Berekening van de schade- vergoeding Voorbeeldclausules

Berekening van de schade- vergoeding. 9.1. Raming van de schade aan de verze- kerde goederen Als het toestel technisch herstelbaar is, wordt de factuur van de herstelling ten laste genomen. Indien geen herstelfactuur wordt voorgelegd, wordt het schadebe- drag forfaitair op 50% van de overeenge- komen herstelkosten vastgelegd. Als het toestel technisch niet herstelbaar is, wordt het vergoed in nieuwwaarde. Voor toestellen in beroepsgebruik wordt geen enkele slijtage in mindering ge- bracht tot op het moment dat het toestel 3 jaar oud is. Vanaf het moment dat het toestel meer dan 3 jaar is, wordt een sleetpercentage van 1,5% per begonnen maand toegepast, met een algemeen maximum van 50%. Specifiek voor de draagbare voorwerpen wordt vanaf de aankoopdatum van het toestel, een sleetpercentage van 1% per begonnen maand toegepast. Voor tweedehands toestellen wordt bo- venvermelde afschrijvingsmethode toegepast vanaf ingebruikname door de eerste eigenaar. De tegemoetkoming is in alle gevallen beperkt tot de waarde van een nieuw toestel met vergelijkbare prestaties.

Related to Berekening van de schade- vergoeding

  • Berekening van de vergoeding A. Bij een gedeeltelijk schadegeval vergoeden wij de volgende herstellingskosten: 1. de kosten voor het opsporen van de oorzaak van het schadegeval; 2. de loon- en verplaatsingskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en opnieuw monteren; 3. de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer ervan. 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: de factuur van de herstelling; 2. voor elk ander verzekerde materieel: de factuur van de herstelling zonder toepassing van de slijtage behalve op de regelmatig te vervangen elementen waarvoor wij een forfaitaire slijtage van 50 % toepassen. B. Bij een volledig schadegeval vergoeden wij het beschadigde verzekerde materieel: 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: wij vergoeden u in nieuwwaarde zonder de kost te overschrijden van vergelijkbaar nieuw materieel, met hetzelfde vermogen en dezelfde prestaties of, bij gebrek, indien het materieel niet meer beschikbaar is op de markt, het model van hetzelfde type dat dit onmiddellijkvervangt. 2. voor elk ander verzekerde materieel: wij vergoeden u in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. C. Indien u beslist het beschadigde materieel niet te vervangen of niet te laten herstellen, vergoeden wij u voor: 1. het informatica- en kantoormaterieel: in nieuwwaarde met toepassing van een forfaitaire slijtage van 10 % per jaar te rekenen vanaf de aankoopdatum; 2. elk ander verzekerde materieel: in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. D. Wij vergoeden de btw in de mate dat deze inbegrepen is in de aangegeven waarde en voor zover deze niet fiscaal recupereerbaar of aftrekbaar is. De vergoeding mag in geen geval de aangegeven waarde voor het verzekerde materieel overschrijden; E. In geval van onderverzekering van meer dan 10 %, passen wij de evenredigheidsregel toe. F. Wij dragen ook de reddingskosten; deze kosten zijn beperkt tot de aangegeven waarde met een maximum van 28.498.386,00 EUR. G. Indien een stuk of elk deel van het beschadigde materieel niet meer kan worden vervangen omdat het verzekerde materieel niet meer gemaakt wordt of de vervangingsstukken niet meer beschikbaar zijn op de markt, zijn wij enkel gehouden tot het bedrag, bij monde van de deskundige, van de kosten voor de vervanging of voor de herstelling van het stuk of het deel van het beschadigde verzekerde materieel. H. Het beschadigde verzekerde materieel wordt beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van vóór het schadegeval wanneer het weer in gebruik gebracht wordt. Op dat ogenblik houden onze verplichtingen voor dat schadegeval op. I. Onder voorbehoud van artikel 6 B, heeft de verzekerde in geen geval het recht het beschadigde verzekerde materieel aan ons over te laten.

  • Omvang van de schadevergoeding 46.1 Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn. 46.2 Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen. 46.3 Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen. 46.4 Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde. 46.5 Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend. 46.6 Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.

  • Vergoeding van de schade Is uw caravan gestolen? Dan vergoeden wij de waarde zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie. • Is uw caravan beschadigd, maar niet total loss? Dan vergoeden wij de volledige kosten van reparatie als u die binnen zes maanden na de schade aan uw caravan laat uitvoeren. Doet u dit niet of later? Dan vergoeden wij 50% van de reparatiekosten. • Heeft uw caravan een kleine beschadiging opgelopen die de functionaliteit van uw caravan niet aantast? Dan vergoeden wij het bedrag dat uw caravan minder waard is geworden. Wij vragen een deskundige om de hoogte van deze vergoeding vast te stellen. Onder kleine beschadigingen verstaan we krasjes en kleine deuken door bijvoorbeeld vallende tentstokken. • Wordt uw diefstalpreventiemateriaal beschadigd of gestolen? Dan vergoeden wij maximaal: - bij totaal verlies: de nieuwwaarde of de dagwaarde, verminderd met de waarde van de eventuele restanten. Wij vergoeden op basis van de dagwaarde als deze minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde; - bij beschadiging: de herstelkosten, tot maximaal het bij totaal verlies te vergoeden bedrag. Is een alternatieve of gedeeltelijke reparatie mogelijk? Vallen de reparatiekosten lager uit door een alternatieve reparatiemethode of een gedeeltelijke reparatie? Dan baseren wij onze schadevergoeding hierop. Het moet dan wel een technisch verantwoorde reparatie zijn en de functionaliteit van uw caravan mag niet worden aangetast. Voorbeelden hiervan zijn: • Een zijwand wordt gedeeltelijk vervangen, waarbij een extra sierlijst aan beide zijden van uw caravan geplaatst wordt. • Er wordt een serviceluik aangebracht, als de onderste beplating beschadigd is. Is uw caravan total loss? Kan uw caravan niet meer gerepareerd worden? Dan vergoeden wij de waarde zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie, min de waarde van de restanten. Kan uw caravan wel gerepareerd worden? Maar zijn de reparatiekosten hoger dan twee derde van de verzekerde waarde van uw caravan? Dan kunt u kiezen uit twee mogelijkheden: • We vergoeden de reparatiekosten tot maximaal de verzekerde waarde die op uw polisblad staat. • We vergoeden de waarde van uw caravan, zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie, min de restwaarde.

  • Hoe wordt uw recht op een vergoeding vastgesteld? Uw bedrijfsarts beoordeelt of de verzekerde arbeidsongeschikt is en in hoeverre de verzekerde beperkt is in het verrichten van zijn werkzaamheden. Met de gegevens van de bedrijfsarts bepalen we of er recht op een vergoeding bestaat en wat de hoogte en duur hiervan is. Daarnaast beoordelen we of u en de verzekerde aan de polisvoorwaarden voldoen.

  • Duur en verlenging van de Overeenkomst 1. De Overeenkomst wordt aangegaan voor de maximale termijn van het overeengekomen type Kinderopvang. 2. De maximale termijn voor Dagopvang duurt tot de leeftijd waarop het kind basisonderwijs volgt. 3. De maximale termijn voor Buitenschoolse opvang duurt van de leeftijd dat het kind basisonderwijs kan volgen, tot de dag waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen Partijen een kortere duur overeenkomen van maximaal één jaar. 5. Na afloop van de Overeenkomst die conform lid 4 is aangegaan voor een kortere duur dan de maximale termijn, kunnen Partijen de Overeenkomst verlengen. Verlenging vindt niet stilzwijgend plaats. 6. Een verlenging van de Overeenkomst wordt Schriftelijk overeengekomen.

  • Einde van de vergoeding 7.1 Wanneer heeft u geen recht (meer) op een vergoeding? 7.2 Wat zijn de gevolgen voor uw vergoeding als de Verzuimverzekering wordt beëindigd?

  • Vergoeding van kosten Heeft u kosten gemaakt om een direct dreigende schade te voorkomen of te verminderen? Dan vergoeden wij deze kosten. Dit geldt alleen als die schade onder deze verzekering valt. Bij een verzekerde gebeurtenis vergoeden wij ook de noodzakelijke kosten voor: • bewaking en vervoer van de verzekerde caravan naar de dichtstbijzijnde reparateur die de schade kan repareren. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent; • berging en opruiming van de caravan. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent.

  • Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 1. Een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden beëindigd. 2. Het tussentijds beëindigen van een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, geschiedt: a. door opzegging; b. door onverwijlde opzegging wegens een voor de werkgever of de werknemer dringende reden als bedoeld in art. 7:678 c.q. art. 7:679 van het Burgerlijk Wetboek; c. door ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van art.7:671b c.q. artikel 7:671c dan wel wegens wanprestatie als bedoeld in art. 7:686 van het Burgerlijk Wetboek; d. met wederzijds goedvinden op het door de werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip; e. op verzoek van de werknemer voor het geheel of een gedeelte van de voor hem geldende betrekkingsomvang met het oog op een uitkering als bedoeld in het pensioenreglement van de Stichting ABP of een FPU-uitkering, zoals geregeld in het FPU-reglement van het VUT-fonds. 3. Van rechtswege eindigt: a. de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd door het verstrijken van de tijd waarvoor het is aangegaan; b. de arbeidsovereenkomst van de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt een en ander met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin voornoemde leeftijd is bereikt, met dien verstande dat de werkgever in overleg met de werknemer deze ontslagdatum telkenmale met maximaal een jaar kan opschorten; c. de arbeidsovereenkomst bij overlijden van de werknemer;

  • Vaststelling van de schade De door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte schade en kosten worden vastgesteld in onderling overleg tussen de verzekeringnemer en de verzekeraar dan wel door een door de verzekeraar benoemde expert, tenzij wordt overeengekomen dat de vaststelling van de schade door twee experts geschiedt, in welk geval zowel de verzekeraar als verzekerde ieder een expert benoemen. In dit laatste geval benoemen de 2 experts samen voor aanvang van hun werkzaamheden een derde expert, die bij gebrek aan overeenstemming binnen de grenzen van de door hen berekende schadebedragen de bindende vaststelling zal verrichten.

  • Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico a. Indien en voor zover, met inachtneming van de in de hiervóór vermelde begrippen ‘Terrorisme’, ‘Kwaadwillige besmetting’ en ‘Preventieve maatregelen’ gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met: • terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, • handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar ter zake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar ter zake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering. b. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervóór genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen. c. In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: • xxxxxx aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan; • gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in het hiervóór vermelde begrip ‘In Nederland toegelaten verzekeraars’ tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er ten minste één op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.