Bankprivilege Voorbeeldclausules

Bankprivilege. Deze bepaling beperkt geen andere rechten en zekerheden waarover de Bank beschikt op grond van de wet. Krachtens artikel 31 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten geniet de Bank een voorrecht: - op financiële instrumenten, gelden en deviezen die hun door hun cliënten zijn overhandigd om de dekking te vormen voor de uitvoering van transacties in financiële instrumenten, voor inschrijvingen op financiële instrumenten of voor termijnverrichtingen op deviezen; - op financiële instrumenten, gelden en deviezen die zij aanhoudt ingevolge de uitvoering van transacties in financiële instrumenten of van termijnverrichtingen op deviezen of ingevolge de hun opgedragen afwikkeling van transacties in financiële instrumenten, van inschrijvingen op financiële instrumenten of van termijnverrichtingen op deviezen die door hun cliënten rechtstreeks zijn verricht. Dit voorrecht waarborgt elke schuldvordering van de Bank ontstaan naar aanleiding van deze transacties, verrichtingen of afwikkelingen hiervoor bedoeld, met inbegrip van de schuldvorderingen ontstaan uit leningen of voorschotten. Bij wanbetaling kan de Bank van rechtswege, zonder ingebrekestelling en zonder voorafgaande rechterlijke beslissing, overgaan tot de tegeldemaking van financiële instrumenten en termijnverrichtingen op deviezen en tot de verrekening van elke schuldvordering op de klant met de contanten of deviezen op rekening die het voorwerp uitmaken van het voorrecht, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke formaliteiten.
Bankprivilege artikel 27: verantwoordelijkheden van de Bank artikel 28: geschillen - klachten