Common use of Controle naleving van subsidievoorwaarden Clause in Contracts

Controle naleving van subsidievoorwaarden. De accountant stelt vast dat de concessieverlener de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 aan de concessiehouder op een niveau van 2021 heeft gehandhaafd (artikel 6 lid 2 van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 2 en 3.2 van de technische notitie). De accountant vergelijkt de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 met de bijdrage voor 2021 en stelt vast dat de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 niet is aangepast voor de mate waarin de dienstregeling in 2022 afgeschaald is. De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd aan raad van bestuur, bestuur en directie binnen de Nederlandse entiteit (artikel 6 lid 6a van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 bonussen worden verstrekt aan leden van de raad van bestuur, leden van het bestuur, of de directie van de concessiehouder. De accountant neemt hierbij kennis van de notulen van de vergaderingen van het bestuur/toezichthoudend orgaan en van de arbeidsvoorwaarden van de betreffende functionarissen. Voorts verkrijgt hij een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat er geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd. De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring in of naar aanleiding van het jaar 2022 geen uitkering van dividend is verstrekt aan de aandeel­houders in het openbaarvervoersbedrijf van de concessiehouder of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt (artikel 6 lid 6b van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 uitkeringen van dividend worden verstrekt aan de aandeelhouders of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt. In artikel 6 lid 6b van de regeling is een tweetal uitzonderingen op deze bepaling opgenomen. De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen ontslagvergoeding in het jaar 2022 of naar aanleiding van het jaar 2022 is betaald of toegezegd aan de raad van bestuur binnen de Nederlandse entiteit die de norm overschrijdt van maximaal één jaarsalaris en een opzegtermijn van maximaal zes maanden (artikel 6 lid 6c van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant voert deze controle uit op dezelfde wijze als bij k). De accountant stelt vast dat de concessiehouder, zijn raad van bestuur, bestuur of directie binnen de Nederlandse entiteit in de periode van de ingangsdatum van de regeling tot en met 31 december 2022 geen aandelen in het vervoersbedrijf of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt heeft gekocht (artikel 6 lid 7 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant stelt vast dat de ontvangen NOW-vergoeding of andere vergoedingen ontvangen uit het steun- en herstelpakket voor banen en economie, voor zover deze betrekking heeft op die bedrijfsactiviteiten waarvoor de BVOV 2022 is toegekend, is terugbetaald aan het Rijk (artikel 6 lid 8 van de regeling en paragraaf 4.4 van de technische notitie). Indien de terugbetaling niet heeft plaatsgevonden, maakt de accountant hier melding van in de controleverklaring. De accountant stelt vast dat het openbaarvervoersbedrijf, of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt, de beschikbaarheidsvergoeding, zoals verantwoord in de commerciële jaarrekening, in het fiscale resultaat over het jaar 2022 opneemt (artikel 6 lid 9 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). Voor de aanvraag van de beschikbaarheidsvergoeding 2022 per concessie worden de referentiekosten gebruikt. Dit betreffen (indien beschikbaar) de werkelijke kosten van een concessie in 2019. De accountant gaat na dat dezelfde kosten zijn gehanteerd als in de verantwoording van de beschikbaarheidsvergoeding 2020 en 2021. De referentiekosten zijn gebruikt om de mate van kostendekking (eventueel 95%, zie volgend punt r) te verantwoorden en voor de vergelijking met de kosten over 2020. Ze zijn opgesteld conform de richtlijnen uit de technische notitie en afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. In geval een nieuw concessiecontract na 1 januari 2019 is ingegaan vormen de kosten uit de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding de referentiekosten. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de referentiekosten de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door de effecten van of het beleid als gevolg van de coronacrisis. (Tenzij sprake is van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022,of van een concessie die geen aanvraag heeft ingediend voor de regeling BVOV 2020, zal dit dezelfde begroting zijn als gehanteerd bij de verantwoording van de BVOV 2020.) Voorts verkrijgt hij in dat geval een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheids­vergoeding. Wanneer de begroting wordt gehanteerd voor de bepaling van de referentiekosten, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting. Voor de verantwoording van een aanvraag voor 2% extra beschikbaarheidsvergoeding per concessie is het voldoende dat de concessiehouder aantoont dat de betreffende concessie in 2019 een winstmarge van 2% of minder had, zoals beschreven in paragraaf 4.3 van de technische notitie, dan wel dat, indien de concessie in werking is getreden na 1 januari 2019, de winstmarge van de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding, minder dan 2% is. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de kosten en opbrengsten over 2019 de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat deze zijn afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. Wanneer de begroting wordt gehanteerd ter onderbouwing van de winstmarge, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting en stelt hij alleen vast dat de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd voor de berekening van de winstmarge. (Als voor een concessie ook BVOV 2020 is aangevraagd en er is geen sprake van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022, zal dezelfde kostendekking gelden als bij de eerdere verantwoording).

Controle naleving van subsidievoorwaarden. j) De accountant stelt vast dat de concessieverlener de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 aan de concessiehouder op een niveau van 2021 heeft gehandhaafd (artikel 6 lid 2 van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 2 en 3.2 van de technische notitie). De accountant vergelijkt de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 met de bijdrage voor 2021 en stelt vast dat de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 niet is aangepast voor de mate waarin de dienstregeling in 2022 afgeschaald is. . k) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd aan raad van bestuur, bestuur en directie binnen de Nederlandse entiteit (artikel 6 lid 6a van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 bonussen worden verstrekt aan leden van de raad van bestuur, leden van het bestuur, of de directie van de concessiehouder. De accountant neemt hierbij kennis van de notulen van de vergaderingen van het bestuur/toezichthoudend orgaan en van de arbeidsvoorwaarden van de betreffende functionarissen. Voorts verkrijgt hij een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat er geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd. . l) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring in of naar aanleiding van het jaar 2022 geen uitkering van dividend is verstrekt aan de aandeel­houders aandeel- houders in het openbaarvervoersbedrijf van de concessiehouder of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt (artikel 6 lid 6b van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 uitkeringen van dividend worden verstrekt aan de aandeelhouders of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt. In artikel 6 lid 6b van de regeling is een tweetal uitzonderingen op deze bepaling opgenomen. De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen ontslagvergoeding in het jaar 2022 of naar aanleiding van het jaar 2022 is betaald of toegezegd aan de raad van bestuur binnen de Nederlandse entiteit die de norm overschrijdt van maximaal één jaarsalaris en een opzegtermijn van maximaal zes maanden (artikel 6 lid 6c van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant voert deze controle uit op dezelfde wijze als bij k). De accountant stelt vast dat de concessiehouder, zijn raad van bestuur, bestuur of directie binnen de Nederlandse entiteit in de periode van de ingangsdatum van de regeling tot en met 31 december 2022 geen aandelen in het vervoersbedrijf of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt heeft gekocht (artikel 6 lid 7 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant stelt vast dat de ontvangen NOW-vergoeding of andere vergoedingen ontvangen uit het steun- en herstelpakket voor banen en economie, voor zover deze betrekking heeft op die bedrijfsactiviteiten waarvoor de BVOV 2022 is toegekend, is terugbetaald aan het Rijk (artikel 6 lid 8 van de regeling en paragraaf 4.4 van de technische notitie). Indien de terugbetaling niet heeft plaatsgevonden, maakt de accountant hier melding van in de controleverklaring. De accountant stelt vast dat het openbaarvervoersbedrijf, of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt, de beschikbaarheidsvergoeding, zoals verantwoord in de commerciële jaarrekening, in het fiscale resultaat over het jaar 2022 opneemt (artikel 6 lid 9 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). Voor de aanvraag van de beschikbaarheidsvergoeding 2022 per concessie worden de referentiekosten gebruikt. Dit betreffen (indien beschikbaar) de werkelijke kosten van een concessie in 2019. De accountant gaat na dat dezelfde kosten zijn gehanteerd als in de verantwoording van de beschikbaarheidsvergoeding 2020 en 2021. De referentiekosten zijn gebruikt om de mate van kostendekking (eventueel 95%, zie volgend punt r) te verantwoorden en voor de vergelijking met de kosten over 2020. Ze zijn opgesteld conform de richtlijnen uit de technische notitie en afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. In geval een nieuw concessiecontract na 1 januari 2019 is ingegaan vormen de kosten uit de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding de referentiekosten. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de referentiekosten de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door de effecten van of het beleid als gevolg van de coronacrisis. (Tenzij sprake is van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022,of van een concessie die geen aanvraag heeft ingediend voor de regeling BVOV 2020, zal dit dezelfde begroting zijn als gehanteerd bij de verantwoording van de BVOV 2020.) Voorts verkrijgt hij in dat geval een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheids­vergoeding. Wanneer de begroting wordt gehanteerd voor de bepaling van de referentiekosten, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting. Voor de verantwoording van een aanvraag voor 2% extra beschikbaarheidsvergoeding per concessie is het voldoende dat de concessiehouder aantoont dat de betreffende concessie in 2019 een winstmarge van 2% of minder had, zoals beschreven in paragraaf 4.3 van de technische notitie, dan wel dat, indien de concessie in werking is getreden na 1 januari 2019, de winstmarge van de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding, minder dan 2% is. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de kosten en opbrengsten over 2019 de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat deze zijn afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. Wanneer de begroting wordt gehanteerd ter onderbouwing van de winstmarge, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting en stelt hij alleen vast dat de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd voor de berekening van de winstmarge. (Als voor een concessie ook BVOV 2020 is aangevraagd en er is geen sprake van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022, zal dezelfde kostendekking gelden als bij de eerdere verantwoording).

Controle naleving van subsidievoorwaarden. j) De accountant stelt vast dat de concessieverlener de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 aan de concessiehouder op een niveau van 2021 heeft gehandhaafd (artikel 6 lid 2 van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 2 en 3.2 van de technische notitie). De accountant vergelijkt de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 met de bijdrage voor 2021 en stelt vast dat de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 niet is aangepast voor de mate waarin de dienstregeling in 2022 afgeschaald is. . k) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd aan raad van bestuur, bestuur en directie binnen de Nederlandse entiteit (artikel 6 lid 6a van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 bonussen worden verstrekt aan leden van de raad van bestuur, leden van het bestuur, of de directie van de concessiehouder. De accountant neemt hierbij kennis van de notulen van de vergaderingen van het bestuur/toezichthoudend orgaan en van de arbeidsvoorwaarden van de betreffende functionarissen. Voorts verkrijgt hij een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat er geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 zijn betaald of toegezegd. . l) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring in of naar aanleiding van het jaar 2022 geen uitkering van dividend is verstrekt aan de aandeel­houders aandeel- houders in het openbaarvervoersbedrijf van de concessiehouder of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt (artikel 6 lid 6b van de regeling, welke is vormgegeven in 5 Een sjabloon voor deze bevestiging van de concessieverlener is te vinden op xxxxx://xxxx.xx/xxxxxx/xxxxxx. paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 of over het jaar 2022 uitkeringen van dividend worden verstrekt aan de aandeelhouders of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt. In artikel 6 lid 6b van de regeling is een tweetal uitzonderingen op deze bepaling opgenomen. . m) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen ontslagvergoeding in het jaar 2022 of naar aanleiding van het jaar 2022 is betaald of toegezegd aan de raad van bestuur binnen de Nederlandse entiteit die de norm overschrijdt van maximaal één jaarsalaris en een opzegtermijn van maximaal zes maanden (artikel 6 lid 6c van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant voert deze controle uit op dezelfde wijze als bij k). . n) De accountant stelt vast dat de concessiehouder, zijn raad van bestuur, bestuur of directie binnen de Nederlandse entiteit in de periode van de ingangsdatum van de regeling tot en met 31 december 2022 geen aandelen in het vervoersbedrijf of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt heeft gekocht (artikel 6 lid 7 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). . o) De accountant stelt vast dat de ontvangen NOW-vergoeding of andere vergoedingen ontvangen uit het steun- en herstelpakket voor banen en economie, voor zover deze betrekking heeft op die bedrijfsactiviteiten waarvoor de BVOV 2022 is toegekend, is terugbetaald aan het Rijk (artikel 6 lid 8 van de regeling en paragraaf 4.4 van de technische notitie). Indien de terugbetaling niet heeft plaatsgevonden, maakt de accountant hier melding van in de controleverklaring. . p) De accountant stelt vast dat het openbaarvervoersbedrijf, of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt, de beschikbaarheidsvergoeding, zoals verantwoord in de commerciële jaarrekening, in het fiscale resultaat over het jaar 2022 opneemt (artikel 6 lid 9 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). . q) Voor de aanvraag van de beschikbaarheidsvergoeding 2022 per concessie worden de referentiekosten gebruikt. Dit betreffen (indien beschikbaar) de werkelijke kosten van een concessie in 2019. De accountant gaat na dat dezelfde kosten zijn gehanteerd als in de verantwoording van de beschikbaarheidsvergoeding 2020 en 2021. De referentiekosten zijn gebruikt om de mate van kostendekking (eventueel 95%, zie volgend punt r) te verantwoorden en voor de vergelijking met de kosten over 2020. Ze zijn opgesteld conform de richtlijnen uit de technische notitie en afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. In geval een nieuw concessiecontract na 1 januari 2019 is ingegaan vormen de kosten uit de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding de referentiekosten. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de referentiekosten de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door de effecten van of het beleid als gevolg van de coronacrisis. (Tenzij sprake is van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022,of van een concessie die geen aanvraag heeft ingediend voor de regeling BVOV 2020, zal dit dezelfde begroting zijn als gehanteerd bij de verantwoording van de BVOV 2020.) Voorts verkrijgt hij in dat geval een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheids­vergoedingbeschikbaarheidsvergoeding. Wanneer de begroting wordt gehanteerd voor de bepaling van de referentiekosten, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting. . r) Voor de verantwoording van een aanvraag voor 2% extra beschikbaarheidsvergoeding per concessie is het voldoende dat de concessiehouder aantoont dat de betreffende concessie in 2019 een winstmarge van 2% of minder had, zoals beschreven in paragraaf 4.3 van de technische notitie, dan wel dat, indien de concessie in werking is getreden na 1 januari 2019, de winstmarge van de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding, minder dan 2% is. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de kosten en opbrengsten over 2019 de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat deze zijn afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. Wanneer de begroting wordt gehanteerd ter onderbouwing van de winstmarge, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting en stelt hij alleen vast dat de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd voor de berekening van de winstmarge. (Als voor een concessie ook BVOV 2020 is aangevraagd en er is geen sprake van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022, zal dezelfde kostendekking gelden als bij de eerdere verantwoording).

Controle naleving van subsidievoorwaarden. j) De accountant stelt vast dat de concessieverlener de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 2021 aan de concessiehouder op een niveau van 2021 een volledige, niet geoptimaliseerde dienstregeling heeft gehandhaafd (artikel 6 lid 2 van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 2 en 3.2 van de technische notitie). De accountant vergelijkt de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 2021 met de bijdrage voor 2021 2020 volgens de initiële beschikking van de concessieverlener voor 2020 die niet is beïnvloed door COVID-19 (of in geval van een concessiecontract met een recentere ingangsdatum, uit de referentiebegroting) en stelt vast dat de vaste exploitatiebijdrage voor 2022 2021 niet is aangepast voor de mate waarin de dienstregeling in 2022 2021 afgeschaald is. . k) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 2021 zijn betaald of toegezegd aan de raad van bestuur, het bestuur en de directie binnen de Nederlandse entiteit (artikel 6 lid 6a 4a van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 4.4 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 2021 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 2021 of over het jaar 2022 2021 bonussen worden verstrekt aan leden van de raad van bestuur, leden van het bestuur, of de directie van de concessiehouder. De accountant neemt hierbij kennis van de notulen van de vergaderingen van het bestuur/toezichthoudend orgaan en van de arbeidsvoorwaarden van de betreffende functionarissen. Voorts verkrijgt hij een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat er geen bonussen in of naar aanleiding van het jaar 2022 2021 zijn betaald of toegezegd. . l) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring in of naar aanleiding van het jaar 2022 2021 geen uitkering van dividend is verstrekt aan de aandeel­houders aandeel- houders in het openbaarvervoersbedrijf van de concessiehouder of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt (artikel 6 lid 6b 4b van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4.1 van de technische notitie). Er wordt geen beschikbaarheidsvergoeding 2022 2021 uitgekeerd indien er in het jaar 2022 2021 of over het jaar 2022 2021 uitkeringen van dividend worden verstrekt aan de aandeelhouders of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt. In artikel 6 lid 6b van de regeling is een tweetal uitzonderingen op deze bepaling opgenomen. . m) De accountant stelt vast dat tot aan de datum van de afgifte van de controleverklaring geen ontslagvergoeding in het jaar 2022 2021 of naar aanleiding van het jaar 2022 2021 is betaald of toegezegd aan de raad Raad van bestuur Bestuur binnen de Nederlandse entiteit die de norm overschrijdt van maximaal één jaarsalaris en een opzegtermijn van maximaal zes maanden (artikel 6 lid 6c 4c van de regeling, welke nader is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). De accountant voert deze controle uit op dezelfde wijze als bij k). . n) De accountant stelt vast dat de concessiehouder, zijn raad van bestuur, bestuur of directie binnen de Nederlandse entiteit hogere management in de periode van de ingangsdatum van de regeling tot en met 31 december 2022 2021 geen aandelen in het vervoersbedrijf of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt heeft gekocht (artikel 6 lid 7 5 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). . o) De accountant stelt vast dat de ontvangen NOW-vergoeding of andere vergoedingen ontvangen uit het steun- en herstelpakket voor banen en economie, voor zover deze betrekking heeft op die bedrijfsactiviteiten waarvoor de BVOV 2022 2021 is toegekend, is terugbetaald aan het Rijk (artikel 6 lid 8 6 van de regeling en paragraaf 4.4 van de technische notitie). Indien de terugbetaling niet heeft plaatsgevonden, maakt de accountant hier melding van in de controleverklaring. . p) De accountant stelt vast dat het openbaarvervoersbedrijf, of de groep waar het vervoersbedrijf deel van uitmaakt, de beschikbaarheidsvergoeding, zoals verantwoord in de commerciële jaarrekening, in het fiscale resultaat over het jaar 2022 2021 opneemt (artikel 6 lid 9 7 van de regeling, welke is vormgegeven in paragraaf 4.4 van de technische notitie). . q) Voor de aanvraag van de beschikbaarheidsvergoeding 2022 2021 per concessie worden de referentiekosten gebruikt. Dit betreffen (indien beschikbaar) de werkelijke kosten van een concessie in 2019. De accountant gaat na dat dezelfde kosten zijn gehanteerd als in de verantwoording van de beschikbaarheidsvergoeding 2020 en 20212020. De referentiekosten zijn gebruikt om de mate van kostendekking (eventueel 95%, zie volgend punt r) te verantwoorden en voor de vergelijking met de kosten over 2020. Ze zijn opgesteld conform de richtlijnen uit de technische notitie en afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. In geval een nieuw concessiecontract na 1 januari 2019 is ingegaan vormen de kosten uit de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding de referentiekosten. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de referentiekosten de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door de effecten van of het beleid als gevolg van de coronacrisis. (Tenzij sprake is van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 2022,of van een concessie die geen aanvraag heeft ingediend voor de regeling BVOV 2020, zal dit dezelfde begroting zijn als gehanteerd bij de verantwoording van de BVOV 2020.) Voorts verkrijgt hij in dat geval een eigen verklaring waarin wordt bevestigd dat de meest actuele begroting van de concessie is gehanteerd die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheids­vergoedingbeschikbaarheidsvergoeding. Wanneer de begroting wordt gehanteerd voor de bepaling van de referentiekosten, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting. . r) Voor de verantwoording van een aanvraag voor 2% extra beschikbaarheidsvergoeding per concessie is het voldoende dat de concessiehouder aantoont dat de betreffende concessie in 2019 een winstmarge van 2% of minder had, zoals beschreven in paragraaf 4.3 van de technische notitie, dan wel dat, indien de concessie in werking is getreden na 1 januari 2019, de winstmarge van de meest actuele begroting van de concessie die niet is beïnvloed door COVID-19 of het bestaan van de beschikbaarheidsvergoeding, minder dan 2% is. De accountant gaat na dat voor het bepalen van de kosten en opbrengsten over 2019 de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd en dat deze zijn afgeleid uit de vastgestelde jaarrekening over 2019. Wanneer de begroting wordt gehanteerd ter onderbouwing van de winstmarge, hoeft de accountant geen werkzaamheden uit te voeren inzake de (totstandkoming van de) begroting en stelt hij alleen vast dat de richtlijnen uit deze technische notitie zijn gehanteerd voor de berekening van de winstmarge. (Als voor een concessie ook BVOV 2020 is aangevraagd en er is geen sprake van een concessie met een ingangsdatum in 2021 of 20222021, zal dezelfde kostendekking gelden als bij de eerdere verantwoording).