Achtergrond. In het kader van de uitoefening van de Overeenkomst kunnen er door Verwerker persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van Verwerkingsverantwoordelijke, en Partijen wensen dit verder te regelen middels de gegevensverwerkingsovereenkomst in deze Bijlage 1 (de “GVO”).
Achtergrond. Het opleidingsprogramma leidt je op tot MBO-verpleegkundige. Het programma is gebaseerd op het kwalificatieprofiel MBO-verpleegkundige. Op het ROC TOP wordt de opleiding uitgevoerd door inhoudsdeskundigen en docenten van het “team zorg”. Nieuw binnen de vakschool is dat het verwerven van kennis en vaardigheden altijd direct aansluit bij de concrete beroepspraktijk. Docenten en praktijkopleiders/adviseurs vertegenwoordigen niet langer twee gescheiden werelden, die van de school en die van het werkveld. In plaats daarvan komen de praktijkopleiders/adviseurs ook naar school en de docenten naar de werkvloer. Alles wat de leerlingen leren, sluit aan bij actuele handelingen in de praktijk. Werkbegeleiders en praktijkopleiders/adviseurs begeleiden je in de praktijk.
Achtergrond. 2.1. Op 12 oktober 2009 heeft de rechtbank Alkmaar, nevenzittingsplaats Amsterdam, op verzoek van DNB de noodregeling (artikel 3:160 Wft (oud)) van toepassing verklaard op DSB. Op 19 oktober 2009 is de noodregeling ingetrokken en is DSB door dezelfde rechtbank failliet verklaard. 1 Vgl. artikel 193 Fw.
Achtergrond. AMS-partijen hebben meerdere malen gesproken over de interpretatie van artikel 1.2 lid 3 en 4 AMS. Partijen verschillen van inzicht over de wijze waarop een aantal daarin gehanteerde begrippen moet worden uitgelegd als het gaat om de doorvertaling van de Cao-afspraken naar de AMS. Een eenduidige uitleg is van belang. Om ten aanzien van de interpretatie van dit artikel in de toekomst duidelijkheid te verkrijgen spreken partijen het volgende af:
Achtergrond. Stichting Wooncompagnie (hierna: Wooncompagnie) staat gezien haar doelstellingen midden in de samenleving en gaat ter uitvoering van haar taken zakelijke relaties aan met derden ten behoeve van het uitvoeren van bestaande taken (bijvoorbeeld bouwen van nieuwe woningen). Samenwerking met anderen kan zijn vormgegeven op basis van een overeenkomst. Soms is sprake van het hanteren van diverse rechtsvormen en/of samenwerkingsvormen. In alle gevallen is er sprake van keuzevrijheid bij de inrichting. Bij bijvoorbeeld bij projectontwikkeling kan sprake zijn van een VOF of van een BV structuur of van turnkey afname van onroerend goed. De keuze voor de ene of andere constructie wordt ingegeven door de verschillende belangen van de deelnemende partijen. Per 1 januari 2022 is de gewijzigde Woningwet van kracht. De regels die gelden voor Wooncompagnie gelden ook voor haar verbindingen. Deze zijn verwerkt in dit verbindingenstatuut. Onverlet de gekozen constructie is het van belang dat de stakeholders van de corporatie weten wat Wooncompagnie doet, waarom, met welk doel en welke voortgang wordt gemaakt. Het is dan ook van belang dat de verantwoording enerzijds aan de extern toezichthouder en de diverse stakeholders, zoals Autoriteit Woningcorporaties, WSW en de lokale overheid, en anderzijds intern aan het bestuur en de Raad van Commissarissen (hierna RvC), adequaat en transparant is geregeld. Om dit te waarborgen is het verbindingenstatuut opgesteld.
Achtergrond. Op 13 februari 2014 heeft WABCO Europe BVBA, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxxxx 0000, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0475.956.135 (RPR Brussel) (WABCO of de Bieder), aangekondigd een verplicht openbaar overnamebod uit te brengen op alle Aandelen en Warrants uitgegeven door Transics International NV, een naamloze vennootschap opgericht naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxx Xxxxxx 00, 0000 Xxxxx, Xxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0881.300.923 (RPR Ieper) (Transics of de Vennootschap), die niet reeds in het bezit zijn van de Bieder of met de Bieder verbonden personen (het Bod). Het Bod zal gevolgd worden door een vereenvoudigd uitkoopbod (‘squeeze-out’). Het Bod volgt op de verwerving door WABCO van alle uitstaande aandelen in Tavares NV, een naamloze vennootschap opgericht naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxxxxxxxx 0000, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0845.277.004 (RPR Brussel) (Tavares). Tavares bezit 7.852.307 Transics aandelen. Op 28 februari 2014 heeft de Bieder de kennisgeving ter bekendmaking van het Bod, evenals het ontwerp prospectus met betrekking tot het Bod (het Ontwerp Prospectus) overgemaakt aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) overeenkomstig artikel 5 en 6 van het Koninklijk Besluit van 27 april 2007 op de Openbare Overnamebiedingen (het Overnamebesluit). Op 3 maart 2014 heeft de FSMA een kennisgeving inzake het Bod gepubliceerd overeenkomstig artikel 7 van het Overnamebesluit. De Vennootschap ontving het Xxxxxxx Prospectus per aangetekend schrijven op 5 maart 2014. Op 7 maart 2014 heeft de raad van bestuur van de Vennootschap (de Raad) het Ontwerp Prospectus onderzocht en haar opmerkingen overgemaakt aan de FSMA en de Bieder overeenkomstig artikel 26 juncto 57 van het Overnamebesluit. De Raad bevestigde dat het Ontwerp Prospectus geen leemten vertoont noch gegevens bevat die de Effectenhouders van de Vennootschap kunnen misleiden. De vertegenwoordigers van de werknemers bepaalden op 14 maart 2014 hun standpunt met betrekking tot het Bod en de gevolgen van het Bod inzake de tewerkstelling binnen de Vennootschap. De Raad heeft het Ontwerp Prospectus onderzocht met het oog op het opstellen van een memorie van antwoord (de Ont...
Achtergrond. Bij de beslissing van medio 2015 van de Onderneming om zich een plaats te gaan verwerven in de macadamia- industrie in Zuid-Afrika, hebben onder meer de volgende overwegingen een rol gespeeld. De teelt van macadamianoten is slechts in beperkte delen van de wereld mogelijk door de combinatie van klimatologische eisen en bodemvereisten, hetgeen het aanbod van deze noten in die zin beperkt. De macadamia- industrie wordt in (zeer) grote mate in min of meer gelijke verhouding bepaald door Australië en Zuid-Afrika. Alle overige landen, waar macadamiaboomgaarden gedijen, vormen tezamen momenteel slechts een beperkt deel van het totale aanbod. De macadamia-industrie lijkt sterk in opkomst en de winstgevendheid per hectare is in het verleden hoog geweest - en blijft naar verwachting ook nog hoog voor de toekomst - in vergelijking met andere agrarische activiteiten, al is de aanloop hiertoe voor een boerderij met een totaal nieuwe macadamiaboomgaard over een periode van gemiddeld genomen 7 - 9 jaar wel een zaak van (middel)lange termijn. Voor een dergelijke boerderij ligt het break-even moment gemiddeld genomen pas rond het vierde jaar na aanplant, hetgeen voor een agrariër zonder neveninkomsten nagenoeg onmogelijk is. Op de Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx is geen sprake van een totaal nieuwe (macadamia)boomgaard, omdat aldaar reeds een producerende macadamiaboomgaard aanwezig is van ongeveer 60 hectare. Ook is de tijd die bij de teelt van macadamianoten nodig is voor het behalen van het break-even moment niet alleen afhankelijk van de reeds bestaande activiteiten op een boerderij, maar ook sterk afhankelijk van diverse andere factoren zoals het management van de boomgaard, de cultivar(s) (soorten/variëteiten) die geplant wordt/worden en de voorzieningen die aanwezig zijn in de vorm van irrigatie en bemesting. Naast de relatief hoge opbrengst per hectare en goede winstmarge, is een belangrijk punt van overweging geweest dat de handel in macadamianoten en bijproducten gerelateerd is aan de US Dollar. Hierdoor kan de marge op het product substantieel beter worden, indien dat wordt geproduceerd in een ontwikkelend land met een (mogelijk) opkomende economie waar de productiekosten relatief laag kunnen liggen. Hiermede kan de relatief hogere volatiliteit van de lokale wisselkoers (ZAR) in enige mate gemitigeerd worden, doordat de opbrengst van de oogst van macadamianoten in de regel gerelateerd is aan stand van de US Dollar. Het gegeven dat naast de eerder genoemde ABSA Bank ook e...
Achtergrond. De directe aanleiding voor de Wcam was de Des-zaak. Daarin heeft de Hoge Raad geoordeeld dat producenten van het Des-hormoon aansprakelijk zijn voor de schade die de dochters van moeders die dit hormoon hebben gebruikt, hebben geleden.91 Naar aanleiding hiervan is een organisatie die de belangen van de Des-dochters behartigt met de betreffende producenten overeengekomen dat een Des-schadefonds wordt opgericht. Dat schadefonds heeft de wetgever vervolgens verzocht de mogelijkheden te bezien om een overeenkomst over de afwikkeling van schade algemeen verbindend te verklaren. De wetgever heeft toen toegezegd een wettelijke regeling terzake te zullen ontwerpen. Er is echter niet gekozen voor een specifieke regeling die alleen op de Des-zaak ziet, maar voor een algemeen wettelijk kader waarbinnen ook andere overeenkomsten die aan de daarvoor gestelde voorwaarden voldoen verbindend kunnen worden verklaard. Deze keuze is ingegeven door de verwachting dat een algemene regeling zou voorzien in de maatschappelijke behoefte om massaschades op een efficiëntere wijze af te kunnen wikkelen.92 De Wcam kan worden gezien als een aanvulling op het hiervoor in paragraaf 5.4.2 omschreven collectief actierecht van artikel 3:305a BW. Zoals hiervoor aan de orde is gekomen, is het op grond van dit artikel niet mogelijk om in een collectieve actie een schadevergoeding in geld te vorderen. Bij de voorbereiding van de Wcam heeft de wetgever zich de vraag gesteld of deze beperking heroverweging verdient. In dit verband is gekeken naar het Amerikaanse voorbeeld, dat wel de mogelijkheid kent tot het instellen van een vordering tot schadevergoeding in geld door middel van een damages class action. Daarbij is gebleken dat verreweg de meeste mass tort class actions niet in een einduitspraak van de rechter, maar in een schikking resulteren. Volgens de wetgever ligt de reden hiervoor besloten in het feit dat het uitprocederen van mass tort class actions weinig aantrekkelijk is, omdat er niet alleen gemeenschappelijke (rechts)vragen spelen, maar ook vele alleen individueel te beantwoorden vragen, zoals vragen naar causaliteit, eigen schuld en de omvang van 91 HR 9 oktober 1992, NJ 1994, 535.
Achtergrond. Doel van de functie
Achtergrond. Een korte schets van de achtergrond van de Drechtstedengemeenten: