Berekeningsmethode van de referentiewaarde. De referentiewaarde van het fonds stemt aanvankelijk overeen met de eenheidskoers van het betrokken fonds op de valutadatum bij de invoering van de optie voor zover er reeds geïnvesteerde reserves bestaan in het betrokken Tak 23-fonds. Indien nog geen enkele reserve is geïnvesteerd in het Tak 23-fonds waarop de optie betrekking heeft, zal de oorspronkelijke referentiewaarde van het fonds overeenstemmen met de waarde van het fonds op de datum waarop de reserves in het Tak 23-fonds zullen worden geïnvesteerd. De referentiewaarde wordt vervolgens dagelijks geactualiseerd (na controle op een waardevermindering) en aangepast naar de hoogste waarde tussen de referentiewaarde die van toepassing is en de eenheidskoers van het betrokken fonds op deze valutadatum.
Berekeningsmethode van de referentiewaarde. De referentiewaarde van het fonds stemt in het begin overeen met de eenheidskoers op de valutadatum bij de invoering van de dynamische stop loss Wij gaan ervan uit dat er dan al reserves geïnvesteerd zijn. Is dat nog niet zo? Dan stemt de referentiewaarde overeen met de waarde van het fonds op de datum waarop de reserves zullen worden geïnvesteerd. Daarna actualiseren we de referentiewaarde elke dag, na controle op de eventuele waardevermindering. We schakelen de referentiewaarde gelijk aan de hoogste waarde tussen: • de referentiewaarde die van toepassing is. • de eenheidskoers van het fonds op die valutadatum.
Berekeningsmethode van de referentiewaarde. De optie Stop Loss heeft als doel het beschermen van de verzekeringnemer tegen een bruuske koersdaling van het beleggingsfonds waarop de optie van toepassing is. Het mechanisme Stop Loss draagt automatisch de reserve van het fonds waarop de optie van toepassing is over naar het door de verzekeringnemer gekozen fonds van bestemming dat vermeld staat in de bijzondere Voorwaarden en dit wanneer het koersverschil ten opzichte van een welbepaalde referentiewaarde een door de verzekeringnemer bepaald vast percentage overschrijdt. Deze referentiewaarde wordt elke handelsdag als volgt berekend: • De eerste handelsdag die volgt op datum van activering van de optie Stop Loss is de referentiewaarde gelijk aan de koers van het fonds. • De regel voor de volgende handelsdagen is dat als de dagkoers van het fonds hoger ligt dan de referentiewaarde van de vorige handelsdag, de koerswaarde van het fonds de nieuwe Referentiewaarde wordt. • Wanneer eenheden aan het fonds toegekend worden tegen een lagere koers dan de Referentiewaarde van de vorige handelsdag, dan wordt de nieuwe Referentiewaarde bepaald als zijnde de som van die toegekende eenheden, berekend op basis van de huidige koers, en de reeds aanwezige eenheden, berekend aan de voorgaande referentiewaarde, gedeeld door het totaal aantal eenheden. Een gedeeltelijke onttrekking van eenheden van een fonds heeft geen impact op de berekening van de Referentiewaarde. Na een volledige onttrekking van eenheden van een fonds (ten gevolge van een volledige afkoop of switch of de activering van het Stop Loss mechanisme) is de Referentiewaarde gelijk aan nul. De eerstvolgende keer dat er opnieuw eenheden aan het fonds toegekend worden, zal de Referentiewaarde opnieuw bepaald worden De optie Stop Loss is dynamisch want: • De vergelijking tussen de koers en de Referentiewaarde gebeurt steeds op de nieuwe koersdatum. Het betreft dus een evolutief mechanisme. • De koers van het fonds wordt geblokkeerd op het hoogste niveau dat hij bereikte sinds het activeren van de Stop Loss. Onafhankelijk van eventuele Toekenningen zal de nieuwe Referentiewaarde gelijk zijn aan de waarde van de eerdere Referentiewaarde op de voorgaande koersdatum als de koers ondertussen gedaald is. • De referentiewaarde houdt rekening met een negatieve evolutie van de koers ten opzichte van de hoogste koers die sinds de activering van de optie Stop Loss werd bereikt, voor zover er effectief eenheden tegen die lagere koers toegekend werden. Indien er sinds de acti...