De betalingsprocedure Voorbeeldclausules

De betalingsprocedure. Indien de garantie van STO Garant van toepassing is op uw boeking, dan betaalt u de reissom niet aan Motorvakantiemarokko, maar aan de derdengeldenrekening van Stichting Derdengelden Certo Escrow, een bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) geregistreerde betaaldienstverlener. Deze stichting derdengelden waarborgt uw reissom tot na afloop van uw boeking. Wanneer diensten door financieel onvermogen van Motorvakantiemarokko niet (volledig en/of tijdig) worden verleend, dan voert STO Garant de garantie uit. In de garantieregeling leest u hoe u daar in dat geval aanspraak op maakt.
De betalingsprocedure. Om deze garantie te kunnen realiseren maakt STO Garant gebruik van de derdengeldenregeling van Certo Escrow B.V. (Certo Escrow). Als reiziger betaalt u de reissom niet aan Brands Love People B.V. maar betaalt u deze aan de Stichting Derdengelden Certo Escrow. Certo Escrow, een bij de Nederlandsche Bank geregistreerde betaaldienstverlener, beheert deze stichting. Voor alle boekingen geldt dat de volledige reissom voor vertrek betaald dient te zijn aan de Stichting Derdengelden Certo Escrow. Uw reissom wordt automatisch 1 dag na afloop van uw reis vrijgegeven aan Brands Love People B.V. Aanvaarding van enige overeenkomst met Brands Love People B.V. impliceert eveneens dat er expliciet akkoord wordt gegaan met een verwijzing naar alle toepasselijke voorwaarden, garantieregelingen en privacyverklaring middels een hyperlink, alwaar deze te raadplegen, te printen en op te slaan zijn.
De betalingsprocedure. De betaling van een reis met Arctic Adventure word opgedeeld in een aanbetaling en een restantbetaling.
De betalingsprocedure. Om deze garantie te kunnen realiseren maakt STO Garant gebruik van de derdengeldenregeling van Certo Escrow B.V. (Certo Escrow). Als reiziger betaalt u de reissom niet aan Watervast maar betaalt u deze aan de Stichting Derdengelden Certo Escrow. Certo Escrow, een bij de Nederlandsche Bank geregistreerde betaaldienstverlener, beheert deze stichting. Voor alle boekingen geldt dat de volledige reissom voor vertrek betaald dient te zijn aan de Stichting Derdengelden Certo Escrow. Uw reissom wordt automatisch 1 dag na afloop van uw reis vrijgegeven aan Watervast.
De betalingsprocedure. Om deze garantie te kunnen realiseren maakt STO Garant gebruik van de derdengeldenregeling van Xxxxx Xxxxxx B.V. (Certo Escrow). Als reiziger betaalt u de reissom niet aan Motorvakantiemarokko maar betaalt u deze aan de Stichting Derdengelden Certo Escrow. Certo Escrow, een bij de Nederlandsche Bank geregistreerde betaaldienstverlener, beheert deze stichting. Voor alle boekingen geldt dat de volledige reissom voor vertrek betaald dient te zijn aan de Stichting Derdengelden Xxxxx Xxxxxx. Uw reissom wordt automatisch 1 dag na afloop van uw reis vrijgegeven aan Motorvakantiemarokko.

Related to De betalingsprocedure

  • De betaling 1. De schulden van de koper/opdrachtgever aan de verkoper/reparateur zijn brengschulden. Xxxxxxxx dient contant te geschieden bij aflevering van de auto of de onderdelen of na de verrichte diensten. Onder contante betaling wordt mede verstaan bijschrijving van het verschuldigde bedrag op een door de verkoper/reparateur aangegeven bank- of girorekening op het tijdstip van levering. 2. Indien uitdrukkelijk schriftelijk een ander moment van betaling is overeengekomen, is de verkoper/reparateur gerechtigd over de niet betaalde bedragen maandelijks de wettelijke rente in rekening te brengen. Hierbij wordt het resterende gedeelte van de maand vanaf het moment waarop betaling had moeten plaatsvinden als gehele maand aangemerkt. Deze verhoging van het verschuldigde bedrag wordt beschouwd als een voorwaarde waaronder door de verkoper/reparateur uitstel van betaling is verleend zonder dat daarmee de verplichting van de koper/opdrachtgever tot contante betaling komt te vervallen. De verhoging gaat één maand na de verzending van de factuur in. 3. Indien partijen hebben afgezien van contante betaling en niet uitdrukkelijk schriftelijk een moment van betaling zijn overeengekomen, geldt een betalingstermijn van één maand. De koper/opdrachtgever is dan de wettelijke rente verschuldigd, waarbij een gedeelte van een maand als gehele maand wordt aangemerkt vanaf twee weken nadat hij bij aangetekende brief door de verkoper/reparateur is aangemaand om te betalen. 4. Indien de koper/opdrachtgever na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de verkoper/reparateur gerechtigd dit bedrag met de incassokosten te verhogen. Deze incassokosten omvatten zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke kosten. Buitengerechtelijke kosten zijn alle kosten die de verkoper/reparateur in rekening worden gebracht door advocaten, procureurs, deurwaarders en ieder ander van wie zij zich bedienen voor de invordering van het verschuldigde bedrag. De buitengerechtelijke kosten worden vastgesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, tenzij de koper aannemelijk maakt dat de verkoper minder schade lijdt.

  • De betaling / Niet-tijdige betaling 1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt. 2. Indien een Ouder betaalt aan een door de Ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de Ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de Ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de Ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de Ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die Ouder. 3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim. 4. De Ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden. 5. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. 6. Door de Ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de Ouder af te dwingen, kunnen aan de Ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen. 7. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.

  • De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx).‌ 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.

  • Voor welke schade betalen wij niet? Hieronder staat welke schade wij niet betalen: 1. Schade aan het verzekerde voertuig betalen wij niet. Wij betalen wel in 2 situaties: • Als het voertuig dat toevallig werd gesleept, schade heeft. • Als er iemand gekwetst is door een ongeval en u neemt die gekwetste persoon mee in het voertuig. En daarom moet u de bekleding van het verzekerde voertuig laten reinigen of herstellen. 2. Schade aan de goederen en dingen die u voor uw beroep en niet gratis vervoert, betalen wij niet. In dat geval betalen wij de schade aan de persoonlijke kledij en bagage van de passagiers wel. 3. Schade veroorzaakt door iemand die het omschreven voertuig heeft gestolen, met of zonder geweld, of door iemand die het omschreven voertuig te kwader trouw heeft gekocht van iemand die het omschreven voertuig daarvoor gestolen had. 4. Schade die alleen is veroorzaakt door de goederen en dingen die u vervoert in het verzekerde voertuig of doordat u die goederen en dingen in dat voertuig legde of wilde leggen. Of doordat u die goederen eruit haalde of wilde halen. 5. Schade doordat u met het verzekerde voertuig meedeed aan: • een snelheidsrit of een snelheidswedstrijd; • een regelmatigheidsrit of een regelmatigheidswedstrijd; • een behendigheidsrit of een behendigheidswedstrijd; waarvoor de overheid toestemming gaf. 6. Schade die betaald wordt omdat dat staat in de Wet over de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie. Boetes en gerechtskosten in strafzaken betalen wij niet. En ook niet de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie. Of sommen die u onmiddellijk moet betalen als de politie vaststelt dat u het algemeen reglement op het wegverkeer hebt overtreden. Bijvoorbeeld als u een boete moet betalen omdat u door het rode licht bent gereden.

  • Rechtstreekse betaling Wij hebben het recht om de kosten van zorg rechtstreeks te betalen aan de zorgaanbieder. Met deze betaling vervalt uw recht op vergoeding.

  • Genezing niet belemmeren a. De werknemer mag zich tijdens de arbeidsongeschiktheid niet zodanig gedragen dat de genezing wordt belemmerd. De beoordeling hiervan is aan de controlerende instantie.

  • Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.

  • Prijs en betaling 2.1 De prijzen gelden, wanneer geen afwijkende afspraken zijn gemaakt, af fabriek; inclusief intern transport in de fabriek, echter exclusief opdrachtgeverspecifieke verpakking en afladen op het aanleveradres. Prijzen voor afzonderlijke items in een aanbieding gelden uitsluitend bij afname van de gehele offerte. De geoffreerde prijzen zijn exclusief omzetbelasting volgens het wettelijk vastgestelde tarief. Wanneer na het afsluiten van de overeenkomst wijzigingen optreden in heffingen en/of andere kosten van derden die in de overeengekomen prijs zijn opgenomen of ontstaan deze pas dan, dan is de leverancier gerechtigd tot een overeenkomstige prijswijziging. 2.2 Tenzij anders overeengekomen dient de betaling zonder enige vorm van korting op de rekening van de leverancier te worden voldaan en wel netto contant binnen 30 dagen na factuurdatum, tenzij anders overeengekomen. De betaling dient op zodanige wijze en tijdstip te geschieden dat de leverancier op de vervaldatum over het volledige bedrag kan beschikken. De kosten van het betalingsverkeer zijn voor rekening van de opdrachtgever. 2.3 Het recht betalingen achter te houden dan wel met tegenvorderingen te verrekenen kan slechts worden uitgeoefend indien de tegenvorderingen niet bestreden en rechtsgeldig vastgesteld zijn. 2.4 De opdrachtgever komt in gebreke op het moment dat de vervaldatum verstrijkt en de betaling niet op de rekening van de leverancier is voldaan. Ingebrekestelling geschiedt d.m.v. schriftelijke aanmaning uiterlijk 30 dagen na het verstrijken van de vervaldatum van de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek van de leverancier. Wanneer de opdrachtgever in gebreke komt, berekent de leverancier een rentevergoeding van twee procent per maand cumulatief. Het claimen van verdere schade, met name meerkosten in verband met wisselkoersveranderingen en koersgaranties, blijft voorbehouden. 2.5 Alle vorderingen van de leverancier zijn onmiddellijk betaalbaar indien de betalingsvoorwaarden niet worden nageleefd of de leverancier kennis krijgt van omstandigheden die ertoe kunnen leiden dat de kredietwaardigheid van de opdrachtgever vermindert. De leverancier is te allen tijde gerechtigd om leveringen slechts tegen vooruitbetaling uit te voeren. 2.6 Geraakt de opdrachtgever met zijn betalingen in gebreke, dan is de leverancier bovendien gerechtigd om de overeenkomst te ontbinden en daarnaast schadevergoeding te eisen. Verder kan de leverancier de opdrachtgever het doorverkopen en de montage van geleverde zaken verbieden en de teruggave ervan of de overdracht van het indirecte eigendom van de geleverde zaken op kosten van de opdrachtgever eisen. 2.7 De in de lid 4 t/m 6 genoemde rechtsgevolgen kan de opdrachtgever, door het stellen van zekerheden ter hoogte van de bedreigde betalingsaanspraak van de leverancier, afwenden.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • De begunstigde Een uitkering bij het overlijden van u of een mede- verzekerde kan worden uitbetaald aan een begunstigde, voor zover dat mag volgens de wet. U kunt meer dan 1 begunstigde benoemen. De overheid kan geen begunstigde zijn.