Behandeling van termijnverrichtingen. 1. De instellingen moeten, bij de bepaling van hun nettoposities in eigendomsbewijzen, rekening houden met de posities die voortvloeien uit de termijnverrichtingen die zij in het kader van de handelsportefeuille hebben uitgevoerd en ingevolge dewelke zij zijn blootgesteld aan een marktrisico dat vergelijkbaar is met een marktrisico op eigendomsbewijzen. De termijnverrichtingen op eigendomsbewijzen worden als volgt behandeld: 2. Aankoop-/verkoopcontracten op termijn en financiële contracten op termijn (futures) op eigendomsbewijzen en beursindexen worden behandeld als een combinatie van een opgenomen (verstrekte) lening die vervalt op de vervaldatum van het contract en een lange (korte) positie in de onderliggende effecten. De posities worden opgenomen tegen de contantmarktwaarde van de onderliggende effecten. De te betalen bedragen (opgenomen lening) of de te ontvangen bedragen (verstrekte lening) in het kader van die verrichtingen moeten in aanmerking worden genomen bij de berekening van het algemeen risico in tabel 90.10. 3. Opties op eigendomsbewijzen en indexen worden, voor gekochte calls en verkochte puts, behandeld alsof het lange posities betreft in het onderliggende instrument van de optie (korte posities voor verkochte calls en gekochte puts), vermenigvuldigd met de delta. Wanneer de instelling de opties niet omzet in de onderliggende instrumenten aan de hand van de delta, zijn de betrokken opties onderworpen aan de bepalingen van de “scenario”-methode en de “vereenvoudigde”-methode. Warrants en gedekte warrants worden op dezelfde manier behandeld als opties. 4. Contracten waarbij een eigendomsbewijs of een index (of hun rendement) wordt geruild tegen een ander effect of een rentevoet worden uitgesplitst in lange en korte posities in de onderliggende instrumenten. Zo wordt, wanneer het contract bestaat uit de ruil van het rendement van een (te betalen) aandeel tegen een (te ontvangen) rentevoet (debt/equity swap), het deel dat betrekking heeft op de rentevoet beschouwd als een lange positie in het schuldinstrument voor de berekeningen als bedoeld in tabel 90.10, terwijl het gedeelte dat betrekking heeft op het aandeel wordt beschouwd als een korte positie in het aandeel voor de berekeningen als bedoeld in tabel 90.11. 5. Voor de overige termijnverrichtingen die zijn opgenomen in de handelsportefeuille, raadpleegt de instelling de CBFA.
Appears in 5 contracts
Samples: Rapporteringsovereenkomst, Rapportageovereenkomst, Rapportageovereenkomst