Common use of Afkoop pensioen; algemene bepalingen Clause in Contracts

Afkoop pensioen; algemene bepalingen. a. Afkoop bij het fonds is slechts mogelijk in geval van: - een klein pensioen op de ingangsdatum van het pensioen (ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen); - fiscaal bovenmatig pensioen; - korting van pensioen en pensioenaanspraken door het fonds indien het niet voldoet aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen. b. Afkoop van bijzonder partnerpensioen is, in aanvulling op het in onderdeel a bepaalde, ook mogelijk vóór ingang van dit pensioen. c. Het recht op afkoop van een klein ouderdomspensioen bij beëindiging van de deelname vóór de pensioeningangsdatum is uitgesloten. 2. Het fonds conformeert zich bij afkoop van kleine pensioenen overeenkomstig het vorige lid aan het wettelijk minimumbedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2018 bedraagt het minimumbedrag € 474,11 op jaarbasis. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van de Pensioenwet. 3. Of een jaarlijks pensioen onder het wettelijk minimumbedrag ligt, wordt beoordeeld op de ingangsdatum van het pensioen dan wel – indien het de afkoop van een bijzonder partnerpensioen vóór de ingangsdatum betreft – op het voorgenomen moment van afkoop. 4. Op de afkoopsom worden wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. De toe te passen afkoopfactoren zijn vastgesteld op basis van collectief actuariële gelijkwaardigheid. Deze afkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage E, eerste tabel behorend bij dit reglement. De in de tabel genoemde afkoopfactoren worden jaarlijks per 1 januari, gehoord de actuaris, door het bestuur aangepast aan de rentetermijnstructuur van 30 september van het voorafgaande jaar. Bij afkoop wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopfactoren zijn voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde.

Afkoop pensioen; algemene bepalingen. a. 1. Afkoop bij het fonds is slechts mogelijk in geval van: - een klein pensioen op de ingangsdatum van het pensioen (ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen); - fiscaal bovenmatig pensioen; - korting van pensioen en pensioenaanspraken door het fonds indien het niet voldoet aan als de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vereiste vermogen of het vereist eigen vermogen. b. Afkoop van bijzonder partnerpensioen is, in aanvulling op het in onderdeel a bepaalde, ook mogelijk vóór ingang van dit pensioen. c. niet meer volledig gedekt zijn. Het recht op afkoop van een klein ouderdomspensioen bij beëindiging van de deelname vóór de pensioeningangsdatum is uitgesloten. 2. Het fonds conformeert zich bij afkoop van kleine pensioenen overeenkomstig het vorige lid aan het wettelijk minimumbedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2018 2013 bedraagt het minimumbedrag € 474,11 451,22 op jaarbasis. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van de Pensioenwet. 3. Of een jaarlijks pensioen onder het wettelijk minimumbedrag ligt, wordt beoordeeld op de ingangsdatum van het pensioen dan wel – indien het de afkoop van een bijzonder partnerpensioen vóór de ingangsdatum betreft – op het voorgenomen moment van afkooppensioen. 4. Op de afkoopsom worden wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. De toe te passen afkoopfactoren zijn vastgesteld op basis van collectief actuariële gelijkwaardigheid. Deze afkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage E, eerste tabel behorend bij dit reglement. De in de tabel genoemde afkoopfactoren worden jaarlijks per 1 januari, gehoord de actuaris, door het bestuur aangepast aan de rentetermijnstructuur van 30 september van het voorafgaande jaar. Bij afkoop wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopfactoren zijn voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde.

Afkoop pensioen; algemene bepalingen. a. 1. Afkoop bij het fonds is slechts mogelijk in geval van: - een klein pensioen op de ingangsdatum van het pensioen (ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen)) ; - van fiscaal bovenmatig pensioen; - korting van pensioen en pensioenaanspraken door het fonds indien het niet voldoet aan als de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vereiste vermogen of het vereist eigen vermogen. b. Afkoop van bijzonder partnerpensioen is, in aanvulling op het in onderdeel a bepaalde, ook mogelijk vóór ingang van dit pensioen. c. niet meer volledig gedekt zijn. Het recht op afkoop van een klein ouderdomspensioen bij beëindiging van de deelname vóór de pensioeningangsdatum pensioeningangsd atum is uitgesloten. 2. Het fonds conformeert zich zicht bij afkoop van v an kleine pensioenen overeenkomstig het vorige lid aan het wettelijk minimumbedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2018 In 2008 bedraagt het minimumbedrag € 474,11 406,44 op jaarbasis. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van de d e Pensioenwet. 3. Of een jaarlijks pensioen onder het wettelijk minimumbedrag ligt, wordt beoordeeld op de ingangsdatum van het pensioen dan wel – indien het de afkoop van een bijzonder partnerpensioen vóór de ingangsdatum betreft – op het voorgenomen moment van afkooppensioen. 4. Op de afkoopsom worden wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. De toe te passen afkoopfactoren zijn vastgesteld vastgestel d op basis van collectief actuariële gelijkwaardigheidgelijkwaardigheid en gelden voor de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. Deze afkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage EC, eerste tabel behorend bij dit reglement. De in de tabel genoemde afkoopfactoren worden w orden jaarlijks per 1 januari, gehoord de actuaris, door het bestuur aangepast aan de rentetermijnstructuur van 30 september van het voorafgaande jaar. Bij afkoop wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopfactoren zijn voor deelnemers de elnemers en gewezen deelnemers dezelfde.

Afkoop pensioen; algemene bepalingen. a. Afkoop bij het fonds is slechts mogelijk in geval van: - een klein pensioen op de ingangsdatum van het pensioen (ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen); - fiscaal bovenmatig pensioen; - korting van pensioen en pensioenaanspraken door het fonds indien het niet voldoet aan het minimaal vereist eigen vermogen of het vereist eigen vermogen. b. Afkoop van bijzonder partnerpensioen is, in aanvulling op het in onderdeel a bepaalde, ook mogelijk vóór ingang van dit pensioen. c. Het recht op afkoop van een klein ouderdomspensioen bij beëindiging van de deelname vóór de pensioeningangsdatum is uitgesloten. 2. Het fonds conformeert zich bij afkoop van kleine pensioenen overeenkomstig het vorige lid aan het wettelijk minimumbedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2018 2019 bedraagt het minimumbedrag € 474,11 484,09 op jaarbasis. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 6 van de Pensioenwet. 3. Of een jaarlijks pensioen onder het wettelijk minimumbedrag ligt, wordt beoordeeld op de ingangsdatum van het pensioen dan wel – indien het de afkoop van een bijzonder partnerpensioen vóór de ingangsdatum betreft – op het voorgenomen moment van afkoop. 4. Op de afkoopsom worden wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. De toe te passen afkoopfactoren zijn vastgesteld op basis van collectief actuariële gelijkwaardigheid. Deze afkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage E, eerste tabel behorend bij dit reglement. De in de tabel genoemde afkoopfactoren worden jaarlijks per 1 januari, gehoord de actuaris, door het bestuur aangepast aan de rentetermijnstructuur van 30 september van het voorafgaande jaar. Bij afkoop wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopfactoren zijn voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde.

Afkoop pensioen; algemene bepalingen. a. 1. Afkoop bij het fonds is slechts mogelijk in geval van: - een klein pensioen op de ingangsdatum van het pensioen (ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen); - fiscaal bovenmatig pensioen; - korting van pensioen en pensioenaanspraken door het fonds indien het niet voldoet aan als de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vereiste vermogen of het vereist eigen vermogen. b. Afkoop van bijzonder partnerpensioen is, in aanvulling op het in onderdeel a bepaalde, ook mogelijk vóór ingang van dit pensioen. c. niet meer volledig gedekt zijn. Het recht op afkoop van een klein ouderdomspensioen bij beëindiging van de deelname vóór de pensioeningangsdatum is uitgesloten. 2. Het fonds conformeert zich bij afkoop van kleine pensioenen overeenkomstig het vorige lid aan het wettelijk minimumbedrag als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwet. Met ingang van 1 januari 2018 2014 bedraagt het minimumbedrag € 474,11 458,06 op jaarbasis. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens artikel 66 lid 8 van de Pensioenwet. 3. Of een jaarlijks pensioen onder het wettelijk minimumbedrag ligt, wordt beoordeeld op de ingangsdatum van het pensioen dan wel – indien het de afkoop van een bijzonder partnerpensioen vóór de ingangsdatum betreft – op het voorgenomen moment van afkooppensioen. 4. Op de afkoopsom worden wettelijke inhoudingen in mindering gebracht. 5. De toe te passen afkoopfactoren zijn vastgesteld op basis van collectief actuariële gelijkwaardigheid. Deze afkoopfactoren zijn opgenomen in bijlage E, eerste tabel behorend bij dit reglement. De in de tabel genoemde afkoopfactoren worden jaarlijks per 1 januari, gehoord de actuaris, door het bestuur aangepast aan de rentetermijnstructuur van 30 september van het voorafgaande jaar. Bij afkoop wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopfactoren zijn voor deelnemers en gewezen deelnemers dezelfde.