Beoordeling van het geschil. De commissie constateert dat voorafgaand aan de klachtbehandeling er correspondentie per e-mail heeft plaatsgevonden tussen klaagster en aangeklaagde en klaagster met de zorgverzekeraar. Bij de klachtbehandeling is klaagster bijgestaan door een klachtenfunctionaris zijdens aangeklaagde. De klachtbehandeling, vervat in de schriftelijke reactie van aangeklaagde op de klacht, heeft niet geleid tot een oplossing van de klacht. De commissie heeft op grond van het Meldformulier Geschil en de bijbehorende bijlagen vastgesteld dat de daarop gemelde klachten deels geen onderdeel uitmaakten van de klachtenprocedure. In vergelijk met het Meldformulier Klachten blijkt een vermeerdering van gedetailleerde, elkaar overlappende, uit elkaar voortvloeiende dan wel in elkaars verlengde liggende klachten, die niet bij klachtbehandeling aan aangeklaagde ter beoordeling zijn voorgelegd. De commissie heeft daarop beslist dat alleen klachten die in de klachtbehandeling op grond van het ‘Meldformulier Klachten’ zijn gemeld, onderwerp kunnen zijn van het te behandelen geschil. Deze klachten zijn aan aangeklaagde voorgelegd met het verzoek daarop te reageren in zijn verweerschrift. Voorop staat dat de commissie voorbij zal gaan aan de wens van klaagster om een open en eerlijk gesprek te hebben met aangeklaagde. Partijen hebben regelmatig met elkaar gesproken en ge- emaild, verder is een klachtenfunctionaris ingeschakeld zonder dat dit alles tot een voor partijen bevredigend resultaat heeft geleid, daarom is het voldoen aan deze wens van klaagster naar oordeel van de commissie niet opportuun. De commissie stelt vast dat zij op grond van de overgelegde stukken over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komen. Aangeklaagde heeft nalatig gehandeld ten aanzien van het indienen van een volledige uitbreidingsaanvraag vergoedingen fysiotherapie (36+ aanvraag) bij de zorgverzekeraar aldus klaagster. Aangeklaagde heeft in zijn verweerschrift erkend dat hij uit servicegerichtheid en de lange behandelrelatie, maar ook omdat het gedrag van klaagster als zeer belastend werd ervaren en hij tegelijkertijd met haar begaan was, heeft toegezegd de 36+ uitbreidingsaanvraag te zullen doen bij de zorgverzekeraar. Ook heeft aangeklaagde aangegeven dat hij deze toezegging achteraf heeft betreurd. De commissie overweegt dat aangeklaagde met zijn toezegging bij klaagster een verwachting heeft gewekt en concludeert dat hij de gewekte verwachting niet tijdig is nagekomen. De stelling van klaagster dat zij hierover een jaar in het ongewisse bleef is naar oordeel van de commissie dan ook juist. Klaagster bleef langer in het ongewisse dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. Of dat evenwel, zoals klaagster schrijft, stress heeft opgeleverd met alle gevolgen van dien, kan de commissie niet beoordelen omdat klaagster dit niet nader heeft onderbouwd. Over deze eerste beide onderdelen van het geschil zal de commissie een gegrond uitspreken, over het laatste onderdeel kan de commissie zich niet uitspreken. Het onderdeel dat klaagster om onduidelijke redenen per 1 januari 2017 de mogelijkheid werd ontnomen middels haar verkregen chronische indicatie fysiotherapie naar de hydrotherapie uren te komen, is naar oordeel van de commissie niet ontvankelijk omdat dit zelfstandig oefenen in water een commerciële activiteit van aangeklaagde is en het geen fysiotherapeutische zorg betreft. Uit vorenstaande volgt dat het laatste onderdeel van het geschil namelijk dat aangeklaagde de behandeling op een respectloze manier heeft beëindigd, eveneens niet ontvankelijk is. De commissie overweegt ten overvloede dat de communicatie van aangeklaagde in het algemeen niet altijd even helder is geweest waardoor tussen partijen kennelijk verwarring is ontstaan. Onbedoeld zijn er verwachtingen gewekt bij klaagster en heeft klaagster een andere beleving van het gebeuren
Appears in 2 contracts
Samples: Geschillencommissie Fysiotherapie, Geschillencommissie Fysiotherapie
Beoordeling van het geschil. 5.1. De commissie constateert klacht richt zich tegen makelaar [X], verbonden aan makelaarskantoor [Y] te C. deze is lid van de NVM en aangesloten bij de afdeling [….]. De Raad van Toezicht Noord NVM is derhalve bevoegd om van de klacht kennis te nemen.
5.2. De Raad stelt voorop dat voorafgaand de makelaar, als opdrachtnemer van de verkopers, primair hun belangen en niet die van klager diende te behartigen. Dat neemt niet weg dat de makelaar er voor in moet staan dat de informatie, die hij aan gegadigden over het object verschaft, juist en volledig is.
5.3. Naar het oordeel van de Raad staat vast staat dat in het kader van de gevoerde onderhandelingen en de daaraan voorafgaande informatieverstrekking aan klager uitdrukkelijk aan de klachtbehandeling er correspondentie per e-mail heeft plaatsgevonden tussen klaagster en aangeklaagde en klaagster orde is gesteld dat de in het perceel aanwezige erfgrenzen niet overeenkwamen met de zorgverzekeraar. Bij de klachtbehandeling is klaagster bijgestaan door een klachtenfunctionaris zijdens aangeklaagdekadastrale grenzen. De klachtbehandelingraad stelt vast dat tot de contractstukken een kadastrale kaart behoort, vervat in alsmede een door de schriftelijke reactie verkopers opgestelde verklaring omtrent het grondgebruik, een daarbij behorende oude situatietekening en een luchtfoto, met daarop door middel van aangeklaagde op rode lijnen de klacht, heeft niet geleid tot een oplossing perceelgrenzen aangegeven. Al deze stukken zijn ook door klager geparafeerd. Bovendien staat naar het oordeel van de klacht. De commissie heeft op grond van raad vast dat er in het Meldformulier Geschil en de bijbehorende bijlagen vastgesteld dat de daarop gemelde klachten deels geen onderdeel uitmaakten kader van de klachtenprocedure. In vergelijk met het Meldformulier Klachten blijkt ondertekening van de overeenkomst een vermeerdering van gedetailleerdebespreking tussen alle partijen heeft plaatsgevonden, elkaar overlappende, uit elkaar voortvloeiende dan wel in elkaars verlengde liggende klachten, die niet bij klachtbehandeling aan aangeklaagde ter beoordeling zijn voorgelegd. De commissie heeft daarop beslist dat alleen klachten die in de klachtbehandeling op grond betreffende woning is gevoerd, waarbij ook de materie van de erfgrenzen aan de orde is gekomen. Dit verdraagt zich niet met de stelling van klager dat hem in het kader van een bezichtiging is verzekerd dat alleen aan de voorzijde van het ‘Meldformulier Klachten’ perceel de zichtbare erfgrens niet gelijk was aan de kadastrale perceelsgrens. Maar zelfs al zou een dergelijke mededeling aan klager zijn gemeldgedaan, onderwerp kunnen dan moest klager de werkelijke situatie zijn gebleken uit de nadien verstrekte informatie en de aan de koopovereenkomst gehechte documenten.
5.4. Op basis hiervan is de raad van het te behandelen geschil. Deze klachten zijn aan aangeklaagde voorgelegd met het verzoek daarop te reageren in zijn verweerschrift. Voorop staat oordeel dat de commissie voorbij zal gaan makelaar heeft voldaan aan zijn verplichting tot het verstrekken van duidelijke en volledige informatie over het object, met name de wens van klaagster om een open afwijking tussen de erfgrenzen en eerlijk gesprek te hebben met aangeklaagdede kadastrale grenzen. Partijen hebben regelmatig met elkaar gesproken en ge- emaildIndien klager nog twijfelde, verder is een klachtenfunctionaris ingeschakeld zonder dat dit alles tot een voor partijen bevredigend resultaat heeft geleid, daarom is had het voldoen aan deze wens van klaagster naar het oordeel van de commissie niet opportuunraad op zijn weg gelegen om voor het ondertekenen van de overeenkomst nadere informatie te vragen of aan te dringen op een kadastrale uitmeting, waardoor de juridische situatie in het perceel had kunnen worden getoond.
5.5. De commissie raad stelt voorts vast dat zij op klager geleverd heeft gekregen wat hij heeft gekocht, namelijk de eigendom van een perceel van 312 m², met de kanttekening dat naast die grond nog verdere grond van derden –de overgelegde stukken over voldoende gemeente- in gebruik is. Dat er wellicht meer grond in gebruik is dan de in de verkoopdocumentatie genoemde 50 m², kan niet leiden tot de conclusie dat er misleidende informatie beschikt om tot is verstrekt. De raad merkt daarbij op dat niet is vast komen te staan dat (de dochter van) de makelaar stellig en zonder voorbehoud aan klager heeft medegedeeld dat behalve een beslissing te komen. Aangeklaagde heeft nalatig gehandeld ten aanzien strook grond aan de voorzijde van het indienen perceel, alles binnen de erfafscheidingen aan klager in eigendom geleverd zou worden. Wat er ook van een volledige uitbreidingsaanvraag vergoedingen fysiotherapie (36+ aanvraag) zij, door de latere informatieverschaffing, die met name blijkt uit de bij de zorgverzekeraar aldus klaagster. Aangeklaagde heeft in zijn verweerschrift erkend dat hij uit servicegerichtheid en de lange behandelrelatiekoopovereenkomst gevoegde stukken, maar ook omdat blijkt naar het gedrag van klaagster als zeer belastend werd ervaren en hij tegelijkertijd met haar begaan was, heeft toegezegd de 36+ uitbreidingsaanvraag te zullen doen bij de zorgverzekeraar. Ook heeft aangeklaagde aangegeven dat hij deze toezegging achteraf heeft betreurd. De commissie overweegt dat aangeklaagde met zijn toezegging bij klaagster een verwachting heeft gewekt en concludeert dat hij de gewekte verwachting niet tijdig is nagekomen. De stelling van klaagster dat zij hierover een jaar in het ongewisse bleef is naar oordeel van de commissie raad afdoende de werkelijke situatie.
5.6. De Raad van Toezicht Noord is dan ook juist. Klaagster bleef langer in het ongewisse dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. Of dat evenwel, zoals klaagster schrijft, stress heeft opgeleverd met alle gevolgen van dien, kan de commissie niet beoordelen omdat klaagster dit niet nader heeft onderbouwd. Over deze eerste beide onderdelen van het geschil zal de commissie een gegrond uitspreken, over het laatste onderdeel kan de commissie zich niet uitspreken. Het onderdeel dat klaagster om onduidelijke redenen per 1 januari 2017 de mogelijkheid werd ontnomen middels haar verkregen chronische indicatie fysiotherapie naar de hydrotherapie uren te komen, is naar oordeel van de commissie niet ontvankelijk omdat dit zelfstandig oefenen in water een commerciële activiteit van aangeklaagde is en het geen fysiotherapeutische zorg betreft. Uit vorenstaande volgt dat het laatste onderdeel van het geschil namelijk dat aangeklaagde de behandeling op een respectloze manier heeft beëindigd, eveneens niet ontvankelijk is. De commissie overweegt ten overvloede dat de communicatie van aangeklaagde in het algemeen niet altijd even helder is geweest waardoor tussen partijen kennelijk verwarring is ontstaan. Onbedoeld makelaar aan zijn er verwachtingen gewekt bij klaagster verplichting heeft voldaan en heeft klaagster een andere beleving van het gebeurendat hem geen (tuchtrechtelijk) verwijt ter zake treft en verklaart de klacht dan ook ongegrond.
Appears in 1 contract
Samples: Real Estate Purchase Agreement
Beoordeling van het geschil. 4.1 De commissie constateert inhoud van het rapport-J is door eiser niet (voldoende) gemotiveerd betwist. De conclusies van de onderzoekscommissie met betrekking tot eiser zijn van zodanig ernstige aard dat voorafgaand het bestuur van B geen andere keus had dan de overeenkomst met eiser op te zeggen. De gronden van de opzegging moeten naar het oordeel van het Scheidsgerecht aldus worden verstaan (i) dat eiser gedurende een lange periode niet erin is geslaagd tot een (minimaal) noodzakelijke samenwerking te komen met de andere leden van de maatschap cardiologie en evenmin in voldoende mate heeft meegewerkt aan de klachtbehandeling er correspondentie per e-mail heeft plaatsgevonden tussen klaagster verwezenlijking van de aanbevelingen van de visitatiecommissies, alsmede (ii) dat in de gegeven omstandigheden gerede twijfel kan bestaan aan de bekwaamheid/geschiktheid van eiser als medisch specialist in dier voege dat hij al dan niet als gevolg van gezondheidsproblemen met betrekking tot een aantal wezenlijke aspecten van de medische praktijkvoering tekort is geschoten en aangeklaagde en klaagster klaarblijkelijk niet (op korte termijn) in staat is daarin verbetering te brengen. De onder (i) vermelde gronden hangen samen met de zorgverzekeraargronden als bedoeld onder
a) en de onder (ii) vermelde gronden zien blijkbaar op die onder b) van art. 19 van de toelatingsovereenkomst.
4.2 Eiser heeft een aantal procedurele bezwaren aangevoerd tegen het instellen van de onderzoekscommissie- J en tegen de opzegging van de toelatingsovereenkomst. Die bezwaren snijden echter geen hout, omdat eiser enerzijds zelf geen gebruik heeft kunnen of willen maken van de mogelijkheden die hem zijn geboden om te worden gehoord, terwijl hij anderzijds met betrekking tot alle belangrijke beslissingen daartoe in de gelegenheid is gesteld en in elk geval via zijn raadsman van zijn mening heeft (kunnen) doen blijken.
4.3 Hetgeen hiervoor in 4.1 en 4.2 is overwogen brengt mee dat de primaire vordering van eiser niet toewijsbaar is. De voorwaardelijke vordering van B in reconventie behoeft daarom geen behandeling.
4.4 Hierbij tekent het Scheidsgerecht nog het volgende aan. In de eerste plaats is voldoende gebleken, en door B niet betwist, dat de betrokkenheid en de inzet van eiser in het ziekenhuis gedurende een reeks van jaren zeer groot zijn geweest en dat het in dat opzicht niet aan de goede wil van xxxxx heeft ontbroken. In de tweede plaats is in het rapport-J op basis van voldoende gegevens vastgesteld dat eiser in een aantal opzichten als medisch specialist is tekortgeschoten, doch in dit rapport kan, evenmin als in dit geding, worden vastgesteld wat de oorzaken daarvan zijn geweest en in hoeverre eiser daarin, onder andere omstandigheden, weer verbetering kan brengen. Ten slotte is de samenwerkingsproblematiek van de maatschap cardiologie het gevolg van het in dat opzicht disfunctioneren van de drie cardiologen, waarbij in het midden kan blijven welke rol ieder van hen heeft gespeeld. In dit geding wordt dan ook geen oordeel uitgesproken over de rol van xxxxx, maar wordt eiser vanzelfsprekend wel verantwoordelijk gehouden voor het feit dat de maatschap in zodanige mate heeft gefaald in de onderlinge communicatie en samenwerking dat daarmee het gevaar van medische fouten in het leven is geroepen.
4.5 De rechtsgeldigheid van de opzegging van de toelatingsovereenkomst brengt in beginsel met zich mee dat aan eiser te dier zake geen vergoeding toekomt, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen op grond waarvan een vergoeding naar billijkheid gerechtvaardigd is. Het standpunt van eiser dat de relatie tussen hem en B steeds meer de kenmerken van een arbeidsovereenkomst is gaan vertonen, zodat toepassing van de kantonrechtersformule op haar plaats is, kan daarbij niet worden gevolgd. De toelatingsovereenkomst bevat nu juist een aantal elementen die geheel in strijd zijn met de kenmerken van een arbeidsovereenkomst, waarbij alleen al doorslaggevend is dat eiser in maatschapsverband als vrij gevestigd medisch specialist is toegelaten en dus ervoor heeft gekozen juist niet in loondienst werkzaam te zijn.
4.6 In het onderhavige geval zijn er gronden voor een (beperkte) vergoeding. In de eerste plaats is aannemelijk dat eiser zich gedurende een langere tijd buitengewoon heeft moeten inspannen, omdat hij tijdens de ziekten van zijn collega’s de praktijk van hen heeft moeten waarnemen, terwijl eiser, zoals al is vermeld, tevens een grote betrokkenheid bij zijn patiënten had. In de tweede plaats volgt uit het rapport-J dat de onderhavige problematiek zeker niet alleen, door eiser is veroorzaakt. Er zijn aanwijzingen dat het gedrag van een van zijn collega’s daarbij gedurende lange tijd een (zeer) negatieve invloed heeft gehad. B heeft met deze collega van xxxxx overeenstemming bereikt over diens vertrek uit het ziekenhuis, en hem daarbij ter overbrugging van de periode tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, een vergoeding toegekend. Bij de klachtbehandeling mondelinge behandeling is klaagster bijgestaan door gebleken dat B bereid is aan eiser een klachtenfunctionaris zijdens aangeklaagdefinanciële vergoeding toe te kennen ter hoogte van hetzelfde bedrag van f 400.000,--. De klachtbehandeling, vervat Daarnaast had B aan eiser reeds aangeboden het bedrag te betalen dat deze ter zake van goodwill volgens de gangbare normen bij een regulier vertrek als specialist had kunnen bedingen. Beide aanbiedingen vormen naar het oordeel van het Scheidsgerecht in de schriftelijke reactie omstandigheden van aangeklaagde op dit geval een redelijke compensatie voor de klacht, heeft niet geleid tot een oplossing nadelen die eiser als gevolg van de klachtopzegging zal lijden. Aan eiser komt echter niet een volledige vergoeding toe als door hem is gevorderd, nu de gevolgen van de opzegging in belangrijke mate voor zijn rekening komen.
4.7 De commissie heeft op grond van het Meldformulier Geschil en de bijbehorende bijlagen vastgesteld slotsom luidt dat de daarop gemelde klachten deels geen onderdeel uitmaakten opzegging van de klachtenproceduretoelatingsovereenkomst rechtsgeldig is geschied. In vergelijk met het Meldformulier Klachten blijkt Aan eiser komt een vermeerdering vergoeding toe van gedetailleerde, elkaar overlappende, uit elkaar voortvloeiende dan wel in elkaars verlengde liggende klachten, die niet bij klachtbehandeling aan aangeklaagde ter beoordeling zijn voorgelegd. De commissie heeft daarop beslist dat alleen klachten die in de klachtbehandeling op grond van het ‘Meldformulier Klachten’ zijn gemeld, onderwerp kunnen zijn van het te behandelen geschil. Deze klachten zijn aan aangeklaagde voorgelegd met het verzoek daarop te reageren in zijn verweerschrift. Voorop staat dat de commissie voorbij zal gaan aan de wens van klaagster om een open en eerlijk gesprek te hebben met aangeklaagde. Partijen hebben regelmatig met elkaar gesproken en ge- emaild, verder is een klachtenfunctionaris ingeschakeld zonder dat dit alles tot een voor partijen bevredigend resultaat heeft geleid, daarom is het voldoen aan deze wens van klaagster naar oordeel van de commissie niet opportuun. De commissie stelt vast dat zij op grond van de overgelegde stukken over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komen. Aangeklaagde heeft nalatig gehandeld ten aanzien van het indienen van een volledige uitbreidingsaanvraag vergoedingen fysiotherapie (36+ aanvraag) bij de zorgverzekeraar aldus klaagster. Aangeklaagde heeft in zijn verweerschrift erkend dat hij uit servicegerichtheid en de lange behandelrelatie, maar ook omdat het gedrag van klaagster als zeer belastend werd ervaren en hij tegelijkertijd met haar begaan was, heeft toegezegd de 36+ uitbreidingsaanvraag te zullen doen bij de zorgverzekeraar. Ook heeft aangeklaagde aangegeven dat hij deze toezegging achteraf heeft betreurd. De commissie overweegt dat aangeklaagde met zijn toezegging bij klaagster een verwachting heeft gewekt en concludeert dat hij de gewekte verwachting niet tijdig is nagekomen. De stelling van klaagster dat zij hierover een jaar in het ongewisse bleef is naar oordeel van de commissie dan ook juist. Klaagster bleef langer in het ongewisse dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. Of dat evenwel, zoals klaagster schrijft, stress heeft opgeleverd met alle gevolgen van dien, kan de commissie niet beoordelen omdat klaagster dit niet nader heeft onderbouwd. Over deze eerste beide onderdelen van het geschil zal de commissie een gegrond uitspreken, over het laatste onderdeel kan de commissie zich niet uitsprekenf 400.000,--. Het onderdeel Scheidsgerecht gaat ervan uit dat klaagster om onduidelijke redenen per 1 januari 2017 B haar aanbod met betrekking tot de mogelijkheid werd ontnomen middels haar verkregen chronische indicatie fysiotherapie naar betaling van goodwill aan eiser gestand zal doen. Er is reden de hydrotherapie uren kosten van dit geding te komen, verdelen als hierna is naar oordeel van de commissie niet ontvankelijk omdat dit zelfstandig oefenen in water een commerciële activiteit van aangeklaagde is en het geen fysiotherapeutische zorg betreft. Uit vorenstaande volgt dat het laatste onderdeel van het geschil namelijk dat aangeklaagde de behandeling op een respectloze manier heeft beëindigd, eveneens niet ontvankelijk is. De commissie overweegt ten overvloede dat de communicatie van aangeklaagde in het algemeen niet altijd even helder is geweest waardoor tussen partijen kennelijk verwarring is ontstaan. Onbedoeld zijn er verwachtingen gewekt bij klaagster en heeft klaagster een andere beleving van het gebeurenaangegeven.
Appears in 1 contract
Samples: Toelatingsovereenkomst
Beoordeling van het geschil. De commissie constateert dat voorafgaand aan de klachtbehandeling er correspondentie per e-mail heeft plaatsgevonden tussen klaagster en aangeklaagde en klaagster met de zorgverzekeraar. Bij de klachtbehandeling is klaagster bijgestaan door een klachtenfunctionaris zijdens aangeklaagde5.1. De klachtbehandelingklacht richt zich tegen makelaar [X], vervat in de schriftelijke reactie van aangeklaagde op de klacht, heeft niet geleid tot een oplossing verbonden aan [naam makelaarskantoor] te O.; deze is lid van de klachtNVM en aangesloten bij de afdeling [….]. De commissie heeft op grond Raad van het Meldformulier Geschil en Toezicht Noord NVM is derhalve bevoegd om van de bijbehorende bijlagen vastgesteld klacht kennis te nemen.
5.2. De Raad stelt bij zijn beoordeling voorop dat de daarop gemelde klachten deels geen onderdeel uitmaakten makelaar niet in opdracht van klager handelde, maar in opdracht van de klachtenprocedureeigenaar/projectontwikkelaar. In vergelijk met Klager diende dus niet primair de belangen van klager te behartigen, maar van zijn opdrachtgever.
5.3. Naar het Meldformulier Klachten blijkt een vermeerdering van gedetailleerde, elkaar overlappende, uit elkaar voortvloeiende dan wel in elkaars verlengde liggende klachten, die niet bij klachtbehandeling aan aangeklaagde ter beoordeling zijn voorgelegd. De commissie heeft daarop beslist dat alleen klachten die in de klachtbehandeling op grond van het ‘Meldformulier Klachten’ zijn gemeld, onderwerp kunnen zijn van het te behandelen geschil. Deze klachten zijn aan aangeklaagde voorgelegd met het verzoek daarop te reageren in zijn verweerschrift. Voorop staat dat de commissie voorbij zal gaan aan de wens van klaagster om een open en eerlijk gesprek te hebben met aangeklaagde. Partijen hebben regelmatig met elkaar gesproken en ge- emaild, verder is een klachtenfunctionaris ingeschakeld zonder dat dit alles tot een voor partijen bevredigend resultaat heeft geleid, daarom is het voldoen aan deze wens van klaagster naar oordeel van de commissie Raad staat niet opportuunvast dat klager zijn wens voor ontsluiting van zijn achtertuin via de achterzijde voor het ondertekenen van de koop-/aannemingsovereenkomst aan de makelaar (met voldoende nadruk) heeft duidelijk gemaakt, in ieder geval niet als voorwaarde voor het aangaan van die overeenkomst. De commissie stelt vast Raad is van oordeel dat zij op grond de situatie helder blijkt uit de overgelegde stukken, waarin geen aanleiding is te vinden waarop klager mocht baseren dat hij zijn tuin aan de achterzijde zou kunnen ontsluiten. Voorts blijkt naar het oordeel van de overgelegde stukken over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komenRaad uit de vaststaande feiten en omstandigheden niet dat de makelaar reeds voor het tekenen van de meergenoemde overeenkomst wist of had moeten weten dat de realisatie van klagers wens zou afstuiten op gebrek aan medewerking van de buren.
5.4. Aangeklaagde heeft nalatig gehandeld ten aanzien Het mailbericht van het indienen kantoor van de notaris van 10 november 2016, dat de makelaar pas later onder ogen kreeg, verandert aan het bovenstaande niets. In de eerste plaats geeft dit bericht slechts weer wat de notaris had begrepen en in de tweede plaats wordt daarin uitdrukkelijk vermeld dat een volledige uitbreidingsaanvraag vergoedingen fysiotherapie (36+ aanvraag) bij en ander niet juridisch vastligt.
5.5. Het verwijt dat de zorgverzekeraar aldus klaagster. Aangeklaagde makelaar klager van onjuiste informatie heeft in zijn verweerschrift erkend dat hij uit servicegerichtheid voorzien of hem bewust belangrijke informatie heeft onthouden is dan ook naar het oordeel van de Raad niet voldoende onderbouwd en de lange behandelrelatie, maar ook omdat het gedrag klacht in dat opzicht ongegrond.
5.6. Hoewel de opdracht van klaagster als zeer belastend werd ervaren en hij tegelijkertijd met haar begaan de makelaar daarop niet primair gericht was, heeft toegezegd hij na het sluiten van de 36+ uitbreidingsaanvraag koopovereenkomst nog getracht de wensen van klager te zullen doen bij verwezenlijken door het hebben van contact met de zorgverzekeraarbetrokken buren. De makelaar heeft gedaan wat klager van hem mocht verwachten en zelfs meer dan dat. Dat hij daarbij (onverwacht) stuitte op gebrek aan medewerking van de zijde van de buren kan hem niet verweten worden. Ook heeft aangeklaagde aangegeven dat hij deze toezegging achteraf heeft betreurddit onderdeel van de klacht oordeelt de Raad ongegrond.
5.7. De commissie overweegt dat aangeklaagde met zijn toezegging bij klaagster een verwachting heeft gewekt en concludeert dat hij de gewekte verwachting niet tijdig conclusie is nagekomen. De stelling van klaagster dat zij hierover een jaar in het ongewisse bleef is naar oordeel van de commissie dan ook juist. Klaagster bleef langer in het ongewisse dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. Of dat evenwel, zoals klaagster schrijft, stress heeft opgeleverd met alle gevolgen van dien, kan de commissie niet beoordelen omdat klaagster dit niet nader heeft onderbouwd. Over deze eerste beide onderdelen van het geschil zal de commissie een gegrond uitspreken, over het laatste onderdeel kan de commissie zich niet uitspreken. Het onderdeel dat klaagster om onduidelijke redenen per 1 januari 2017 de mogelijkheid werd ontnomen middels haar verkregen chronische indicatie fysiotherapie naar de hydrotherapie uren te komen, is naar oordeel van de commissie niet ontvankelijk omdat dit zelfstandig oefenen in water een commerciële activiteit van aangeklaagde is en het geen fysiotherapeutische zorg betreft. Uit vorenstaande volgt dat het laatste onderdeel van het geschil namelijk dat aangeklaagde de behandeling op een respectloze manier heeft beëindigd, eveneens niet ontvankelijk is. De commissie overweegt ten overvloede dat de communicatie van aangeklaagde klacht in het algemeen niet altijd even helder is geweest waardoor tussen partijen kennelijk verwarring is ontstaan. Onbedoeld zijn er verwachtingen gewekt bij klaagster en heeft klaagster een andere beleving van het gebeurenalle onderdelen ongegrond is.
Appears in 1 contract
Samples: Real Estate Purchase Agreement
Beoordeling van het geschil. 5.1. De commissie klacht richt zich tegen makelaar [X], verbonden aan het makelaarskantoor [naam makelaarskantoor] te E.; deze is lid van de NVM en aangesloten bij de afdeling 04 Drenthe. De Raad van Toezicht Noord NVM is derhalve bevoegd om van de klacht kennis te nemen.
5.2. De Raad van Toezicht Noord stelt vast dat de makelaar optrad namens de verkoopster van de onderhavige woning en dus primair haar belangen moest behartigen en niet die van klagers.
5.3. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht Noord treft de makelaar geen verwijt rond de gang van zaken rond de onderhandelingen met de beide geïnteresseerden, onder wie klagers. De raad constateert dat voorafgaand in eerste instantie de onderhandelingen door klagers werden afgebroken, omdat zij het niet eens waren met de inhoud van de koopovereenkomst, en in dat kader aangaven dat zij eerst op vakantie zouden gaan en daarna verder wilden zien. De raad onderschrijft de stelling van de makelaar dat hij vanaf dat moment vrij was om contact op te nemen met de andere gegadigden.
5.4. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht Noord heeft de makelaar ook nadat klagers opnieuw contact met hem hadden gezocht, juist gehandeld door duidelijk te maken dat klagers op dat moment tweede kopers waren en dat ook in de concept koopovereenkomst op te nemen. Toen vervolgens de eerste koopovereenkomst definitief werd en verkoop aan klagers niet meer mogelijk was, heeft de makelaar dat ook direct laten weten. Wellicht is dat teleurstellend voor klagers, maar dat kan de makelaar niet worden verweten.
5.5. De Raad van Toezicht Noord heeft echter onoverkomelijke bezwaren tegen de door de makelaar aan de klachtbehandeling er correspondentie per e-mail heeft plaatsgevonden tussen klaagster en aangeklaagde en klaagster koper telefonisch voorgestelde constructie om in de koopovereenkomst een lagere koopprijs op te nemen dan overeengekomen, waarbij het verschil door de klagers als kopers rechtstreeks aan de verkoopster zou worden betaald. De raad meent dat deze constructie strijdt met de zorgverzekeraarwet -die immers voorschrijft dat over de totale koopprijs overdrachtsbelasting moet worden betaald- en kennelijk vooral is ingegeven door het belang van de makelaar die discussie met de hypotheekbank over zijn courtagenota wenst te vermijden. Bij Daarmee maakt de klachtbehandeling is klaagster bijgestaan door makelaar de belangen van klagers als kopers en zijn opdrachtgeefster als verkoopster ondergeschikt aan zijn eigen belang en wordt ook nog jegens de hypotheekbank en de belastingdienst een klachtenfunctionaris zijdens aangeklaagdeonjuist beeld geschetst. De klachtbehandeling, vervat tussen partijen overeengekomen koopprijs is immers in feite hoger dan de in de schriftelijke reactie koopovereenkomst opgenomen koopprijs en dat is het gegeven waarvan de hypotheekbank uitgaat bij het verlenen van aangeklaagde op toestemming voor de klacht, heeft niet geleid tot een oplossing verkoop en royement van de klachtop het object rustende hypotheek. De commissie raad constateert dat klagers terecht bezwaar hadden tegen de voorgestelde constructie en dat dit hun vertrouwen in de makelaar zodanig heeft op grond geschaad dat het de daaropvolgende onderhandelingen heeft overschaduwd.
5.6. De raad is van het Meldformulier Geschil oordeel dat door deze handelwijze de makelaar zijn functie niet naar eer en geweten en betrouwbaar heeft uitgeoefend en voorts heeft meegewerkt aan onjuiste beeldvorming over zaken en rechten, met name jegens de hypotheekbank , de belastingdienst en de bijbehorende bijlagen vastgesteld dat passerend notaris, omtrent de daarop gemelde klachten deels geen onderdeel uitmaakten van de klachtenprocedure. In vergelijk met het Meldformulier Klachten blijkt een vermeerdering van gedetailleerde, elkaar overlappende, uit elkaar voortvloeiende dan wel in elkaars verlengde liggende klachten, die niet bij klachtbehandeling aan aangeklaagde ter beoordeling zijn voorgelegd. De commissie heeft daarop beslist dat alleen klachten die in de klachtbehandeling op grond van het ‘Meldformulier Klachten’ zijn gemeld, onderwerp kunnen zijn verkoopprijs van het te behandelen geschilverkopen object.
5.7. Deze klachten zijn aan aangeklaagde voorgelegd met het verzoek daarop te reageren in zijn verweerschrift. Voorop staat dat de commissie voorbij zal gaan aan de wens Dit levert schending op van klaagster om een open en eerlijk gesprek te hebben met aangeklaagde. Partijen hebben regelmatig met elkaar gesproken en ge- emaild, verder is een klachtenfunctionaris ingeschakeld zonder dat dit alles tot een voor partijen bevredigend resultaat heeft geleid, daarom is het voldoen aan deze wens van klaagster naar oordeel artikel 1 van de commissie niet opportuunErecode NVM. De commissie stelt vast dat zij op grond van raad acht de overgelegde stukken over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komen. Aangeklaagde heeft nalatig gehandeld ten aanzien van het indienen van een volledige uitbreidingsaanvraag vergoedingen fysiotherapie (36+ aanvraag) bij de zorgverzekeraar aldus klaagster. Aangeklaagde heeft in zijn verweerschrift erkend dat hij uit servicegerichtheid en de lange behandelrelatie, maar ook omdat het gedrag van klaagster als zeer belastend werd ervaren en hij tegelijkertijd met haar begaan was, heeft toegezegd de 36+ uitbreidingsaanvraag te zullen doen bij de zorgverzekeraar. Ook heeft aangeklaagde aangegeven dat hij deze toezegging achteraf heeft betreurd. De commissie overweegt dat aangeklaagde met zijn toezegging bij klaagster een verwachting heeft gewekt en concludeert dat hij de gewekte verwachting niet tijdig is nagekomen. De stelling van klaagster dat zij hierover een jaar in het ongewisse bleef is naar oordeel van de commissie klacht voor dit onderdeel dan ook juist. Klaagster bleef langer in het ongewisse dan redelijkerwijs verwacht mocht worden. Of dat evenwel, zoals klaagster schrijft, stress heeft opgeleverd met alle gevolgen van dien, kan de commissie niet beoordelen omdat klaagster dit niet nader heeft onderbouwd. Over deze eerste beide onderdelen van het geschil zal de commissie een gegrond uitspreken, over het laatste onderdeel kan de commissie zich niet uitspreken. Het onderdeel dat klaagster om onduidelijke redenen per 1 januari 2017 de mogelijkheid werd ontnomen middels haar verkregen chronische indicatie fysiotherapie naar de hydrotherapie uren te komen, is naar oordeel van de commissie niet ontvankelijk omdat dit zelfstandig oefenen in water een commerciële activiteit van aangeklaagde is en het geen fysiotherapeutische zorg betreft. Uit vorenstaande volgt dat het laatste onderdeel van het geschil namelijk dat aangeklaagde de behandeling op een respectloze manier heeft beëindigd, eveneens niet ontvankelijk is. De commissie overweegt ten overvloede dat de communicatie van aangeklaagde in het algemeen niet altijd even helder is geweest waardoor tussen partijen kennelijk verwarring is ontstaan. Onbedoeld zijn er verwachtingen gewekt bij klaagster en heeft klaagster een andere beleving van het gebeurengegrond.
Appears in 1 contract
Samples: Real Estate Sale Agreement