BEVEILIGING BRANDSTOFVERKOOPPUNTEN Voorbeeldclausules

BEVEILIGING BRANDSTOFVERKOOPPUNTEN. Bij brandstofverkooppunten die van maandag t/m zaterdag tussen 18.30 uur en 21.00 uur geopend zijn, dienen de volgende veiligheidsmaatregelen te worden getroffen:
BEVEILIGING BRANDSTOFVERKOOPPUNTEN. 1. Brandstofverkooppunten die in ieder geval open zijn van maandag t/m zaterdag tussen 18.30 uur en 21.00 uur moeten de volgende veiligheidsmaatregelen treffen: a. Als het verkooppunt geen ‘stil alarm’ heeft, moet het voorzien zijn van akoestisch of optisch alarm. b. Het verkooppunt moet een kluis met afstortmogelijkheid hebben, die niet door de pompbediende kan worden geopend. c. De bedieningsruimte van een selfservice verkooppunt moet een op afstand bedienbare deur hebben. d. Een verkooppunt met bediening aan de pompen moet een van binnenuit af te sluiten deur hebben. e. Bij het sluiten van het verkooppunt moet de verlichting aansluitend een kwartier blijven branden. 2. Brandstofverkooppunten die op zondag, of op één van de in artikel 30 van deze cao genoemde feestdagen geopend zijn, moeten de in lid 1 genoemde maatregelen treffen. 3. Brandstofverkooppunten die tussen 21.00 uur en 6.00 uur geopend zijn moeten ook de volgende veilig- heidsmaatregelen treffen: a. Het verkooppunt moet een camera hebben die is aangesloten op een laprecorder. b. Het verkooppunt moet met een stil alarm aangesloten zijn op een centrale meldkamer. x. Xx xxxxx in een verkooppunt moet omgeven zijn door kogelwerend materiaal, dat ten minste voor een deel bestaat uit kogelwerend glas. d. Sluiting van het verkooppunt moet door ten minste twee personen gebeuren. In plaats van met twee personen afsluiten kan er ook met behulp van cameratoezicht worden afgesloten. Hierbij moet aan de voorwaarde in bijlage 12 van deze cao worden voldaan.
BEVEILIGING BRANDSTOFVERKOOPPUNTEN. 1. Bij brandstofverkooppunten die van maandag t/m zaterdag tussen 18.30 uur en 21.00 uur geopend zijn, dienen de volgende veiligheidsmaatregelen te worden getroffen: a. als het verkooppunt niet is voorzien van een ’stil alarm″, dient het te zijn voorzien van akoestisch of optisch alarm. b. Het verkooppunt dient te zijn voorzien van een kluis met afstortmogelijkheid, welke niet door de pompbediende kan worden geopend. c. De bedieningsruimte van een self-service verkooppunt dient te zijn voorzien van een op afstand bedienbare deur. Een verkooppunt met bediening aan de pompen dient te zijn voorzien van een van binnenuit af te sluiten deur. d. Bij het sluiten van het verkooppunt dient de verlichting aansluitend een kwartier te blijven branden. 2. Bij brandstofverkooppunten die op zondag, of op één van de in artikel 31 genoemde feestdagen geopend zijn, dienen de in lid 1 genoemde maatregelen te worden getroffen. 3. Bij brandstofverkooppunten die tussen 21.00 uur en 06.00 uur geopend zijn dienen, naast de in lid 1 genoemde maatregelen, de volgende veiligheidsmaatregelen te worden getroffen: a. Het verkooppunt dient te zijn voorzien van een camera welke is aangesloten op een laprecor- der. b. Het verkooppunt dient door middel van een stil alarm aangesloten te zijn op een centrale meldkamer. c. De plaats in de winkel in een verkooppunt, waar de kassa zich bevindt, dient omgeven te zijn door kogelwerend materiaal, ten minste voor een deel bestaande uit kogelwerend glas. d. Sluiting van het verkooppunt dient door tenminste twee personen te geschieden. 4. In afwijking van artikel 109 lid 3 sub d kan in plaats van sluiting met twee personen ter plaatse sluiting met behulp van cameratoezicht worden toegepast, mits aan de in bijlage 11 van de cao gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Related to BEVEILIGING BRANDSTOFVERKOOPPUNTEN

  • Beveiliging 6.1. Verwerker zal zich inspannen voldoende technische en organisatorische maatregelen te nemen met betrekking tot de te verrichten verwerkingen van persoonsgegevens, tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking (zoals onbevoegde kennisname, aantasting, wijziging of verstrekking van de persoonsgegevens). 6.2. Verwerker staat er niet voor in dat de beveiliging onder alle omstandigheden doeltreffend is. Indien een uitdrukkelijk omschreven beveiliging in de Verwerkersovereenkomst ontbreekt, zal Verwerker zich inspannen de beveiliging te laten voldoen aan een niveau dat, gelet op de stand van de techniek, de gevoeligheid van de persoonsgegevens en de aan het treffen van de beveiliging verbonden kosten, niet onredelijk is. 6.3. Verwerkingsverantwoordelijke stelt enkel persoonsgegevens aan Verwerker ter beschikking voor verwerking, indien zij zich ervan heeft verzekerd dat de vereiste beveiligingsmaatregelen zijn getroffen. Verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van de door Partijen afgesproken maatregelen.