De beoordeling Voorbeeldclausules

De beoordeling. 4.1. Het handelen en/of nalaten waarop de klacht betrekking heeft moet worden getoetst aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
De beoordeling. Bevoegdheid Geschilleninstantie Mondzorg
De beoordeling. 12. Hierna zal de gegrondheid van de klachten van eisers ten aanzien van eerste en tweede verweerster onderzocht worden. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren dat het overeenkomstig artikel 1315 BW aan eisers toekomt om het bewijs te leveren van de gegrondheid van hun klachten, alsook de door hen geleden schade. Het is aldus de taak van eisers om de nodige bewijsstukken aan het Arbitraal College voor te leggen, vooraleer deze de vordering van eisers kan inwilligen en vervolgens de schade kan begroten.
De beoordeling. Elke aanvraag moet de kredietaanvraagprocedure doorlopen. De kredietaanvraagprocedure bestaat uit een aantal analysemomenten: • een controle van ontvankelijkheid en volledigheid, met goedkeuring door het Energiehuis; • een energiescan; • een technische controle van de offerte; • een financiële controle; • advies door het OCMW; • indien nodig een goedkeuring door de kredietcommissie; • controle 2e dossierbeheerder; • finale goedkeuring door het VEKA.
De beoordeling in conventie en in reconventie
De beoordeling. Klager heeft ter onderbouwing van zijn klacht naar voren gebracht dat een makelaar als deskundige wordt ingeschakeld en dat zijn opdrachtgever niet of onvoldoende op de hoogte is van de belangrijke bepalingen in de koopovereenkomst die de makelaar wordt geacht tot stand te brengen. Klager meent dat ontbindende voorwaarden waarin een boeteclausule is verwerkt onderdeel van de koopovereenkomst hadden moeten uitmaken. Nu dat niet is gebeurd, en de koopovereenkomst werd ontbonden, heeft klager geen aanspraak kunnen maken op een boete van de koper. Op grond hiervan, zo meent klager, is beklaagde als makelaar tekort geschoten. Hiervan is beklaagde zich pas achteraf bewust geraakt. Vervolgens heeft klager beklaagde schriftelijk in gebreke gesteld waarop door beklaagde nooit een reactie is verschaft. Desondanks heeft beklaagde gemeend recht te hebben op courtage ondanks zijn wanprestatie, en daarvoor een rekening aan klager gestuurd. Weliswaar heeft de rechter in een vonnis geoordeeld dat klager tot betaling aan beklaagde moet overgaan, maar dat neemt niet weg dat klager gerechtigd is een klacht inzake de handelwijze van beklaagde in te dienen. Xxxxxxxxx heeft klager aanzienlijk meer schade geleden door de handelwijze van beklaagde dan het bedrag dat klager aan courtage in rekening is gebracht. Beklaagde heeft als verweer naar voren gebracht dat klager de koper heeft aangedragen, en de notaris. Op 21 maart 2012 zijn partijen, alsmede de notaris en beklaagde, op het kantoor van de notaris aanwezig geweest om het concept van de koopakte uitvoerig te bespreken. Hierbij is klager door zowel de notaris als beklaagde op de risico’s gewezen om geen financieringsvoorbehoud op te nemen. Xxxxxxxx was klager van mening dat een bankgarantie en/of waarborgsom niet nodig was, zo heeft beklaagde aangevoerd. De definitieve koopovereenkomst is uiteindelijk op het kantoor van beklaagde door partijen ondertekend. Met betrekking tot de ingebrekestellingen van klager heeft beklaagde bestreden geen reactie te hebben verstuurd, en verder aangevoerd dat hij op deze reactie van de zijde van klager niet meer heeft vernomen. Beklaagde heeft verder naar voren gebracht gemeend recht te hebben op courtage nu de koper geen beroep heeft gedaan, zo meent hij, op de contractuele ontbindingsmogelijkheid van artikel 16.1. van de koopovereenkomst. Aangezien klager weigerde tot betaling van de courtage over te gaan, heeft beklaagde ter invordering een civiele procedure moeten starten bij de rechtbank....
De beoordeling. Uit de stukken van het dossier en de verklaringen van partijen blijkt dat de overeenkomst tussen hen onder de toepassing valt van de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling.(B.S. 01.04.1994). Per brief van 13 juni 2014 stelt verweerder dat na onderzoek van de fotos van de kamer in het “B” niet blijkt dat er niet normaal in de kamer kon worden verbleven, dat er werd aangegeven dat eiser na een paar dagen terug kon naar het “A” maar dat dit aanbod werd afgewezen en dat de overplaating naar het “C” met een bijbetaling mogelijk was. Het verzoek tot terugbetaling van de reis meer de morele schadevergoeding werd door verweerder afgewezen waardoor de Geschillencommissie Reizen gevat werd. Volgens het door eiser op 2 september 2014 ondertekende vragenformulier van de Geschillencommissie Xxxxxx bedraagt zijn schadeeis 1.298,00 EURO (volledige terugbetaling van de reis meer schadevergoeding van 500,00 EURO). Het klachtengeld ten belope van 129,80 EURO werd door eiser betaald op 24 october 2014. Overeenkomstig artikel 13 van de Reiswet, dient de reisorganisator, indien er één van de wezenlijke punten van het contract niet kan uitgevoerd worden, zo spoedig mogelijk, en in elk geval voor de afreis, de reiziger hiervan op de hoogte te brengen en hem in te lichten over de mogelijkheid om het contract te verbreken zonder kosten, tenzij de reiziger de voorgestelde wijziging aanvaardt. Overeenkomstig artikel 15-2 van de Reiswet is de reisorganisator gehouden de reiziger schadeloos te stellen indien er een verschil is tussen de voorgenomen en daadwerkelijke verleende diensten. Overeenkomstig artikel 17 en 18.1 van voornoemde wet is de reisorganisator aansprakelijk voor alle schade die de reiziger oploopt wegens de gehele of gedeeltelijke niet-naleving van zijn verplichtingen. Het Arbitraal College acht de klacht van eiser, op basis van de neergelegde documenten en de foto’s bewezen. Vermits het eerste alternatief dat eiser ter plaatse werd aangeboden niet aangepast was voor een rolstoelgebruiker deelt het Arbitraal College de mening van xxxxx dat er voor het tweede alternatief geen meerprijs kon aangerekend worden gelet op de ondervonden problemen waardoor de beslissing van eiser om voortijdig zijn vakantie te onderbreken niet onredelijk was. Het Arbitraal College is van oordeel dat een volledige terugbetaling van de reis meer een morele schadevergoeding van 300,00 EURO voor de geleden ongemakken hetzij in het totaal 1.09...
De beoordeling. Is de klacht behandelbaar?
De beoordeling. Leeswijzer
De beoordeling. A. De rechtsmacht van het Arbitraal College