Uitsluitingsgronden. Om voor een overeenkomst in aanmerking te komen dient de opdrachtnemer niet te voldoen aan de hierna omschreven uitsluitingsgronden. Bij de inschrijving geven opdrachtnemers via het UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) aan dat geen van de uitsluitingsgronden op hen van toepassing is. Deze gelden zowel bij inschrijving als gedurende de looptijd van de overeenkomst. In de afgelopen vijf jaar, gerekend vanaf het moment van indiening door opdrachtnemer van de contractdocumenten op het inkoopplatform en gedurende de looptijd van de overeenkomst met opdrachtnemer dient geen sprake te zijn van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak inzake één van de volgende veroordelingen:
a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit;
b. omkoping in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn en van artikel 2, eerste lid, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector;
c. fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap;
d. xxxxxxxxx xxx xxxx in de zin van artikel 1 van richtlijn nr. 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld;
e. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van de artikelen 1, 3 en 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2003 inzake terrorismebestrijding;
f. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ. Eveneens is er geen sprake van een onherroepelijke veroordeling van een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Eveneens dienen geen van de volgende situaties op opdrachtnemer van toepassing te zijn:
1. Opdrachtnemer verkeert in staat van faillissement of liquidatie, diens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens hem geldt een surseance...
Uitsluitingsgronden. De inschrijver mag zich niet bevinden in één van de in de artikelen 67 tot 69 van de Wet Overheidsopdrachten bedoelde situaties. Dit behelst de verplichte uitsluitingsgronden , de uitsluitingsgronden in verband met fiscale en sociale schulden en de facultatieve uitsluitingsgronden. Indien een bovenvermelde uitsluitingsgrond van toepassing is op de inschrijver, mag de inschrijver bewijzen dat de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure. Deze bepaling is individueel van toepassing op de deelnemers die samen als een combinatie een offerte indienen. Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver dat er geen uitsluitingsgrond op hem van toepassing is, voor zover het gaat om uitsluitingsgronden die bewezen worden aan de hand van documenten die de aanbestedende overheid zelf kan opvragen via elektronische weg. Het gaat met name om het RSZ-attest, het attest van fiscale schulden. Eventuele corrigerende maatregelen moet de inschrijver echter bewijzen door schriftelijke stukken toe te voegen aan de offerte. De inschrijver dient tevens volgende documenten toe te voegen: • de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 6 maand oud is op het uiterste tijdstip van ontvangst van de offertes; • de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: een recent attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is; • de buitenlandse inschrijver: een uittreksel uit het strafregister (maximaal 6 maand oud), certificaten inzake fiscale en sociale schulden, en een certificaat inzake niet-faling. Wanneer een document of certificaat niet wordt uitgereikt in het betrokken land of dit niet afdoend voor alle uitsluitingsgronden het bewijs levert, kan ter vervanging een verklaring onder eed toegevoegd worden, of in landen waar dit niet voorzien is, een plechtige verklaring van de betrokkene voor een bevoegde rechtelijke of administratieve instantie, notaris of bevoegde beroepsorganisatie van het land van herkomst o...
Uitsluitingsgronden. Juridische situatie van de inschrijver (uitsluitingscriteria)
1. in staat van faillissement of van vereffening te verkeren, zijn werkzaamheden te hebben gestaakt of een gerechtelijk akkoord te hebben bekomen, of in een overeenstemmende toestand te verkeren als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale wetgevingen en reglementeringen;
2. aangifte te hebben gedaan van zijn faillissement, een procedure van vereffening of een gerechtelijk akkoord aanhangig te hebben of een gelijkaardige procedure lopende te hebben bestaande in andere nationale wetgevingen en reglementeringen;
3. niet in orde te zijn met de sociale (sociale zekerheid) en fiscale verplichtingen (directe belastingen en BTW);
4. bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan veroordeeld geweest zijn voor een misdrijf dat de beroepsmoraal aantast; een veroordeling bij vonnis wegens niet-naleving van de milieu- en sociale wetgeving wordt beschouwd als een overtreding die de professionele integriteit aantast welke het mogelijk maakt de betrokken partij uit te sluiten;
5. bij de beroepsuitoefening een ernstige fout te hebben begaan;
6. in ernstige mate schuldig te zijn aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen;
7. bij een vonnis in kracht van gewijsde veroordeeld te zijn voor:
a. deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in art. 324bis van het Strafwetboek;
b. omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek;
c. fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
x. xxxxxxxxx van geld. De bewijzen omtrent de eerste drie uitsluitingsgronden worden door de stad zelf opgezocht. Wat betreft het RSZ-attest: een attest van het voorlaatste kwartaal wordt door de stad opgezocht. Omdat de aanbestedende overheid niet bij machte is de bewijzen omtrent de eerste drie uitsluitingsgronden zelf op te zoeken in het geval van een buitenlandse inschrijving dienen buitenlandse inschrijvers zelf de bewijzen omtrent de eerste drie uitsluitingsgronden aan te leveren. De inschrijver voegt bij zijn kandidatuur een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst opgevraagd, waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Dit attest mag ten vroegste 3 maanden voor ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Dit uitt...
Uitsluitingsgronden. De inschrijver dient middels deel III A van het UEA te verklaren dat er geen sprake is van een in de afgelopen vijf (5) jaren onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak jegens inschrijver, in de zin van alle in artikel 2.86 Aw 2012 beschreven redenen, op straffe van uitsluiting van deze aanbestedingsprocedure. De verplichting tot uitsluiting van de inschrijver is ook van toepassing wanneer de bij onherroepelijk vonnis veroordeelde persoon lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van inschrijver of die daarin een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. De inschrijver dient daarnaast middels deel III B van het UEA te verklaren dat er geen sprake is van een onherroepelijke en bindende rechterlijke of administratieve beslissing overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar de gegadigde of de inschrijver is gevestigd of overeenkomstig nationale wettelijke bepalingen is vastgesteld dat de inschrijver niet voldoet aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen of sociale zekerheidspremies. De inschrijver dient tevens middels deel III C van het UEA te verklaren dat in de afgelopen drie (3) jaren geen sprake is van de situaties als opgesomd in artikel 2.87 Aw 2012. De aanbestedende dienst heeft in de UEA aangegeven welke facultatieve uitsluitingsgronden van toepassing zijn. Ter bewijs van deze verklaring zal de voorlopig begunstigde inschrijver worden verzocht bewijsstukken conform artikel 2.89 Aw 2012 aan de aanbestedende dienst te overleggen. De uitsluitingsgronden en eisen welke gelden voor de inschrijver zijn tevens van toepassing op eventuele derde(n) waar inschrijver een beroep op doet in het kader van de onderhavige aanbesteding in de zin van par. III.4. Ter toetsing wordt na een voornemen tot gunning van de voorlopig begunstigde inschrijver verlangd dat, indien inschrijver een beroep doet op (een) derde(n), een rechtsgeldig ondertekende UEA verklaring, inclusief bijbehorende bewijsstukken conform artikel 2.89 Aw 2012, van deze derde(n) aan de aanbestedende dienst wordt overlegd. Inschrijver dient in staat te zijn voornoemde bewijsstukken binnen tien (10) werkdagen na verzoek van de aanbestedende dienst te overleggen. Inschrijver dient rekening te houden met eventuele aanvraagtermijnen met betrekking tot voornoemde bewijsmiddelen.
Uitsluitingsgronden. 1. Een ondernemer die zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met 4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016 wordt uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure, overigens onverminderd het bepaalde in artikel 4.13.12 van het ARW 2016. Indien aanmelding geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, wordt het samenwerkingsverband uitgesloten van deelneming aan de aanbestedingsprocedure, wanneer één of meer van de ondernemers zich in één of meer van deze omstandigheden bevindt.
2. Indien mocht blijken dat een andere natuurlijke of rechtspersoon, op wie de ondernemer een beroep doet om te voldoen aan de geschiktheidseisen en/of de selectiecriteria, zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met 4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016, wordt deze andere natuurlijke of rechtspersoon door de aanbesteder niet geaccepteerd.
3. Als bewijsmiddelen verlangt de aanbesteder de documenten als genoemd in de artikelen 4.13.6 respectievelijk 4.13.9 van het ARW 2016. Bewijsmiddelen dienen te worden verstrekt binnen twee werkdagen na een daartoe ontvangen verzoek van de aanbesteder door middel van TenderNed, “Berichten”.
4. Indien de aanbesteder aanwijzingen heeft dat een ondernemer zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 4.13.1 tot en met 4.13.5 of 4.13.7 van het ARW 2016, maar er bij de aanbesteder onvoldoende informatie beschikbaar is om het uitsluiten van deelneming of verdere betrokkenheid van die ondernemer te motiveren, dan kan door de aanbesteder advies worden gevraagd aan het Bureau BIBOB (zie artikel 8 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB)). De ondernemer over wie advies is gevraagd, wordt door de aanbesteder over de inhoud van dat advies geïnformeerd door middel van TenderNed, “Berichten”. Het in dit lid bepaalde geldt mutatis mutandis voor ondernemers in een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie) dan wel andere natuurlijke of rechtspersonen bedoeld in lid 2.
Uitsluitingsgronden. 1. Een inschrijver die zich bevindt in één of meer van de omstandigheden genoemd in de artikelen 2.5.1 of 2.5.4 van het ARW 2012 wordt uitgesloten van deelneming aan de opdracht, overigens onverminderd het bepaalde in artikel 2.5.7 van het ARW 2012. Indien inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van ondernemers (combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, wordt het samenwerkingsverband uitgesloten van deelneming aan de opdracht, wanneer één of meer van de ondernemers zich in één of meer van deze omstandigheden bevindt.
2. Indien mocht blijken dat een andere natuurlijke of rechtspersoon, met wie de inschrijver beoogt te voldoen aan de geschiktheidseisen genoemd in paragraaf
Uitsluitingsgronden. 8.2.1 Er is geen verzekeringsdekking van toepassing in geval van schade aan het voertuig als gevolg van autorijden in een staat van alcoholintoxicatie van meer dan 0,8 gram/liter bloed of dronkenschap of in een vergelijkbare toestand als gevolg van het gebruik van drugs, geneesmiddelen of hallucinogenen die ertoe leiden dat de verzekerde de controle over zijn/haar handelingen verliest.
8.2.2 De dekking is ook uitgesloten in de volgende gevallen: • Valse verklaring over een schadeverwekkend feit, • Transport van brandbare, corrosieve of explosieve stoffen, • Gebruik van het Voertuig op een manier die niet voldoet aan de onderhavige Algemene Gebruiksvoorwaarden, in het bijzonder niet-naleving van artikel 3.1.5, • Opzettelijk veroorzaakte schadegevallen, • Gebruik van het Voertuig door een andere persoon dan de Xxxxxxx, • Onjuiste verklaring op het aanrijdingsformulier, • Het weigeren van de medewerking aan de afwikkeling van het schadegeval, • Schadegevallen als gevolg van deelname aan een race of snelheids-, uithoudings- of vaardigheidswedstrijd, een weddenschap of een uitdaging, • Schadegevallen die voorvallen terwijl de Abonnee niet voldeed aan de lokale wettelijke en reglementaire voorwaarden om het Voertuig te mogen besturen of terwijl hem/haar het recht om te rijden in België werd ontnomen, • Schadegevallen waarbij het aantal vervoerde personen het wettelijk of contractueel toegestane aantal overschrijdt, • Schadegevallen die voorvallen tijdens het vervoer van passagiers en/of goederen tegen betaling, • Schadegevallen als gevolg van zelfmoord of poging tot zelfmoord, • Ongepast gebruik van het gehuurde Voertuig, • Gebrek aan aangifte of laattijdige aangifte bij de politie bij diefstal of vandalisme, • Gevallen van vandalisme, diefstal of poging tot diefstal met als daders of handlangers personen die onder één dak met de Abonnee wonen, die gepleegd zijn door aangestelden van de Abonnee of die plaatsvinden wanneer het Voertuig onbezet is en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet in acht werden genomen, met name: niet-vergrendelde deuren en/of kofferruimtes of niet-gesloten ramen, motorkappen en/of schuifdaken, sleutels en/of ontgrendelingsmiddelen die in of op het Voertuig zijn achtergelaten. Met diefstal wordt bedoeld: het feit dat een persoon een zaak die hem/haar niet toebehoort op bedrieglijke wijze ontneemt. Het bedrieglijk ontnemen van eigendommen van een andere persoon voor kortstondig gebruik wordt gelijkgesteld aan diefstal, • Schade aan ban...
Uitsluitingsgronden. Gemeente wil alleen integere organisaties toelaten tot deze Toelatingsprocedure Openhouse. Om organisaties uit te sluiten die niet integer zijn, verklaart de Inschrijver met het ondertekenen van de procesovereenkomst dat de onderstaande uitsluitingsgronden niet op zijn organisatie van toepassing zijn. In eerste instantie voldoet deze eigen verklaring door ondertekening van de Procesovereenkomst. Gemeente heeft het recht om bij twijfel de Dienstverlener te verplichten alsnog een nadere verklaring aan te leveren bij Gemeente. Bij eventueel afsluiten van een Uitvoeringsovereenkomst wordt vervolgens een nadere verklaring toegepast in het Inschrijfproces.
Artikel 1. De Gemeente sluit een Inschrijver uit van deelname aan de Toelatingsprocedure Openhouse Wmo indien:
1. er sprake is van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak of een gerechtelijke veroordeling jegens Inschrijver of een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft in de organisatie van Inschrijver, betrekking hebbende op
a. een zaak die is uitgesproken als gevolg van onwaarachtige opgave bij deelneming aan een Europese aanbesteding of een vergelijkbare toelatingsprocedure als onderhavige Toelatingsprocedure Openhouse.
b. deelneming aan een criminele organisatie
c. omkoping of fraude
x. xxxxxxxxx van geld
e. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten
f. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel
2. bij onherroepelijke en bindende rechterlijke of administratieve beslissing overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar de Inschrijver is gevestigd is vastgesteld dat de Inschrijver niet voldoet aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen of sociale zekerheidspremies.
3. Gemeente ziet af van toepassing van artikel 1 tweede lid indien uitsluiting kennelijk onredelijk zou zijn. Van een kennelijk onredelijke uitsluiting als bedoeld in het eerste lid is onder meer sprake:
a. indien de Inschrijver slechts kleine bedragen aan belastingen of sociale zekerheidspremies niet heeft betaald;
b. indien de Inschrijver bekend werd met het precieze verschuldigde bedrag tot betaling van belastingen of sociale zekerheidspremies op een tijdstip waarop het hem niet mogelijk was de bedoelde verplichtingen na te komen of een bindende regeling tot betaling daarvan aan te gaan voor het verstrijken van de termijn voor het indienen van een v...
Uitsluitingsgronden. Voor deze Aanbesteding hanteert de Gemeente de verplichte uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 2.86 van de Aanbestedingswet en de facultatieve uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 2.87 van de Aanbestedingswet. Om het Gemeentelijk integriteitsbeleid in de praktijk vorm te kunnen geven, past de Gemeente alle facultatieve uitsluitingsgronden toe op deze Aanbesteding.
Uitsluitingsgronden. De garantie is niet van toepassing in die gevallen waarin de schade: - het gevolg is van opzettelijk foutief handelen of onachtzaamheid van de deelnemer of de bestuurder van het voertuig; direct of indirect voortvloeit uit ontploffingen of het vrijkomen van warmte en straling als gevolg van de transmutatie van atoomkernen; het gevolg is van burgeroorlogen of oorlogen met het buitenland, volksbewegingen, sabotageacties, aanslagen of opstanden; optreedt tijdens deelname aan races of wedstrijden (of de voorbereiding daarvan) of recordpogingen, wanneer de bestuurder van het voertuig daarbij als deelnemer, organisator of ondergeschikte van een deelnemer of organisator betrokken is; veroorzaakt is door de omgang met of het vervoer van ontplofbare, brandbare of giftige stoffen; het gevolg is van diefstal die met medeplichtigheid van de deelnemer is begaan door, of met medeplichtigheid van, familieleden van de deelnemer; veroorzaakt is door een bestuurder die niet beschikt over een geldig rijbewijs; of veroorzaakt is door een bestuurder in kennelijke staat (met als referentie het ten tijde van het ontstaan van de schade geldende maximaal toegestane alcoholpromillage).