Algemene ontsluitingseisen Voorbeeldclausules

Algemene ontsluitingseisen. Om de Concessiegemeenten optimaal te voorzien van Openbaar Vervoer, stelt de Concessieverlener functionele eisen aan de ontsluiting van het Concessiegebied. Uitgangspunt voor deze eisen is dat gebieden en instellingen ontsloten worden waar verwacht mag worden dat mensen van het Openbaar Vervoer gebruik kunnen en zullen maken. Woongebieden met een lage dichtheid worden daarbij ontsloten met Basismobiliteit (zie artikel 25). De Concessieverlener legt in deze Concessie de nadruk op de bereikbaarheid voor Reizigers van en naar de Woongebieden en Werkgebieden. Daarbij worden hoge eisen gesteld aan de ontsluiting van gebieden in het Concessiegebied die voorafgaand aan de Concessie weinig tot geen Openbaar Vervoer hebben, zodat hun bediening geborgd wordt. In het kader van fijnmazigheid (onderdeel van Hoofdopgave 1: inclusief OV-systeem) stelt de Concessieverlener ook aangescherpte eisen aan loopafstanden door rekening te houden met barrières voor voetgangers. De Concessiehouder baseert de in de onderstaande artikelen genoemde eisen aan de ontsluiting van adressen op jaarlijks geactualiseerde cijfers van de Concessiegemeenten. Alle eisen aan verbindingen met het Openbaar Vervoer in de paragrafen 3.2 tot en met 3.6 gelden voor het Dagnet. De eisen voor het Nachtvervoer zijn beschreven in paragraaf 3.7.
Algemene ontsluitingseisen. 1 Een plek of adres geldt als ontsloten wanneer de Hemelsbrede afstand van een Halte of Station van een HOV-Lijn naar deze plek of dit adres maximaal 800 meter bedraagt, of wanneer de Hemelsbrede afstand van een Halte of Station van een Verbindende of Ontsluitende Lijn naar deze plek of dit adres maximaal 400 meter bedraagt.

Related to Algemene ontsluitingseisen