Beroep/bedrijf/activiteiten Voorbeeldclausules

Beroep/bedrijf/activiteiten. Het beroep, bedrijf en/of de activiteiten waarvoor deze verzekering geldt. De omschrijving hiervan staat op uw polis.
Beroep/bedrijf/activiteiten. Het beroep dat verzekeringnemer uitoefent, het bedrijf dat verzekeringnemer voert en/of de activiteiten die verzekeringnemer verricht - waarvoor de verzekeringen in het Zekerheidspakket geacht worden dekking te bieden, en - waarvan de omschrijving geacht wordt afkomstig te zijn van verzekeringnemer.
Beroep/bedrijf/activiteiten. Het beroep, bedrijf en/of de activiteiten waarvoor deze verzekering geldt. De omschrijving hiervan staat op uw polis. Derde(n) Iedere andere (rechts)persoon dan de aansprakelijk gestelde verzekerde.
Beroep/bedrijf/activiteiten. De verzekerde (rechts)personen in de hoedanigheid zoals in de polis omschreven.
Beroep/bedrijf/activiteiten. AHrettikbeerlo2ep2, be(Idnritjfeern)/nofadteioanctaivlieteisteannwcatairevsoor deze verzekering geldt. De omschrijving hiervan staat op uw polis. Het kan verboden zijn dat wij een verzekeringsovereenkomst met u sluiten. Er bestaan nationale en internationale (sanctie)regels waaruit dit volgt. De overeenkomst komt niet tot stand als u of een andere belanghebbende voorkomt op een nationale of internationale sanctielijst. Wij toetsen dit achteraf. Daarom is een ‘opschortende voorwaarde’ van kracht. De toetsing voeren wij zo snel mogelijk uit. Als u of een andere belanghebbende niet voorkomt op een sanctielijst, dan is de overeenkomst geldig vanaf de op de polis vermelde ingangsdatum. En als een persoon wel voorkomt op een sanctielijst? Dan informeren wij de aanvrager daarover schriftelijk. Wij doen dit in ieder geval binnen 10 dagen nadat wij de polis hebben verzonden. De opschortende voorwaarde luidt: De overeenkomst komt alleen tot stand als uit toetsing niet blijkt dat het verboden is om op grond van sanctiewet- of regelgeving financiële diensten te verlenen voor of ten behoeve van: • verzekeringnemer; • verzekerden, medeverzekerden en andere (rechts)personen die voordeel zouden kunnen hebben bij het bestaan Vvearnzedkeeorvinergeneenmkoemr st; • VDveeegrrzeteengkeeednridweeohoertdWigeerrksmenatgeerimeealcchotnigtrdaecnt evannelhkeet vbeerdzreijkfevrainngvdearzaerikneirsinagannegmeegra;an en die als • zInouidhteeaitnnihdgoeoolipfjkddsfetinupakon‘lWcisieaveteldrbmeekelatldndgeshtzaeeabvtbeeernzn/edokefenirnibnoigjn?hz’eevtaabndemdderiinjpfisovtalrisanvtvioeeorirszweoakpaegrreidnnegonnmeveamnne.urI.nwdveezrezekering lveoeosrtwuawariededne wveorrzdetkdeerdveenrzzeijkne.rEinegnnveemrzeerkaeardnegekdaunidremchete‘un’ oenntl‘eunwe’.n aan deze verzekering. Als er sprake is van terrorisme Op deze verzekering is de Clausule terrorismedekking van toepassing. De Clausule terrorismedekking is door het Verbond van Verzekeraars in Nederland ontwikkeld en geadviseerd, en geldt voor bijna alle soorten sommen- en schadeverzekeringen. De clausule beschrijft de dekking die de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. biedt. Daarom is de tekst van deze clausule integraal in de polisvoorwaarden opgenomen.

Related to Beroep/bedrijf/activiteiten

  • Activiteiten De activiteiten die bijdragen tot het bereiken van de omzet* van de verzekerde* en die in de bijzondere voorwaarden beschreven zijn.

  • HOOFDACTIVITEIT Algemene overheidsdiensten

  • Illegale activiteiten Onder illegale activiteiten verstaan wij alle wettelijk niet toegestane activiteiten, zoals:

  • Einde dienstverband Het dienstverband eindigt:

  • AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • Aanbestedende Dienst I.1) Officiële naam en adres van de aanbestedende dienst: I.2) Adres waar nadere inlichtingen verkrijgbaar zijn: I.3) Adres waar bescheiden verkrijgbaar zijn:

  • Studiefaciliteiten Je kan je werkgever verzoeken een of meer studiefaciliteiten toe te kennen in het kader van jouw opleiding en ontwikkeling. Je werkgever kan de vergoeding toekennen als het bedrijfsbelang dit toelaat en het bedrijfsbelang hiermee wordt gediend.

  • Ongewenste intimiteiten 1. De werkgever wordt aanbevolen een samenhangend beleid te voeren dat ongewenste intimiteiten in de werkorganisatie voorkomt en bestrijdt. Een samenhangend beleid bevat de volgende onderdelen: - het ontwikkelen en uitvoeren van preventief beleid - het instellen van een vertrouwenspersoon - ontwikkelen en tot uitvoer brengen van een klachtenprocedure. 2. Van ongewenste intimiteiten is sprake indien een werknemer hetzij door oneigenlijk gebruik van het gezag, waaraan hij krachtens zijn arbeidsovereenkomst is onderworpen, uitdrukkelijk tegen zijn wil wordt gedwongen sexuele handelingen te ondergaan hetzij en/of in de werksituatie wordt geconfronteerd met woorden of daden op sexueel gebied, waarvan betrokkene laat blijken en/of de pleger redelijkerwijs moet begrijpen, dat betrokkene deze ongewenst vindt. 3. De werkgever wordt aanbevolen aan alle werknemers te kennen te geven dat ongewenste intimiteiten niet getolereerd worden en tot sancties kunnen leiden voor de persoon die zich daaraan schuldig maakt. 4. De werkgever wordt aanbevolen om binnen de organisatie een persoon te belasten met de eerste opvang van werknemers die ongewenst intiem gedrag hebben ondergaan en daarover willen praten. Gelet op de aard van de problematiek zal deze functionaris bij voorkeur een vrouw zijn, maar in ieder geval het vertrouwen moeten genieten van het vrouwelijk personeel binnen de arbeidsorganisatie. 5. Werkwijze, taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon, alsmede een klachtenprocedure, moeten nader worden uitgewerkt. Partijen zullen hierover informatiemateriaal ter beschikking stellen.

  • SOORT AANBESTEDENDE DIENST Regionale of plaatselijke instantie