Bewijsdocumenten betreffende de uitsluitingsgronden Voorbeeldclausules

Bewijsdocumenten betreffende de uitsluitingsgronden. Door een offerte in te dienen, verklaart de inschrijver dat er geen uitsluitingsgrond op hem van toepassing is, voor zover het gaat om uitsluitingsgronden die bewezen worden aan de hand van documenten die de aanbestedende overheid zelf kan opvragen via elektronische weg. Het gaat met name om het RSZ-attest, het attest fiscale schulden en het attest van niet-faillissement. De inschrijver verklaart op het offerteformulier het volgende: ● de inschrijver stelt (enkel) personeel tewerk dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (=Belgische sociale zekerheid).; en/of ● de inschrijver stelt personeel tewerk uit een andere lidstaat van de Europese Unie. De inschrijver dient tevens volgende documenten toe te voegen aan zijn offerte: ● de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister op naam van de rechtspersoon (inschrijver + leden van de combinatie + onderaannemers op wiens draagkracht beroep wordt gedaan) dat maximaal 6 maand oud is op het uiterste tijdstip van ontvangst van de offertes. Meer info aangaande het bekomen van een uittreksel strafregister vindt u op de website van de FOD Justitie. ● De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: naast voorgaande tevens een recent attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is (of de vermelding via welke gratis toegankelijke elektronische toepassingen de aanbestedende overheid deze attesten zelf kan opzoeken). ● De Belgische inschrijver die geen personeel tewerkstelt voegt een verklaring op eer bij de offerte, waarin deze verklaart niet RSZ-plichtig te zijn. ● de buitenlandse inschrijver: uittreksel uit het strafregister, certificaten inzake fiscale en sociale schulden en een certificaat inzake niet-faillissement (of hij vermeldt via welke gratis toegankelijke elektronische toepassingen de aanbestedende overheid deze attesten zelf kan opzoeken). Wanneer het betrokken land de hiervoor bedoelde documenten niet aflevert of wanneer deze niet alle gevallen bedoeld in de eerste paragraaf dekken, kunnen deze vervangen worden door een verklaring op erewoord of, in de landen waar een dergelijk...

Related to Bewijsdocumenten betreffende de uitsluitingsgronden

  • Uitsluitingsgronden Om voor een overeenkomst in aanmerking te komen dient de opdrachtnemer niet te voldoen aan de hierna omschreven uitsluitingsgronden. Bij de inschrijving geven opdrachtnemers via het UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) aan dat geen van de uitsluitingsgronden op hen van toepassing is. Deze gelden zowel bij inschrijving als gedurende de looptijd van de overeenkomst. In de afgelopen vijf jaar, gerekend vanaf het moment van indiening door opdrachtnemer van de contractdocumenten op het inkoopplatform en gedurende de looptijd van de overeenkomst met opdrachtnemer dient geen sprake te zijn van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak inzake één van de volgende veroordelingen: a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit; b. omkoping in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn en van artikel 2, eerste lid, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; c. fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; d. xxxxxxxxx xxx xxxx in de zin van artikel 1 van richtlijn nr. 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld; e. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van de artikelen 1, 3 en 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2003 inzake terrorismebestrijding; f. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ. Eveneens is er geen sprake van een onherroepelijke veroordeling van een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Eveneens dienen geen van de volgende situaties op opdrachtnemer van toepassing te zijn: 1. Opdrachtnemer verkeert in staat van faillissement of liquidatie, diens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens hem geldt een surseance van betaling of een (faillissements-)akkoord, of opdrachtnemer verkeert in een andere vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure uit hoofde van op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving; 2. Opdrachtnemer heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van gronden voor uitsluiting of het voldoen aan de geschiktheidseisen of heeft die informatie achtergehouden, dan wel was niet in staat de ondersteunende documenten te overleggen; Een onwaarheid, waarvan opdrachtnemer redelijkerwijs had dienen te weten dat dit een onjuiste weergave van de werkelijkheid betrof, van hetgeen opdrachtnemer heeft ingevuld en verklaard wordt gelijkgesteld met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst en leidt per direct tot ontbinding van de overeenkomst; 3. De opdrachtnemer heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4. Opdrachtnemer voldoet niet aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen of van sociale zekerheidspremies. 5. Indien de overeenkomst met opdrachtgever of diens rechtsvoorganger eerder ontbonden is, met in achtneming artikel 3.5 lid 5.

  • Sancties bij niet nakomen betalingsverplichtingen De informatie over sancties bij het niet nakomen van betalingsverplichtingen is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden Zekerheidspakket.

  • Duur van de overeenkomst betreffende een dienst De overeenkomst tussen Xxxxxx Xxxxxxx en de klant betreffende een dienst of diensten wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst iets anders voortvloeit of partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders zijn overeengekomen.

  • Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend. 2. Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie c.q. de versie zoals die gold ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst.

  • Extra onvoorziene kosten 1. Opdrachtnemer is gerechtigd extra onvoorziene kosten, welke ontstaan door een niet aan de opdrachtnemer toe te rekenen oorzaak door te berekenen aan de opdrachtgever. 2. Van onvoorziene kosten is sprake indien de kosten zijn ontstaan meer dan drie maanden na aangaan van de overeenkomst en die bij het aangaan van de overeenkomst redelijkerwijs niet waren te voorzien. 3. Opdrachtnemer is verplicht opdrachtgever onverwijld op de hoogte te stellen van de onvoorziene kosten.

  • Facultatieve uitsluitingsgronden indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;

  • Afhandeling verzoeken van betrokkenen 8.1. In het geval dat een betrokkene een verzoek tot uitoefening van zijn/haar wettelijke rechten (artikel 15-22 AVG) richt aan Verwerker, zal Verwerker het verzoek doorsturen aan Verwerkingsverantwoordelijke, en zal Verwerkingsverantwoordelijke het verzoek verder afhandelen. Verwerker mag de betrokkene daarvan op de hoogte stellen.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Algemene bepalingen inzake kosten voor alle gewesten – lastens de verkoper De verkoper dient het saldo van de kosten en erelonen van de verkoop te dragen, evenals de kosten van de overschrijving, de kosten van de ambtshalve inschrijving, van een eventuele grosse en van de akten van kwijting, opheffing en eventuele rangregeling.