Beëindiging dienstbetrekking door de werkgever. 1. De werkgever zal tot beëindiging van de dienstbetrekking kunnen overgaan: a. wanneer om redenen niet betrekking hebbende op de persoon van de werknemer van zijn diensten verder geen gebruik kan worden gemaakt; Indien zodanige omstandigheden zich voordoen, houdt de werkgever met inachtneming van wet en regelgeving zoveel mogelijk rekening met de belangen van de werknemers die het langst in dienst zijn; b. wegens gemis aan ijver of vakbekwaamheid of wegens ongeschiktheid van de werknemer, of ten gevolge van gedragingen of omstandigheden van de werknemer van dien aard, dat re- delijkerwijze niet kan worden gevergd, dat de dienstbetrekking van de werknemer voort- duurt; c. wegens niet nakoming door de werknemer van zijn verplichtingen, voortvloeiende uit zijn arbeidsovereenkomst en de daaronder begrepen voorwaarden en reglementen; d. met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit respectievelijk de SER-fusiege- dragsregels, de Wet op de ondernemingsraden en de Wet melding collectief ontslag dient de werkgever, die overweegt: een fusie aan te gaan, een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of, de personeelsbezetting ingrijpend te herzien hierbij de sociale gevolgen te betrekken. De werkgever zal de vakverenigingen, de ondernemingsraad en de betrokken werknemers inlichten omtrent de overwogen maatregelen en voorts met de ondernemingsraad en de vak- verenigingen overleg plegen over de eventueel daaruit voor de betrokken werknemers voort- vloeiende sociale gevolgen. 2. De onder 1. bedoelde beperking geldt niet voor: a. de beëindiging van de dienstbetrekking in verband met het bereiken van de voor de werkne- mer geldende AOW-gerechtigde leeftijd, dan wel met ingang van de dag waarop de werkne- mer gebruikmaakt van de mogelijk om eerder met pensioen te gaan; b. de beëindiging van de dienstbetrekking, aangegaan voor een bepaalde tijd, door het verstrij- ken van die tijd, onverminderd het bepaalde in de artikelen 667, leden 4 en 5 en 668a van het Burgerlijk Wetboek; c. de beëindiging van de dienstbetrekking, aangegaan onder het beding van een proeftijd, zo- lang die tijd niet is verstreken. d. voor de werknemer voor wie na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een (nieuwe) arbeidsovereenkomst ingaat, gelden de afwijkende bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, zoals onder meer de afwijkende ketenbepaling en de duur van de opzegtermijn.
Appears in 5 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement
Beëindiging dienstbetrekking door de werkgever. 1. De werkgever zal tot beëindiging van de dienstbetrekking kunnen overgaan:
a. wanneer om redenen niet betrekking hebbende op de persoon van de werknemer van zijn diensten verder geen gebruik kan worden gemaakt; Indien zodanige omstandigheden zich voordoen, houdt de werkgever met inachtneming van wet en regelgeving zoveel mogelijk rekening met de belangen van de werknemers die het langst in dienst zijn;
b. wegens gemis aan ijver of vakbekwaamheid of wegens ongeschiktheid van de werknemer, of ten gevolge van gedragingen of omstandigheden van de werknemer van dien aard, dat re- delijkerwijze redelijkerwijze niet kan worden gevergd, dat de dienstbetrekking van de werknemer voort- duurtvoortduurt;
c. wegens niet nakoming door de werknemer van zijn verplichtingen, voortvloeiende uit zijn arbeidsovereenkomst en de daaronder begrepen voorwaarden en reglementen;
d. met Met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit respectievelijk de SER-fusiege- dragsregelsSER- fusiegedragsregels, de Wet op de ondernemingsraden en de Wet melding collectief ontslag dient de werkgever, die overweegt: een fusie aan te gaan, een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/ofof , de personeelsbezetting ingrijpend te herzien hierbij de sociale gevolgen te betrekken. De werkgever zal de vakverenigingen, de ondernemingsraad en de betrokken werknemers inlichten omtrent de overwogen maatregelen en voorts met de ondernemingsraad en de vak- verenigingen vakverenigingen overleg plegen over de eventueel daaruit voor de betrokken werknemers voort- vloeiende voortvloeiende sociale gevolgen.
2. De onder 1. bedoelde beperking geldt niet voor:
a. de beëindiging van de dienstbetrekking in verband met het bereiken van de voor de werkne- mer werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd, dan wel met ingang van de dag waarop de werkne- mer werknemer gebruikmaakt van de mogelijk om eerder met pensioen te gaan;
b. de beëindiging van de dienstbetrekking, aangegaan voor een bepaalde tijd, door het verstrij- ken verstrijken van die tijd, onverminderd het bepaalde in de artikelen 667, leden 4 en 5 en 668a van het Burgerlijk Wetboek;
c. de beëindiging van de dienstbetrekking, aangegaan onder het beding van een proeftijd, zo- lang zolang die tijd niet is verstreken.
d. voor Voor de werknemer voor wie na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een (nieuwe) arbeidsovereenkomst ingaat, gelden zullen per 1 januari 2016 de afwijkende bepalingen uit het Burgerlijk WetboekWetboek van toepassing zijn, zoals onder meer de afwijkende ketenbepaling en de duur van de opzegtermijn.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement