid van het Fonds moeten effecten van noodlijdende ondernemingen worden geïnterpreteerd als (i) schuldeffecten in gebreke en (ii) effecten van bedrijven die op het punt staan van reorganisatie, financiële reorganisaties of faillissementen of hierbij betrokken zijn. Beleggingen in schuldeffecten in gebreke mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen van het Fonds. In het algemeen hebben effecten met een lagere rating een hoger rendement dan effecten met een hoge rating, ter compensatie van het risico dat de Beleggers lopen. Meer informatie wordt verstrekt in de rubriek “Risico-overwegingen”. De Beleggingsbeheerder zoekt naar ondergewaardeerde of niet langer populaire effecten die naar zijn mening actueel inkomenspotentieel of toekomstig groeipotentieel bieden. De Beleggingsbeheerder voert een onafhankelijke analyse uit van de effecten die voor de portefeuille van het Fonds in aanmerking komen, in plaats van zich hoofdzakelijk te focussen op de ratings die door ratingbureaus zijn toegekend. In deze analyse besteedt de Beleggingsbeheerder aandacht aan een verscheidenheid van factoren, waaronder: • ervaring en kracht van het management van het bedrijf; • het vermogen om in te spelen op veranderingen in belangen en commerciële omstandigheden; • aflossingstermijnen en voorwaarden om te lenen; • de koers/winstverhouding, de winstmarge en de liquidatie- waarde van het bedrijf; • de veranderende financiële situatie van het bedrijf en de reactie daarop in de markt; • de relatieve waarde van een effect gebaseerd op factoren zoals de verwachte geldstroom, rente- of dividenddekking, vermogensdekking en winstvooruitzichten. Het Fonds kan ook voorts gebruikmaken van financiële derivaten voor hedging, efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoel- eindenen beleggingsdoeleinden. Tot deze financiële Deze derivaten kunnen behoren swaps onder meer bestaan uit termijncontracten (zoals totaalrendementswaps met inbegrip van futures op basis van vastrentende effectenvermogen, aandelen aandelenindex, rentevoet en aandelen-gerelateerde effecten en hierop betrekking hebbende indexen, credit default swaps en renteswapsvaluta), termijncontracten, futures forwards en opties, maar ook andere derivaten zijn niet uitgeslotenopties (zoals aandelen- of aandelenindexopties). In deze context kan het Fonds trachten om blootstelling te verkrijgen aan, onder meer, grondstoffen, financiële indexen en andere in aanmerking komende instrumenten via het Het gebruik van financiële deriva- tenderivaten kan resulteren in negatieve posities in een specifieke beleggingscategorie, contant verrekende gestructureerde producten (inclusief P-notes) rentecurve/looptijd of vastrentende valuta. Bij zijn selectie van de aandelenbeleggingen zal de Beleggingsbeheerder zich concentreren op de koers van de effecten als ze gekoppeld van een bedrijf, afgewogen tegen zijn of hun beoordeling van de langetermijnwinsten, vermogenswaarde en het cashflowpotentieel, alsmede andere maatregelen die de Beleggingsbeheerder gepast acht om de waarde ontlenen aan van een ander referentieactiefbedrijf te bepalen. De naam van het Fonds verwijst naar de euro, de basisvaluta van het Fonds, maar dit betekent niet noodzakelijk dat een bepaald gedeelte van het belegde nettovermogen van het Fonds in euro zal worden belegd. Het Fonds kan ook tot maximaal 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen van ICBE’s China A-aandelen (via Shanghai-Hong Kong Stock Connect of andere ICB’s (inclusief ETF’s)Shenzhen-Hong Kong Stock Connect) en in China B-aandelen. De Beleggingsbeheerder kan tijdelijk een defensieve positie innemen als hij van mening is dat de markt of economie onderhevig is aan hoge volatiliteit of een langdurige malaise, of als er sprake is van andere negatieve omstandigheden. Onder dergelijke omstandigheden kan het zijn dat het Fonds niet in staat is om zijn beleggingsdoel na te streven. Het Fonds kan tevens uitkeringen doen uit vermogen, netto gerealiseerde en netto niet-gerealiseerde vermogenswinsten alsmede uit inkomsten na aftrek van kosten. Hoewel dit kan leiden tot het uitkeren van meer inkomsten, kan dit ook vermogensafname tot gevolg hebben. beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrekken die: • hoge inkomsten en vooruitzichten op enige kapitaalgroei wensen via door te beleggen in ondergewaardeerde effecten in een portefeuille goed gediversifieerd wereldwijd aandelenbe- leggingsfonds met zowel Aandelen de euro als vastrentende effecten wereldwijd in één Fonds zijn basisvaluta • beleggen voor de middellange tot lange termijn gingsstrategie beleggingsstrategie van het Fonds: • Risico van tegenpartij • Kredietrisico • Risico van schuldeffecten • Risico van derivaten • Risico van effecten van noodlijdende ondernemingen opkomende markten • Wisselkoersrisico • Liquiditeitsrisico • Marktrisico Andere risico’s die relevant kunnen zijn voor het Fonds: • Risico van afgedekte categorie de Chinese markt • Risico van converteerbare en hybride effecten • Risico dividendbeleid tegenpartij • Risico van opkomende markten • Liquiditeitsrisico • Risico van reële activa derivaten • Risico van het uitlenen van effecten • Risico van swapovereenkomsten gestructureerde schuldwaarden wordt berekend volgens de Benadering van verplichtingen. over de kosten.
Appears in 1 contract
Samples: Prospectus
Aandelen geven de houder doorgaans recht op deelname in de algemene bedrijfsresultaten van het bedrijf. Het Fonds belegt bij het zoeken naar groeimogelijkheden in gewone aandelen van bedrijven uit diverse sectoren, zoals nutsbedrijven, olie, gas, vastgoed en consumptiegoederen, maar van tijd tot tijd kan het Fonds op basis van economische omstandigheden aanzienlijke beleggingen in bepaalde sectoren aanhouden. Onder aandelen vallen ook preferente aandelen, REIT’s, aan effecten gekoppelde notes en aandelen die resulteren uit de conversie van schuldeffecten. Schuldeffecten vertegenwoordigen de verplichting van de emittent tot terugbetaling van het geleende geld en voorzien doorgaans in de betaling van rente. Hiertoe behoren langlopende en kortlopende schuldeffecten, hoogwaardige obligaties met een vaste of variabele rente, door hypotheken of door ander vermogen gedekte effecten (beperkt tot 10% van het nettovermogen van het Fonds, inclusief hypotheekverplichtingen in een pool alsmede door hypotheken [voor zakelijke doeleinden of voor een woonhuis] gedekte effecten), obligaties die kunnen worden omgezet in gewone aandelen, notes en schuldwaarden. Het Fonds streeft naar rendement door beleggingen in bedrijfsobligaties, Amerikaanse staatsobligaties en niet door de VS uitgegeven staatsobligaties, aandelen met aantrekkelijke dividendrendementen, en voorts in gestructureerde, aan individuele effecten of indexen gekoppelde notes. Het Fonds kan tot 100% van zijn netto vermogen nettovermogen investeren in niet- hoogwaardige schuldeffecten (ook wel bekend als “junk bonds”). Het Fonds kan ook maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van noodlijdende ondernemingen (d.w.z. (i) die van minstens twee ratingbureaus een rating CCC of lager hebben gekregen of indien zonder rating, het equivalent daarvan en (ii) met een kredietspreiding van meer dan 1.000 bps). In het kader van het beleggingsbeleid van het Fonds moeten effecten van noodlijdende ondernemingen worden geïnterpreteerd als (i) schuldeffecten in gebreke en (ii) effecten van bedrijven die op het punt staan van reorganisatie, financiële reorganisaties of faillissementen of hierbij betrokken zijn. Beleggingen in schuldeffecten in gebreke mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen van het Fonds. In het algemeen hebben effecten met een lagere rating een hoger rendement dan effecten met een hoge rating, ter compensatie van het risico dat de Beleggers lopen. Meer informatie wordt verstrekt in de rubriek “Risico-overwegingen”. De Beleggingsbeheerder zoekt naar ondergewaardeerde of niet langer populaire effecten die naar zijn mening actueel inkomenspotentieel of toekomstig groeipotentieel bieden. De Beleggingsbeheerder voert een onafhankelijke analyse uit van de effecten die voor de portefeuille van het Fonds in aanmerking komen, in plaats van zich hoofdzakelijk te focussen op de ratings die door ratingbureaus zijn toegekend. In deze analyse besteedt de Beleggingsbeheerder aandacht aan een verscheidenheid van factoren, waaronder: • ervaring en kracht van het management van het bedrijf; • het vermogen om in te spelen op veranderingen in belangen en commerciële omstandigheden; • aflossingstermijnen en voorwaarden om te lenen; • de koers/winstverhouding, de winstmarge en de liquidatie- waarde van het bedrijf; • de veranderende financiële situatie van het bedrijf en de reactie daarop in de markt; • de relatieve waarde van een effect gebaseerd op factoren zoals de verwachte geldstroom, rente- of dividenddekking, vermogensdekking en winstvooruitzichten. Het Fonds kan ook gebruikmaken van financiële derivaten voor hedging, efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoel- einden. Tot deze financiële derivaten kunnen behoren swaps (zoals totaalrendementswaps op basis van vastrentende effecten, aandelen en aandelen-gerelateerde effecten en hierop betrekking hebbende indexen, credit default swaps en renteswaps), termijncontracten, futures en opties, maar ook andere derivaten zijn niet uitgesloten. In deze context kan het Fonds trachten om blootstelling te verkrijgen aan, onder meer, grondstoffen, financiële indexen en andere in aanmerking komende instrumenten via het gebruik van financiële deriva- ten, contant verrekende gestructureerde producten (inclusief P-notes) of vastrentende effecten als ze gekoppeld zijn of hun waarde ontlenen aan een ander referentieactief. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen van ICBE’s of andere ICB’s (inclusief ETF’s). De Beleggingsbeheerder kan tijdelijk een defensieve positie innemen als hij van mening is dat de markt of economie onderhevig is aan hoge volatiliteit of een langdurige malaise, of als er sprake is van andere negatieve omstandigheden. Onder dergelijke omstandigheden kan het zijn dat het Fonds niet in staat is om zijn beleggingsdoel na te streven. Het Fonds kan tevens uitkeringen doen uit vermogen, netto gerealiseerde en netto niet-gerealiseerde vermogenswinsten alsmede uit inkomsten na aftrek van kosten. Hoewel dit kan leiden tot het uitkeren van meer inkomsten, kan dit ook vermogensafname tot gevolg hebben. beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrekken die: • hoge inkomsten en vooruitzichten op enige kapitaalgroei wensen via een portefeuille met zowel Aandelen als vastrentende effecten wereldwijd in één Fonds • beleggen voor de middellange tot lange termijn gingsstrategie van het Fonds: • Risico van tegenpartij • Kredietrisico • Risico van schuldeffecten • Risico van derivaten • Risico van effecten van noodlijdende ondernemingen • Wisselkoersrisico • Marktrisico Andere risico’s die relevant kunnen zijn voor het Fonds: • Risico van afgedekte categorie • Risico van converteerbare en hybride effecten • Risico dividendbeleid • Risico van opkomende markten • Liquiditeitsrisico • Risico van reële activa • Risico van het uitlenen van effecten • Risico van swapovereenkomsten wordt berekend volgens de Benadering van verplichtingen. over de kosten.
Appears in 1 contract
Samples: Prospectus
Aandelen geven de houder doorgaans recht op deelname in de algemene bedrijfsresultaten van het bedrijf. Het Fonds belegt bij het zoeken naar groeimogelijkheden in gewone aandelen van bedrijven uit diverse sectoren, zoals nutsbedrijven, olie, gas, vastgoed en consumptiegoederen, maar van tijd tot tijd kan het Fonds op basis van economische omstandigheden aanzienlijke beleggingen in bepaalde sectoren aanhouden. Onder aandelen vallen ook preferente aandelen, REIT’s, aan effecten gekoppelde notes en aandelen die resulteren uit de conversie van schuldeffecten. Schuldeffecten vertegenwoordigen de verplichting van de emittent tot terugbetaling van het geleende geld en voorzien doorgaans in de betaling van rente. Hiertoe behoren langlopende en kortlopende schuldeffecten, hoogwaardige obligaties met een vaste of variabele rente, door hypotheken of door ander vermogen gedekte effecten (beperkt tot 10% van het nettovermogen van het Fonds, inclusief hypotheekverplichtingen in een pool alsmede door hypotheken [voor zakelijke doeleinden of voor een woonhuis] gedekte effecten), obligaties die kunnen worden omgezet in gewone aandelen, notes en schuldwaarden. Het Fonds streeft naar rendement door beleggingen in bedrijfsobligaties, Amerikaanse staatsobligaties en niet door de VS uitgegeven staatsobligaties, aandelen met aantrekkelijke dividendrendementen, en voorts in gestructureerde, aan individuele effecten of indexen gekoppelde notes. Het Fonds kan tot 100% van zijn netto vermogen nettovermogen investeren in niet- niet-hoogwaardige schuldeffecten (ook wel bekend als “junk bonds”). Het Fonds kan ook maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van noodlijdende ondernemingen (d.w.z. (i) die van minstens twee ratingbureaus een rating CCC of lager hebben gekregen of indien zonder rating, het equivalent daarvan en (ii) met een kredietspreiding van meer dan 1.000 bps). In het kader van het beleggingsbeleid van het Fonds moeten effecten van noodlijdende ondernemingen worden geïnterpreteerd als (i) schuldeffecten in gebreke en (ii) effecten van bedrijven die op het punt staan van reorganisatie, financiële reorganisaties of faillissementen of hierbij betrokken zijn. Beleggingen in schuldeffecten in gebreke mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen van het Fonds. In het algemeen hebben effecten met een lagere rating een hoger rendement dan effecten met een hoge rating, ter compensatie van het risico dat de Beleggers lopen. Meer informatie wordt verstrekt in de rubriek “Risico-overwegingen”. De Beleggingsbeheerder zoekt naar ondergewaardeerde of niet langer populaire effecten die naar zijn mening actueel inkomenspotentieel of toekomstig groeipotentieel bieden. De Beleggingsbeheerder voert een onafhankelijke analyse uit van de effecten die voor de portefeuille van het Fonds in aanmerking komen, in plaats van zich hoofdzakelijk te focussen op de ratings die door ratingbureaus zijn toegekend. In deze analyse besteedt de Beleggingsbeheerder aandacht aan een verscheidenheid van factoren, waaronder: • ervaring en kracht van het management van het bedrijf; • het vermogen om in te spelen op veranderingen in belangen en commerciële omstandigheden; • aflossingstermijnen en voorwaarden om te lenen; • de koers/winstverhouding, de winstmarge en de liquidatie- waarde van het bedrijf; • de veranderende financiële situatie van het bedrijf en de reactie daarop in de markt; • de relatieve waarde van een effect gebaseerd op factoren zoals de verwachte geldstroom, rente- of dividenddekking, vermogensdekking en winstvooruitzichten. Het Fonds kan ook gebruikmaken van financiële derivaten voor hedging, efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoel- einden. Tot deze financiële derivaten kunnen behoren swaps (zoals totaalrendementswaps op basis van vastrentende effecten, aandelen en aandelen-gerelateerde effecten en hierop betrekking hebbende indexen, credit default swaps en renteswaps), termijncontracten, futures en opties, maar ook andere derivaten zijn niet uitgesloten. In deze context kan het Fonds trachten om blootstelling te verkrijgen aan, onder meer, grondstoffen, financiële indexen en andere in aanmerking komende instrumenten via het gebruik van financiële deriva- ten, contant verrekende gestructureerde producten (inclusief P-notes) of vastrentende effecten als ze gekoppeld zijn of hun waarde ontlenen aan een ander referentieactief. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen van ICBE’s of andere ICB’s (inclusief ETF’s). De Beleggingsbeheerder kan tijdelijk een defensieve positie innemen als hij van mening is dat de markt of economie onderhevig is aan hoge volatiliteit of een langdurige malaise, of als er sprake is van andere negatieve omstandigheden. Onder dergelijke omstandigheden kan het zijn dat het Fonds niet in staat is om zijn beleggingsdoel na te streven. Het Fonds kan tevens uitkeringen doen uit vermogen, netto gerealiseerde en netto niet-gerealiseerde vermogenswinsten alsmede uit inkomsten na aftrek van kosten. Hoewel dit kan leiden tot het uitkeren van meer inkomsten, kan dit ook vermogensafname tot gevolg hebben. beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrekken die: • hoge inkomsten en vooruitzichten op enige kapitaalgroei wensen via een portefeuille met zowel Aandelen als vastrentende effecten wereldwijd in één Fonds • beleggen voor de middellange tot lange termijn gingsstrategie van het Fonds: • Risico van tegenpartij • Kredietrisico • Risico van schuldeffecten • Risico van derivaten • Risico van effecten van noodlijdende ondernemingen • Wisselkoersrisico • Marktrisico Andere risico’s die relevant kunnen zijn voor het Fonds: • Risico van afgedekte categorie • Risico van converteerbare en hybride effecten • Risico dividendbeleid • Risico van opkomende markten • Liquiditeitsrisico • Risico van reële activa • Risico van het uitlenen van effecten • Risico van swapovereenkomsten wordt berekend volgens de Benadering van verplichtingen. over de kosten.als
Appears in 1 contract
Samples: Prospectus
Aandelen geven de houder doorgaans recht op deelname in de algemene bedrijfsresultaten van het bedrijf. Het Fonds belegt bij het zoeken naar groeimogelijkheden in gewone aandelen van bedrijven uit diverse sectoren, zoals nutsbedrijven, olie, gas, vastgoed en consumptiegoederen, maar van tijd tot tijd kan het Fonds op basis van economische omstandigheden aanzienlijke beleggingen in bepaalde sectoren aanhouden. Onder aandelen vallen ook preferente aandelen, REIT’s, aan effecten gekoppelde notes en aandelen die resulteren uit de conversie van schuldeffecten. Schuldeffecten vertegenwoordigen de verplichting van de emittent tot terugbetaling van het geleende geld en voorzien doorgaans in de betaling van rente. Hiertoe behoren langlopende en kortlopende schuldeffecten, hoogwaardige obligaties met een vaste of variabele rente, door hypotheken of door ander vermogen gedekte effecten (beperkt tot 10% van het nettovermogen van het Fonds, inclusief hypotheekverplichtingen in een pool alsmede door hypotheken [voor zakelijke doeleinden of voor een woonhuis] gedekte effecten), obligaties die kunnen worden omgezet in gewone aandelen, notes en schuldwaarden. Het Fonds streeft naar rendement door beleggingen in bedrijfsobligaties, Amerikaanse staatsobligaties en niet door de VS uitgegeven staatsobligaties, aandelen met aantrekkelijke dividendrendementen, en voorts in gestructureerde, aan individuele effecten of indexen gekoppelde notes. Het Fonds kan tot 100% van zijn netto vermogen nettovermogen investeren in niet- niet-hoogwaardige schuldeffecten (ook wel bekend als “junk bonds”). Het Fonds kan ook maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van noodlijdende ondernemingen (d.w.z. (i) die van minstens twee ratingbureaus een rating CCC of lager hebben gekregen of indien zonder rating, het equivalent daarvan en (ii) met een kredietspreiding van meer dan 1.000 bps). In het kader van het beleggingsbeleid van het Fonds moeten effecten van noodlijdende ondernemingen worden geïnterpreteerd als (i) schuldeffecten in gebreke en (ii) effecten van bedrijven die op het punt staan van reorganisatie, financiële reorganisaties of faillissementen of hierbij betrokken zijn. Beleggingen in schuldeffecten in gebreke mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen van het Fonds. In het algemeen hebben effecten met een lagere rating een hoger rendement dan effecten met een hoge rating, ter compensatie van het risico dat de Beleggers lopen. Meer informatie wordt verstrekt in de rubriek “Risico-overwegingen”. De Beleggingsbeheerder zoekt naar ondergewaardeerde of niet langer populaire effecten die naar zijn mening actueel inkomenspotentieel of toekomstig groeipotentieel bieden. De Beleggingsbeheerder voert een onafhankelijke analyse uit van de effecten die voor de portefeuille van het Fonds in aanmerking komen, in plaats van zich hoofdzakelijk te focussen op de ratings die door ratingbureaus zijn toegekend. In deze analyse besteedt de Beleggingsbeheerder aandacht aan een verscheidenheid van factoren, waaronder: • ervaring en kracht van het management van het bedrijf; • het vermogen om in te spelen op veranderingen in belangen en commerciële omstandigheden; • aflossingstermijnen en voorwaarden om te lenen; • de koers/winstverhouding, de winstmarge en de liquidatie- waarde liquidatiewaarde van het bedrijf; • de veranderende financiële situatie van het bedrijf en de reactie daarop in de markt; • de relatieve waarde van een effect gebaseerd op factoren zoals de verwachte geldstroom, rente- of dividenddekking, vermogensdekking en winstvooruitzichten. Het Fonds kan ook gebruikmaken van financiële derivaten voor hedging, efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoel- eindenbeleggingsdoeleinden. Tot deze financiële derivaten kunnen behoren swaps (zoals totaalrendementswaps op basis van vastrentende effecten, aandelen en aandelen-gerelateerde effecten en hierop betrekking hebbende indexen, credit default swaps en renteswaps), termijncontracten, futures en opties, maar ook andere derivaten zijn niet uitgesloten. In deze context kan het Fonds trachten om blootstelling te verkrijgen aan, onder meer, grondstoffen, financiële indexen en andere in aanmerking komende instrumenten via het gebruik van financiële deriva- tenderivaten, contant verrekende gestructureerde producten (inclusief P-notes) of vastrentende effecten als ze gekoppeld zijn of hun waarde ontlenen aan een ander referentieactief. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen van ICBE’s of andere ICB’s (inclusief ETF’s). De Beleggingsbeheerder kan tijdelijk een defensieve positie innemen als hij van mening is dat de markt of economie onderhevig is aan hoge volatiliteit of een langdurige malaise, of als er sprake is van andere negatieve omstandigheden. Onder dergelijke omstandigheden kan het zijn dat het Fonds niet in staat is om zijn beleggingsdoel na te streven. Het Fonds kan tevens uitkeringen doen uit vermogen, netto gerealiseerde en netto niet-gerealiseerde vermogenswinsten alsmede uit inkomsten na aftrek van kostenuitgaven. Hoewel dit kan leiden tot het uitkeren van meer inkomsten, kan dit ook vermogensafname tot gevolg hebben. beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrekken die: • hoge inkomsten en vooruitzichten op enige kapitaalgroei wensen via een portefeuille met zowel Aandelen als vastrentende effecten wereldwijd in één Fonds • beleggen voor de middellange tot lange termijn gingsstrategie beleggingsstrategie van het Fonds: • Risico van tegenpartij • Kredietrisico • Risico van schuldeffecten • Risico van derivaten • Risico van effecten van noodlijdende ondernemingen • Wisselkoersrisico • Marktrisico Andere risico’s die relevant kunnen zijn voor het Fonds: • Risico van afgedekte categorie • Risico van converteerbare en hybride effecten • Risico dividendbeleid • Risico van opkomende markten • Liquiditeitsrisico • Risico van reële activa • Risico van het uitlenen van effecten • Risico van swapovereenkomsten wordt berekend volgens de Benadering van verplichtingen. volledige uitleg over de kostenvergoedingen.
Appears in 1 contract
Samples: Prospectus