Common use of Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk Clause in Contracts

Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk. 1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van de aannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt. 2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is de aannemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de aan- nemer in verband met de aard van het werk geen passende maat- regelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen. 3. De aannemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatig- heid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aan- nemer, zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers. 4. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uit- slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van deze aannemingsovereenkomst of van over- eenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen de opdrachtgever en de aannemer mochten ontstaan, worden be- slecht bij wege van arbitrage door de Raad van Arbitrage voor de Bouw overeenkomstig de regelen beschreven in het arbitragere- glement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor het tot stand komen van de overeenkomst luidt, behoudens voor zover op grond van de volgende leden een ande- re wijze van geschillenbeslechting geldt.

Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk. 1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid verant- woordelijkheid van de aannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt. 2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens krach- tens de overeenkomst of de wet is de aannemer aansprakelijk aan- sprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de aan- nemer aannemer in verband ver- band met de aard van het werk geen passende maat- regelen maatre- gelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen. 3. De aannemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht toege- bracht en te wijten is aan nalatig- heidnalatigheid, onvoorzichtigheid onvoorzichtig- heid of verkeerde handelingen van de aan- nemeraannemer, zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers. 4. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken aan- spraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uit- slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding uitvoering van deze aannemingsovereenkomst het werk is toege- bracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtig- heid of van over- eenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen de opdrachtgever en de aannemer mochten ontstaan, worden be- slecht bij wege van arbitrage door de Raad van Arbitrage voor de Bouw overeenkomstig de regelen beschreven in het arbitragere- glement verkeerde handelingen van de Raad van Arbitrage voor de Bouwaannemer, zoals dit drie maanden voor het tot stand komen van de overeenkomst luidtzijn personeel, behoudens voor zover op grond van de volgende leden een ande- re wijze van geschillenbeslechting geldtzijn onderaannemers of zijn leveranciers.

Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk. 1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van de aannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt. 2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is de aannemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de aan- nemer aannemer in verband met de aard van het werk geen passende maat- regelen maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen. 3. De aannemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatig- heidnalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aan- nemeraannemer, zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers. 4. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uit- slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding uitvoering van deze aannemingsovereenkomst het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van over- eenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijnde aannemer, tussen de opdrachtgever en zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers. 5. De aansprakelijkheid van de aannemer mochten ontstaan, worden be- slecht bij wege van arbitrage door de Raad van Arbitrage voor de Bouw overeenkomstig de regelen beschreven in het arbitragere- glement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor het tot stand komen voortvloeiend uit enige bepaling van de overeenkomst luidtof uit de wet is steeds beperkt tot de vergoeding van directe schade en tevens tot het bedrag dat door de door de aannemer afgesloten verzekeringen daadwerkelijk wordt uitgekeerd. Ten behoeve van die aansprakelijkheid heeft de aannemer een bedrijfsaansprakelijkheids- en CAR- verzekering afgesloten, behoudens voor zover op grond van waarvan de volgende leden een ande- re wijze van geschillenbeslechting geldtdekking en voorwaarden desverzocht aan de opdrachtgever ter inzage worden gegeven.

Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk. 1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van de aannemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt. 2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is de aannemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de aan- aan-nemer in verband met de aard van het werk geen passende maat- maat-regelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen. 3. De aannemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatig- heid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aan- nemer, zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers. 4. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, voor zover deze door de uit- slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding uit- 16.1 tot en met 16.3 verplicht de aannemer van deze aannemingsovereenkomst of van over- eenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen de opdrachtgever het gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling te doen en de aan- nemer de gelegenheid te geven binnen een redelijke termijn voor diens rekening toerekenbare tekortkomingen en/of gebreken, waarvoor de aannemer mochten ontstaanaansprakelijk is, worden be- slecht bij wege van arbitrage door de Raad van Arbitrage voor de Bouw overeenkomstig de regelen beschreven in het arbitragere- glement van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zoals dit drie maanden voor het tot stand komen van de overeenkomst luidt, behoudens voor zover te herstellen/op grond van de volgende leden een ande- re wijze van geschillenbeslechting geldtte heffen.