Bijgebouw(en) Voorbeeldclausules

Bijgebouw(en). De bij de woning behorende (losstaande) bijgebouwen zoals schuren, garages en kelderboxen.
Bijgebouw(en). Onder bijgebouwen worden verstaan: niet-aangebouwde doch wel bij het woonhuis behorende bouwwerken - inclusief het daartoe behorende (kunststof) glas -,die bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven, zoals garages, schuurtjes en dergelijke.
Bijgebouw(en). Bouwwerken zonder rechtstreekse toegang vanuit het hoofdgebouw, ongeacht of zij al dan niet aanpalend zijn. Een carport wordt altijd beschouwd als een bijgebouw.
Bijgebouw(en). Constructies zonder rechtstreekse toegang vanuit het hoofdgebouw, ongeacht of zij al dan niet aanpalend zijn. Een carport wordt altijd beschouwd als een bijgebouw. Wanneer het constructies betreft die niet voldoen aan de definitie gebouw, mag hun totale oppervlakte niet groter zijn dan 25 % van de grondoppervlakte van het hoofdgebouw met een maximum van 150 m² voor alle bijgebouwen samen.
Bijgebouw(en). Een gebouw dat bij uw woning hoort en dat alleen u gebruikt. Bijvoorbeeld een schuur en een garage.
Bijgebouw(en). De bij de woning behorende (losstaande) bijgebou- wen zoals schuren, garages en kelderboxen.
Bijgebouw(en) de bij de woning behorende schuren en garages, welke uitsluitend in gebruik zijn bij verzekerde.
Bijgebouw(en) de bij uw woning behorende schuren en garages, welke uitsluitend bij u in gebruik zijn.
Bijgebouw(en). De van de hoofdwoning gescheiden ruimtes en gebouwen, alsmede de garages of boxen die voor persoonlijke doeleinden gebruikt worden en zich op een ander adres in dezelfde gemeente bevinden.
Bijgebouw(en). Constructies, onder afzonderlijk dak, niet aanpalend aan de woning en gelegen op het adres van de woning of op een ander adres aangeduid in de bijzondere voorwaarden.